Vanuit het perspectief van het kind - Inspectie jeugdzorg

22
De inspectie heeft in overleg met het ministerie en de provincie de
volgende vraagstelling voor het onderzoek geformuleerd: “In hoeverre
waarborgt de instelling een veilig behandelingsklimaat?”
De inspectie oordeelde positief over de wijze waarop Horizon de voor-
waarden voor een veilig behandelingsklimaat heeft vormgegeven.
Horizon voldeed aan de specifieke voorwaarden die het ministerie van
VWS heeft gesteld aan het project gesloten behandeling. De inspectie
concludeerde dat Horizon nog diende te werken aan de toekomstige
vereisten waarop de inspectie de gesloten behandeling nu al heeft
getoetst (volgens de concept-wetswijziging Wet op de jeugdzorg).
De aanbevelingen aan de instelling betroffen:
• het omgaan met risicovolle momenten waarop kinderen uit het
directe toezicht van medewerkers kunnen zijn;
• het eenduidig vastleggen van incidenten en terugkoppelen binnen
de organisatie zodat er systematisch van incidenten geleerd kan
worden;
• de handelwijze bij toepassing van de maatregel afzondering in de
time-out ruimte en de toepassing van de pedagogische interventie
kamerplaatsing en de verantwoording hiervan;
• op basis van de concept-wetswijziging van de Wet op de jeugdzorg
de aanbeveling dat de instelling moet zorgen voor waarborgen om
op een verantwoorde wijze (grondrechtelijke) beperkingen bij het
kind toe te passen.
InspectIe jeugdzorg Jaarverslag 2006
De instelling is direct na het onderzoek aan de slag gegaan met de
aanbevelingen. De provincie Zuid-Holland ziet als handhaver toe op
de verbeteringen die de instelling doorvoert.
Het onderzoek bij Horizon heeft mede gediend als proef ter voor-
bereiding van de toetsing van de overige nieuwe provinciale initiatieven
voor gesloten behandeling.
Met het ministerie van VWS zijn afspraken gemaakt over de toetsing
van andere initiatieven in het land waarbij gesloten behandeling van
jeugdigen plaatsvindt in instellingen buiten de Justitiële
Jeugdinrichtingen. De toetsingen zullen in de tweede helft van 2007
plaatsvinden.
Toezicht op nieuwe zorgaanbieders in 2006
In 2006 hebben het ministerie van VWS, het IPO en de inspectie
afspraken gemaakt die ervoor moeten zorgen dat verantwoord gebruik
wordt gemaakt van nieuwe zorgaanbieders.
Kern van de afspraken is dat een provincie beoordeelt of zij van een
nieuwe zorgaanbieder gebruik wil maken. De provincie let daarbij in
ieder geval op een aantal kwaliteitsaspecten. Deze aspecten zijn in
een leidraad opgenomen en door het IPO vastgesteld. Vervolgens kan
de provincie aan de inspectie verzoeken om een toezicht uit te
voeren op de nieuwe zorgaanbieder. Deze moet dan wel al minimaal
zes maanden daadwerkelijk jeugdzorg aanbieden.
Voor het jaar 2006 heeft de inspectie van zes provincies het verzoek
gekregen om in totaal acht nieuwe zorgaanbieders te toetsen.
De inspectie heeft uiteindelijk bij twee nieuwe zorgaanbieders
toezicht uitgevoerd.