Achttiende-eeuws kolonialisme in brieven - Koninklijk Nederlands ...
Achttiende-eeuws kolonialisme in brieven - Koninklijk Nederlands ...
Achttiende-eeuws kolonialisme in brieven - Koninklijk Nederlands ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ACHTTIENDE-EEUWS KOLONIALISME IN BRIEVEN<br />
schaamte, aan een liefderijk Vader. Van daar ik dit alles lang en zuur genoeg hebbe<br />
moeten boeken, bidde ik UWHoogWelgeb. ook op deese mijne lossigheeden van vroegere<br />
jaren niet langer reflexie te slaan, maar dezelve als eenige Coups de jeunesse te<br />
passeeren; temeer daar ik UWHoogWelgeb. verseekren en plegtig betuygen kan, dat ik<br />
zeedert de bevorder<strong>in</strong>g tot mijn presente post alhier op Batavia nimmer splendiet geleefd<br />
hebbe...<br />
Of de liefderijke vader deze verloren zoon niet enigsz<strong>in</strong>s meesmuilend zal hebben<br />
begroet? Wij behoeven slechts te zien, hoe hij reageert op het bericht van de aanstell<strong>in</strong>g<br />
tot resident bij het hof van de keizer, welke post belast was met een zware<br />
'overneem' van niet m<strong>in</strong>der dan ƒ100.000. 'Ik hoope', zo schrijft hij,<br />
dat de post die gij nu bekleed aangenaam en profitabel zal zijn. Het eerste wil ik wel<br />
gelooven, dog 't 2 de zal na mijn <strong>in</strong>zien so gansch groot niet zijn, nagaande de gansch<br />
groote som die nodig hebt tot overneem<strong>in</strong>ge van diverse d<strong>in</strong>gen en de sugt bij u resideerende<br />
om te brilleeren en groots en splendiet te leven, daar gij u nu nog meer dan te<br />
vooren <strong>in</strong> deployeeren kunt. Ik zal mij niet verder elargeeren over u doen, vermits ik<br />
uit u schrijven gezien hebbe, dat gij wel en teregt hebt opgemerkt mijne gedagten over u<br />
doen en dat ik eenige kundigheid daarvan hebbe. Word wijser. 55<br />
Het zal ongetwijfeld dezelfde behoefte om zich te rehabiliteren geweest zijn, die<br />
Johan Frederik zijn eerste bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op zijn nieuwe post deed neerleggen <strong>in</strong> een<br />
brief van niet m<strong>in</strong>der dan 44 bladzijden 56 . Het is niet alleen door zijn lengte dat<br />
deze brief belangrijk is. De nieuw benoemde resident werd namelijk onmiddellijk<br />
betrokken bij een kritieke periode <strong>in</strong> de Vorstenlandse geschiedenis, toen b<strong>in</strong>nen<br />
korte tijd de Soesoehoenan, de Sultan en pr<strong>in</strong>s Mangkoe Negoro overleden (resp.<br />
<strong>in</strong> 1788, 1792 en 1795), wat de ernstigste verwikkel<strong>in</strong>gen over de erfopvolg<strong>in</strong>g met<br />
zich dreigde te brengen.<br />
S<strong>in</strong>ds een aantal jaren namelijk had de Compagnie ten aanzien van de Javaanse<br />
vorsten een evenwichtspolitiek toegepast, die haar bekron<strong>in</strong>g had gevonden <strong>in</strong> een<br />
verdrag op 13 februari 1755 te Soerakarta gesloten. Het rijk van Mataram werd<br />
daarbij <strong>in</strong> twee staten verdeeld, Soerakarta met de Soesoehoenan - 'Keizer' zeiden<br />
de Europeanen - aan het hoofd en Djocjakarta, bestuurd door de Sultan. Een<br />
neef van de Soesoehoenan, de twistzieke Mangkoe Negoro, moest na dit vergelijk<br />
bevredigd worden met een stuk van het rijk van Soerakarta.<br />
Na 1755 was de <strong>Nederlands</strong>e Oost-Indische Compagnie de belangrijkste territoriale<br />
macht op Java. Aan haar waren de vijf kle<strong>in</strong>e <strong>in</strong>landse staten: Bantam,<br />
Cheribon, Djocjakarta, Soerakarta en de Mangkoe Negorolanden ondergeschikt<br />
en <strong>Nederlands</strong>e residenten aan de hoven der vorsten oefenden een zeker toezicht<br />
uit over hun bestuur 57 .<br />
55. M<strong>in</strong>uut van 20 december 1790.<br />
56. Gedateerd 20 juni en 27 juli 1791.<br />
57. Zie o.a. Vlekke, Geschiedenis van den Indischen Archipel, 248 vlg.<br />
193