Poppels Oorlogsboek - Nicolaus Poppelius
Poppels Oorlogsboek - Nicolaus Poppelius
Poppels Oorlogsboek - Nicolaus Poppelius
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
5. Het soldatenleven mijner klas '40 (Jozef Woestenburg)<br />
Het was op 30 April, dat ik mijn dorp moest verlaten om dienst te nemen in het leger. Ik werd ingelijfd<br />
bij de spoorwegtroepen te Hoogboom, om er mijn dienstplicht te vervullen. In onze kazerne<br />
aangekomen werd ons het khakipak aangepast en nu stonden wij daar in ons soldatenuniform dat ons<br />
uitzicht geheel veranderde, en verwonderd bezagen wij elkander in onze nieuwe kleedij. Nu zou voor<br />
ons het soldatenleven beginnen, maar heel anders dan we verwacht hadden. Enkele dagen geoefend,<br />
doch dat duurde daar niet lang. Het werd omgezet in ellende en teleurstelling. Het was op Vrijdag 10<br />
Mei dat we om 5 uur in den vroegen morgen werden opgeschrikt door trompetgeschal, het commando<br />
werd gegeven dat iedere soldaat, in de kazerne gelegen, zijn ransel moest inpakken en de<br />
kommandant zegde ons dat Duitschland ons land was binnengevallen en dat de oorlog was<br />
uitgebroken. We kregen allen bericht: binnenblijven, en reeds wanneer de morgenschemering<br />
opdaagde, zagen we door de vensters de Duitsche vliegtuigen, in groot getal, door de lucht zweven,<br />
en steeds werden we opgeschrikt door daverende ontploffingen der vreeselijke Duitsche moordtuigen.<br />
Het kamp van Brasschaet was een van hun eerste doelen om hun moordlustige plannen ten uitvoer te<br />
brengen. Het was 8 uur in den morgen nu en we kregen enkele minuten tijd om vaarwel te zeggen<br />
aan onze familieleden die reeds met spanning wachtten aan de poort der kazerne. Hier zagen we het<br />
eerste slachtoffer vallen. Een luchtgevecht had op zeker moment plaats tusschen Duitsche en<br />
Fransche toestellen: een Fransche jager werd neergeschoten, doch de 2 inzittenden van dit vliegtuig<br />
landden veilig enkele honderden meters verder in het veld; maar toen we onze schuilplaats verlieten,<br />
werd een persoon, zwaar gekwetst, naar het Rood-kruis onzer kazerne gebracht, hij was gekwetst<br />
door de dwalende kogels van deze vliegtuigen.<br />
In den namiddag stond onze trein vertrekkensgereed en wanneer de duisternis viel, kregen we bevel<br />
in te stappen en in razende snelheid ging het voort in den donkeren nacht. Waarheen wist niemand.<br />
Het was Zaterdag in den vroegen morgen wanneer we het stadje Nieuwpoort binnenreden; hier<br />
moesten we uitstappen en enkele dagen verblijven. We werden geplaatst in een oude garage waar we<br />
mochten eten en slapen. Enkele dagen nadien vertrokken we verder op, en ditmaal ging onze reis<br />
naar Frankrijk. Onder onze reis werden we niet gestoord door vijandelijke vliegtuigen, wel zagen we<br />
ze reeds hoog in de lucht zweven, doch hun doelen waren gericht op Fransche steden. Reeds<br />
wanneer onze trein de Fransche grenzen overschreed, werden we door de Fransche bevolking<br />
toegejuicht en onze trein werd bekrast met de woorden: "Leve Frankrijk, Leve België". Na vele dagen<br />
reizen werden we geplaatst in een verafgelegen kamp, tegen de Spaansche grens. Hier durfden we<br />
niet slapen in de barakken die ons werden aangewezen, want deze waren vol vuil en ongedierte. We<br />
sliepen hier buiten in de tenten die we zelf hadden opgeslagen. Na enkele dagen hier te hebben<br />
geoefend, ging onze reis verder; we werden geplaatst in het stadje Ganges.<br />
Hier verbleven we ongeveer een week, doch weldra klonk weder het bevel: vertrekken, en weldra<br />
reisden we per trein verder Frankrijk in. Steeds reden we voorbij onbekende plaatsen en onderweg<br />
ontmoetten we Fransche Roodkruistreinen, overvol met vreeselijk verminkte en gekwetste soldaten en<br />
hier en daar stukgeschoten wagens; onze reis ging nu naar het front. Onze trein hield stil in een<br />
verlaten dorp, namelijk Suippes, tegen de Luxemburgsche grens; de avond was nu reeds gevallen en<br />
onze kommandant verdeelde ons hier in groepjes van 4 à 5 man. We kregen nu bevel te overnachten<br />
in het lange gras eener weide, enkele honderden meter van dit dorp. In den nacht werden we wakker<br />
en hoorden reeds gegons der duitsche vliegtuigen die naar het front vlogen; doch hieraan geen gevolg<br />
gevend, sliepen we verder in en werden wakker in den vroegen morgen. Rond 7 uur kregen we bevel<br />
ons te verzamelen om ons eten te halen. We stonden reeds enkele minuten in groep of Duitsche<br />
jagers hadden ons bemerkt en weldra werden we onder vuur genomen, hetgeen enkele minuten<br />
duurde. Na onze eerste ontmoeting met vijandelijke vliegtuigen, klonk het bevel: ons in groep te<br />
verzamelen en te vluchten in een dicht bijgelegen bosch. Hier hadden we ons enkele dagen schuil<br />
gehouden, doch werden ontdekt door verkenningsvliegtuigen en weldra werden wij gebombardeerd<br />
en sloeg geheel onze compagnie vluchtend weg. Verscheidene soldaten werden hier gedood. Na<br />
steeds voorzichtig, en bij 't minste geronk van vliegtuigen dekking zoekend, sukkelden wij voort,<br />
verscheidene dagen en nachten bijna niets etend, afgemat; vuil en slordig sloften we door bosschen,<br />
heide, tot opeens 't bevel klonk: rusten.<br />
Doodmoe en afgemat sloegen we onze tenten op en sliepen weldra in, doch te middernacht klonk<br />
nijdig klaroengeschal: vlug vertrekken. We moesten nu op bevel der Fransche overheid om drie uur in<br />
den nacht over de Marne zijn, zoo niet waren we verloren. Met angstige spanning wierpen we onzen<br />
ransel weder op den rug en weldra ging het voort. Enkele oogenblikken over den stroom of de brug