Het smartvol lijden van Jezus Christus - visioenen van Anna ...
Het smartvol lijden van Jezus Christus - visioenen van Anna ...
Het smartvol lijden van Jezus Christus - visioenen van Anna ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Jesaja 49 (4-26)<br />
Tweede profetie aangaande de knecht des HEREN<br />
4. Doch ik zeide: Tevergeefs heb ik mij afgemat, voor niets en vruchteloos mijn kracht<br />
verbruikt. Evenwel, mijn recht is bij de HERE en mijn vergelding is bij mijn God.<br />
5. Maar nu zegt de HERE, die mij <strong>van</strong> de moederschoot aan vormde tot zijn knecht, om Jakob<br />
tot Hem terug te brengen en om Israël tot Hem vergaderd te doen worden – en ik werd geëerd<br />
in de ogen des HEREN en mijn God was mijn sterkte –<br />
6. Hij zegt dan: <strong>Het</strong> is te gering, dat gij Mij tot een knecht zoudt zijn om de stammen <strong>van</strong> Jakob<br />
weder op te richten en de bewaarden <strong>van</strong> Israël terug te brengen; Ik stel u tot een licht der<br />
volken, opdat mijn heil reike tot het einde der aarde.<br />
7. Zo zegt de HERE, Israëls Verlosser, zijn Heilige, tot de diep verachte, de bij het volk<br />
verafschuwde, de knecht <strong>van</strong> heersers: Koningen zullen dit zien en opstaan; vorsten, en zich<br />
nederbuigen, ter wille <strong>van</strong> de HERE, die getrouw is, de Heilige Israëls, die u verkoren heeft.<br />
De terugkeer<br />
8. Zo zegt de HERE: Ten tijde des welbehagens heb Ik u verhoord, en ten dage des heils heb Ik<br />
u geholpen; Ik zal u behoeden en u stellen tot een verbond voor het volk om het land weder te<br />
herstellen, om verwoeste eigendommen weer tot een erfdeel te maken,<br />
9. om tot de ge<strong>van</strong>genen te zeggen: Gaat uit! tot hen die in de duisternis zijn: Komt te<br />
voorschijn!<br />
Aan de wegen zullen zij weiden, op alle kale heuvels zal hun weide zijn;<br />
10. zij zullen hongeren noch dorsten, woestijngloed noch zonnesteek zal hen treffen, want hun<br />
Ontfermer zal hen leiden en hen voeren aan waterbronnen.<br />
11. En Ik zal al mijn bergen tot een weg maken en mijn heerbanen zullen opgehoogd worden.<br />
12. Zie, dezen komen uit de verte, genen uit het noorden en het westen, weer anderen uit het<br />
land Sinim.<br />
13. Jubelt, gij hemelen, en juich, gij aarde, breekt uit in gejubel, gij bergen, want de HERE<br />
heeft zijn volk getroost en Zich over zijn ellendigen ontfermd.<br />
14. Maar Sion zegt: De HERE heeft mij verlaten en de HERE heeft mij vergeten.<br />
15. Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontfermen zou over het kind<br />
<strong>van</strong> haar schoot? Al zouden zij die vergeten, toch vergeet Ik u niet.<br />
16. Zie, Ik heb u in mijn handpalmen gegrift, uw muren zijn bestendig vóór Mij.<br />
17. Uw zonen snellen toe, uw vernielers en uw verwoesters trekken <strong>van</strong> u weg.<br />
18. Hef uw ogen op naar rondom en zie hen allen; zij vergaderen, zij komen tot u. Zo waar Ik<br />
leef, luidt het woord des HEREN, gij zult hen allen aandoen als een sieraad, en hen ombinden,<br />
zoals een bruid.<br />
19. Want uw puinhopen en uw verwoeste plaatsen en uw vernield land – voorwaar, nu zult gij<br />
te eng zijn voor de bewoners, en uw verdervers zullen verre zijn.<br />
20. Ook zullen de kinderen, <strong>van</strong> welke gij beroofd waart, te uwen aanhoren zeggen: De plaats<br />
is mij te eng, maak mij ruimte, dat ik wonen kan.<br />
21. En gij zult bij uzelf zeggen: Wie heeft mij dezen gebaard, daar ik toch <strong>van</strong> kinderen beroofd<br />
en onvruchtbaar was, verbannen en verdreven; wie bracht dezen dan groot? Zie, ik was alleen<br />
overgebleven, waar waren dan dezen?<br />
22. Zo zegt de Here HERE: Zie, Ik zal mijn hand opheffen tot de volken en mijn banier omhoog<br />
heffen voor de natiën; in hun armen zullen zij uw zonen brengen, en uw dochters zullen op de<br />
schouder gedragen worden.<br />
23. En koningen zullen uw voedstervader zijn en hun vorstinnen uw zoogsters; met het<br />
aangezicht ter aarde zullen zij zich voor u neerbuigen, en het stof uwer voeten zullen zij lekken.<br />
Dan zult gij weten, dat Ik de HERE ben, en dat zij die Mij verwachten, niet beschaamd worden.<br />
24. Kan aan een sterke de buit ontnomen worden, of zullen de ge<strong>van</strong>genen <strong>van</strong> hem die in zijn<br />
recht is, ontkomen?<br />
Fascikel 29 109