De stand van educatief Nederland - Onderwijsraad
De stand van educatief Nederland - Onderwijsraad
De stand van educatief Nederland - Onderwijsraad
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
36%, 48% en 13%. 88 Overigens neemt de belangstelling voor bètavakken steeds verder af,<br />
niet alleen in het voortgezet onderwijs maar ook in het mbo en het hoger onderwijs. 89<br />
Vervolgopleidingen. Mavo, havo en vwo zijn in de afgelopen decennia voor steeds meer<br />
leerlingen geen eindbestemming meer, maar tussenstation. Eind jaren tachtig stroomde<br />
90% <strong>van</strong> de leerlingen door naar vervolgonderwijs (mbo of hoger), dat dan ook snel<br />
groeide. 90 Die groei was overigens al eerder ingezet: de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het mbo nam in de<br />
tweede helft <strong>van</strong> de vorige eeuw met een factor 30 toe, de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het hoger onderwijs<br />
is in die periode verzesvoudigd. 91 In het hoger onderwijs profiteerde met name het<br />
hbo <strong>van</strong> de toenemende onderwijsdeelname. 92 Het aantal deelnemers daar lag al in 1965<br />
ruim boven de 100.000; voor het wetenschappelijk onderwijs was dat 65.000. In de volgende<br />
decennia steeg het aantal studenten dat hoger onderwijs volgde verder tot circa<br />
400.000 in 2000, waar<strong>van</strong> 240.000 in het hbo (voltijds) en 170.000 in het wetenschappelijk<br />
onderwijs (inclusief extraneï). 93 <strong>De</strong> belangstelling voor exacte en technische richtingen<br />
in het mbo en hbo is gedaald. In het wetenschappelijk onderwijs is de belangstelling<br />
niet afgenomen, maar wel verschoven naar de meer praktijk- en toepassingsgerichte<br />
bètaopleidingen zoals informatica, bouwkunde en technische bestuurskunde. 94<br />
Overigens lijkt de onderwijsexpansie af te vlakken; zo stagneert bijvoorbeeld de groei<br />
<strong>van</strong> de deelname aan hoger onderwijs. Vanwege deze verzadigingsverschijnselen is de<br />
verwachting dat de groei <strong>van</strong> het hoger onderwijs de komende jaren vooral <strong>van</strong> demografische<br />
ontwikkelingen moet komen. Daarbij komt dat kinderloosheid en kleine gezinnen<br />
vaker voorkomen onder hogeropgeleiden, zodat een groot deel <strong>van</strong> de nieuwe generaties<br />
minder onderwijsbagage <strong>van</strong> huis meekrijgt, en te verwachten is dat minder leerlingen<br />
min of meer automatisch naar het hoger onderwijs zullen doorstromen. 95<br />
Scholing en opleiding <strong>van</strong> volwassenen. Verschillende vormen <strong>van</strong> volwasseneneducatie<br />
die in de jaren zeventig en tachtig steeds meer in de belangstelling kwamen, zoals basiseducatie,<br />
vavo (voortgezet algemeen volwassenenonderwijs), deeltijd-mbo en deeltijd<br />
hoger onderwijs, zagen in de jaren negentig dalende deelnamecijfers. 96 <strong>De</strong> laatste jaren<br />
zijn de totale deelnemersaantallen redelijk constant: er is een stijgende deelname bij<br />
NT2 (<strong>Nederland</strong>s als tweede taal) en inburgering, maar daar staat een daling tegenover<br />
bij andere vormen <strong>van</strong> basiseducatie. 97<br />
<strong>De</strong>elname naar achtergrondkenmerken<br />
Vanaf de jaren zestig werden in <strong>Nederland</strong> achter<strong>stand</strong>sgroepen als probleem gezien<br />
en zette de overheid een gelijkekansenbeleid in. Eerst waren vooral <strong>Nederland</strong>se lagere<br />
sociale milieus de doelgroep, later kwamen daar vrouwen en allochtonen bij. Hoe heeft<br />
hun deelname zich ontwikkeld en hoe ‘scoort’ <strong>Nederland</strong> ten opzichte <strong>van</strong> andere landen?<br />
Overigens kan, voorzover achter<strong>stand</strong>en zijn ingelopen, dit maar voor een deel aan<br />
88 Organisation for Economic Co-ordination and <strong>De</strong>velopment, 1990; Sociaal en Cultureel Planbureau, 1998; Inspectie <strong>van</strong> het<br />
Onderwijs, 2004. <strong>De</strong> cijfers uit 1985-86 hebben betrekking op de situatie voor de onderwijsvernieuwing in deze onderwijssectoren:<br />
het vbo en mavo waren nog niet samengevoegd tot vmbo, ook het ivbo bestond nog (nu ver<strong>van</strong>gen door lwoo).<br />
89 Sociaal en Cultureel Planbureau, 2002.<br />
90 Organisation for Economic Co-ordination and <strong>De</strong>velopment, 1990.<br />
91 Inspectie <strong>van</strong> het Onderwijs, 1996.<br />
92 Sociaal en Cultureel Planbureau, 1998.<br />
93 Ministerie <strong>van</strong> Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, 2003a.<br />
94 Sociaal en Cultureel Planbureau, 2002.<br />
95 Sociaal en Cultureel Planbureau, 2004a.<br />
96 Sociaal en Cultureel Planbureau, 1998.<br />
97 Ministerie <strong>van</strong> Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2004b.<br />
<strong>De</strong> <strong>stand</strong> <strong>van</strong> <strong>educatief</strong> <strong>Nederland</strong><br />
45