You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HET LICHAAM<br />
Motoriek<br />
Met ex-Forsythe danser Stephen Galloway is Marc Vanrunxt<br />
allicht de langste danser van <strong>het</strong> westelijke halfrond. Boomlang,<br />
kaarsrecht, met lange armen, grote brede Permeke-handen, en<br />
een zwanenhals die hem nog rijziger maakt dan hij al groot is.<br />
Maar in tegenstelling tot <strong>het</strong> al bij al balletterige, en daardoor<br />
ook weer gestandaardiseerde lichaam van Galloway, blijft <strong>het</strong><br />
lichaam van Vanrunxt in zekere zin a-typisch, niet inpasbaar in<br />
de canon van geoliede, soepele lichamen die de dans expliciet of<br />
impliciet <strong>voor</strong>schrijft. Hij zit los in de schouders, maar ook nogal<br />
vast in <strong>het</strong> bekken. ‘Uit dat gegeven komen mijn bewegingen<br />
deels <strong>voor</strong>t. Bij de meeste dansers is dat precies andersom, die<br />
hebben ook een andere motoriek.’ 1<br />
De dans van Vanrunxt is navenant: rijzig, spinaal, uitgerekt. De<br />
basispositie is een solide onderbouw van stevig verankerde voeten<br />
en een zwaar bekken. Pas vanaf <strong>het</strong> middenrif komt de beweging<br />
echt vrij. De armen zijn daarbij de <strong>voor</strong>naamste geleiders.<br />
Ze zwaaien, zwiepen, maaien, wieken, reiken, verstillen in een<br />
gebaar. Dat alles volgens <strong>het</strong> bouwprincipe van een neogotische<br />
kathedraal: hoge torens op een stevig fundament.<br />
De kostuums versterken deze lichamelijke gesteldheid nog.<br />
Lange handschoenen verlengen <strong>het</strong> lichaam, volumineuze lange<br />
rokken zijn de sokkels waarop <strong>het</strong> bovenlichaam danst. Nog<br />
frappanter wordt <strong>het</strong> wanneer Vanrunxt <strong>het</strong> lichaam met windsels,<br />
papier of stof insnoert en enkel de armen vrijlaat. Het is een<br />
extreme vertaling van de fysieke paradox die Marc Vanrunxt is:<br />
deels stug en statisch, deels agiel.<br />
Methodiek<br />
Maar <strong>het</strong> lichaam is niet louter een biologische erfmassa, een<br />
onveranderlijk genetisch product. Het lichaam vormt niet alleen<br />
(een danstaal), <strong>het</strong> werd ook zélf gevormd (door een dansopleiding).<br />
Wanneer Marc Vanrunxt (1960) in contact komt met<br />
dans, is hij vijftien. Een vriendin troont hem mee naar een les van<br />
de Antwerpse choreografe en danspedagoge An Slootmaekers, in<br />
6/ kritisch theater lexicon - 12 - november 1997<br />
<strong>het</strong> lichaam<br />
wier semi-professionele gezelschap hij de daaropvolgende jaren<br />
zal dansen.<br />
Het belang van Slootmaekers als mentor kan moeilijk onderschat<br />
worden. Haar school bood geen vergevorderde scholing,<br />
maar toch een brede waaier technieken aan, van klassiek ballet<br />
over moderne dans tot Indonesische dans. Minstens even invloedrijk<br />
was dat Slootmaekers leerlinge was geweest van Lea Daan en<br />
dat ze via deze Vlaamse moderne danspionier – plus workshops<br />
bij Kurt Jooss en Rosalia Chladek – de erfenis van <strong>het</strong> Duitse<br />
moderne dansgoed op haar leerling kon overdragen.<br />
Wanneer Vanrunxt <strong>het</strong> gezelschap dan in 1981 verlaat, neemt<br />
hij twee troeven mee: een eclectische woordenschat en een stevige<br />
scheut Rudolf von Laban. Het eerste is de houding van de<br />
autodidact die alles gretig zal absorberen om er een eigen concentraat<br />
uit te distilleren. Marc Vanrunxt volgt in de eerste helft<br />
van de jaren tachtig enkele lessen bij Lea Daan en workshops bij<br />
Gerhard Bohner en Rosalia Chladek. Ook wanneer hij al aan <strong>het</strong><br />
choreograferen is, gaat hij vaak naar andere dans<strong>voor</strong>stellingen<br />
kijken. Daarbij blijft hij dansen in andermans dans – wat hij elke<br />
choreograaf stelligst aanraadt –, zoals die van Thierry Smits, Jan<br />
Fabre en Truus Bronkhorst.<br />
Maar meer nog dan deze openheid wordt de tweede troef<br />
Vanrunxts credo. De bewegings- en ruimteleer van de Duitse<br />
danstheoreticus Laban vertrekt vanuit de danser zélf en probeert<br />
een brug te slaan tussen een onmiddellijk rond de danser opgetrokken<br />
sculpturale ruimte (de icosaëder of, in vereenvoudigde<br />
vorm, de kubus) en de hem omgevende macrocosmos. Deze<br />
benadering stelt Vanrunxt in staat om zijn eigen lichaam met zijn<br />
specifieke motoriek tot spil te maken van zijn dans. (Meestal heb<br />
je bij Vanrunxt de indruk dat hij zich bevindt in een cocon waarvan<br />
hij de uitwendige contouren met de vingertippen aanstipt.)<br />
Zo kunnen we dus stellen dat de dans van Vanrunxt zich<br />
plaatst in <strong>het</strong> spanningsveld tussen de particulariteit van zijn<br />
lichaam en de hem omringende dans, tussen <strong>het</strong> zogenaamd<br />
‘eigene’ en de ‘ontlening’, tussen motoriek en methodiek. Is deze<br />
spanning zoal werkzaam bij elke danser die zich met zijn lichaam<br />
technieken en bewegingen ‘aanmeet’, dan is bij Marc Vanrunxt<br />
toch meer aan de hand. Bij hem wordt dansen, zeker in zijn eerste<br />
soli, een op de scène zichtbare en dus geënsceneerde krachtmeting<br />
tussen <strong>het</strong> eigen lichaam – <strong>het</strong> onkundige, <strong>het</strong> onwillige,<br />
<strong>het</strong> hulpeloze, enz. – en een pasvorm.<br />
7/ kritisch theater lexicon - 12 - november 1997