schoolgids_gvc_07-08 - Onderwijs Consumenten Organisatie

Gerrit van der Veen College
Schoolgids 2007/2008

Schoolgids 2007/2008
Gerrit van der Veen College
Gerrit van der Veen College

4
Gerrit van der Veen College
Inhoud
5
20
26
32
Inhoud
Gerrit van der Veen College
Woord vooraf 7
Wat zijn wij voor een school? 8
35 38
Het Onderwijs 14
Leerlingbegeleiding 22
Toelating 24
Zorg, veiligheid
Rapportage en bevordering 26
Belangrijke Commissies 32
42
kleinschaligheid
14
Financiële en administratieve zaken 35
Veiligheid, gedrag en verzuim 38
Overige nuttige informatie en adressen 42
Medewerkers, vakanties en
belangrijke data 47
40

6
Gerrit van der Veen College
Woord voraf
7
Woord vooraf
Alle leerlingen en hun ouders of verzorgers krijgen een schoolgids uitgereikt. Er staat
informatie in, die de wet ons voorschrijft, maar u kunt er ook andere belangrijke gegevens
over de school en de organisatie in vinden. Onderwerpen zoals de onderwijsvisie van de
school en de doelen die wij willen bereiken met ons onderwijs, de resultaten (bevorderen,
zitten blijven, slagen en zakken), specifieke begeleiding, lessentabellen, schoolkosten, enz.
Vervolgens kunt u er in lezen, onder welke voorwaarden leerlingen worden toegelaten tot
het Gerrit van der Veen College en aan welke regels leerlingen zich moeten houden.
De school heeft een eigen website: www.gerritvdveen.nl. Daar treft u veel informatie
aan, die ook in deze schoolgids staat, maar ook andere, zoals de dagelijkse medede -
lingen, de roosters van de klassen, roosterwijzigingen, enz.
Een gids is natuurlijk nooit volledig. Wilt u meer weten, dan kunt u contact opnemen met de
school.
Tenslotte: vorig schooljaar stond in het teken van een ingrijpende verbouwing en renovatie
van de school. Een groot deel van de leerlingen volgde les in de dependance in de
Waldeck Pyrmontlaan. Een zwaar jaar hebben wij achter de rug. Gelukkig zitten we vanaf
het begin van dit schooljaar weer allen tezamen in een fantastisch en goed geoutilleerd
gebouw. Een gebouw om trots op te zijn. Wij hopen dat iedere gebruiker daar veel plezier
van ondervindt en er ook zuinig op is.
drs. B.D. Meijer
rector e.t.

8
Gerrit van der Veen College
1 Wat zijn wij voor een school?
9
Wat zijn wij voor een school?
Profiel van de school: cultuurprofielschool
Het Gerrit van der Veen College is een
school voor havo en vwo, met ongeveer
700 leerlingen en 70 personeelsleden. De
school heeft op dit moment haar maximum
bereikt en het streven is, niet verder te groeien.
Daarmee blijft de school relatief klein,
waardoor iedereen zich gekend weet en de
weg in de school gemakkelijk kan vinden.
De school onderscheidt zich van andere
scholen in Amsterdam door de nadruk die
gelegd wordt op kunstzinnige en culturele
vorming. Kunst en cultuur is naar onze overtuiging
een belangrijk en verrijkend onderdeel
van de samenleving, dat in het onderwijs
een prominente positie verdient.
Bovendien is kunst- en cultuureducatie een
geschikt middel om leerlingen op een aansprekende
en stimulerende manier vaardigheden
bij te brengen, die ook voor andere
vakken van belang zijn.
Het Gerrit van der Veen College wil
“integraal cultuuronderwijs” bieden. Dat wil
zeggen: “een samenhangend geheel van
levensbeschouwelijke oriëntatie, intercul -
turele oriëntatie en kunsteducatie in relatie
tot de morele opvoeding van de leerlingen,
ter bevordering van een humaan en open
cultureel klimaat op school en ter voor -
bereiding van een later zinvol functioneren
in de maatschappij”. Eenvoudiger gefor -
muleerd: zaken als godsdienst, levens -
beschouwing, cultuur, kunst, humaniteit en
waarden en normen zijn op het Gerrit van
der Veen College belangrijk en worden
zoveel mogelijk in samenhang aange -
boden.
Een voorbeeld: bij de lessen drama leren
de leerlingen op een creatieve manier
“presenteren”, een vaardigheid die hen bij
andere vakken en ook in het latere leven
heel vaak van pas zal komen.
In de onderbouw krijgen de leerlingen in
klas 1 en 2 zes les in vijf à zes kunstvakken,
en kiezen zij in klas 3 en 4 voor een ver -
dieping in één van deze vakken. Het betreft
de vakken muziek, tekenen, handvaardigheid,
drama (ook wel “theater” genoemd)
en dans (alleen in klas 1 en 2). Bij handvaardigheid
en tekenen komen ook andere
kunstuitingen aan bod zoals fotografie en
film.
Naast de reguliere kunstlessen krijgen de
leerlingen tal van culturele activiteiten aangeboden
zoals theater- en museumbezoek,
activiteiten die een belangrijk onderdeel
van het curriculum vormen en derhalve voor
alle leerlingen verplicht zijn.
Voor elk leerjaar in de onderbouw wordt
bovendien een kunstweek georganiseerd.
Onderwijsdoelen
De onderwijsdoelen waar de school naar
streeft en waar zij, de ouders en de leerlingen
op aangesproken mogen worden, zijn
als volgt geformuleerd:
* Een veilige en inspirerende leer- en
werkomgeving
Wij willen een veilige en inspirerende leeren
werkomgeving creëren, waarin leerlingen,
docenten en andere medewerkers
optimaal kunnen presteren en waarin levensbeschouwelijke,
culturele en creatieve
vorming en betrokkenheid een voorname
positie innemen.
* Goede begeleiding van de leer -
lingen
Onontbeerlijk is een goede begeleiding op
cognitief en sociaal- emotioneel gebied
(leerlingbegeleiding), alsmede -met het oog
op de loopbaanontwikkeling en toekomst
van de leerlingen- een goede studie- en
keuzebegeleiding (decanaat).
* Bevorderen van zelfstandigheid
De school wil een evenwichtige, stapsgewijze
bijdrage leveren aan de ontwikkeling
van de leerlingen en voorwaarden scheppen,
waaronder een leerling zelfstandig
keuzes kan maken en in toenemende mate
verantwoordelijkheid weet te dragen voor
het eigen leerproces; dat proces verloopt
op het Gerrit van der Veen College van
geleid (in eerste klas) via begeleid (in de
tweede en begin derde klas) naar zelf -
standig (hogere klassen)
* Afwisseling in leer- en werkvormen
Afwisseling in leer- en werkvormen, waaronder
ook samenwerkend leren wordt verstaan,
vormen belangrijke elementen voor
een inspirerende leeromgeving.
* Brede vorming leerlingen
De school en haar personeel willen een
belangrijke bijdrage leveren aan de maatschappelijke,
levensbeschouwelijke, cul -
turele en kunstzinnige vorming van de leerling
en hen stimuleren tot zelfbewuste,
creatieve en verantwoordelijke individuen;
dit ter bevordering van een humaan en
open cultureel klimaat op school en ter voorbereiding
op een zinvol functioneren in de
maatschappij.
* Waardeneducatie
De levensbeschouwelijke identiteit van de
school wordt gezocht in het nadrukkelijk
aan de orde stellen van de waarden en
normen uit de christelijke traditie in de lessen
en in de omgang met de leerlingen.
Het vak levensbeschouwing, maar ook de
vakken filosofie en maatschappijleer, nemen
daarbij een bijzondere plaats in, omdat
hier waarden en normen gethematiseerd
aan de orde komen en gerelateerd worden
aan het gedachtegoed van de verschillende
levensbeschouwingen. Ook vieringen rond
en in het kader van feestdagen zoals met
Kerstmis dragen bij aan de vormgeving van
het levensbeschouwelijk karakter van de
school.
* Culturele en kunstzinnige activiteiten
Culturele en kunstzinnige activiteiten vormen
een wezenlijk onderdeel van het curriculum.

10
Gerrit van der Veen College
1 Wat zijn wij voor een school?
11
De hele school en niet alleen de docenten
van de kunstvakken (tekenen, muziek, handvaardigheid,
dans en drama) zijn daar verantwoordelijk
voor. De school werkt hierin
samen met de opleidingen die aan het
Gerrit van der Veen College verbonden
zijn.
* Bijzonder maar algemeen
toegankelijk
De school staat open voor iedere leerling
en personeelslid, ongeacht godsdienst of
levensovertuiging, die de onderwijsvisie van
het Gerrit van der Veen College respecteert.
Van alle leerlingen en medewerkers wordt
verwacht, dat zij de onderwijsvisie en -doelen
respecteren, zoals ook de school van
haar kant respect en gastvrijheid toont voor
leerlingen en ouders met hún overtuigingen
en visies.
Samenwerking met dans- en muziek -
opleidingen
De centrale rol die kunst en cultuur op het
Gerrit van der Veen College speelt komt
ook tot uitdrukking in het feit, dat de school
een samenwerkingsverband heeft met de
Vooropleiding Dans van de Amsterdamse
Hogeschool voor de Kunsten (Nationale
Ballet Academie), met het Conservatorium
van Amsterdam en met de Dansacademie
Lucia Marthas. Pupillen van deze voorop -
leidingen volgen op het Gerrit van der Veen
College hun studie havo of VWO.
Zij hebben een verkort rooster en kunnen
zich daardoor intensief aan de voorop -
leiding dans, ballet of muziek wijden. Dat
geldt voor de eerste fase (onderbouw, klas
1, 2 en 3), maar ook voor de tweede fase
(bovenbouw, klas 4, 5 en 6).
Met de overheid is een regeling afgesproken,
waarin leerlingen van deze voorop -
leidingen dispensatie krijgen voor een aantal
vakken en dans/ballet of muziek een
vast onderdeel vormen van het examen en
het diploma.
Nationale Ballet School van de AHK
De samenwerking met de Nationale Ballet
School van de Amsterdamse Hoge school
voor de Kunsten, voorheen de Voor -
opleiding Dans, bestaat al circa 20 jaar.
Leerlingen van deze opleiding volgen de
havo of vwo opleiding op het Gerrit van
der Veen College in aangepaste vorm. Zij
hebben de eerste twee leerjaren balletles in
de Agamemnonstraat, vanaf het derde leerjaar
in de Jodenbreestraat.
Dansacademie Lucia Marthas
Het Gerrit van der Veen College verzorgt
ook het algemeen vormend onderwijs voor
de leerlingen van de dansvooropleiding
van de Dansacademie Lucia Marthas
(DALM). De danslessen vinden plaats in de
Rustenburgerstraat, nabij de Hobbema -
kade.
Conservatorium van Amsterdam
Het Conservatorium van Amsterdam kent
ook een vooropleiding. Een deel van hun
“jong talent” volgt eveneens het voortgezet
onderwijs op het Gerrit van der Veen
College. Het muziekonderwijs vindt plaats
in het gebouw van het conservatorium in de
Van Baerlestraat of in de Bachstraat.
Zorg, kleinschaligheid en veiligheid
Om de onderwijsvisie vorm te kunnen
geven moeten de condities voor leerlingen
en medewerkers goed zijn. Zorg en kleinschaligheid
zijn twee van die condities.
Hetzelfde geldt voor een goed systeem van
leerlingenbegeleiding, waarbij ruime aandacht
wordt geschonken aan studiebegeleiding,
keuzebegeleiding en persoonlijke
begeleiding in probleemsituaties.
De afstand tussen de leerlingen en het personeel
is klein en gebaseerd op wederzijds
respect, vertrouwen en geloof in elkaars
capaciteiten. In toenemende mate zijn de
leerlingen actief in commissie en clubs.
Onder zorg verstaan we ook onze verantwoordelijkheid
voor een veilige sfeer op
school. Agressief gedrag, zowel lichamelijk
als in woord, geschrift en houding, is onacceptabel.
Respect van en voor medewerkers
en leerlingen, over en weer, verzorgd taalgebruik,
dat alles draagt bij aan een veilige
school, waar leerlingen zich thuis voelen.
Zoals op alle Amsterdamse scholen verschillen
ook onze leerlingen onderling in intellectuele
begaafdheid, in sociale belangstelling,
in levensovertuiging, in sociale en
etnische afkomst, in wensen voor de toekomst,
enz. Om het beste uit hen te halen is
enerzijds een goede en zorgzame begeleiding
noodzakelijk, anderzijds een goede
werkomgeving: gezellige lokalen, een schone
school, een goede mediatheek en werkplekken
voor leerlingen en docenten.
Verderop in deze schoolgids treft u informatie
aan over de wijze waarop wij onze
leerlingen op het Gerrit van der Veen
College begeleiden.
Duidelijke afspraken en regels
Het is voor leerlingen prettig om te weten
waaraan ze zich moeten houden en waar
ze recht op hebben. De school heeft daarom
heldere en eigenlijk ook vanzelfsprekende
huisregels vastgesteld. Regels over de
manier, waarop leerlingen en medewerkers
in de school met elkaar omgaan, maar ook
over bijvoorbeeld de wijze waarop leerlingen
beoordeeld worden op hun resultaten.
De regels zijn van kracht “in en om school”.
Dat wil zeggen dat deze ook van toepassing
zijn voor de omgang met de buurt -
bewoners en met de leerlingen van andere
scholen.

