De stand van educatief Nederland - Onderwijsraad
De stand van educatief Nederland - Onderwijsraad
De stand van educatief Nederland - Onderwijsraad
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ontwikkelingen in het <strong>Nederland</strong>se onderwijsbeleid<br />
In <strong>Nederland</strong> was tot ver in de jaren tachtig sprake <strong>van</strong> centralistisch onderwijsbeleid.<br />
Midden jaren tachtig kwam sturing op af<strong>stand</strong> als beleidsprincipe naar voren, een principe<br />
waar<strong>van</strong> de uitwerking geleidelijk aan vorm kreeg. In de nieuwe sturingsaanpak<br />
decentraliseert de rijksoverheid verantwoordelijkheden, overigens met behoud <strong>van</strong> haar<br />
eigen verantwoordelijkheid die onder meer tot uitdrukking komt in de bekostiging en het<br />
inspectietoezicht. Het idee is dat er zo meer ruimte komt voor beleid op lokaal niveau<br />
(scholen en gemeenten) en voor marktwerking. 56 Schaalvergroting wordt gezien als een<br />
voorwaarde voor voldoende beleidsvoerend vermogen <strong>van</strong> scholen, waardoor ze adequaat<br />
kunnen omgaan met de toegenomen autonomie.<br />
Voor<strong>stand</strong>ers <strong>van</strong> de nieuwe sturingsaanpak wijzen erop dat kansen voor onderwijsvernieuwing<br />
ontstaan als gevolg <strong>van</strong> de grotere vrijheid voor scholen. Ook verwachten ze<br />
meer variatie in het onderwijs en als gevolg daar<strong>van</strong> grotere keuzemogelijkheden voor<br />
deelnemers. Tegen<strong>stand</strong>ers wijzen op het risico dat kerntaken <strong>van</strong> het onderwijs in het<br />
gedrang zouden kunnen komen, dat economische waarden en praktisch nut zouden kunnen<br />
gaan domineren, dat het bindend vermogen <strong>van</strong> scholen zou afnemen en dat scholen<br />
zich meer zouden kunnen gaan richten op leerlingen waarmee ze weinig risico lopen.<br />
Uitval en segregatie zijn hier<strong>van</strong> mogelijke gevolgen. <strong>De</strong> raad heeft de risico’s en kansen<br />
<strong>van</strong> deregulering, autonomievergroting en marktwerking al verschillende keren besproken.<br />
57<br />
Hieronder komen enkele aspecten <strong>van</strong> het gevoerde beleid aan bod. Paragraaf 2.1.2 <strong>van</strong><br />
dit hoofdstuk geeft een beeld per onderwijssector.<br />
<strong>De</strong>regulering en autonomievergroting. 58 Vanaf het midden <strong>van</strong> de jaren tachtig bracht de<br />
rijksoverheid diverse nota’s (onder meer Minder regels meer ruimte en Hoger onderwijs,<br />
autonomie en kwaliteit, HOAK, beide uit 1985) uit over deregulering en autonomie <strong>van</strong><br />
scholen. Startend met het Schevenings Beraad (1993) werkten overheid en onderwijsveld<br />
hun ideeën nader uit voor het primair en voortgezet onderwijs. Dit gebeurde onder meer<br />
op het terrein <strong>van</strong> het personeelsbeleid en op financieel vlak met het formatiebudgetsysteem<br />
en (in eerste instantie alleen in het voortgezet onderwijs) de lumpsumfinanciering.<br />
In de bve-sector (beroepsonderwijs en volwasseneneducatie) fuseerden instellingen<br />
tot grote, autonome ROC’s (Regionale Opleidingencentra). <strong>De</strong>ze zijn in samenspraak met<br />
diverse belanghebbenden, waaronder de toekomstige werkgevers <strong>van</strong> de deelnemers,<br />
verantwoordelijk voor de invulling <strong>van</strong> het beroepsonderwijs. Ook de volwasseneneducatie<br />
is ondergebracht bij de ROC’s, met voor die deelsector een nadrukkelijk sturende rol<br />
<strong>van</strong> de gemeente. In het hoger onderwijs komen deregulering en autonomievergroting<br />
het meest tot uitdrukking, onder meer via grote vrijheid in de besteding <strong>van</strong> middelen en<br />
eigen verantwoordelijkheden voor personeelsbeleid en huisvesting.<br />
In de praktijk blijkt overigens dat de ruimte voor autonome instellingen vaak kleiner is<br />
dan beoogd. Nieuwe regelgeving (bijvoorbeeld over kwaliteitszorg en in de vorm <strong>van</strong><br />
een ruimer takenpakket <strong>van</strong> de Inspectie <strong>van</strong> het Onderwijs) en zeggenschap <strong>van</strong> andere<br />
actoren (zoals koepels, CAO-partners, bedrijfsleven en gemeenten) beperken de autono-<br />
56 <strong>De</strong>centralisatie naar gemeenten betreft met name de huisvesting <strong>van</strong> scholen, onderwijsachter<strong>stand</strong>enbeleid, schoolbegeleiding<br />
en volwasseneneducatie.<br />
57 Zie hiervoor onder meer <strong>Onderwijsraad</strong>, 2000b, 2001b, 2002a en 2004b. Zie ook Inspectie <strong>van</strong> het Onderwijs, 1996.<br />
58 Dit onderwerp komt ook uitgebreid aan bod in paragraaf 3.3.<br />
34 <strong>Onderwijsraad</strong>, januari 2005