06.08.2014 Views

De classificatie van vorderingen in het Voorontwerp ... - Stibbe

De classificatie van vorderingen in het Voorontwerp ... - Stibbe

De classificatie van vorderingen in het Voorontwerp ... - Stibbe

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

VOORONTWERP INSOLVENTIEWET<br />

de verplicht<strong>in</strong>g ontstond <strong>het</strong> gehuurde <strong>in</strong> de oorspronkelijke<br />

staat (dus ontdaan <strong>van</strong> de vervuil<strong>in</strong>g) terug te<br />

brengen. Bij toepass<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>het</strong> toedoencriterium zou de<br />

aldus ontstane verplicht<strong>in</strong>g tot verwijder<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>het</strong> verontre<strong>in</strong>igde<br />

landbouwplastic – waarmee aanzienlijke<br />

kosten waren gemoeid – een boedelschuld opleveren.<br />

Aldus oordeelde ook de rechtbank. Ongetwijfeld <strong>in</strong> de<br />

hoop dat de Hoge Raad gelet op de breed gedragen kritiek<br />

op dat toedoencriterium om zou gaan, bracht de curator<br />

de zaak voor de Hoge Raad. Die gaf echter geen krimp. <strong>De</strong><br />

Hoge Raad overwoog geen aanleid<strong>in</strong>g te zien tot heroverweg<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> zijn eerdere jurisprudentie en besliste dat de<br />

uit de huurovereenkomst ontstane ontruim<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>g<br />

op grond <strong>van</strong> <strong>het</strong> toedoencriterium een boedelschuld<br />

vormt. 21 <strong>De</strong> facto heeft de Hoge Raad daarmee zelfs de<br />

mogelijkheid geopend dat partijen, anders dan door <strong>het</strong><br />

vestigen <strong>van</strong> een zekerheidsrecht, contractueel regelen dat<br />

de ene contractspartij <strong>in</strong> geval <strong>van</strong> faillissement <strong>van</strong> de<br />

andere partij <strong>in</strong> een bevoorrechte verhaalspositie zal<br />

komen te verkeren. 22<br />

conform <strong>het</strong> pleidooi <strong>in</strong> de literatuur – beoogd <strong>het</strong> aantal<br />

boedelschulden sterk terug te dr<strong>in</strong>gen en <strong>het</strong> aantal <strong>in</strong>solventie<strong>vorder<strong>in</strong>gen</strong><br />

navenant uit te breiden. 24<br />

Terugdr<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de jurisprudentiële boedel<strong>vorder<strong>in</strong>gen</strong><br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Voorontwerp</strong><br />

<strong>De</strong> belangrijkste verander<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Voorontwerp</strong> ten<br />

opzichte <strong>van</strong> <strong>het</strong> huidige recht is dat <strong>het</strong> toedoencriterium<br />

wordt verlaten. Dit blijkt uit de art. 5.1.1 lid 2 sub k en<br />

5.2.1 lid 1 sub c die als <strong>het</strong> ware spiegelbeeldig zijn aan<br />

elkaar: een vorder<strong>in</strong>g, na de <strong>in</strong>solventverklar<strong>in</strong>g ontstaan,<br />

is een boedelvorder<strong>in</strong>g wanneer “de verschuldigdheid<br />

er<strong>van</strong> redelijkerwijs aan de boedel behoort te worden toegerekend”.<br />

Indien de verschuldigdheid <strong>van</strong> een na de<br />

faillietverklar<strong>in</strong>g ontstane vorder<strong>in</strong>g “<strong>in</strong> redelijkheid aan<br />

de periode <strong>van</strong> voor de <strong>in</strong>solventverklar<strong>in</strong>g kan worden<br />

toegerekend” is sprake <strong>van</strong> een <strong>in</strong>solventievorder<strong>in</strong>g. Over<br />

de vraag wanneer een vorder<strong>in</strong>g “redelijkerwijs” aan de<br />

boedel behoort te worden “toegerekend”, wordt <strong>in</strong> de<br />

Toelicht<strong>in</strong>g opgemerkt: 25<br />

Vanaf dit moment was duidelijk dat de noodzakelijke<br />

koerswijzig<strong>in</strong>g niet <strong>van</strong> onze hoogste rechtscolleges moet<br />

komen. Alle ogen richtten zich op de wetgever en daarmee<br />

<strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie op de Commissie Insolventierecht.<br />

<strong>De</strong> <strong>classificatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vorder<strong>in</strong>gen</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>Voorontwerp</strong><br />

<strong>De</strong> Commissie heeft de uitdag<strong>in</strong>g aangenomen. Zij heeft<br />

ervoor gekozen <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Voorontwerp</strong> een bijzondere titel op<br />

te nemen (titel 5: “Boedel<strong>vorder<strong>in</strong>gen</strong>, <strong>in</strong>solventie<strong>vorder<strong>in</strong>gen</strong><br />

en verificatie”) waar<strong>in</strong> onder meer de <strong>classificatie</strong><br />

<strong>van</strong> de <strong>vorder<strong>in</strong>gen</strong> expliciet wordt geregeld. Afdel<strong>in</strong>g 5.1<br />

ziet op de boedel<strong>vorder<strong>in</strong>gen</strong>. Voor de problematiek <strong>van</strong> de<br />