12
Gerrit van der Veen College
1 Wat zijn wij voor een school?
13
Het Gerrit van der Veen College onderhoudt
goede contacten met zowel de buurtbewoners
als de andere scholen in de
omgeving.
Het schoolgebouw
Het Gerrit van der Veen College is gevestigd
in een schitterend monument in
Amsterdam-Zuid, en is goed bereikbaar met
het openbaar vervoer. De haltes van de
tramlijnen 5 en 24 liggen op 150 meter, en
het NS-station Amsterdam Zuid WTC is in
10 minuten te belopen. De Mover stopt
bijna voor de deur en buslijn 15 heeft een
halte op nog geen 5 minuten afstand.
Tot in de Tweede Wereldoorlog huisde in
het gebouw aan de Euterpestraat (zo heette
de straat vroeger) een Middelbare Meisjes -
school (MMS). In de oorlog hebben de
Duitsers het pand in beslag genomen en tot
hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst (SD)
gemaakt.
De school is tussen juli 2006 en september
2007 ingrijpend verbouwd, gerenoveerd
en gemoderniseerd. Daarmee is de school
aangepast aan de moderne eisen van het
onderwijs en aan het leerlingenaantal. In
alle lokalen zijn Smartboards geplaatst en
verschillende ruimtes hebben een andere
functie gekregen. Zo is er een moderne
aula/ kantine ontstaan, een nieuwe en
ruime mediatheek, een dans c.q. drama
lokaal en een muzieklokaal met oefenstudio’s.
Gymnastiek wordt vanaf 2006-2007
voorlopig op locaties buiten de school
verzorgd.
De aula dient op doordeweekse school -
dagen als kantine. De school heeft een
grote achtertuin, die toegankelijk is voor de
leerlingen.
Gerrit Jan van der Veen (1902-1944)
Gerrit Jan van der Veen was beeldend
kunstenaar. In de oorlog weigerde hij lid te
worden van de door de Duitsers gedomineerde
Kultuurkamer. Hij werd zelfs leider
van een actiegroep tegen deze kamer, met
als gevolg dat hij gearresteerd werd.
Na zijn vrijlating dook van der Veen onder.
De rest van de oorlogsjaren en van z’n
leven zwierf hij door Amsterdam, van het
ene onderduikadres naar het andere. Hij
was zeer actief in het verzet. Zo zette hij de
Persoonsbewijs Centrale op, waar mensen
een persoonsbewijs konden bestellen.
Tijdens de oorlog hebben duizenden dankzij
deze activiteiten de Duitsers weten te ontlopen.
In Amsterdam was het voor de bezetters erg
eenvoudig, mensen via de goed geor ga -
niseerde persoonsadministratie van
Amsterdam op te sporen. Daarom besloten
van der Veen en enkele vertrouwelingen, het
gebouw van het bevolkingsregister aan de
Plantage Middenlaan op te blazen. Deze
aanslag lukte gedeeltelijk. Een aantal vrienden,
leden van de verzetsgroep, werd
opgepakt. Van der Veen zelf wist uit handen
van de Duitsers te blijven. In de vroege ochtend
van dinsdag 2 mei 1944 ging hij
samen met een paar andere verzetsstrijders
naar de gevangenis aan de Wetering -
schans, waar zijn vrienden opgesloten
zaten. Een bewaker, die in het complot zat,
deed de poort open. Van der Veen werd
verrast door een waakhond, trok z’n pistool
en schoot op de hond. Het schot alarmeerde
de bewakers. In de chaos die daarna
ontstond werd van Veen getroffen door
twee kogels, die zijn benen verlamden. Hij
wist nog wel te ontkomen, maar twee
weken later werd hij op zijn onderduikadres
alsnog opgepakt.
Op 10 juni 1944 is van der Veen in de
duinen bij Overveen gefusilleerd.
Na de oorlog is de school – evenals de
straat waarin de school staat - naar deze
verzetsheld vernoemd.
Op de Plantage Middenlaan staat een verzetsmonument
dat aan Gerrit Jan van der
Veen herinnert. De school heeft dit monument
geadopteerd. Elk jaar leggen leer -
lingen van de eerste klas vlak voor de meivakantie
een krans bij het monument.
In de school is een aantal kunstwerken van
deze kunstenaar te bewonderen.
Gerrit Jan van der Veen heeft in 2003
postuum de Yad Vashem onderscheiding
ontvangen uit handen van de Israëlische
ambassadeur voor zijn verdiensten als niet-
Jood voor zijn Joodse medeburgers.
Lestijden
Het Gerrit van der Veen College kent per
1 augustus 2007 een 50 minutenrooster.
Ten tijde van bijvoorbeeld rapportvergaderingen
kan gebruik worden gemaakt van
een 35 minutenrooster
Tabel 1: 2007-2008
lesuur 50 minrooster verkort rooster
(35 min)
1e 8.30 - 9.20 8.30 - 9.05
2e 9.20 - 10.10 9.05 - 9.40
3e 10.10 - 11.00 9.40 - 10.15
pauze 25 min pauze 25 min
4e 11.25 - 12.15 10.40 - 11.15
5e 12.15 - 13.05 11.15 - 11.50
pauze 25 min pauze 25 min
6e 13.30 - 14.20 12.15 - 12.50
7e 14.20 - 15.10 12.50 - 13.25
8e 15.10 - 16.00 13.25 - 14.00
9e 16.00 - 16.50 14.00 - 14.35

14
Gerrit van der Veen College
2 Het onderwijs
15
Het onderwijs
Drie afdelingen, vier periodes
De school kent twee afdelingen: de eerste
fase bestaande uit de klassen 1, 2 en 3, en
de tweede fase bestaande uit klas 4 en
hoger. De leiding van de afdelingen is in
handen van:
klas 1: dhr. J. Geurts
klas 2 & 3: dhr. M. Sorée
klas 4 en hoger: mevr. G. Martin
Het schooljaar is in vier periodes van 8 à
9 lesweken verdeeld. Aan het eind van elke
periode vindt voor leerlingen van de tweede
fase een toetsweek plaats, waarin zij
dossiertoetsen maken, die meetellen voor
de overgang en voor het schoolexamen.
De laatste (vierde) toetsweek is een toetsweek
voor alle leerlingen.
Na afloop van elke periode krijgen de leerlingen
een rapport mee naar huis en na het
1e en 3e rapport kunnen ouders met de
mentor of docenten spreken op een zogenaamde
ouderspreekmiddag/-avond.
De eerste fase: leerjaar 1, 2 en 3
De school kent een éénjarige brugperiode.
Dat wil zeggen dat de eerste klassen
gemengd zijn: er zitten leerlingen in die op
de basisschool òf een havo advies hebben
gekregen òf een vwo advies. In het eerste
leerjaar volgen alle leerlingen als klas
dezelfde vakken (zie de lessentabel elders
in deze schoolgids).
Aan het eind van dit leerjaar wordt door de
school bepaald of de leerling naar 2 havo
of naar 2 vwo kan worden bevorderd. Dat
gebeurt aan de hand van vastgestelde
bevorderingsnormen, eveneens in deze
schoolgids te vinden. Als blijkt dat het havoniveau
te hoog is, dan wordt de leerling
bevorderd naar de tweede klas vmbo-tl
(voorheen mavo). Op het Sweelinck
College wordt dan een plek voor betreffende
leerling gereserveerd.
In principe is doubleren in de eerste klas
niet mogelijk. Slechts bij hoge uitzondering
en op grond van sociaal- medische factoren
kan een leerling het eerste schooljaar overdoen.
Het tweede (en derde) leerjaar op het Gerrit
van der Veen College bestaat uit aparte
havo- en vwo klassen. De leerlingen hebben
een vakkenpakket, dat voor iedere leerling
gelijk is. In dit schooljaar wordt de basisvorming
voor alle vakken afgesloten.
In bijzondere gevallen kan de school toestaan
dat een leerling bevorderd wordt van
2 havo naar 3 vwo, van 2 vwo naar 3
havo.
Het derde leerjaar staat in het teken van de
voorbereiding op de Tweede Fase, waarvoor
een profielkeuze gemaakt dient te
worden(zie verder onder tweede fase). Hier
neemt de studie- en keuzebegeleiding,
alsmede de rol van de decaan, een belang-
Tabel 1: lessentabel eerste fase Gerrit van der Veen College 2007-2008
brugjaar 1 2havo/2vwo 3havo/3vwo totaal
Nederlands 4 3 3 10
Frans 3 3 3 9
Duits 0 3 3 6
Engels 3 2 3 8
Geschiedenis 2 2 2 6
Aardrijkskunde 2 2 2 6
Economie 0 0 2 2
Wiskunde 4 3 3 10
Natuurkunde
2 3
0 2
Scheikunde 2 3
Biologie 0 3 2 5
Verzorging 2 0 0 2
Techniek 2 0 0 2
Culturele en kunstzinnige
vorming (ckv)
1 1 1 3
Beeldende vorming
(tekenen & h’vaardigheid)
Muziek 1 1
2 2 4(6)
2 (naar keuze)
2(4)
Drama 1 2 3(5)
Dans 1 1 0 2
Lich. opvoeding 4 2 2 8
Levensbeschouwing 1 1 1 3
Subtotaal 33 33 33 99
Mentoruur 1 1 1 3
Kunstprojectuur 0,5 0,5 0,5 1,5
Totaal: 34,5 34,5 34,5 103,5
*) tekenen en handvaardigheid

