Opleidingsstatuut Financial Services Management deeltijd 2012-2013

De senior studieloopbaanbegeleider kan je bijvoorbeeld adviseren over:
een verzoek om extra faciliteiten bij tentamens;
een verzoek om faciliteiten bij studeren met een handicap;
een verzoek om faciliteiten bij studie en topsport;
vragen over het voorlopig en het negatief bindend studieadvies;
vragen over de (financiële) consequenties van het stoppen met de studie;
vragen op het gebied van wet- en regelgeving rond de studie;
Vragen met betrekking tot opleidingsprogramma’s.
Bij opleidingsoverstijgende vragen over bijvoorbeeld financiële of persoonlijke problemen of over bezwaar- en
beroepsprocedures, kan de senior studieloopaanbegeleider je doorsturen na de campusdecaan. Ook voor
studieproblemen, waarbij je graag een onafhankelijk advies zou willen hebben, kun je bij de campusdecaan
terecht.
4.3 Bindend negatief studieadvies (BNSA)
Een specifieke taak voor de studieloopbaanbegeleider is om het bindend negatief studieadvies te regelen. Dit
studieadvies is geregeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW, art. 7.8b
WHW). De wet zegt dat een Universiteit of Hogeschool bevoegd is om de student die in de propedeutische
fase van de opleiding zit, verdere toegang tot de opleiding te ontzeggen als de student met inachtneming van
zijn persoonlijke omstandigheden, niet geschikt moet worden geacht voor de opleiding doordat zijn studieresultaten
niet voldoen aan de vereisten.
Studenten die in collegejaar 2012-2013 instromen en na het eerste jaar minder dan 45 studiepunten hebben,
krijgen een bindend negatief studieadvies. Dat betekent dat de student bij een bindend negatief studieadvies
de opleiding het jaar daarop aan de instelling niet kan hervatten, ook niet als duaal of voltijd student of extraneus.
Andere opleidingen waar dezelfde propedeuse voor nodig is, zijn ook niet meer mogelijk aan de instelling.
Het is mogelijk om rekening te houden met persoonlijke omstandigheden die een rol gespeeld hebben bij het
niet halen van deze norm. De studieloopbaanbegeleider moet tijdig op de hoogte zijn gesteld door de student
van deze omstandigheden teneinde om van dit advies af te kunnen wijken. De SLB’ er heeft een adviserende
rol naar het management voor wat betreft het al dan niet verstrekken van een BNSA. De student kan naar
aanleiding van het ontvangen BNSA de procedure volgen zoals beschreven in de brief die bij het BNSA meegezonden
wordt.
Verder geldt in alle gevallen een wettelijke termijn van twee jaar om de propedeuse te behalen (60 studiepunten).
Dit is ook van toepassing als een student in het eerste jaar meer dan 45 studiepunten heeft behaald. Bij
overschrijding van de twee jaar krijgt de student altijd een BNSA.
4.4 VSA: voorlopig studieadvies
Eerstejaars studenten krijgen in januari of februari van hun eerste studiejaar allemaal een VSA ofwel een
voorlopig studie- advies. Hierbij geldt: als een student minder dan 22,5 studiepunten heeft behaald na een half
jaar, dan betekent het dat de student in de gevarenzone zit. Elke student dient na 1 studiejaar minimaal 45
studiepunten te hebben.
Studenten moeten over het VSA en BNSA in alle gevallen tijdig contact opnemen met hun studieloopbaan
begeleider in het eerste jaar of ingeval er sprake is van uitstel met de senior studieloopbaanbegeleider van de
opleiding in de hogere jaren.
Studiegids 2012-2013
Financiel Services Management
deeltijd & e-learning
Pagina 53