<strong>classificatie</strong> is art. 5.1.1 rele<strong>van</strong>t. In <strong>het</strong> eerste lid <strong>van</strong> dat<br />

artikel wordt de bijzondere verhaalspositie <strong>van</strong> de boedelschuldeisers<br />

omschreven, waarna <strong>in</strong> <strong>het</strong> tweede lid onder<br />

a tot en met k wordt opgesomd welke <strong>vorder<strong>in</strong>gen</strong> als<br />

boedel<strong>vorder<strong>in</strong>gen</strong> kwalificeren. Afdel<strong>in</strong>g 5.2 ziet op de<br />

<strong>in</strong>solventie<strong>vorder<strong>in</strong>gen</strong>. Rele<strong>van</strong>t is met name art. 5.2.1,<br />

waar<strong>van</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> eerste lid onder a tot en met d de <strong>vorder<strong>in</strong>gen</strong><br />

worden genoemd die als zodanig kwalificeren en<br />

waarvoor <strong>in</strong> de <strong>in</strong>solventie dus kan worden opgekomen<br />

met <strong>in</strong>achtnem<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de regels voor de verificatie <strong>van</strong><br />

<strong>vorder<strong>in</strong>gen</strong> die <strong>in</strong> afdel<strong>in</strong>g 5.3 worden uiteengezet. Aan<br />

de niet-verifieerbare <strong>vorder<strong>in</strong>gen</strong> is geen aparte bepal<strong>in</strong>g<br />

gewijd. <strong>De</strong> gedachte zal zijn dat dit de <strong>vorder<strong>in</strong>gen</strong> zijn<br />

die niet zijn onder te brengen <strong>in</strong> één <strong>van</strong> de categorieën<br />

<strong>van</strong> de art. 5.1.1 en 5.2.1.<br />

Het <strong>Voorontwerp</strong> wijkt <strong>in</strong> de genoemde bepal<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />

enkele belangrijke opzichten af <strong>van</strong> zowel de huidige<br />

Faillissementswet als <strong>van</strong> de zojuist beschreven jurisprudentie.<br />

Ik zal hierna de belangrijkste afwijk<strong>in</strong>gen bespreken,<br />

overigens zonder te streven naar volledigheid. 23<br />

Blijkens de Toelicht<strong>in</strong>g wordt met deze afwijk<strong>in</strong>gen –<br />

“Voor deze toereken<strong>in</strong>g is <strong>van</strong> belang of en <strong>in</strong> hoeverre de<br />

materiële vorder<strong>in</strong>g voor dan wel na <strong>in</strong>solventverklar<strong>in</strong>g<br />

is ontstaan. Daarbij zal veelal doorslaggevend zijn of de<br />

materiële verschuldigdheid <strong>van</strong> de betreffende schuld <strong>in</strong><br />

overwegende mate wordt bepaald door rechtsfeiten die<br />

zich voor of na de <strong>in</strong>solventverklar<strong>in</strong>g hebben voorgedaan.<br />

In <strong>het</strong> eerste geval zal sprake zijn <strong>van</strong> een <strong>in</strong>solventievorder<strong>in</strong>g<br />

(<strong>in</strong>dien overigens is voldaan aan artikel<br />

5.2.1). In <strong>het</strong> tweede geval betreft <strong>het</strong> een boedelvorder<strong>in</strong>g.”<br />

Dit is mijns <strong>in</strong>ziens niet helemaal juist. Het enkele feit dat<br />

de materiële verschuldigdheid <strong>van</strong> een schuld <strong>in</strong> overwegende<br />

mate is bepaald door rechtsfeiten die zich na de<br />

<strong>in</strong>solventverklar<strong>in</strong>g hebben voorgedaan, is weliswaar een<br />

voorwaarde om een schuld aan de boedel toe te kunnen<br />

rekenen, maar is daarvoor op zichzelf nog niet voldoende.<br />

Aan dat criterium voldoet strikt genomen bijvoorbeeld<br />

ook de verb<strong>in</strong>tenis tot schadevergoed<strong>in</strong>g terzake <strong>van</strong> een<br />

door de schuldenaar na de <strong>in</strong>solventverklar<strong>in</strong>g gepleegde<br />

onrechtmatige daad of de verb<strong>in</strong>tenis uit een na de <strong>in</strong>solventverklar<strong>in</strong>g<br />

door de schuldenaar aangegane overeenkomst<br />

ten gevolge waar<strong>van</strong> de boedel niet is gebaat.<br />

21. HR 18 juni 2004, NJ 2004, 617 m.nt. PvS en JOR 2004/221 m.nt.<br />

Boekraad (Van Galen q.q./Circle Vastgoed).<br />

22. Zie mijn noot onder <strong>het</strong> vonnis <strong>van</strong> de rechtbank <strong>in</strong> deze zaak <strong>in</strong> JOR<br />

2002/146 en Van Andel, aangehaald artikel <strong>in</strong> JORplus 2003, p. 36.<br />

23. Voor een volledige besprek<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de opsomm<strong>in</strong>g <strong>van</strong> boedel<strong>vorder<strong>in</strong>gen</strong><br />

<strong>in</strong> art. 5.1.1 lid 2 sub a t/m k verwijs ik naar F.M.J. Verstijlen en<br />

A.A.J. Smelt, Boedelschulden <strong>in</strong> <strong>het</strong> voorontwerp Insolventiewet, TvI<br />

2008, 15, p. 89-100.<br />

24. Zie de Toelicht<strong>in</strong>g, p. 13, 67, 70, 110, 111 en 114.<br />

25. Toelicht<strong>in</strong>g, p. 113.<br />

21-28 juni 2008/6760 WPNR ...<br />

525

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!