16
Gerrit van der Veen College
2 Het onderwijs
17
rijke plaats in. Aan het einde van de 3e
klas wordt aan de hand van de bevorderingsnormen
vastgesteld of de leerling
bevorderd kan worden van 3 havo naar 4
havo, en van 3 vwo naar 4 vwo. In bijzondere
gevallen wordt een leerling bevorderd
van 3 vwo naar 4 havo. Een overgang van
3 havo naar 4 vwo is niet mogelijk.
De bevorderingsnormen voor deze klassen
zijn elders in deze schoolgids te vinden.
De tweede fase: leerjaar 4, 5 en 6
De tweede fase, vroeger “bovenbouw”
genoemd, omvat het 4e en 5e leerjaar
havo, en het 4e, 5e en 6e leerjaar vwo.
Alle leerlingen ontvangen aan het begin
van de cursus het examenreglement, het
programma van toetsing en afsluiting, en
een toelichtende brochure over opzet en
bedoeling van het onderwijs in de tweede
fase. De school biedt onderwijs in alle
profielen aan, zowel op het havo als het
vwo.
Het is goed, te beseffen dat het (school)-
examen op het Gerrit van der Veen College
reeds in de vierde klas begint. In dit leerjaar
worden bepaalde onderdelen of vakken,
die op de examenlijst staan, afgesloten met
een beoordeling.
Kenmerken van het onderwijs in de tweede
fase op het Gerrit van der Veen College
zijn:
1. Een indeling in vier profielen: de leerling
maakt aan het eind van 3 havo en 3
vwo een keuze uit vier profielen: natuur &
techniek, natuur & gezondheid, economie
& maatschappij, alsmede cultuur &
maatschappij. Ingaande 1 augustus
2007 is de opzet van de tweede fase
gewijzigd.
Vanaf de vierde klas kiezen de leerlingen
één van de vier profielen. Een overstap
gedurende de cursus van het ene profiel
naar het andere is niet zonder problemen
mogelijk.
Het onderwijs in elk profiel bestaat uit:
a. een (voor alle leerlingen gelijk)
gemeenschappelijk of verplicht deel,
dat de volgende vakken bevat:
Nederlands, Engels, lichamelijke
opvoeding, een module kunst naar
keuze, basiscursus filosofie, maatschappijleer,
culturele en kunstzinnige
vorming, en (voor het vwo) Algemene
Natuurwetenschappen. De drie laatste
vakken worden in de vooreindexamenklas
afgesloten. Daarnaast bevat elk
profiel een aantal profielspecifieke en
verplichte vakken.
b. een keuzedeel waarmee de leerling
het profiel kan uitbreiden met één,
twee of drie vakken, die hem of haar
naast de profielvakken ook interesseren
dan wel als nuttig ervaren worden.
Alle vakken van het verplichte deel en
van het keuzedeel zijn - met uitzondering
van de kunstmodule en filosofie - zogenaamde
schoolexamenvakken en tellen
mee voor de examenuitslag. De overige
vakken kennen naast een schoolexamen
ook een centraal examen aan het einde
van de examenklas.
2. nadruk op actief en zelfstandig leren
door de leerling. Leerlingen doen in toenemende
mate zelfstandig onderzoek,
schrijven verslagen en werkstukken. Er
wordt verder een groot beroep gedaan
op de vaardigheid van het plannen en
structuren van het schoolwerk. De leer -
lingen worden daarbij begeleid door de
mentor.
3. onderscheid in theorie- en werklessen:
om de leerlingen ook daadwerkelijk planmatig
en zelfstandig te laten werken
wordt op het Gerrit van der Veen College
bij veel vakken onderscheid gemaakt tussen
theorie- en werklessen. Dat wil zeggen
dat er lessen zijn, waarin (nieuwe)
stof door de docent wordt uitgelegd en
besproken (theorielessen). Daarnaast zijn
er lessen, waarin leerlingen onder be -
geleiding van dezelfde vakdocent samen
met leerlingen uit een ander leerjaar zelfstandig
werken aan de verwerking en
toepassing van de stof. Zij ontvangen
daarvoor studiewijzers. Deze laatste lessen
worden werklessen genoemd.
Voor beide soorten lessen gelden dezelfde
regels, ook wat betreft de aanwezigheidsplicht.
Bij een aantal vakken zitten
tijdens de werklessen ook leerlingen uit
andere leerjaren, die hetzelfde vak en
dezelfde docent hebben.
Deze aanpak maakt het mogelijk dat
leerlingen veel contacttijd op school doorbrengen,
en steeds werken onder begeleiding
van hun eigen vakdocent.
De lessentabellen en de mogelijke keuzes
daarbinnen voor de leerlingen zijn dermate
uitgebreid en ingewikkeld, dat de
lezer deze niet hier aantreft. U kunt ze op
onze website bekijken.

18
Gerrit van der Veen College
2 Het onderwijs
19
Onderwijsrendement
Elk jaar brengt de Inspectie van het Onder -
wijs een zogenaamde kwaliteitskaart uit,
die van elke school op het internet te vinden
is. Zie http://www.onderwijsinspectie.nl.
Naast de kwaliteitskaart zijn op deze site
ook de in-, door- en uitstroomgegevens (IDUgegevens)
van het Gerrit van der Veen
College te vinden. Deze gegevens zijn niet
alle betrouwbaar. Formeel maakt het Gerrit
van der Veen College deel uit van een
brede scholengemeenschap, waardoor de
inspectie niet in staat is, de rendementsgegevens
van de afzonderlijke scholen apart
in kaart te brengen. Vandaar onderstaande
tabel, waarin het rendement in afgeronde
percentages vanaf het jaar 2000 vermeld
staat.
In de laatste twee kolommen treft u het slagingspercentage
van de examenklassen
aan.
Tabel 3: onderwijsrendement sinds 2000 (in procenten):
cursusjaar 1HV 2H 2V 3H 3V 4H 4V 5V 5H 6V
2000-2001 100 76 93 93 52 45 - 1 ) 74 - 1 )
Bevorderd/ 2001-2002 98 82 80 95 66 57 83 89 - 1 )
geslaagd 2002-2003 97 81 74 100 62 86 100 85 80
2003-2004 94 72 69 100 90 96 94 87 71
2004-2005 96 83 78 100 66 91 74 65 82
2005-2006 97 67 93 73 97 86 89 91 97 88
2006-2007 97 73 97 77 98 74 92 91 98 89
1) Geen klassen: de school is in 1999-2000 begonnen met de opbouw van een
vwo- afdeling.

20
Gerrit van der Veen College
3 Leerlingbegeleiding
21
Leerlingbegeleiding
De mentor
Zowel onderwijs als begeleiding zijn op het
Gerrit van der Veen College gericht op het
stimuleren van de ontwikkeling van de leerlingen
en hun capaciteiten. Elke klas of
groep heeft een mentor, die tevens docent is
en die de eerst verantwoordelijke is voor de
begeleiding van de leerlingen. De mentor
wordt daarin gesteund door de andere
medewerkers van de school, waaronder
een aantal medewerkers met deskundigheid
op een specifiek terrein, zoals een remedial
teacher en een decaan die de leerlingen
begeleid op het gebied van studie- en
beroepskeuze.
Elke klas of mentorgroep heeft een mentorles
op het rooster staan, waarin nood -
zakelijke communicatie over allerlei schoolse
zaken plaatsvindt, maar ook “leren leren”
en het ontwikkelen van een actieve en zelfstandige
studiehouding aan de orde ko -
men. Daarnaast wordt in deze lessen aandacht
geschonken aan de sociale en
emotionele ontwikkeling van de leerlingen.
De mentor is de eerste contactpersoon binnen
de school voor de ouders, en de aangewezen
persoon voor een gesprek over
de resultaten na elk rapport. Wanneer
ouders behoefte hebben aan meer overleg
en gesprek, dan kunnen zij binnen kantoortijd
contact opnemen met de school om een
afspraak met de mentor te maken.
Remedial Teaching, dyslexie en faalangstreductietraining
Leerlingen uit de eerste fase, die om wat
voor redenen ernstige achterstanden of leerproblemen
hebben, kunnen tot op zekere
hoogte extra ondersteund worden. Aan de
hand van een uitgebreide test in de eerste
klas wordt vastgesteld, voor welke leerlingen
deze ondersteuning nodig is.
Dyslexie is een leesstoornis, waarvan veel
varianten bestaan. Dyslectische leerlingen
hebben problemen bij lezen en spellen, die
kunnen doorwerken in de resultaten van
veel vakken. Bij niet al te grote problemen
wordt hulp geboden door een in dyslexie
gespecialiseerde docent van de school. Bij
ernstige dyslexieproblemen is deskundige
hulp van een extern bureau onontbeerlijk.
Zie www.dyslexie.pagina.nl.
Leerlingen, bij wie dyslexie is vastgesteld,
krijgen een dyslexiekaart. Met deze kaart
kunnen zij bij toetsen meer tijd krijgen, of
kan een toets met grote letters worden af -
gedrukt.
Om voor examenonderdelen dezelfde faciliteiten
te kunnen krijgen, is een officiële verklaring
nodig, opgesteld door een erkende
deskundige. Met deze verklaring kan de
betreffende leerling bij het centraal examen
en het schoolexamen toetstijdverlenging of
speciaal vergroot werk krijgen.
Leerlingen met ernstige lees- en schrijf -
problemen en leerlingen, die vanwege hun
anderstalige achtergrond een grote taalachterstand
hebben, komen in aanmerking voor
extra ondersteuning op school. Mevrouw B.
Timman en mevrouw S. Jonker verzorgen
deze extra ondersteuning of “remedial
teaching”.
Voor leerlingen die faalangstig zijn wordt
een faalangstreductietraining georganiseerd,
het komend jaar door de heer B.
Rodermans.
Decanaat en keuzebegeleiding
De decaan begeleidt de mentoren bij hun
werk als loopbaanbegeleider. Mentoren
zijn de eerst aangewezenen om leerlingen
te coachen bij hun pakket-, profiel- of
beroepskeuze. De decaan is de tweede lijnsfunctionaris,
die door de mentor geraadpleegd
kan worden. Hij is de specialist die
leerlingen met complexe keuzeproblemen
op verzoek van de mentor verder helpt en
begeleidt bij het maken van keuzes en
beslissingen. Als hij dat noodzakelijk acht
kan de decaan contact leggen met externe
instanties voor een test schoolgeschiktheid
of beroepskeuze.
De decaan kent uiteraard niet alle leerlingen
persoonlijk. Bij een goed advies is
daarom altijd de mentor betrokken. Ouders
kunnen via de mentor contact opnemen met
de decaan de heer Menkveld.
Begeleiding bij langdurige ziekte
Er zijn een aantal organisaties actief in
Amsterdam, die leerlingen bij langdurige
ziekte kunnen begeleiden:
Stichting Onderwijs aan Zieke Kinderen.
Deze stichting begeleidt meer dan 90 jaar
Amsterdamse scholieren, van basis-, speciaal-
en voortgezet onderwijs, die door ziekte
of ongeval niet naar school kunnen gaan.
De lessen thuis worden door docenten van
de Stichting gegeven in overleg met de
school. Er moet een medische indicatie zijn
met de verwachting dat de leerling ten minste
drie weken niet naar school kan.
Voor informatie en aanmelding:
Stichting Onderwijs aan Zieke Kinderen
Mevr. J.W. Taams
Grote Kerkstraat 35
1135 BC Edam
Telefoon/fax (0299) 37 42 42
Ondersteuning Onderwijs aan Zieke
leerlingen
Tijdens of na een opname in een niet -
academisch ziekenhuis of revalidatiecentrum
en bij alle andere vragen rondom ziekte
en onderwijs kan men zich richten tot:
Advies- en begeleidingscentrum ABC
Dhr. E. Dirkmaat, Consulent ABC
Telefoon (020) 799 00 10

22
Gerrit van der Veen College
3 Leerlingbegeleiding
23
AZVU of Emma Kinderziekenhuis/AMC
Wanneer een leerling behandeld wordt in
een van deze ziekenhuizen, kun men zich
richten tot:
Educatieve Voorziening
Dhr. J.M. Courlander, hoofd Educatieve
Voorziening AZVU en Emma
Kinderziekenhuis/AMC
Telefoon (020) 566 89 52
Schoolarts, ziekte en schoolverzuim
Nieuwe leerlingen worden in de loop van
het tweede schooljaar opgeroepen voor
een kort onderzoek door de schoolarts en
schoolverpleegkundige. Ook ouders zelf
kunnen vragen of de schoolarts of school -
verpleegkundige naar hun kind wil kijken.
Om onnodig schooluitval zoveel mogelijk te
voorkomen is door de Jeugdgezondheids -
zorg (JGZ) een nieuwe aanpak ontwikkeld
voor de bestrijding van schoolverzuim. Het
Gerrit van der Veen werkt hier aan mee. Als
een leerling meer dan tien aaneengesloten
dagen verzuimt of meer dan drie maal in
twee maanden ziek gemeld is, kunnen leerling
en ouder/verzorger een uitnodiging
van de schoolarts voor een gesprek krijgen.
Samen wordt dan gezocht naar mogelijke
problemen die geleid hebben tot het ziekteverzuim,
en naar oplossingen hiervoor. De
bevindingen worden met in achtneming van
de privacyregels globaal teruggekoppeld
naar school. Zonodig kan de school geadviseerd
worden om een leerling extra te
begeleiden.
Als er niet gereageerd wordt op de oproep
van de schoolarts kan de school besluiten,
de leerplichtambtenaar in te schakelen.
De medewerkers van het team
Jeugdgezondheidszorg/GGD zijn:
schoolarts:
mevr. J. van der Jagt,
schoolverpleegkundige:
mevr. H. van Yperen.
assistente jeugdgezondheidszorg:
mevr. F. Snijders.
H. de Keijserstraat 14,
1073 TH Amsterdam
Tel: 020-5 55 57 19
Contactpersonen, vertrouwenspersonen
en klachtenregeling
Binnen de Amarantis Onderwijsgroep, en
daarmee ook binnen het Gerrit van der
Veen College, wordt uitdrukkelijk aandacht
besteed aan het voorkomen van seksuele
intimidatie, geweld en racisme. Daarom
is er in aansluiting op de wettelijke verplichtingen
beleid ontwikkeld om dit soort intimidatie
tegen te gaan.
De ISA is aangesloten bij een externe klachtencommissie.
Zo wordt een bijdrage geleverd
aan een aangenaam en veilig leef- en
werkklimaat op de school, waarin respectvol
met elkaar omgaan gewoon is.
Op het Gerrit van der Veen College zijn
twee contactpersonen aangesteld, te weten
mevrouw K. Groenhout en de heer
B. Menkveld.
Contactpersonen luisteren, helpen zoeken
naar oplossingen, geven informatie over
hulpverlening en ondersteunen bij het eventueel
indienen van een klacht. Zij kunnen
leerlingen en personeelsleden verwijzen
naar externe vertrouwenspersonen.
Voor Amarantis zijn dat dhr. H. Breukelaar,
(telefoon: 020-5985292), en mw. M.H.B.
Jongbloed (telefoon: 010-4071640 dinsdag,
woensdag en donderdag)
De klachtenregeling ligt op school ter in -
zage.
Voor andersoortige klachten is de aangewezen
weg om eerst de schoolleiding in te
schakelen. Leidt dat niet tot een bevredigende
oplossing, dan kan de klachtencommissie
worden ingeschakeld.
De Amarantis Onderwijsgroep is aangesloten
bij de landelijke klachtencommissie van
de besturenraad PCO.
Een klacht kan worden ingediend bij:
Landelijke klachtencommissie
Postbus 907
2270 AX Voorburg
Contact- en vertrouwenspersonen gaan vertrouwelijk
om met de verstrekte informatie.
Daarbij gelden wel de meldingsplicht van
personeelsleden aan het bestuur en de aangifteplicht
van het bestuur aan de politie,
als het gaat om vermoedelijk strafbare,
seksuele intimidatie van personeelsleden ten
opzichte van leerlingen.

