Bijlage 2 Archeologische onderzoeken - ruimtelijkeplannen ...
Bijlage 2 Archeologische onderzoeken - ruimtelijkeplannen ...
Bijlage 2 Archeologische onderzoeken - ruimtelijkeplannen ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Bedrijvenpark Josink Es, gemeente Enschede; een Aanvullende <strong>Archeologische</strong> Inventarisatie (AAI-1)<br />
4.2.2 Vindplaats 1<br />
Vindplaats 1 beslaat het grootste deel van de hooggelegen, 100 tot 200 m brede<br />
dekzandrug waarop in de Late Middeleeuwen de Josink Es is aangelegd. In dit<br />
deel van het plangebied zijn in 28 boringen archeologische vondsten gedaan<br />
(figuur 5: boringen 3, 5, 6, 9, 10, 12, 13, 16, 18, 19, 21, 23, 25, 26, 27, 54,<br />
55, 56, 58, 60, 61, 94, 95, 97, 98, 99, 100 en 102). Het totale aantal vondsten<br />
per boring varieert van één tot negen. Het merendeel van de vondsten is gedaan<br />
in zones waarvan het maaiveld vóór de toepassing van de plaggenbemesting<br />
hoger lag dan 29,75 m +NAP. Deze delen kenmerken zich in bodemkundig opzicht<br />
door de aanwezigheid van een moderpodzol (zie § 4.1). Aan de randen en (in<br />
mindere mate) op de flanken van de Josink Es, waar respectievelijk beekgronden<br />
en veldpodzolen voorkomen, is sprake van een iets lagere vondstdichtheid. De<br />
vondsten zijn afkomstig uit de basis van het esdek, uit een oude akkerlaag en<br />
uit de top van het natuurlijke bodemprofiel. Een klein deel van de vondsten is<br />
afkomstig uit een vuil pakket dat zich op de lager gelegen flank van de dekzandrug<br />
onder het esdek bevindt (zie § 4.1). De vondsten op vindplaats 1 bestaan uit<br />
scherven (handgevormd en gedraaid) aardewerk, vuurstenen artefacten, brokken<br />
steen en een fragment gecalcineerd (verbrand) bot (figuur 5).<br />
In totaal zijn 44 scherven handgevormd aardewerk aangetroffen verdeeld over 20<br />
boringen. Het aantal scherven per boring varieert van één tot negen (bijlage 1<br />
en figuur 6). Het merendeel van het handgevormde aardewerk is verschraald met<br />
steengruis (hoofdzakelijk granietgruis), zoals in Twente sinds het Neolithicum<br />
tot en met de Late Middeleeuwen gebruikelijk was. De kleur van de zacht tot<br />
relatief hard gebakken scherven varieert van roodbruin tot zwart. Duidelijke<br />
diagnostische kenmerken, zoals versiering, op grond waarvan het aardewerk in een<br />
specifieke archeologische periode kan worden geplaatst, ontbreken. Onder enig<br />
voorbehoud kan voor het merendeel van de handgevormde scherven een datering<br />
in de Late Bronstijd tot en met de Vroege Middeleeuwen verondersteld worden<br />
(bijlage 1). Voor enkele relatief hard gebakken scherven lijkt een vroeg- of laat-<br />
middeleeuwse datering het meest waarschijnlijk (bijlage 1 en figuur 4: boringen<br />
19, 21 en 98). Een grijsbakkende laat-middeleeuwse scherf van (vermoedelijk)<br />
gedraaid aardewerk uit boring 23 is afkomstig uit een vuil pakket onder het esdek<br />
op de flank van de dekzandrug (figuur 4). Het betreft aardewerk dat kenmerkend<br />
is voor de tweede helft van de 13e eeuw en de 14e eeuw na Chr. In boring 12 is<br />
een scherf uit de Late Middeleeuwen B of Nieuwe tijd aangetroffen.<br />
Handgevormd aardewerk is verspreid over de hele Josink Es aangetroffen (figuur 6).<br />
Op het hoogste deel van de dekzandrug (boven 30 m +NAP) is de grootste vondst-<br />
dichtheid aangetroffen. Hier zijn in drie boringen meer dan vier handgevormde<br />
scherven per boring aangetroffen (bijlage 1: boringen 5, 55 en 94). Groenewoudt<br />
(1994) heeft door middel van proefonderzoek, onder andere op de Elferink Es te<br />
Enschede, de minimale vondstdichtheid bij nederzettingen uit de periode IJzertijd-<br />
Romeinse tijd vastgesteld. Hij concludeert dat in zones met (gemiddeld) meer<br />
dan vier tot vijf scherven per boring zeer waarschijnlijk archeologische resten in<br />
RAAP-rapport 670 / eindversie 29-03-2001<br />
<br />
[1 8 ]