Informatiegids WIJ(Z) Vooruit - Gemeente Hardenberg

19
Bij Zeus Metaal
kiest men voor
mensen in plaats
van machines
Zeus Metaal heeft wel iets weg van een sociale werkplaats, maar dan met één
verschil; Op een sociale werkplaats mogen ze werken, bij Zeus Metaal móeten ze
werken. En dat is goed, vindt directeur Johan Wermink. Want werken is volgens hem
het beste medicijn. ‘Wanneer je druk bezig bent en precies weet wat je moet doen,
dan hoef je niet na te denken. Dat werkt voor deze jongens het beste.’
De werkplaats op het Hardenbergse industrieterrein
is groot en licht. Er staan maar
weinig grote machines, want hier wordt
vooral gewerkt met spierkracht. Dat is een
heel bewuste keuze van de ondernemer. ‘Je
kunt investeren in een machine van ruim
een miljoen, maar voor hetzelfde geld kan je
ook een aantal jongens heel lang aan het
werk houden’, zegt hij. ‘Daarom hebben wij
gekozen voor mensen in plaats van voor
machines.’ Bij Zeus Metaal is mankracht
betaalbaar, want met uitzondering van de
directeur, hebben alle werknemers een
Wajong-uitkering of een sociale werkplaatsindicatie.
De meeste jongens komen binnen
via Larcom, re-integratiebedrijven ROZIJ
Werk en Stam of rechtstreeks via het UWV.
De afnemer merkt hier volgens Wemink niets
van: het product is even duur en de levertijd
is ongeveer even lang. ‘Maar bijkomend
voordeel is wel dat jongens die verder nergens
terecht kunnen, hier een echte baan hebben.
Met de daarbij behorende status, inkomen
en dagritme. Noem het maar maatschappelijk
verantwoord ondernemen.’
Duidelijkheid
Voordat hij hiermee begon, had Wermink
geen enkele ervaring met deze doelgroep,
maar na 12 jaar kent hij inmiddels zijn
pappenheimers. Toch hoeven de jongens bij
hem niet te rekenen op lange pedagogische
gesprekken. ‘De jongens komen hier om te
werken, niet om te praten. We werken volgens
een strakke dagindeling. Klokslag half 8
beginnen ze en om kwart over 4 zijn ze vrij.
Ze houden van duidelijkheid en hebben geen
moeite met eentonig werk. Wat dat betreft is
dit bedrijf heel geschikt voor hen. Ze weten
precies wat van ze verwacht wordt op een
dag.’ Wermink loopt regelmatig over de
werkvloer en schroomt niet de jongens
uitvoerig te prijzen voor wat ze doen. ‘Een
schouderklopje geven hoort erbij. Zeker bij
deze jongens, die vaak niet sterk zijn in
contacten en op school meestal niet mee
konden komen. Ze hebben nooit complimenten
gehad, maar als ze het hier goed
doen, krijgen ze dat zeker te horen. Ik zie
gewoon dat ze daarvan groeien.’
Handvatten
Natuurlijk gaat het niet allemaal zo gemakkelijk
als het lijkt. Daarom krijgt Wermink
ondersteuning van een aantal jobcoaches
zoals Mathilde Nomden van ROZIJ Werk.
Iedere week komt ze langs om te bespreken
wat goed gaat en wat beter kan en om
vragen van haar cliënten te beantwoorden.
‘Bepaalde persoonlijke dingen overleggen
ze liever met haar. Wanneer het over werkgerelateerde
zaken gaat, komt Mathilde
ermee bij mij en dan zoeken we samen naar
de juiste een oplossing’, zegt de directeur.
Volgens hem is de ondersteuning van een
jobcoach in een bedrijf als het zijne onmisbaar.
‘Een groot deel van de werknemers is
moeilijk lerend en heeft daarnaast een aan
autisme verwante stoornis of ADHD
eventueel in combinatie met een gedragsstoornis.
Die jongens flippen weleens of ze
lopen weg als het ze niet zint. Dan is het
handig om daarin bepaalde handvatten te
krijgen. En daarbij hebben ze die coaching
ook gewoon echt nodig bij zaken als op tijd
komen en het aanleren van goede
vaardigheden.’
Investeren
Waar mogelijk krijgen de werknemers de
kans om zich te ontwikkelen. Zo is de
systeem beheerder een voormalig staalbewerker,
die zo goed met computers is,
dat hij het hele systeem beheert en de nodige
rekenprogramma’s maakt. ‘Die jongen kan
niet goed lezen en schrijven, maar hier is hij
ontzettend goed in. In zo iemand investeren
wij dan graag.’ Dat Zeus Metaal dankzij
deze groep werknemers goedkoper kan
produceren en meer winst maakt, bestrijdt
Wermink. ‘Deze jongens zijn inderdaad
goedkoper. Maar ze werken ook langzamer,
het duurt langer voor ze iets begrijpen en
ze hebben heel veel begeleiding nodig.
Deels geven we die begeleiding zelf, maar
ik zou niet zonder mensen zoals Mathilde
kunnen. De regelingen die je voor dit soort
werknemers kunt gebruiken, hebben we
daarom hard nodig, want anders zou het
niet uitkunnen en dan staan deze jongens
op straat. En dat zou jammer zijn. Want ze
komen hier met plezier en leveren een
positieve bijdrage aan de maatschappij.
Het is toch fijn om te kunnen vertellen dat
ze een gewone baan hebben.’
Wij(z) vooruit!