24
Gerrit van der Veen College
4 Toelating
25
Toelating
Toelating algemeen
Het Gerrit van der Veen College staat open
voor ouders, leerlingen en medewerkers van
verschillende levensbeschouwingen. Recht
op de eigen levensbeschouwing en begrip
voor de levensbeschouwing van de ander,
zijn een grondbeginsel van de school.
Toelating is aan normen gebonden zoals
vermeld in deze schoolgids. De school -
leiding fungeert in wisselende samenstelling
als toelatingscommissie, soms aangevuld
met de decaan. Zij adviseert de directeur
bij de besluitvorming omtrent toelating.
Door de inschrijving binden de ouders/verzorgers
zich aan de regeling van het onderwijs,
de maatregelen van orde die door
bestuur, directie en management zijn of worden
vastgesteld en de financiële verplichtingen
die voor het volgen van onderwijs
gelden.
Leerlingen met een handicap
Leerlingen met een handicap die extra voorzieningen
nodig hebben om voortgezet
onderwijs te kunnen volgen kunnen niet
altijd worden toegelaten. Afhankelijk van de
beschikbare expertise en voorzieningen zal
telkens per aangemelde leerling en per
locatie beoordeeld worden of plaatsing
mogelijk is.
Toelating tot het eerste leerjaar
Een leerling uit groep 8 van de basisschool
kan in de eerste klas geplaatst worden als
hij voldoet aan de eisen, zoals die in de
Kernprocedure van de Gemeente Amster -
dam staan vermeld. Nadere informatie kan
verkregen worden bij de conrector en is te
vinden op het internet:
http://www.onderwijs.amsterdam.nl
(onder: Voortgezet onderwijs/Rechten en
Plichten).
In geval van over- inschrijving is de school
genoodzaakt om te loten. Uitgangspunt
daarbij is dat de school streeft naar een
gelijke verhouding tussen havo- en vwo-leerlingen.
Leerlingen van de Vooropleiding Dans van
de Amsterdamse Hogeschool voor de
Kunsten, van de Dansacademie Lucia
Marthas en van de vooropleiding van het
Conservatorium hebben voorrang bij plaatsing.
Dat geldt ook voor leerlingen, die al
een broertje of zusje op het Gerrit van der
Veen College hebben.
Van de havo kansklas op het Sweelinck
College naar 2havo
De school kent een samenwerkingsverband
met het Sweelinck College. Leerlingen in de
havo kansklas van deze school kunnen in
de tweede klas havo van het Gerrit van der
Veen College instromen, als deze aan
bepaalde voorwaarden voldoen.
Overige leerjaren
Bij toelating van leerlingen wordt rekening
gehouden met de plaatsingsmogelijkheden
van de school, met adviezen van de toeleverende
school en met de motivatie van de
leerling en zijn ouders om van school te veranderen.
Ouders en leerlingen kunnen zich
vanaf juni aanmelden en worden op een
wachtlijst geplaatst. Pas in de laatste schoolweek,
na de rapportvergaderingen, kan uitsluitsel
gegeven worden over definitieve
plaatsing.
Tot een hoger leerjaar kan worden toege -
laten de leerling die op grond van zijn
diploma, getuigschrift, of gevolgd onderwijs,
hiertoe gerechtigd is. In geen geval
wordt de leerling geplaatst in een
klas/afdeling afwijkend van de (bevorderings-)beslissing
van de toeleverende school.
Van 4 vmbo-tl naar 4 havo
Leerlingen met een vmbo-diploma (theoretische
leerweg) kunnen doorstromen naar 4
havo onder de volgende voorwaarden:
a. in het vakkenpakket zit het vak wiskunde
en tenminste één van de vakken Frans en
Duits;
b. het gemiddeld van de examenvakken op
de eindlijst is 6,5 of hoger;
c. de leerling is goed gemotiveerd om een
havo-diploma te halen.
Leerlingen van het Sweelinck College, die
door willen stromen naar 4 havo kunnen dit
kenbaar maken bij hun afdelingsleider. In
de toelatingscommissie, bestaande uit de
afdelingsleiders van beide scholen, worden
zij besproken, òòk leerlingen die nog niet of
niet helemaal aan de criteria voldoen.
Voor leerlingen van buiten de Amarantis
Onderwijsgroep gelden genoemde voorwaarden
strikt. Bovendien is plaatsing van
hen mede afhankelijk is van de beschikbare
plaatsen en van de uitkomsten van het toelatingsgesprek,
waarin capaciteiten, motivatie
en studiehouding aan de orde komen.
Alle leerlingen die vanuit het vmbo doorstromen
worden op conditie van niet doubleren
in 4 havo toegelaten.
Van 5 havo naar 5 vwo
Met een havo-diploma is een leerling in
principe toelaatbaar tot 5 vwo. Tot plaatsing
kan worden overgegaan, als de leerling
blijk heeft gegeven, over voldoende
capaciteiten en motivatie te beschikken, een
goede studiehouding te hebben en als de
aansluiting qua profiel en vakkenpakket
geen problemen geeft. De voorwaarden tot
toelating zijn vergelijkbaar met die van het
vmbo-tl naar 4 havo. Voor leerlingen van
buiten het Gerrit van der Veen College
speelt bij de beslissing tevens het aantal
beschikbare plaatsen in 5 vwo een rol.
Leerlingen die doorstromen vanuit 5 havo
worden op conditie van niet doubleren in
5 vwo geplaatst.

26
Gerrit van der Veen College
5 Rapportage en bevordering
27
Rapportage en bevordering
Eerste fase
In de eerste drie leerjaren krijgen de leerlingen
vier maal per jaar een cijferrapport
mee. Voor alle vakken wordt daarop een
cijfer vermeld, gebaseerd op de behaalde
resultaten in de voorafgaande periode. Aan
het einde van het schooljaar wordt naast
het vierde rapport het eindrapport vermeld.
Het eindrapportcijfer is het gewogen gemiddelde
van de cijfers voor de vier periode- of
deelrapporten, waarbij elke periodecijfer
even zwaar telt.
Aan de hand van het eindrapportcijfer
wordt de bevorderingsbeslissing genomen.
De normen daarvoor staan elders in deze
schoolgids. Het eindrapport bestaat uit
gehele cijfers per vak op de schaal van 1
tot 10, de pe rioderapporten kennen cijfers
met één decimaal achter de komma.
Na het eerste rapport is er een spreekavond
waarop ouders met de mentor over de
schoolprestaties en het (sociaal) functioneren
van hun zoon of dochter kunnen spreken.
Na het tweede rapport neemt de mentor
contact op met de ouders/verzorgers indien
dat wenselijk wordt geacht. Bij het derde
rapport wordt er wederom een ouderspreekmiddag/-avond
belegd, maar nu voor overleg
met ook de vakdocenten.
Om onaangename verassingen te voorkomen
worden ouders/verzorgers geadviseerd,
geregeld contact met de klassenmentor
op te nemen.
Tweede fase
Ook in 4 havo, 4 vwo en 5 vwo krijgen de
leerlingen vier rapporten mee naar huis,
waarop – anders dan in de eerste fase -
steeds het voortschrijdend gemiddelde van
de tot dan toe behaalde resultaten vanaf het
begin van het schooljaar staan vermeld.
Naast dit voortgangsrapport ontvangen de
leerlingen een dossierkaart met daarop de
beoordelingen van toetsen, praktische
opdrachten, practica en handelingsdelen,
die meetellen voor het schoolexamen.
In de examenklassen ontvangen de leerlingen
geen voortgangsrapport meer.
De bevorderingsnormen van de tweede
fase zijn als bijlage in deze schoolgids
opgenomen.
Om onaangename verassingen te voorkomen
worden ouders/verzorgers geadviseerd,
geregeld contact met de klassenmentor
op te nemen.
Bevorderings- of overgangsnormen eerste
fase
Op de laatste schooldag wordt het overgangsrapport
uitgereikt. In dit rapport wordt
aan elk (afgerond) cijfer een aantal plus- of
minpunten toegekend, die tezamen bepalend
zijn voor de overgang:
• de cijfers 9 en 10 leveren 2 pluspunten
op
• de cijfers 7 en 8 leveren 1 pluspunt op
• het cijfer 6 levert geen punten op
• het cijfer 5 levert 2 minpunten op
• het cijfer 4 levert 4 minpunten op
• de cijfers 1, 2 en 3 leveren 6 minpunten
op
Algemene bevorderingsregels:
a. Een leerling is bevorderd naar het volgende
leerjaar, wanneer het totaal aan plusen
minpunten 0 of meer is.
b. Een leerling wordt niet bevorderd binnen
de eigen afdeling, wanneer de som van
alle plus- en minpunten -7 of minder is.
c. In alle overige gevallen (totaal aan plusen
minpunten is –1, -2, -3, -4, -5 of –6),
wordt een leerling besproken en neemt
de overgangsvergadering een beslissing.
Bijkomende bevorderingsregels:
1. leerjaar 1, 2 en 3: voor de overgang
telt het gemiddelde van de vakken tekenen
en handvaardigheid (beeldende
vakken) als één cijfer mee. Hetzelfde
geldt voor de vakken drama, (dans),
muziek en ckv: het gemiddelde van
deze vakken telt als overgangscijfer
mee.
De dans-, ballet en muziekleerlingen,
die gebruik maken van de dispensatieregeling
van het Gerrit van der Veen
College krijgen eveneens twee meetellende
cijfers op het rapport: de beoordeling
voor het kunstvak (of het gemiddelde
van de twee kunstvakken), dat
(die) deze leerlingen op het Gerrit van
der Veen College gevolgd hebben, en
de beoordeling van de dans-, ballet of
muziekopleiding.
2. leerjaar 1, 2 en 3: in het geval van
afwijzen/niet bevorderen geeft de overgangsvergadering
een bindend advies
over de mogelijke voortzetting in het volgende
schooljaar.
3. leerjaar 1, 2 en 3: in bijzondere gevallen
kan de overgangsvergadering afwijken
van de geldende regels. Bijzondere
gevallen worden door mentor, afdelingsleider
of directielid voorgedragen.

