22.11.2013 Views

Memorie van toelichting

Memorie van toelichting

Memorie van toelichting

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

13<br />

Daarom zal een langere ocfentijd nodig zijn om hem een<br />

serieuze kans te geven de eerste beginselen <strong>van</strong> het rijden<br />

onder de knie te krijgen.<br />

Volgens artikel 101 W.V.R. geldt de bestaande oefenvergunning<br />

slechts op de weg of wegen binnen de gemeente,<br />

waarop de houder blijkens de vergunning mag rijden. Het<br />

overnemen <strong>van</strong> deze beperking is niet aantrekkelijk, omdat<br />

betwijfeld moet worden of men op één weg of in één (rustige)<br />

wijk een voldoend aantal verschillende verkeerssituaties<br />

kan aantreffen om het vereiste minimum aan verkeerservaring<br />

op te doen. Een oefenvergunning, die overal geldig<br />

is, komt ons echter ook niet gewenst voor, daar deze te<br />

weinig zou verschillen <strong>van</strong> een rijbewijs.<br />

Het lijkt dus aangewezen enerzijds vast te houden aan een<br />

territoriaal beperkte geldigheidssfeer <strong>van</strong> de oefenvergunning,<br />

anderzijds deze beperking ruimer te stellen dan in het<br />

bestaande systeem. In het ontwerp is een regeling gekozen,<br />

waarbij elke leerling-bestuurder voldoende verkeerservaring<br />

kan opdoen voor het rijexamen.<br />

Om te voorkomen, dat de naleving <strong>van</strong> de nieuwe bepalingen<br />

omtrent de oefenvergunning even moeilijk te kontroleren<br />

zou zijn als die <strong>van</strong> de huidige, is het voeren <strong>van</strong> een<br />

herkenningsteken op of aan het voertuig voorgeschreven<br />

(zie artikel XI). Tegenover de grotere bewegingsvrijheid <strong>van</strong><br />

de houder <strong>van</strong> een oefenvergunning-nieuwe-stijl staan tevens<br />

de waarborgen neergelegd in het zevende lid <strong>van</strong> het voorgestelde<br />

artikel 9c.<br />

De voorschriften <strong>van</strong> het zevende lid onder a en c <strong>van</strong><br />

het negende lid zijn ontleend aan het bestaande recht, zij<br />

het dat zij daarin een strafrechtelijk karakter hebben en in<br />

het ontwerp <strong>van</strong> administratief-rechtelijke aard zijn. Bij de<br />

invoering <strong>van</strong> die bepalingen kunnen de artikelen 9, eerste<br />

lid onder 4e W.V.W. en 5 tweede lid onder c R.V.V. vervallen.<br />

De eis, dat de toezichthouder minstens drie jaar in het<br />

bezit <strong>van</strong> een rijbewijs moet zijn (zie artikel 5 tweede lid<br />

onder a R.V.V.) is in dit ontwerp niet overgenomen, omdat<br />

zo'n eis ons strijdig voorkomt met de grondwettelijke vrijheid<br />

<strong>van</strong> onderwijs. Ook dient te worden opgemerkt dat het driejarig<br />

bezit <strong>van</strong> een rijbewijs op zich zelf geen rijervaring garandeert,<br />

zodat het nut <strong>van</strong> bedoeld voorschrift twijfelachtig<br />

is.<br />

De in het zevende lid bedoelde verklaring <strong>van</strong> lichamelijke<br />

en geestelijke geschiktheid is niets nieuws (zie model 151<br />

<strong>van</strong> de bijlage <strong>van</strong> het Wegenverkeersreglement); zij moet<br />

ingevolge artikel 102 onder b W.V.R. echter pas worden<br />

overgelegd bij de aanvraag <strong>van</strong> het rijbewijs. Met de nadere<br />

regelen voor de afgifte <strong>van</strong> dergelijke verklaringen wordt<br />

in lid 10 dan ook een verwijzing naar de hiervoor al bestaande<br />

bepalingen <strong>van</strong> het Wegenverkeersreglement (artikel 103 e.v.)<br />

bedoeld.<br />

Ingevolge artikel 107 W.V.R. geldt een verklaring dat de<br />

aanvrager <strong>van</strong> een rijbewijs voor het theoretisch gedeelte<br />

<strong>van</strong> het rijexamen is geslaagd, slechts twee maanden. Bij invoering<br />

<strong>van</strong> artikel 9c, lid 7 onder c lijkt het wenselijk<br />

deze geldigheidsduur te verlengen. Tevens zal de organisatie<br />

<strong>van</strong> de rijexamens zodanig aan die bepaling moeten worden<br />

aangepast, dat het mogelijk zal zijn de beide gedeelten<br />

<strong>van</strong> het rijexamen los <strong>van</strong> elkaar af te leggen. Deze detailleringen<br />

kunnen aan de Kroon worden overgelaten.<br />

Bij „nadere regelen omtrent oefenvergunningen en de afgifte<br />

daar<strong>van</strong>" (lid 10) denken wij niet alleen aan het vaststellen<br />

