Verpleegkunde

Stagenota HBO-V 20
3. Wie wat doet in het stageleerproces
3.1.1 De student
Jij stelt je proactief op in het verantwoorden van keuzen, prioriteiten en beslissingen. Je neemt
initiatief om te leren en om te werken. Onder andere door middel van het schrijven van een
stageleerplan.
Door aan te geven wat je wil leren, met welk doel (met altijd als einddoel de beoordeling of een
beoordelingspunt van de stageperiode), wat daarin mogelijke belemmeringen (voor je) zijn en wat
je nodig hebt. Je verpleegt zorgvragers en voert opdrachten uit, werkt aan bewijslast. Je
onderbouwt je handelen op basis van EBP en neemt initiatief om je handelen te evalueren. Je
vraagt, ontvangt en geeft feedback. Je zorgt voor het tijdig maken van afspraken en verslagen. Je
handelt zorgvuldig en geeft je grenzen aan. Je bent je bewust van je gevoelens met betrekking tot
zorg verlenen op je afdeling.
Naarmate de opleiding vordert, zal het beroep op je eigen verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en
bachelor niveau toenemen.
3.1.2 Begeleiding vanuit de zorginstelling
De werkbegeleider (van de zorginstelling) begeleidt je ‘just in time’ en ‘situationeel’ bij het
verwerven van de beoogde competenties. Je werkbegeleider schept de voorwaarden waaronder jij
op HBO niveau kan leren. Deze voorwaarden zijn gericht op het aanreiken van leersituaties die bij
de doelen van de stageperiode passen, het stimuleren van vragen stellen, het vinden van
antwoorden, het uitkomen voor je mening e.d. Andere begeleidingsactiviteiten betreffen:
beoordelen van het stageleerplan op haalbaarheid;
voordoen van (aspecten van) verpleegkundige zorg;
begeleiden bij het ontwikkelen van een methodische wijze van verplegen;
evalueren van de activiteiten en leerervaringen;
geven van een schriftelijke en mondelinge reacties op zelfreflecties door de student;
participeren in de voortgangs- en beoordelingsgesprek(ken) met de stagedocent;
NB: Het advies van de werkbegeleider wordt in de beoordeling van de stageperiode door de
stagedocent zwaarwegend meegenomen.
Een praktijkbegeleider of –opleider (van de zorginstelling) coacht de werkbegeleiders.
Een instellingscoördinator of praktijkopleider of hoofd opleidingen coördineert binnen de stageinstelling
de stageperioden en bewaakt het stagebeleid dat binnen de instelling is vastgesteld.
3.1.3 Begeleiding vanuit de CHE
Het Stagebureau GZ
De begeleiding vanuit de CHE start met het toewijzen van stageplaatsen. Stageplaatsen worden
20