28
Gerrit van der Veen College
5 Rapportage en bevordering
29
4. leerjaar 1, 2 en 3: in het algemeen
geldt, dat de leerling niet vrijwillig mag
doubleren, ook niet als hij slechts kan
worden bevorderd naar een afdeling of
met een pakket, waarvoor hij niet kiest.
5. leerjaar 2 en 3: in de leerjaren 2 en 3
is doubleren in de eigen afdeling in
principe alleen toegestaan als de som
van de plus- en minpunten het aantal
van –15 niet overschrijdt. Is dat wel het
geval, dan beslist de overgangsver -
gadering over doubleren in de eigen
afdeling.
6. leerjaar 2 en 3: in een leerjaar mag ten
hoogste eenmaal worden gedoubleerd.
Over twee opeenvolgende leerjaren
mag niet langer worden gedaan dan
drie jaar (doubleren in bijvoorbeeld
zowel klas 2 als klas 3 kan niet).
7. leerjaar 1: in leerjaar 1 kan niet
gedoubleerd worden, tenzij zwaarwegende
redenen van medische of sociaal-
psycho logische aard doubleren
nood zakelijk maken.
8. leerjaar 1: aan het einde van het eerste
leerjaar wordt een keuze gemaakt voor
2 vwo of 2 havo, waarbij de volgende
bevorderingsnormen gelden:
a. Een leerling wordt bevorderd naar
2vwo, indien:
i. de leerling evenveel of meer pluspunten
heeft dan het aantal meetellende
cijfers op het rapport, en
ii. de som van de afgeronde cijfers
voor de vakken Nederlands en
wiskunde tezamen groter of gelijk
is aan 13, waarbij geen van
deze vakken lager is dan een 5.
b. Wanneer een leerling 1, 2 of 3 punten
minder heeft dan het aantal meetellende
cijfers op het rapport, maar
wel aan de onder 8.a.ii. genoemde
eisen voldoet, wordt de leerling
besproken en formuleert de overgangsvergadering
een dringend
advies omtrent bevordering naar
2vwo dan wel 2havo. Leerling en
ouders/verzorgers die dit advies niet
wensen op te volgen, worden op -
geroepen voor nader overleg op
school met de mentor en de af -
delingsleider.
c. In alle overige gevallen wordt de
leerling die aan de algemene bevorderingsregels
voldoet bevorderd
naar 3havo.
d. Het staat overgangsvergadering vrij
om een advies te geven, dat afwijkt
van de hierboven beschreven bevorderingsnormen.
In dat geval vindt
overleg plaats tussen de ouders en
leerling enerzijds en de afdelingsleider
en mentor anderzijds om in
gezamenlijk overleg de beste vervolgopleiding
voor de leerling vast
te stellen.
NB: op het derde rapport wordt een
voorlopig advies 2 havo of 2 vwo vermeld,
gebaseerd op de inschatting van
het niveau van de leerling door de rapportvergadering.
9. leerjaar 2: een leerling in 2 havo die:
a. op het overgangsrapport gemiddeld
een 7,5 of hoger staat voor alle
meetellende vakken,
b. geen onvoldoendes en maximaal
twee zessen (2 x 6) heeft, en
c. voor de vakken Nederlands en wiskunde
tezamen minimaal 13 punten
heeft gehaald, heeft het recht om
door te stromen naar 3 vwo. In alle
andere gevallen wordt de leerling
bevorderd naar 3havo.
NB: deze regeling geldt niet voor
iemand die de tweede klas gedoubleerd
heeft.

30
Gerrit van der Veen College
5 Rapportage en bevordering
31
10.leerjaar 3havo: de keuzevrijheid van het
te kiezen profiel in het vierde leerjaar
wordt beperkt door de regel, dat de
leer ling maximaal één vijf (5) of één vier
(4) mag hebben voor de vakken die in
het profiel zitten. Deze regel geldt niet
voor het profiel Cultuur en Maat -
schappij.
Voor het te kiezen profiel Natuur en
Techniek geldt bovendien de regel, dat
het gemiddelde van de vakken wiskunde,
natuurkunde en scheikunde een zes
(6) of hoger moet zijn. Voldoet het overgangsrapport
van de leerling niet aan
deze regels, dan kan de vergadering
de leerling een bindend advies omtrent
het te kiezen profiel geven.
Bevordering van 3 havo naar 4 vwo is
in principe uitgesloten.
N.B.de bevorderingsnormen van het GVC
zijn in discussie. Mogelijk worden
wijzigingen in de loop van het jaar
ingevoerd.
Bevorderings- of overgangsnormen
tweede fase
Ook in 4 havo, 4 vwo en 5 vwo ontvangt
de leerling gedurende het schooljaar vier
rapporten. Maar in tegenstelling tot de eerste
fase wordt hier gewerkt met het principe
van het voortschrijdend gemiddelde. Dat
wil zeggen dat op elk rapport van elk vak
het gemiddelde van de tot dan toe behaalde
resultaten vanaf het begin van het
schooljaar staat vermeld.
Naast dit “voortgangsrapport” ontvangt de
leerling een dossierkaart met daarop de
beoordelingen van toetsen, praktische
opdrachten, practica en handelingsdelen,
die meetellen voor het schoolexamen.
In de examenklassen ontvangen de leerlingen
geen voortgangsrapport meer.
Algemene bevorderingsregels:
Een leerling is bevorderd van 4 havo naar
5 havo, van 4 vwo naar 5 vwo en van 5
vwo naar 6 vwo, als bij de overgang aan
de volgende eisen is voldaan:
1. de leerling heeft aan alle eisen die in het
Programma van Toetsing en Afsluiting
met betrekking tot de (praktische)
opdrachten en handelingsdelen voldaan,
en
2. de leerling heeft voor alle vakken van het
examendossier
– een zes (6) of hoger behaald, òf
– één vijf (1 x 5) behaald èn alle overige
cijfers zijn zes (6) of hoger, of
– één vier (1 x 4) behaald èn alle overige
cijfers zijn zes (6) of hoger, òf
– twee vijven (2 x 5) behaald èn alle
overige cijfers zijn zes (6) of hoger èn
van de onvoldoende cijfers betreft niet
meer dan één onvoldoende een vak
van het profieldeel, òf
– één vier en één vijf (1 x 4 en 1 x 5)
behaald èn alle overige cijfers zijn zes
(6) of hoger èn van de onvoldoende
cijfers betreft niet meer dan één onvoldoende
een vak van het profieldeel.
3. Een leerling, die voldoet aan één van de
onder 2. genoemde eisen maar niet aan
de onder 1. genoemde eis, krijgt de ge -
legenheid om vóór de revisieverga dering
alsnog aan deze eis te voldoen.
4. Als een leerling:
a. drie vijven (3 x 5) heeft behaald, èn
b. van deze cijfers is slechts één vijf (5)
te vinden in de vakken die zijn af -
gesloten, èn
c. van de onvoldoende cijfers betreft
slechts één vijf (5) een vak van het
profieldeel, dan kunnen de mentor en
de afdelingsleider deze leerling voor -
dragen als bespreekgeval tijdens de
overgangsvergadering. De mentor en
de afdelingsleider komen ter vergadering
met een voorstel op schrift.
Bijkomende regels en bepalingen:
1. leerjaren 4 havo, 4 vwo en 5 vwo: een
leerling die bevorderd is heeft het recht
om voor de schoolexamenvakken, die in
het betreffende leerjaar worden afge -
sloten en waarvoor een onvoldoende is
behaald, een herexamen aan te vragen
bij de afdelingsleider. Het herexamen
wordt vòòr de herfstvakantie afgenomen.
2. leerjaren 4 havo, 4 vwo en 5 vwo: in
het geval van afwijzen geeft de overgangsvergadering
een bindend advies
over de mogelijke voortzetting in het volgende
schooljaar.
3. leerjaren 4 havo, 4 vwo en 5 vwo: in
een leerjaar mag ten hoogste eenmaal
worden gedoubleerd. Over twee opeenvolgende
leerjaren mag niet langer worden
gedaan dan drie jaar (doubleren in
bijvoorbeeld zowel 4 vwo als 5 vwo
kan niet).
4. leerjaren 4 havo, 4 vwo en 5 vwo: in
het algemeen geldt, dat de leerling niet
vrijwillig mag doubleren, ook niet als hij
slechts kan worden bevorderd naar een
afdeling of met een pakket waarvoor hij
niet kiest.
5. leerjaren 4 havo, 4 vwo en 5 vwo: in
bijzondere gevallen kan de overgangsvergadering
afwijken van de geldende
regels. Bijzondere gevallen worden door
mentor, afdelingsleider of directielid voorgedragen.

32
Gerrit van der Veen College
6 Belangrijke commissies
33
Belangrijke commissies
Leerlingencommissies
Op het Gerrit van der Veen College zijn
een aantal leerlingencommissies actief:
– de leerlingenraad, waarin leerlingen zitten
die gekozen zijn door de leerlingen
van het Gerrit van der Veen College.
Regelmatig overlegt deze raad met de
schoolleiding over praktische en andere
onderwerpen die de school aangaan.
De leerlingenraad is daardoor een
spreekbuis van de leerlingen, bedoeld
om meningen en ideeën die bij de leerlingen
leven op de juiste plaats kenbaar te
maken;
– klassenvertegenwoordigers: een leerling
per klas, door de klas gekozen. De
afdelings leiders overleggen regelmatig
met de klassenvertegenwoordigers van
hun afdeling over het reilen en zeilen
rondom de lessen;
– het leerlingenparlement, waarin alle klassenvertegenwoordigers
zitting hebben;
zij overleggen tenminste tweemaal per
jaar met de leerlingenraad;
– de feestcommissie, die samen met de
schoolleiding per jaar ongeveer 4 feesten
organiseert, twee op school en twee,
waaronder een eindfeest in een discotheek;
– de commissie Licht en Geluid, die alle
activiteiten in de aula van een passende
verlichting en geluidsversterking voorziet;
Ouderraad
De school kent een actieve ouderraad die
ongeveer 7 keer per jaar bijeenkomt om
samen met de directie actuele schoolzaken
te bespreken. De raad bestaat uit 1 à 2 vertegenwoordigers
per leerjaar. Op de eerste
algemene ouderavond worden ouders
gevraagd zich beschikbaar te stellen.
Wanneer (te) veel ouders zitting willen
nemen in de raad volgen er verkiezingen.
raad (MR). De rector van de school ve r -
tegenwoordigt het bevoegd gezag.
De MR is ingesteld door de overheid met
als doel ouders, leerlingen en medewerkers
van een school inspraak te geven in zaken
die van groot belang zijn voor het onderwijs.
De school is verplicht kennis te nemen
van uitspraken van de MR en in overleg te
treden met de MR als deze negatief ad -
viseert of niet instemt met een door de
schoolleiding ingediend voorstel.
Ouders die geïnteresseerd zijn om zitting te
nemen in de MR kunnen contact opnemen
met de ouderraad of de rector.
Naast de MR’s kent de Amarantis Onder -
wijsgroep een Gemeenschappelijke Mede -
zeggenschapsraad (GMR). Deze raad
adviseert het College van Bestuur van de
Amarantis Onderwijsgroep in vele zaken en
dient ten aanzien van een aantal belang -
rijke zaken in te stemmen met voorgenomen
besluiten van het CvB.
Medezeggenschap
Door de reorganisatie van de ISA en de
fusie met de ROC ASA (per 1 januari
2007) worden de MR’s momenteel gereorganiseerd.
Eén lid van de ouderraad heeft
tevens zitting in de Medezeggenschaps -

