05.05.2014 Views

De stand van educatief Nederland - Onderwijsraad

De stand van educatief Nederland - Onderwijsraad

De stand van educatief Nederland - Onderwijsraad

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

leraren om een eigen onderwijsconcept te ontwikkelen en daarmee onder eigen<br />

verantwoordelijkheid aan de slag te gaan.<br />

Het laatstgenoemde punt, de beheersing <strong>van</strong> vergaande schaalvergroting, komt (sectoroverstijgend)<br />

ook aan de orde in de verkenning Bureaucratisering in het onderwijs. 228<br />

Hierin waarschuwt de raad voor het risico <strong>van</strong> doorgeschoten schaalvergroting en toenemende<br />

administratieve lasten voor onderwijsinstellingen. Wanneer scholen over voldoende<br />

beleidsvormend vermogen beschikken om dergelijke zaken zelf te regelen is er geen<br />

aanleiding voor de overheid om zich ermee te bemoeien. <strong>De</strong> wijze waarop het onderwijsveld<br />

zichzelf weet te reguleren is echter niet altijd adequaat. Dat is bijvoorbeeld het<br />

geval wanneer het gaat om het ontstaan <strong>van</strong> lokale en regionale onderwijsmonopolies<br />

als gevolg <strong>van</strong> fusies.<br />

<strong>De</strong> raad pleitte in Wat scholen vermogen al voor differentiatie in overheidssturing gekoppeld<br />

aan differentiatie in het zelfsturend vermogen <strong>van</strong> instellingen. Hij herhaalt deze<br />

opvatting in zijn advies Koers BVE: doelgericht zelfbestuur. 229 Hierin pleit de raad voor<br />

de uitwerking <strong>van</strong> instrumenten om tot een goede balans tussen zelfbestuur en centrale<br />

regulering te komen. Uitgangspunt is het maatschappelijk eigenaarschap <strong>van</strong> de instellingen<br />

voor beroepsonderwijs. <strong>De</strong>ze instellingen hebben een maatschappelijk opdracht,<br />

namelijk de ontwikkeling <strong>van</strong> een segment <strong>van</strong> de (regionale) aankomende en aanwezige<br />

beroepsbevolking. Om dat maatschappelijk idee vorm te geven, hebben zij zelfbestuur<br />

nodig. Het zelfbestuur <strong>van</strong> deze instellingen moet dus, stelt de raad voor, beoordeeld<br />

worden in het licht <strong>van</strong> de invulling <strong>van</strong> de maatschappelijke opdracht <strong>van</strong> de scholen.<br />

<strong>De</strong> instelling luistert en houdt rekening met verlangens die maatschappelijk worden<br />

geformuleerd; waar die ontbreken gaat de instelling zelf actief op zoek om die verlangens<br />

<strong>van</strong> belanghebbenden zichtbaar te maken.<br />

<strong>De</strong> rol <strong>van</strong> de Minister betreft zaken <strong>van</strong> publiek belang, maar er is, naar het oordeel <strong>van</strong><br />

de raad, geen sprake <strong>van</strong> een eenzijdige relatie tussen instelling en Minister. <strong>De</strong> instelling<br />

onderhoudt vele relaties en de Minister monopoliseert niet de relaties met de instelling;<br />

de Minister laat juist ruimte voor een breed palet aan maatschappelijke relaties, ook<br />

met niet-bekostigde aanbieders, en moedigt de instellingen aan deze op te zetten en te<br />

onderhouden. <strong>De</strong> landelijke overheid kadert het zelfbestuur in en corrigeert waar nodig<br />

<strong>van</strong>uit de vijf overwegingen die de raad voor centrale interventies ziet: kwaliteit, toegankelijkheid,<br />

doelmatigheid, keuzevrijheid en sociale cohesie.<br />

<strong>De</strong> instelling gaat, in de opvatting <strong>van</strong> de raad, in het uitoefenen <strong>van</strong> zelfbestuur een<br />

actieve relatie aan met maatschappelijke instanties in haar omgeving. <strong>De</strong> vorm waarin<br />

dat geschiedt kan verschillen, maar in alle gevallen zal sprake zijn <strong>van</strong> enige institutionalisering<br />

<strong>van</strong> deze relaties. <strong>De</strong> bewindslieden nemen periodiek kennis <strong>van</strong> deze verschillende<br />

vormen en bezien ze op rele<strong>van</strong>tie en functionaliteit. <strong>De</strong> raad stelt voor dat overheid<br />

en instellingen in gezamenlijkheid een helder protocol voor deze bestuurlijke dialoog<br />

opstellen.<br />

In zijn reactie op het advies sluit staatssecretaris Rutte hierop aan. Hij wil de overheidssturing<br />

vormgeven door de belangrijkste prioriteiten te benoemen en daarop ambities te<br />

formuleren, waarna de instellingen in samenspraak met de regionale partners hun eigen<br />

228 <strong>Onderwijsraad</strong>, 2004a.<br />

229 <strong>Onderwijsraad</strong>, 2004g.<br />

<strong>De</strong> <strong>stand</strong> <strong>van</strong> <strong>educatief</strong> <strong>Nederland</strong><br />

83

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!