22.11.2013 Views

Memorie van toelichting

Memorie van toelichting

Memorie van toelichting

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

10<br />

leerling en instrukteur is ook voor een leek met één oogopslag<br />

te zien; of bijvoorbeeld die rem deugdelijk funktioneert<br />

kan slechts door middel <strong>van</strong> een nauwgezet technisch onderzoek<br />

en <strong>van</strong> speciale apparatuur (zoals een remvertragingsmeter)<br />

worden vastgesteld. Een dergelijk onderzoek telkens<br />

voordat onder toezicht zal worden gereden moet voor de<br />

praktijk te bezwaarlijk worden geacht.<br />

Met de in de rijschoolwereld gangbare uitdrukking „dubbele<br />

bediening" wordt bedoeld een installatie, waarmee het<br />

mechanisme in kwestie overeenkomstig haar bestemming zowel<br />

<strong>van</strong>af de zitplaats <strong>van</strong> degeen, die onder toezicht rijdt als<br />

<strong>van</strong>af de zitplaats <strong>van</strong> de toezichthoudende bestuurder kan<br />

worden bediend. De dubbele bestemming <strong>van</strong> de koppeling<br />

is inderdaad alleen <strong>van</strong> belang voorzover het voertuig niet<br />

<strong>van</strong> een automatisch werkende koppeling is voorzien. Vandaar<br />

dat wordt vastgesteld een dubbele bediening <strong>van</strong> de<br />

koppeling slechts verplicht te stellen voorzover het voertuig met<br />

een bedieningsorgaan voor de koppeling is uitgerust. Onder<br />

„koppeling" wordt in dit verband de installatie verstaan, waarmee<br />

de krachtsoverdraging tussen motor en wielen kan worden<br />

onderbroken.<br />

Al eerder is opgemerkt dat de norm, dat de ingevolge artikel<br />

1 vereiste voorzieningen aan het lesvoertuig aan de daaromtrent<br />

gestelde of te stellen maatstaven behoren te voldoen,<br />

zo dient te worden geformuleerd dat bij blijk <strong>van</strong> het tegendeel<br />

de verantwoordelijke persoon kan worden gestraft. Voor<br />

wat betreft de bedrijfsrem kent het Wegenverkeersreglement<br />

reeds lang de voorschriften <strong>van</strong> de artikelen 66, onder b, juncto<br />

73, voor de spiegels die <strong>van</strong> artikel 66, onder g. Wij hebben<br />

behoefte daarin verandering te brengen. Bij invoering <strong>van</strong> artikel<br />

1 lijkt wijziging <strong>van</strong> laatstgenoemde bepaling aangewezen,<br />

omdat zij betrokken is op de bestuurder en niet op degene<br />

die onder toezicht rijdt. Aangaande de koppeling en de<br />

gasregelaar bevat de verkeerswetgeving voor zover ons bekend<br />

nog geen voorschriften, uitgezonderd die <strong>van</strong> het alleen<br />

voor bromfietsen geldende artikel 80a, lid 2, onder a en onder<br />

b W.V.R. Wij zijn <strong>van</strong> mening, dat voor de koppeling <strong>van</strong><br />

motorvoertuigen vooreerst geen nadere eisen nodig zijn.<br />

Sinds het arrest <strong>van</strong> de Hoge Raad <strong>van</strong> 27 oktober 1953,<br />

NJ 1954, 38 eist de rechtspraak dat omtrent het uit te oefenen<br />

toezicht tevoren een afspraak is gemaakt tussen de leerling<br />

en de toezichthouder. Uit vrees voor bewijstechnische moeilijkheden<br />

achten wij het niet gewenst dit vereiste in de wet<br />

op te nemen. Het komt ons voor, dat de voorgestelde omschrijving<br />

<strong>van</strong> het rijden onder toezicht deze afspraak stilzwijgend<br />

vooronderstelt.<br />

Door de fiktie dat de toezichthouder in juridische zin de bestuurder<br />

is <strong>van</strong> het voertuig word bereikt, dat de leerling-bestuurder<br />