34
Gerrit van der Veen College
7 Financiële en administratieve zaken
35
Financiële en administratieve zaken
Schoolboeken
Dit schooljaar is het Gerrit van der Veen
College overgestapt op een andere organisatie,
waar schoolboeken gehuurd en/of
gekocht kunnen worden. Ouders kunnen
vanaf eind juni een boekenpakket voor hun
zoon of dochter bestellen. De huurprijs is
afhankelijk van het benodigde boekenpakket
en varieert van 300 tot 400 euro.
Wie het pakket bij de boekhandel wil
bestellen, kan aan het einde van het schooljaar
op de administratie van de school een
boekenlijst afhalen.
Indien leerlingen bij aanvang van de cursus
niet over boeken beschikken door niet tijdig
bestellen of betalen van het boekenpakket,
is het zinvol volgen van de lessen niet
mogelijk. Dit kan leiden tot het niet toelaten
van de leerling in de lessen.
Kluisje
Op het GVC is een beperkt aantal kluisjes
beschikbaar. Voor zover er kluisjes beschikbaar
zijn kunnen leerlingen er eentje huren
voor €10,- per jaar.
De schoolleiding heeft het recht om het
gebruik van een kluisje te verbieden en om
op gezette tijden de inhoud ervan in het
bijzijn van de leerling te controleren.
Onderling ruilen van kluisjes zonder toestemming
van de conciërge en het delen
van een kluisje samen met een ander is niet
toegestaan.
Bijdrage leermiddelen
Naast de boekenhuur dienen ouders/verzorgers
een bijdrage van € 50,- per leerjaar
te betalen voor leermiddelen die niet
op de boekenlijst staan maar wel ge- en
verbruikt worden. De bijdrage heeft betrekking
op leermiddelen en materialen, die niet
door de overheid vergoed worden maar
door de school gratis verstrekt worden,
zoals organisatiekosten, audio- en video -
materiaal, software en werkmateriaal voor
o.a. de vakken tekenen, handvaardigheid,
techniek, verzorging en muziek.
Ouders van leerlingen van de kunstvoor -
opleidingen betalen 75% van dit bedrag.
Ouders/verzorgers ontvangen aan het
begin van het schooljaar een acceptgiro.
Ouderbijdrage
De (vrijwillige) ouderbijdrage bedraagt
momenteel eveneens € 50,- en is bedoeld
om allerlei sociale activiteiten op school te
bekostigen; tevens worden extra uitgaven
van de mediatheek uit deze bijdragen
bekostigd alsmede kleine excursies, buitenschoolse
activiteiten en extra verzekeringen
betaald. De kosten van grotere excursies
kunne met behulp van deze inkomsten verlaagd
worden.
De ouderbijdrage is volgens de wet een v rij -
willige bijdrage. Aangezien het deel nemen
aan buitenschoolse activiteiten op het Gerrit
van der Veen College een wezenlijke
onderdeel is van het schoolprogramma en
het ministerie de school voor deze ac -
tiviteiten niet subsidieert, wordt een nadrukkelijk
beroep op de ouders/verzorgers
deze bijdrage aan de school te voldoen.
Het afzien van betaling van dit bedrag kan
tot verhoging van de bijdrage voor meerdaagse
excursies leiden of tot uitsluiting van
de leerling van bepaalde activiteiten op
school, die van groot belang en onmisbaar
geacht worden voor een goede opleiding.
Ouders/verzorgers ontvangen ook voor
deze ouderbijdrage aan het begin van het
schooljaar een acceptgiro. Ouders van leerlingen
van de kunstvooropleidingen betalen
75% van dit bedrag.
Reizen en werkweken
Deze activiteiten vormen voor de leerlingen
van de eerste, de derde en de vijfde klas
een vast onderdeel van het schoolprogramma.
Met andere woorden: ze zijn verplicht
voor alle leerlingen van het betreffende leerjaar.
De kosten daarvoor zijn niet opgenomen in
de bijdrage leermiddelen of ouderbijdrage,
maar worden wel voor een klein deel vergoed
uit de ouderbijdragen. Ouders krijgen
voor deze reizen in principe twee maanden
van te voren een acceptgirokaart thuis
gestuurd.
Voor ouders/verzorgers van leerlingen van
de brugklassen bestaat vanaf 2007-2008
de mogelijkheid, om via een maandelijkse
automatische incasso een spaarbedrag op
te bouwen, waaruit de meerdaagse reizen
betaald kunnen worden. Zij ontvangen hierover
aan het begin van het schooljaar
nader bericht.
Verzekeringen
Alle leerlingen, ook als zij stage lopen, zijn
tegen ongevallen verzekerd gedurende de
schooltijd en één uur voor en na de schooltijd.
Het betreft een aanvullende verzekering
op de ziektekostenverzekering. Mocht een
leerling iets overkomen op weg van of naar
huis, dan moet de school onmiddellijk daarvan
op de hoogte gesteld worden. De verzekering
geldt niet voor materiële schade,

36
Gerrit van der Veen College
7 Financiële en administratieve zaken
37
dus niet voor beschadigingen aan brillen,
kleding en andere eigendommen. Als de
leerling deelneemt aan een excursie of
werkweek is een eigen deugdelijke ziektekostenverzekering
en een W.A.-verzekering
verplicht.
De school kent de volgende verzekeringen:
W.A.-verzekering
De school is alleen aansprakelijk voor schade
die leerlingen tijdens de schooluren veroorzaken
of oplopen indien de schade is
ontstaan door:
a. een onrechtmatige daad van het bestuur
(de school) of van één der personeelsleden;
b. indien de schade is ontstaan door schuld
van één van de (mede)leerlingen, terwijl
redelijkerwijs kan worden aangenomen,
dat de toezichthoudende leerkracht het
ongeval had kunnen voorkomen.
Collectieve Ongevallenverzekering
Deze verzekering dekt het ongevallenrisico
voor de verzekerden:
a. gedurende het verblijf in de schoolge -
bouwen of op de daarbij behorende terreinen
tijdens de officiële schooluren,
alsmede tijdens het gaan van huis naar
school en omgekeerd ten hoogste ge -
durende één uur voor en één uur na de
schooltijd;
b. tijdens verblijf op sportvelden, in gymnastieklokalen,
zwembaden e.d., mits in
klassikaal of schoolverband en onder
toezicht;
c. tijdens (buitenlandse) schoolreizen, kampen,
excursies in schoolverband, tijdens
deelneming aan schoolsportwedstrijden
e.d., mits en zolang de leerlingen onder
toezicht staan.
Er geldt steeds, dat alleen uitkering plaatsvindt,
voor zover geen andere (eigen) verzekering
uitkeert of vergoedt. Deze onderdelen
betreffen dus een aanvullende
verzekering.
Reisverzekering:
Bij reizen vanwege werkweken (ook naar
het buitenland) e.d. zijn de volgende risico’s
(tot zekere maxima) verzekerd: onvoorziene
noodzakelijke uitgaven, medische kosten
volgens Nederlands tarief, tandheelkundige
hulp na ongeval, verlies of beschadiging
van bagage, overlijden door ongeval, blijvende
invaliditeit door ongeval.
Voor medische kosten geldt weer, voor
zover geen andere verzekering uitkeert of
vergoedt.
N.B.: bij het opzettelijk toebrengen van
schade en/of letsel keert de verzekering
niet uit. De veroorzaker is altijd zelf aansprakelijk.
Schade/vermissing
Alle schade door een leerling toegebracht
aan gebouw, meubilair, leermiddelen enz.
moet door de leerling of de ouders worden
vergoed.
De school is niet aansprakelijk voor vermissing
of beschadiging van fietsen, brommers,
kledingstukken en andere eigendommen
van de leerling. In sommige gevallen kan
een beroep worden gedaan op de eigen
inboedelverzekering. Om vermissingen
zoveel mogelijk te voorkomen worden
ouders aangeraden, de eigendommen van
een naam of merkteken te voorzien. Fietsen
en brommers moeten op slot worden gezet.
Het gebruik van dure fietsen wordt ontraden.
Tegemoetkoming studiekosten
Ouders die schoolgaande kinderen hebben
maken kosten. Op de basisschool werden
deze deels door de school zelf, d.w.z. door
de overheid betaald. In het voortgezet
onderwijs is dat niet het geval.
Ouders die onder een bepaalde inkomensgrens
zitten kunnen een tegemoetkoming in
de schoolkosten krijgen. Afhankelijk van het
(gezamenlijk) belastbaar inkomen kunnen
ouders een maximale, gedeeltelijke of geen
tegemoetkoming krijgen. Nadere informatie
bij de IB- Groep, telefoon (050) 599 77
55, of http://www.ib-groep.nl. Op deze
website staat tevens veel informatie over
mogelijkheden voor een tegemoetkoming in
de studiekosten.
Scholierenvergoeding
De gemeente Amsterdam kent een vergoeding
voor sportieve en culturele activiteiten
(waaronder schoolreisjes en excursies),
bedoeld voor Amsterdamse jongeren tot
18 jaar, van wie de ouders/verzorgers een
inkomen op of rond bijstandniveau hebben.
Maximaal kunnen ouders/verzorgers
€ 350,- vergoed krijgen; daarvoor moeten
bonnen of rekeningen overlegd worden.
Informatie is te krijgen bij:
www.dwi.amsterdam.nl of
tel. 020-3463684.

38
Gerrit van der Veen College
8 Veiligheid, gedrag en verzuim
39
Veiligheid, gedrag en verzuim
Inleiding
Iedere school heeft regels om de sfeer prettig
te houden en om tot goede schoolresul -
taten te komen. Het Gerrit van der Veen
College heeft een leerlingenstatuut waarin
de rechten en plichten van de leerling
geregeld worden.
Het leerlingenstatuut wordt aan alle leer -
lingen die voor de eerste maal worden in -
geschreven uitgereikt, en ligt voor de
ove rige leerlingen op school ter inzage.
Verder zijn er “huisregels” van kracht,
gedragsregels om leven en werken in een
aangenaam klimaat mogelijk te maken.
De regels zijn van kracht “in en om school”.
Dat wil zeggen dat deze ook van toepassing
zijn voor de omgang met de buurt -
bewoners en met de leerlingen van andere
scholen.
Gedragsregels
Er is de school veel aan gelegen, dat de
sfeer zodanig is dat allen, zowel leerlingen
als personeelsleden, zich daar beschermd
en veilig voelen. Dat betekent dat respect
voor elkaar en elkaars eigendommen als
vanzelfsprekend geldt.
Binnen het Gerrit van der Veen College en
andere scholen van de Amarantis
Onderwijsgroep wordt nadrukkelijk aandacht
besteed aan het voorkomen van
seksuele intimidatie, agressie, geweld,
discriminatie en racisme. Daarom is in aansluiting
op de wettelijke verplichtingen
beleid ontwikkeld om dit soort intimidatie
tegen te gaan. Zo wordt een bijdrage geleverd
aan een aangenaam en veilig leef- en
werkklimaat op de locaties, waarin respectvol
met elkaar omgaan gewoon is.
Om de algemene sfeer in de school zo
goed mogelijk te houden is het meenemen
of uitnodigen van niet-leerlingen in de
school niet toegestaan. Jongeren van buiten
de school kennen de regels niet en daarom
kunnen er zich vervelende incidenten voordoen.
Plezierig, beleefd en respectvol met elkaar
omgaan, hoe divers het intellectueel niveau,
de huidskleur of de sociale achtergrond ook
is, maakt een harmonieuze en studieuze
sfeer op school mogelijk.
Ook schreeuwen en rennen in school verstoort
de goede sfeer.
Van de leerlingen wordt verwacht dat ze
meehelpen om de goede sfeer te handhaven
door geen gevaarlijke voorwerpen,
wapens (waaronder ook zakmessen worden
verstaan) en spuitbussen mee te nemen
naar school. Deze zijn uitdrukkelijk verboden.
Ook het gebruik van vuurwerk en laserpennen
zowel binnen als buiten de school is
dermate gevaarlijk dat aansteken of gebruiken,
maar ook meenemen van deze zaken
volstrekt verboden is. Meenemen van viltstiften
naar school is niet toegestaan, omdat
wij prettig willen werken in een schoon
gebouw zonder graffiti. Mobiele telefoontjes
verstoren de lessen; je mag deze alleen
gebruiken in de A- hal en kantine.
De school aarzelt niet op te treden tegen
leerlingen die zich niet aan de regel houden.
Schorsing en melding aan de politie
horen in een aantal gevallen bij de afgesproken
procedure. Zo zal de school bij het
plegen van een strafbaar feit en in geval
van (een vermoeden van) crimineel gedrag
contact opnemen met de politie, mogelijk
gevolgd door een aangifte.
De school kan, indien er gegronde redenen
zijn, de kluisjes en tassen van leerlingen
voor inspectie openen.
Roken is dermate gevaarlijk voor de
gezondheid, dat wij de wettelijke voorschriften
die daarvoor gelden met betrekking tot
openbare gebouwen volgen. Daarom is
roken in de school verboden.
Vanzelfsprekend nemen leerlingen geen
drugs en alcohol mee naar school en
gebruiken zij die niet.
Elk jaar aan het begin van de cursus worden
de schoolregels aan alle leerlingen uitgereikt.
De school heeft een veiligheidscoördinator.
Deze onderhoudt contacten met de politie,
de buurt, scholen in de buurt en is voor de
eigen school aanspreekpunt voor alles