<strong>van</strong> de modellen <strong>van</strong> die oefenvergunningen, maar ook<br />

bij voorbeeld aan een regeling, die strafrechtelijke of administratief-rechtelijke<br />

sankties mogelijk maakt wanneer de houder<br />

<strong>van</strong> een bewijs <strong>van</strong> bevoegdheid als toezichthoudende bestuurder<br />

in strijd met het bepaalde in artikel 9c oefenvergunningen<br />

verleent. In dat geval zou schorsing of intrekking<br />

<strong>van</strong> zo'n bewijs als sanktie kunnen worden opgelegd.<br />

Artikel XIII<br />

Dit artikel is bedoeld om de werking <strong>van</strong> het bestaande<br />

artikel 20 W.V.W. uit te breiden tot de in dit ontwerp geintroduceerde<br />

bewijzen <strong>van</strong> bevoegdheid als toezichthoudende<br />

bestuurder en de ocfenvergunningen-nieuwe-stijl. Tevens<br />

is geprobeerd artikel 20 W.V.W. eenvoudiger te formuleren.<br />

Ten behoeve <strong>van</strong> eventuele kontrole door de politie lijkt<br />

het ons voldoende wanneer in een register <strong>van</strong> afgegeven<br />

oefenvergunningen summier aantekening wordt gehouden<br />

<strong>van</strong> bij voorbeeld de naam <strong>van</strong> de houder, de kategorie en<br />

de datum <strong>van</strong> afgifte <strong>van</strong> de oefenvergunning.<br />

Artikel XIV<br />

In dit artikel wordt voorgesteld dat ook voor versleten,<br />

verlorengegane of onbruikbaar geworden bewijzen <strong>van</strong> bevoegdheid<br />

als toezichthoudende bestuurder duplikaten kunnen<br />

worden afgegeven. Van de gelegenheid wordt gebruik<br />

gemaakt om de redaktie <strong>van</strong> het bestaande artikel 21 W.V.W.<br />

te stroomlijnen.<br />

Artikel XV<br />

Aangezien het bestaande artikel 26 tweede lid een verwijzing<br />

inhoudt naar het in dit ontwerp opnieuw geregelde<br />

rijden onder toezicht, was het noodzakelijk de terminologic<br />

<strong>van</strong> genoemde bepaling te wijzigen. De strekking <strong>van</strong><br />

deze norm is echter niet veranderd.<br />

Artikel XVI<br />

In deze bepaling wordt voorgesteld de toonplicht <strong>van</strong> de bij<br />

of krachtens de Wegenverkeerswet voorgeschreven papieren<br />

zoveel mogelijk in één artikel te regelen. Tot dusverre was de<br />

toonplicht <strong>van</strong> de oefenvergunning afzonderlijk geformuleerd<br />

en wel in artikel 101, derde lid, W.V.R., dat derhalve bij de<br />

invoering <strong>van</strong> dit ontwerp kan vervallen.<br />

Artikel XVII<br />

In aansluiting op het voorafgaande vindt men hier de toonplicht<br />

voor de in het ontwerp nieuwvoorgestclde bewijzen <strong>van</strong><br />

bevoegdheid als toezichthoudende bestuurder en oefenvergunningen<br />

A, B-E, C-E en D-E.<br />

Deze toonplicht is niet in het vorige artikel opgenomen,<br />

omdat de hier voorgestelde regeling niet in werking kan treden<br />

voordat de krachtens artikel II <strong>van</strong> dit ontwerp te stellen<br />

regelen zullen zijn geformuleerd en ingevoerd.<br />

Artikel XVIII<br />

Zoals in de <strong>toelichting</strong> op artikel VII reeds is opgemerkt,<br />

zijn wij <strong>van</strong> mening, dat het rijden zonder rijbewijs krachtig<br />

moet worden bestreden. Waar dit feit, in tegenstelling tot de<br />

meeste verkeersovertredingen, opzettelijk (in de zin <strong>van</strong>: nietkulpoos)<br />

worden gepleegd, achten wij deze overtreding niet<br />

<strong>van</strong> geringer gewicht dan die <strong>van</strong> artikel 19 <strong>van</strong> de Wegenverkeerswet,<br />

het opzettelijk niet-inleveren <strong>van</strong> het rijbewijs.<br />

Bovendien komt ons het rijden zonder rijbewijs niet of nauwelijks<br />

minder gevaarzettend voor dan overtreding <strong>van</strong> artikel 25,<br />

het in gevaar brengen <strong>van</strong> de veiligheid op de weg. Daarom<br />

wordt voorgesteld de normen <strong>van</strong> artikel 9, eerste lid, onder 3e,<br />

en artikel 9, derde lid, dezelfde strafsanctie te geven als die<br />

<strong>van</strong> genoemde artikelen 19 en 25 .<br />

Ingevolge artikel XVI, onder b, zou handelen in strijd met<br />

het voorgestelde artikel 9a, vierde lid, strafbaar worden gesteld<br />

als overtreding. Strafbaarstelling als misdrijf (vergelijk<br />

artikel 32) lijkt ons vooreerst niet nodig.<br />

Artikel XIX<br />

In aansluiting op hetgeen hierboven werd opgemerkt menen<br />

wij, dat er in het algemeen voldoende grond is om iemand,<br />

die rijdt zonder rijbewijs en daarmee blijk geeft zijn verantwoordelijkhcid<br />

als bestuurder <strong>van</strong> een motorrijtuig niet voldoende<br />

te beseffen, de rijbevoegdheid te ontzeggen, hetgeen<br />

inhoudt, dat hij dan geen enkel motorrijtuig meer mag besturen.<br />

Een ontzegging <strong>van</strong> de bevoegdheid motorrijtuigen te<br />

besturen is onder het bestaande recht als bijkomende straf op<br />

overtreding <strong>van</strong> het verbod te rijden zonder rijbewijs niet mogelijk.<br />

Daarom wordt voorgesteld deze sanktie alsnog op te<br />

nemen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!