27.09.2013 Views

Superfamilie Cardioidea Lamarck, 1809 - science . naturalis

Superfamilie Cardioidea Lamarck, 1809 - science . naturalis

Superfamilie Cardioidea Lamarck, 1809 - science . naturalis

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Genus Orthocardium Tremlett, 1950<br />

Vrij groot, bol, groot aantal ribben, voorzien van een kam met stekels, slotplaat recht.<br />

Orthocardium subporulosum (d´Orbigny, 1850)<br />

(†) Acanthocardia aculeata (Linné, 1767) –<br />

Grote hartschelp<br />

Cardium aculeatum Linné, 1758 – Van Regteren Altena,<br />

1937.<br />

Figuur 1<br />

Lengte 92 mm (tot meer dan 100 mm).<br />

Grote en vrij stevige, maar relatief dunschalige<br />

schelp. De vorm is afgerond driehoekig, iets<br />

langer dan hoog, zeer bol. De krachtige umbo<br />

bevindt zich iets voor het midden van de<br />

schelp. Aan de achterzijde is de schelp<br />

afgeknot en duidelijk hoger dan aan de<br />

voorzijde. Een duidelijke maar stompe kiel<br />

loopt vanaf de top naar de overgang van<br />

achterrand in onderrand. De sculptuur bestaat<br />

uit ca. 19 tot 22 krachtige radiale ribben, die<br />

ongeveer twee keer zo breed zijn als de<br />

tussenruimten. Op de achterzijde zijn de ribben<br />

weinig ontwikkeld en veel smaller dan de<br />

tussenruimten. Bij niet versleten schelpen<br />

staan op het midden van de ribben scherpe<br />

dorens. Bij grotere exemplaren zijn in plaats<br />

hiervan aan de voorzijde een soort knobbels<br />

aanwezig. De dorens ontspringen vanuit een<br />

groef in het midden van de rib en zijn aan de<br />

basis met elkaar verbonden door een smalle<br />

kiel. Vooral tussen de ribben is een fijne,<br />

onregelmatige commarginale sculptuur te zien.<br />

Schelpen met afgesleten dorens (in het<br />

Nederlandse fossiele materiaal vrijwel altijd)<br />

zijn te verwarren met A. tuberculata. De<br />

schelpen zijn echter dunschaliger, waardoor de<br />

ribben aan de binnenzijde tot onder de top zijn<br />

te volgen. Bovendien zijn de ribben minder<br />

hoog, met name aan de voorzijde. Daar liggen<br />

bij A. tuberculata de ribben dicht tegen elkaar<br />

aan, gescheiden door een smalle diepe groef.<br />

De commarginale sculptuur van A. tuberculata<br />

is tenslotte sterker ontwikkeld en grover.<br />

Acanthocardia aculeata is niet bekend uit de<br />

bodem. Gezien het voorkomen op de<br />

Waddeneilanden en de met de wel uit het<br />

Eemien bekende A. tuberculata<br />

overeenkomende conservering leefde A.<br />

aculeata hier waarschijnlijk tijdens het Eemien.<br />

Acanthocardia aculeata komt levend voor in<br />

West-Europa, vanaf de zuidwestkust van<br />

Engeland zuidelijk tot Marokko en in de<br />

Middellandse Zee. De dieren leven van laag in<br />

het litoraal tot op enige diepte, bijvoorbeeld op<br />

22 m diepte in de buurt van Huelva (Salas,<br />

1996).<br />

De soort is hier met name op de Wadden<br />

gevonden: Texel, Vlieland, Terschelling,<br />

2<br />

Ameland en Schiermonnikoog en in<br />

zuigermateriaal uit de Waddenzee. Van<br />

Walcheren is één herkenbaar fragment<br />

bekend, alsmede één kleiner exemplaar van<br />

Zeeuwsch-Vlaanderen.<br />

Acanthocardia echinata (Linné, 1758) –<br />

Gedoornde hartschelp<br />

Cardium echinatum Linné, 1758 – Van Regteren Altena,<br />

1937.<br />

Figuur 2<br />

Lengte 51 mm.<br />

Een stevige, ovale schelp met duidelijk<br />

uitstekende umbo. De schelp is iets langer dan<br />

hoog en de umbo ligt iets voor het midden. De<br />

buitenzijde heeft 18 tot 21 krachtige radiale<br />

ribben, die iets breder zijn dan de<br />

tussenruimten. Op de voorzijde zijn de ribben<br />

laag en liggen ver uit elkaar, op de achterzijde<br />

zijn ze smal en is er vrijwel altijd één secundair<br />

ribje aanwezig. In het midden van de ribben<br />

loopt een groef waaruit naar achter gebogen<br />

stekels ontspringen. Deze stekels zijn aan hun<br />

basis door een smalle richel met elkaar<br />

verbonden. Tussen en op de ribben ligt een vrij<br />

grove, onregelmatige, commarginale sculptuur.<br />

De schelpen zijn iets minder dikschalig en<br />

meer ovaal van vorm dan A. tuberculata, en<br />

hebben lagere ribben. De ribben liggen bij A.<br />

tuberculata ook dichter tegen elkaar aan en<br />

zijn onregelmatig geknobbeld. De ribben aan<br />

de achterzijde zijn bij A. tuberculata altijd<br />

regelmatig. Acanthocardia echinata lijkt ook op<br />

A. sliggersi. Voor de verschillen zie aldaar.<br />

Gladenkov et al. (1980) vermelden de soort<br />

van IJsland uit de pliocene Tjörnes Crag. De<br />

Nederlandse fossielen van de stranden zijn<br />

vermoedelijk afkomstig uit het Laat Pleistoceen<br />

(Eemien) en Holoceen.<br />

Acanthocardia echinata leeft van Noorwegen<br />

en IJsland tot Marokko en de Canarische<br />

eilanden en in de Middellandse Zee, vanaf ca.<br />

3,5 m tot op aanzienlijke diepten, bij voorkeur<br />

in fijn zand of modderig zand en grind en<br />

modder. Verse kleppen spoelen geregeld aan<br />

op het Nederlandse strand. De soort leeft voor<br />

de Nederlandse kust en is onlangs levend<br />

aangetroffen in de Oosterschelde.<br />

Verkleurde en min of meer fossiel uitziende<br />

kleppen worden langs de hele kust gevonden,<br />

met name op de Waddeneilanden, terwijl<br />

vondsten uit Zeeland schaars zijn.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!