40
Gerrit van der Veen College
8 Veiligheid, gedrag en verzuim
41
betreffende de veiligheid in en om school.
De veiligheidscoördinator is de heer Velu.
Schorsing en verwijdering
De rector kan een leerling voor een periode
van ten hoogste een week schorsen.
Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk en
met opgave van redenen aan de leerling en
de ouders/verzorgers meegedeeld.
Het bevoegd gezag kan besluiten tot defi -
nitieve verwijdering van een leerling.
Voordat een besluit daarover wordt genomen,
worden de leerling en de ouders/
verzorgers gehoord.
Onvoldoende vorderingen is geen grond
voor verwijdering. Een overstap naar een
andere locatie is geen verwijdering.
Het besluit tot verwijdering wordt schriftelijk
en met opgave van redenen aan de leerling
en de ouders/verzorgers meegedeeld.
Het bevoegd gezag heeft een inspanningsverplichting
om voor de betreffende leerling
een alternatieve oplossing te zoeken.
Definitieve verwijdering van een leerplichtige
leerling vindt plaats wanneer de leerling
is ingeschreven bij een andere school of
instituut. Tot die tijd wordt naar alternatieven
voor opvang gezocht, i.s.m. de jeugdhulpverlening.
Leerplicht, ziekmelding, absentie en te
laat komen
De plicht tot leren begint in het vijfde levensjaar
en eindigt na elf jaar onderwijs. Elke
leerplichtige leerling moet bij een school
staan ingeschreven.
De ouders zijn verplicht ervoor te zorgen
dat hun kind de school elke schooldag
bezoekt. Leerlingen zijn verplicht alle lessen
en activiteiten in het kader van de school bij
te wonen.
Alleen om zeer ernstige redenen kunnen lessen
verzuimd worden. Over verzuim moet
van tevoren overlegd worden met de
schoolleiding. Bij ziekte dient de school
’s morgens tussen 8.00 en 10.00 uur tele -
fonisch op de hoogte te worden gesteld:
06 – 28 66 97 09 (bij de absentuaris de
heer Ziel).
Van elk verzuim dient een schriftelijke ver -
klaring van de ouders aan de directie
gestuurd te worden.
In het kader van het Protocol Leerplicht en
Verzuim dat door alle besturen van
Amsterdamse scholen is ondertekend, neemt
de school passende maatregelen om het
verzuim terug te dringen. Zorgwekkend verzuim
wordt via het Leerling Administratie
Systeem van de gemeente Amsterdam aan
de leerplichtambtenaar gemeld. Zie ook
elders in deze gids.
De afspraken over ziekmelding en verzuim
binnen het Gerrit van der Veen College op
een rijtje:
• Ziekte van een leerling of afwezigheid
om andere redenen moet bij de school
zo spoedig mogelijk bekend zijn. De
ouders bellen ’s morgens tussen 8.00 en
10.00 uur de heer Ziel, de absentuaris
van de school (tel: 06 – 28 66 97 09)
om de leerling ziek of af te melden.
Zodra de leerling weer op school is,
levert hij voor aanvang van de lessen bij
de conciërge een brief van de ouders in.
Deze brief is ondertekend door de
ouders en vermeldt de duur en de reden
van de absentie.
• Een leerling die zich op school ziek voelt
en naar huis wil, vraagt daarvoor toestemming
aan zijn afdelingsleiders, of -
als deze niet aanwezig is – bij een
ander lid van de schoolleiding. In geen
geval gaat een leerling van school weg
zonder zich te hebben afgemeld! De
leerling belt ook eerst naar huis om zijn
ziekte en thuiskomst aan te kondigen.
Zodra de leerling weer op school is,
levert hij een door de ouders ondertekende
absentiekaart in bij de conciërge. Bij
veelvuldig medisch verzuim neemt de
school contact op met de ouders en kan
zij de schoolarts inschakelen.
• Als een leerling lesuren moet verzuimen in
verband met (tand-)artsbezoek, keuring,
enz. dan dienen de ouders ruim van
tevoren hierover contact met de ab -
sentuaris (06-28 66 97 09) op te
nemen. Uiteraard zal de leerling af -
spraken met arts en dergelijke zoveel
mogelijk buiten lestijd proberen te maken.
• Als een leerling door een blessure de
gymnastieklessen niet kan volgen, is een
brief van de ouders vereist. De leerlingen
zijn altijd verplicht zich bij hun gymnastiekdocent
te melden.
• Extra verlof buiten de normale vakanties
om is in principe niet mogelijk. Voor eventuele
vragen hierover moet contact worden
opgenomen met de afdelingsleider.
Tenslotte: de school houdt streng toezicht op
het te laat komen. De leerling moet, als hij
of zij meerdere malen zonder geldige reden
te laat komt, zich de volgende dag om
08.00 uur melden bij de conciërge en/of
een uur nablijven. Als een leerling veelvuldig
te laat komt, zal de absentuaris of afdelingsleider
contact opnemen met de ouders.
Mocht er geen verbetering ontstaan, dan
zal de leerplichtambtenaar op de hoogte
worden gebracht van het vele te laat
komen. Hij zal dan passende maatregelen
nemen.

42
Gerrit van der Veen College
9 Overige nuttige informatie en adressen
43
Overige nuttige informatie en adressen
Amarantis Onderwijsgroep
Het Gerrit van der Veen College maakt deel
uit van de Amarantis Onderwijsgroep. De
stichting beheert ca. 25 scholen voor voortgezet
onderwijs in en rond Amsterdam
(voorheen: ISA), en tevens een aantal scholen
voor middelbaar beroepsonderwijs
(voorheen: ROC ASA).
Samen met het Damstede College,
Comenius Lyceum, Pieter Nieuwland
College en Pascal College (in Zaandam)
vormt het Gerrit van der Veen College de
HAVO/VWO-divisie van deze organisatie.
De dagelijkse leiding van de Amarantis
berust bij het College van Bestuur, bestaande
uit B. Molenkamp (voorzitter),
M.R.A.Luijpen en een vacature. Er is een
Raad voor Toezicht in oprichting.
Postadres:
• College van Bestuur Amarantis
Onderwijsgroep
Postbus 75875
1070 AW Amsterdam
Bezoekadres:
• Strawinskylaan 3165
1077 ZX Amsterdam
telefoon: 020 – 5 04 24 00
fax: 020 – 5 04 24 99
Het Onderwijs Service Centrum handelt alle
administratieve, personele en financiële
zaken af voor het Gerrit van der Veen
College. De accountmanager voor het
Gerrit van der Veen College is de heer
L. Spieker. Telefoon: 020 - 5 11 19 88.
De personeelsfunctionaris voor de school is
mevrouw C. Beekhuizen;
telefoon: 020 - 5 14 80 17.
• Onderwijs Service Centrum ISA
Marius Bauerstraat 399a
1062 AP Amsterdam
Postadres:
• Postbus 90301
1006 BH Amsterdam
Identiteit van de Amarantis
Onderwijsgroep
In de statuten van de Amarantis
Onderwijsgroep is de interconfessionele
grondslag van het onderwijs op de scholen
binnen de stichting opgenomen.
De wortels van de AOG liggen in het christelijk
geloof. Van allen die de school be -
volken wordt verwacht dat zij deze grondslag
respecteren, zoals de school ook van
haar kant respect en gastvrijheid toont voor
leerlingen en ouders van andere (gods-
dienstige) overtuigingen en levensopvat -
tingen.
In het schoolwerkplan van de scholen wordt
de inspiratie van waar uit de AOG werkt
zodanig vorm gegeven dat alle betrokkenen
zich daarin herkennen. Daarbij wordt binnen
de scholen voldoende ruimte ingebouwd
voor het vak levensbeschouwing.
De uitwerking van de uitgangspunten in het
lesgeven en de overige werkzaamheden op
de scholen is een proces waaraan per -
soneel en leerlingen op alle scholen en binnen
alle locaties voortdurend aandacht
besteden.
Medezeggenschap
Door de reorganisatie van de ISA en de
fusie met de ROC ASA (per 1 januari
2007) worden de MR’s momenteel gere -
organiseerd. Eén lid van de ouderraad
heeft tevens zitting in de Medezeggen -
schaps raad (MR). De rector van de school
vertegenwoordigt het bevoegd gezag.
De MR is ingesteld door de overheid met
als doel ouders, leerlingen en medewerkers
van een school inspraak te geven in zaken
die van groot belang zijn voor het onderwijs.
De school is verplicht kennis te nemen
van uitspraken van de MR en in overleg te
treden met de MR als deze negatief ad -
viseert of niet instemt met een door de
schoolleiding ingediend voorstel.
Ouders die geïnteresseerd zijn om zitting te
nemen in de MR kunnen contact opnemen
met de ouderraad of de rector.
Het doel van de MR- vergaderingen is het
tot stand brengen van een regelmatig contact
tussen de verschillende groepen die in
onze school werken en/of eraan verbonden
zijn. Het regelmatig uitwisselen van
ideeën komt het begrip tussen ouders, leerlingen,
docenten en overige medewerkers
van de school ten goede.
Het uitoefenen van de eigenlijke mede -
zeggenschap, zoals die in de Wet op de
Medezeggenschap in het Onderwijs is vastgelegd,
houdt in dat de MR op eigen ini -
tiatief ieder onderwerp dat met het school -

44
Gerrit van der Veen College
9 Overige nuttige informatie en adressen
45
leven te maken heeft, in bespreking kan
nemen. De MR kan over ieder onderwerp
dat zij bespreekt een advies uitbrengen aan
de directie en/of het bestuur. De directie
moet, als zij een beslissing wil nemen over
een belangrijke zaak die de school betreft,
de MR eerst om advies vragen. In een aantal
gevallen moet de MR met voorstellen
instemmen, voordat de voorgenomen be -
sluiten worden uitgevoerd. Om een indruk
te geven van de zaken waar het bij het laatste
om kan gaan, enkele voorbeelden:
– het deelnemen van de school aan een
onderwijskundig experiment
– een verandering in de organisatie van de
school
– profielschetsen van schoolleiders
– besteding van gelden
Ieder die met de MR in contact wil komen
om onderwerpen ter bespreking aan te
dragen of om inlichtingen te vragen, kan
zich wenden tot zijn of haar vertegenwoordiger(s)
of rechtstreeks tot de voorzitter of
secretaris van de MR. Mevr. N. Fischer en
de heer B. Menkveld zijn namens het personeel
de vertegenwoordigers in de MR, de
heer J. de Laet vertegenwoordigt momenteel
de ouders in de raad. De vergaderingen
van de MR zijn openbaar.
Naast de MR’s kent de Amarantis Onder -
wijsgroep een Gemeenschappelijke
Medezeggenschapsraad (GMR). Deze
raad adviseert het College van Bestuur van
de Amarantis Onderwijsgroep in vele zaken
en dient ten aanzien van een aantal belangrijke
zaken in te stemmen met voorgenomen
besluiten van het CvB.
Inspectie
Het adres van de onderwijsinspectie, waaronder
de school ressorteert, is:
• Inspectie van het Onderwijs
Kantoor Haarlem
mw. P van der Lingen
Herenweg 115
2105 MG Heemstede
Telefoon 023 – 5 48 34 89
Postadres:
Postbus 431
2100 AK Heemstede
Het centraal telefoonnummer voor de vertrouwensinspecteurs
van de inspectie is:
0900 – 1 11 31 11
Klachtenregeling
De vertrouwenspersonen voor de Amarantis
Onderwijsgroep zijn:
• dhr. H. Breukelaar,
tel. 020 – 5 98 52 92, en
• mw. M.H.B. Jongbloed,
tel. 010 – 4 07 16 40 (dinsdag,
woensdag en donderdag)
Amarantis is aangesloten bij de landelijke
klachtencommissie van de besturenraad
PCO.
Een klacht kan worden ingediend bij:
• Landelijke klachtencommissie
Postbus 907
2270 AX Voorburg
Overige adressen:
Amsterdamse Hogeschool voor de
Kunsten, afd. Nationale Ballet Academie
• mw. V. Summers
Jodenbreestraat 3
1011 NG Amsterdam
Telefoon 020 – 5 27 76 43
Email: v.summers@the.ahk.nl
Amsterdamse Hogeschool voor de
Kunsten, dependance Nationale Ballet
Academie
• dhr. F. Berlips
Agamemnonstraat 44
1076 LW Amsterdam
Telefoon 020 – 6 73 23 55
Fax 020 – 6 75 70 55
Email : f.berlips@the.ahk.nl
Conservatorium van Amsterdam
• mw. M.A. Wüst
Van Baerlestraat 27
1071 AN Amsterdam
Telefoon 020 – 5 27 75 58
Fax 020 – 6 76 15 06
Email : m.wust@cva.ahk.nl
Dansacademie Lucia Marthas
• dhr. R. van der Kooij
Rustenburgerstraat 436
1072 HK Amsterdam
Telefoon 020 – 6 76 13 70
Fax 020 – 6 70 76 98
Email: ruud@luciamarthas.nl
Leerplichtambtenaar
• dhr. C.G den Hartog
Stadsdeelkantoor de Pijp
Karel du Jardinstraat 65
Postbus 51160
1007 ED Amsterdam
Telefoon 020 – 6 78 17 18
Schoolarts en schoolverpleegkundige
• mw. J. van der Jagt (schoolarts)
• mw. H. van Yperen (schoolverpleeg-
kundige)
Schoolgezondheidszorg
Hendrick de Keyserstraat 14
1073 TH Amsterdam
Telefoon 020 – 5 55 57 19
Fax 020 – 6 64 51 40