aan het verkeer kan deelnemen zonder vrees voor<br />

straf wegens overtreding <strong>van</strong> de voorschriften der wegenverkeerswetgeving,<br />

die hij nog in het verkeer moet leren toepassen<br />

en waarmee hij door zijn nog geringe macht over het<br />

voertuig misschien spoedig in konflikt zou komen. Tijdens het<br />

rij-examen echter behoort hij die voorschriften te kennen en<br />

te kunnen toepassen en zijn voertuig te beheersen. Naar onze<br />

mening valt dan ook niet in te zien waarom de kandidaat het<br />

rijexamen niet op eigen verantwoordelijkheid kan afleggen.<br />

Bovendien is het in de praktijk soms niet bevredigend de<br />

examinator, die uit hoofde <strong>van</strong> zijn funktie rijdt met mensen,<br />

wier rijvaardigheid hij niet kent, maar juist moet onderzoeken,<br />

in plaats <strong>van</strong> de kandidaat met strafrechtelijke aansprakelijkheid<br />

te belasten. (Zie ook het artikel <strong>van</strong> mr. E. N.<br />

Schneyder in „Verkeersrecht" <strong>van</strong> juli 1967, blz. 201 e.v.)<br />

Artikel II<br />

Deze bepaling beoogt de basis te leggen voor het staatsdiploma<br />

rij-instrukteur, een dokument, waaraan algemeen<br />

behoefte wordt gevoeld. Zij maakt het mogelijk normen <strong>van</strong><br />

medische en geestelijke geschiktheid en <strong>van</strong> vakbekwaamheid<br />

te stellen, waaraan rij-instrukteurs behoren te voldoen om dit<br />

staatsdiploma te verwerven. Bewust wordt in dit artikel gesproken<br />

<strong>van</strong> nadere door de Minister te stellen regelen. Het<br />

bij de voorbereidingen overwogen woord „eisen" in plaats <strong>van</strong><br />

„regelen" is niet gekozen omdat het een dwingend karakter<br />

suggereert, dat deze normen niet bezitten. De grondwettelijke<br />

vrijheid <strong>van</strong> onderwijs maakt het namelijk onmogelijk mensen,<br />

die niet aan die maatstaven voldoen, het geven <strong>van</strong> rijlessen<br />

te verbieden. Het stellen <strong>van</strong> dergelijke normen is<br />

evenwel op zichzelf niet met die vrijheid in strijd. Artikel II<br />

heeft mede ten doel — zoals uit de samenhang met artikel<br />

III nader blijkt - een keurings- en examenregeling mogelijk<br />

te maken.<br />

Het lijkt niet wenselijk een gediplomeerd rij-instrukteur in<br />

het bezit <strong>van</strong> zijn bewijs <strong>van</strong> bevoegdheid te laten, wanneer<br />

zijn rijbewijs ingevolge artikel 27 W.V.W. wordt ingehouden<br />

of wanneer hem zijn rijbevoegdheid is ontzegd. Daarom dient<br />

voor dergelijke gevallen de mogelijkheid te worden geschapen<br />

het bewijs <strong>van</strong> bevoegdheid te schorsen. Na afloop<br />

<strong>van</strong> de termijn <strong>van</strong> schorsing krijgt de betrokkene zijn bewijs<br />

<strong>van</strong> bevoegdheid zonder meer terug.<br />

Verder kan men denken aan intrekking <strong>van</strong> genoemd bewijs,<br />

wanneer de houder er<strong>van</strong> gedurende lange tijd — bij<br />

voorbeeld een jaar of meer - of bij herhaling - bijvoorbeeld<br />

drie maal binnen vijf jaren - de rijbevoegdheid wordt<br />

ontzegd. Ook lijkt het intrekken aangewezen indien bijvoorbeeld<br />

blijkt, dat de houder bij de keuring of bij het examen<br />

of bij de aanvraag <strong>van</strong> een vrijstelling of ontheffing als bedoeld<br />

