pensioenreglement bedrijfspensioenfonds voor de landbouw - BPL
pensioenreglement bedrijfspensioenfonds voor de landbouw - BPL
pensioenreglement bedrijfspensioenfonds voor de landbouw - BPL
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
. Het partnerpensioen als bedoeld in artikel 23, lid 2c, bedraagt 70% van het bedrag aan<br />
Pagina 27|65<br />
ou<strong>de</strong>rdomspensioen, dat tot en met 31 <strong>de</strong>cember 2001 overeenkomstig het bepaal<strong>de</strong> in <strong>de</strong><br />
artikelen 19, 20 en 21 is opgebouwd, vermeer<strong>de</strong>rd met <strong>de</strong> opbouw overeenkomstig het<br />
bepaal<strong>de</strong> in artikel 32 over <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> tussen 31 <strong>de</strong>cember 2001 en het tijdstip waarop<br />
betrokkene <strong>de</strong> hoedanigheid van <strong>de</strong>elnemer niet langer bezit.<br />
c. Voor <strong>de</strong> partner van <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>n <strong>de</strong>elnemer wordt <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r a. bedoel<strong>de</strong> pensioenopbouw, met<br />
uitzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> pensioenopbouw volgens artikel 20, tevens geacht plaatsgevon<strong>de</strong>n te<br />
hebben over alle dagen gelegen tussen <strong>de</strong> datum van overlij<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> pensioendatum.<br />
De pensioenopbouw bedoeld in <strong>de</strong> vorige volzin vindt plaats tot een bedrag per dag dat gelijk is<br />
aan het bedrag aan jaarlijks ou<strong>de</strong>rdomspensioen dat in het jaar direct <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> aan <strong>de</strong><br />
datum van overlij<strong>de</strong>n, buiten <strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n geduren<strong>de</strong> welke krachtens artikel 48 van <strong>de</strong> WW een<br />
WW-uitkering werd genoten, gemid<strong>de</strong>ld per dag waarop <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>ne <strong>de</strong>elnemer was, <strong>voor</strong><br />
hem werd opgebouwd, of op <strong>de</strong>ze opbouw aanspraak werd gemaakt indien hij niet uitsluitend<br />
wegens zijn leeftijd niet <strong>de</strong>elnemer zou zijn geweest. In afwijking van het in <strong>de</strong> vorige volzinnen<br />
bepaal<strong>de</strong> wordt indien <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>ne op het tijdstip van overlij<strong>de</strong>n aanspraak kon maken op<br />
premievrije opbouw als bedoeld in artikel 21, twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, het bedrag dat per dag<br />
opgebouwd geacht wordt over alle dagen tussen <strong>de</strong> datum van overlij<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> datum waarop<br />
<strong>de</strong> overle<strong>de</strong>ne 67 zou zijn gewor<strong>de</strong>n vastgesteld op het bedrag van vorenbedoel<strong>de</strong> premievrije<br />
opbouw, vermeer<strong>de</strong>rd met <strong>de</strong> toeslagen genoemd in artikel 32.<br />
d. Het bestuur is bevoegd het bepaal<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r c geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk van toepassing te achten<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> nagelaten partner van <strong>de</strong>gene, wiens/wier overlij<strong>de</strong>n plaatsvond binnen 26 weken na<br />
het tijdstip, waarop hij/zij laatstelijk <strong>de</strong>elnemer was, met dien verstan<strong>de</strong>, dat alsdan <strong>voor</strong> het<br />
on<strong>de</strong>r c bedoel<strong>de</strong> tijdvak van het jaar, onmid<strong>de</strong>llijk aan <strong>de</strong> datum van overlij<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong>,<br />
wordt uitgegaan van het tijdvak van het jaar, onmid<strong>de</strong>llijk <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> datum, waarop<br />
<strong>de</strong> overle<strong>de</strong>ne laatstelijk <strong>de</strong>elnemer was.<br />
e. Indien een <strong>de</strong>elnemer overlijdt tij<strong>de</strong>ns een perio<strong>de</strong> van onbetaald verlof als bedoeld in artikel 11,<br />
bedraagt het jaarlijks partnerpensioen, in afwijking van het eerste lid, on<strong>de</strong>r a., het tot <strong>de</strong> dag<br />
van overlij<strong>de</strong>n opgebouw<strong>de</strong> partnerpensioen, vermeer<strong>de</strong>rd met het partnerpensioen dat nog<br />
opgebouwd zou wor<strong>de</strong>n indien <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemer niet was overle<strong>de</strong>n en hij van <strong>de</strong> dag van aanvang<br />
van het verlof tot <strong>de</strong> pensioendatum zou hebben <strong>de</strong>elgenomen op basis van <strong>de</strong><br />
pensioengrondslag die gold direct <strong>voor</strong>afgaan<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> eerste dag van het verlof.<br />
f. Het partnerpensioen wordt vastgesteld met inachtneming van het bepaal<strong>de</strong> in <strong>de</strong> artikelen 68 en<br />
68a.<br />
2. Het partnerpensioen als bedoeld in het <strong>voor</strong>gaan<strong>de</strong> lid, wordt vermin<strong>de</strong>rd met het bijzon<strong>de</strong>re<br />
partnerpensioen, bedoeld in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> dan wel vier<strong>de</strong> lid van artikel 26.