46
Gerrit van der Veen College
10 Medewerkers, vakanties en belangrijke data
47
Medewerkers, vakanties en belangrijke data
Medewerkers 2007-2008
Rector e.t.
dhr. drs. B.D. Meijer
Conrector/Veiligheidscoördinator
M. Velu
Afdelingsleider
dhr. J.H.H.M. Geurts (brugklassen)
drs. M.L.H. Sorée (klas 2 en 3)
mw. drs. Ch.H. Martin (klas 4 en hoger)
Docenten met speciale taken
mw. H.P.H. Booij
(onderwijscoördinator tweede fase)
mw. drs. C.M. Jobse (coördinator voor -
opleidingen ballet/dans/muziek)
dhr. B.J. Menkveld (decaan)
mw. drs. L. Hylkema en dhr. G. Bouwer
(kunstcoördinatoren)
mw. B. Timman en mw. S. Jonker
(remedial teaching en dyslexie)
dhr. S.J.J. Rodermans
(faalangstreductietraining)
Mediatheek
mw. N. Bakker/mw. A.A. Giskes
Technisch onderwijsassistent
mw. S. Fouad Karim/dhr. J. Helling
Systeembeheer
dhr. J. Krop
Rooster
dhr. E.J. Booij
Absentuaris
dhr. W. Ziel
Conciërge
mw. R. Sekuur/dhr. V.D. Kadam
dhr. M. el Temna
Onderwijsassistent/conciërge:
mw. B. Sadzak
Secretariaat
mw. C.R.J.J. Hulkenberg
mw. I. Elhamami (financiën)
mw. C. Sieling
Leerplichtambtenaar
dhr. C.G. den Hertog
Onderwijshulpverlening
mw. drs. M. van Rooijen
Schoolarts
mw. J. van der Jagt
Schoolverpleegkundige
mw. H. van Yperen
Docenten en mentoren (met de gehanteerde afkortingen t.b.v. het rooster en met e-mailadres)
AKK dhr. A. Akkerhuis a.akkerhuis@isa-vo.nl Frans
AZA dhr. A. Azani a.azani@isa-vo.nl techniek
BAI mw. S. Baidjnath-Misier s.baidjnathmisier@isa-vo.nl wiskunde
BEU mw. M.E. Beukenkamp m.beukenkamp@isa-vo.nl Nederlands
BLK mw. drs. E.T.M. Blankers l.blankers@isa-vo.nl Nederlands
BOE mw. A. Boelens a.boelens@isa-vo.nl drama
BOO mw. H.P.H. Booij-Dijksterhuis h.booydijksterhuis@isa-vo.nl Engels
BOS mw. Ch.A. Bosma c.bosma@isa-vo.nl geschiedenis
BOW dhr. G. Bouwer g.bouwer@isa-vo.nl biologie
BRV dhr. drs. G.S. van Breevoort g_van.breevoort@isa-vo.nl natuurkunde, ANW
CON mw. G.H. Conijn g.conijn@isa-vo.nl beeldend
COR dhr. A.D.D. Cornelissen h.cornelissen@isa-vo.nl natuurkunde, scheikunde,
wiskunde
DNG mw. drs. I.F.M. van Dongen i_van.dongen@isa-vo.nl Frans
DOR mw. E. Dorland e.dorland@isa-vo.nl dans
FDL mw. S. Fiedler s.fiedler@isa-vo.nl beeldend
FIS mw. drs. N.H. Fischer n.fischer@isa-vo.nl levensbeschouwing
GRT dhr. J.H.H.M. Geurts j.geurts@isa-vo.nl lichamelijke oefening
GRN dhr. H. Gringhuis h.gringhuis@isa-vo.nl aardrijkskunde
GOU dhr. M. Goudriaan m.goudriaan@isa-vo.nl lichamelijke oefening
GRO mw. drs. K.C. Groenhout k.groenhout@isa-vo.nl Engels
GOO mw. drs. A.O. Groote g.groote@isa-vo.nl Engels
HEL dhr. E.J.H. Helms j.helms@isa-vo.nl beeldend, kunstbeschouwing
HRM mw. drs J.J. Hermens j.hermens@isa-vo.nl filosofie
HOS dhr. R. Hossain r.hossain@isa-vo.nl economie
HYL mw. drs. L. Hylkema l.hijlkema@isa-vo.nl Nederlands
JOB mw. drs. C.M. Jobse c.jobse@isa-vo.nl geschiedenis
JON mw. S. Jonker s.jonker@isa-vo.nl Nederlands
KAM mw. T. Kamlichi t.kamlichi.isa-vo.nl Frans
KUI mw. I. Kuilenburg i.kuilenburg.isa-vo.nl verzorging
LAG dhr. drs. H.T. Lange h.lange@isa-vo.nl Duits
LED dhr. drs. R. Lede r.lede@isa-vo.nl economie

48
Gerrit van der Veen College
10 Medewerkers, vakanties en belangrijke data
49
LOO dhr. H.P.M. Looman b.looman@isa-vo.nl geschiedenis
MAS mw. N. Maas n.maas@isa-vo.nl maatschappijleer,
aardrijkskunde
MAR mw. drs. Ch.H. Martin g.martin@isa-vo.n economie
MEK dhr. B.J. Menkveld b.menkveld@isa-vo.nl Duits
MID dhr. drs. D.W. Middelbeek w.middelbeek@isa-vo.nl biologie
MOJ dhr. drs. E. Mooij e.mooij@isa-vo.nl Nederlands
MUL dhr. C.A. Muller c.muller@isa-vo.nl Engels
MUM mw. C.J.L. Muller van Moppes c.mullervanMoppes@isa-vo.nl lich. oefening
NIE dhr. drs. J.M. Niekus j.niekus@isa-vo.nl wiskunde
NES mw. J.M.S. van Nes j_van.nes@isa-vo.nl Frans
OVM dhr. P. Overmars p.overmars@isa-vo.nl aardrijkskunde
PER mw. E. Perea e.perea@isa-vo.nl scheikunde,
natuurkunde
PIN dhr. A.J. Pinas a.pinas@isa-vo.nl wiskunde
RAA mw. H.E. van Raam h_van.raam@isa-vo.nl muziek
RAD mw. drs. K. Radaic k.radaic@isa-vo.nl wiskunde
ROZ mw. A. Rozing a.rozing@isa-vo.nl Nederlands
RSB dhr. S.J.J. Rodermans b.rodermans@isa-vo.nl lich. oefening
SGE mw. drs. T. ter Schegget t_ter.schegget@isa-vo.nl Engels
SEV dhr. J.A.W.M. Severins j.severins@isa-vo.nl muziek, ckv
SOM dhr. H. Somberg h.somberg@isa-vo.nl biologie
SOR dhr. drs. M.L.H. Sorée m.soree@isa-vo.nl geschiedenis
SPR mw. N. van Spreeuwel n_van.spreeuwel@isa-vo.nl drama
TIM mw. B. Timman b.timman@isa-vo.nl Engels
TUR mw. S.T. Türkoglü s.turkoglu@isa-vo.nl Duits
VLD dhr. L. van der Velden l_van_der.velden@isa-vo.nl aardrijkskunde
VOS mw. W. Vos w.vos@isa-vo.nl Frans
VRI mw. M.E. de Vries me_de_vries@isa-vo.nl lich. opvoeding
WAL dhr. drs H. van der Waal h_van_der.waal@isa-vo.nl Nederlands,
filosofie
WRP dhr. drs. P.H. van der Weerd p_van_der.weerd@isa-vo.nl economie,
management &
organisatie
WEL dhr. drs. T. van der Wel t_van_der.wel@isa-vo.nl maatschappijleer
WES dhr. W.H. Wesenhagen w.wesenhagen@isa-vo.nl scheikunde
WEY dhr. dr. J.W. van der Wey j_van_der.weij@isa-vo.nl Nederlands
WIL mw. drs. A.N. Wiltink a.wiltink@isa-vo.nl Nederlands
YPC dhr. S. Yapici s.yapici@isa-vo.nl wiskunde
YKS dhr. A. Yuksel a.yuksel@isa-vo.nl biologie
Vakanties en vrije dagen 2007 - 2008
Herfstvakantie za 13 oktober tot en met zo 21 oktober 2007
Kerstvakantie za 22 december 2007 tot en met zo 6 januari 2008
Voorjaarsvakantie za 23 februari tot en met zo 2 maart 2008
Pasen vrij 21 maart tot en met ma 24 maart 2008
Mei- en Pinkstervakantie za 26 april tot en met ma 12 mei 2008
Zomervakantie za 28 juni tot en met zo 17 augustus 2008
Vakantieverlof buiten de geplande data
mag alleen worden verleend, als er een
werkgeversverklaring voor één van de
ouders kan worden getoond, waaruit blijkt
dat de vakantie binnen de schoolvakanties
onmogelijk is. Ook ander extra verlof kan
alleen bij hoge uitzondering (bijv. medischsociale
redenen) worden verleend.
Verlof is in principe niet toegestaan aan het
begin van een schooljaar. De leerplichtambtenaren
zien scherp toe op de naleving hiervan.
Wilt u in een dergelijk geval tijdig schriftelijk
contact opnemen met de afdelingsleider.

50
Gerrit van der Veen College
10 Medewerkers, vakanties en belangrijke data
51
Belangrijke data 2007 - 2008
maandag 27 augustus start schooljaar personeel
9.00 taken inleveren en herexamens maken
Vanaf 13.00 ontvangst leerlingen
dinsdag 28 augustus
8.30 start lessen volgens rooster, tevens schoolfotograaf
vrijdag 31 augustus
vanaf 13.30 uur: klassen 1 t/m 4 en 5V kennismakingsmiddag
5havo & 6vwo:13.30 -14.20 instructie profielwerkstukken
dinsdag 11 september 19.30 ouderavond brugklassen
woensdag 3 t/m vrijdag 5 okt. introductiedagen eerste klassen
zat 13 t/m zon 21 oktober herfstvakantie
maandag 29 oktober start toetsweek I (klas 4, 5 en 6)
ma 5 t/m vrij 9 november studiereis 5e klassen naar Barcelona
woensdag 14 november 14.00 en 20.00 schoolvoorstelling
donderdag 15 november opening school voor genodigden,
20.00 schoolvoorstelling
vrijdag 16 november
opening school voor leerlingen, 20.00 schoolvoorstelling
woensdag 19 december 20.00 kerstgala leerlingen 3e t/m 6e en oud-leerlingen
vrijdag 21 december kerstvieringen alle leerlingen
zat 22 dec. t/m zon 6 jan.2008 kerstvakantie
maandag 14 januari
begin toetsweek II, resp. SE II (klas 4 en hoger)
dinsdag 22 januari
19.00 – 21.30 open avond
donderdag 7 februari 19.00 – 21.30 open avond
zat 23 febr. t/m zon 2 maart voorjaarsvakantie
vrijdag 7 maart
19.30 open podiumavond
vrijdag 21 maart t/m
ma 24 maart
Pasen
dinsdag 15 april
optie: schoolfeest extern
zat 26 april t/m ma 12 mei mei- en Pinkstervakantie
maandag 19 mei
start Centraal Examen 5havo en 6vwo
(t/m vrijdag 30 mei)
woe 4 t/m vrij 6 juni woe om 14.00 en 20.00, do en vrij om 20.00;
schoolvoorstelling
donderdag 12 juni
toetsperiode IV eerste fase; TF gewoon les
5H & 6V 08.00 bekendmaking normen CE 1e tijdvak
vrijdag 13 juni
toetsperiode IV eerste fase; TF gewoon les
maandag 16 juni
start toetsweek IV (alle klassen)
herkansing CE
dinsdag 17 juni
vrijdag 20 juni
maandag 23 juni
dinsdag 24 juni
woensdag 25 juni
donderdag 26 juni
vrijdag 27 juni
zat 28 juni t/m zon 17 augustus
herkansing CE
09.00 – 10.30 toelichting cijfers toetsperiode IV
08.30 inhalen klassen 1 t/m 3; inhalen/herkansen
4havo, 4 en 5 vwo,
21.00- 02.00 schoolfeest extern
5H & 6V 8.00 bekendmaking normen CE 2e tijdvak
diploma-uitreiking
boekenpakket inleveren, rapportuitreiking klassen
1 t/m 5 afsluiting schooljaar
zomervakantie

52 Gerrit van der Veen College
Aantekeningen