in artikel IV een verklaring in strijd met de waarheid<br />

heeft afgelegd of onjuiste gegevens heeft verstrekt. Een dergelijke<br />

administratieve maatregel komt ons in het laatstgenoemde<br />

geval verkieslijker voor dan wijziging of aanvulling<br />

<strong>van</strong> artikel 10 W.V.W. Intrekking heeft tot gevolg dat de betrokkene<br />

eerst dan weer in het bezit <strong>van</strong> een bewijs <strong>van</strong> bevoegdheid<br />

wordt gesteld, wanneer hij met goed gevolg is geexamineerd<br />

en gekeurd.<br />

Artikel III<br />

Voor rij-instrukteurs lijkt ons een periodieke medische keuring<br />

noodzakelijk, omdat zij vrijwel hun gehele werktijd aan het<br />

gemotoriseerd wegverkeer deelnemen en daarin verantwoordelijkheid<br />

dragen voor de veiligheid <strong>van</strong> de aan hun zorgen toevertrouwde<br />

leerling-bestuurders. Dit is ook de opvatting <strong>van</strong> een<br />

commissie uit de Gezondheidsraad onder voorzitterschap <strong>van</strong><br />

dr. J. Wester, die de Minister omtrent dit onderwerp heeft geadviseerd<br />

(„Rapport inzake medische geschiktheid tot het<br />

besturen <strong>van</strong> motorrijtuigen" dd. 22 juli 1966, blz. 10).<br />

Het bepalen <strong>van</strong> de normen <strong>van</strong> medische en geestelijke geschiktheid<br />

waaraan rij-instrukteurs behoren te voldoen dient<br />

aan deskundigen te worden overgelaten. Wellicht kunnen ten<br />

aanzien <strong>van</strong> deze verkeersdeelnemers dezelfde keuringsmaatstaven<br />

worden aangelegd als die, welke thans gelden voor taxien<br />

buschauffeurs. In elk geval menen wij, dat niet kan worden<br />

volstaan met de gewone geschiktheidscriteria voor bestuurders<br />

<strong>van</strong> motorrijtuigen noch met de wijze waarop deze geschiktheid<br />

in het algemeen wordt beoordeeld (m.a.w. met het systeem <strong>van</strong><br />

de „eigen verklaring").<br />

Onder „vakbekwaamheid" wordt in het ontwerp niet alleen<br />

verstaan kennis op het gebied <strong>van</strong> het verkeer en <strong>van</strong> de verkeerswetgeving<br />

en inzicht in de werking <strong>van</strong> de voornaamste<br />

onderdelen <strong>van</strong> het motorrijtuig, maar tevens het vermogen om<br />

het voertuig ook in bijzondere situaties (bij voorbeeld slippen)<br />

te beheersen en het vermogen om eigen kennis en kunde op<br />

anderen over te dragen. Met het woord „vakbekwaamheid"<br />

wordt dus een begrip bedoeld, dat meer inhoudt dan de in<br />

artikel 18 <strong>van</strong> de wet genoemde „bekwaamheid" in het besturen<br />

<strong>van</strong> motorrijtuigen. Het woord „geschikt" in het ontwerp is<br />

gebruikt in dezelfde betekenis, die daaraan toekomst in artikel<br />

18 <strong>van</strong> de Wegenverkeerswet. Ook de vraag welke eisen <strong>van</strong><br />

vakbekwaamheid aan rij-instrukteurs behoren te worden gesteld<br />

willen wij graag aan deskundigen overlaten. Wel willen wij opmerken,<br />

dat het ons nuttig en gewenst lijkt, dat het gevolgd<br />

hebben <strong>van</strong> een anti-slip cursus daarbij voorgeschreven wordt.<br />

Artikel IV<br />

Dit artikel bevat o.m. een overgangsregeling ten gunste <strong>van</strong><br />

die rij-instrukteurs die op het tijdstip, dat dit ontwerp wordt

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!