Verpleegkunde

Stagenota HBO-V 29
Goede verpleegkundigen beschikken over die deugden; ze verstaan de kunst om goede
verpleegkundige zorg te bieden; ze weten de juiste houding aan te nemen om patiënten met
problemen te helpen. Ze zijn daarmee een voorbeeld voor anderen en kunnen dat ook voor jou zijn;
ze zijn bijvoorbeeld heel zorgzaam of heel zorgvuldig en integer, om maar een paar
verpleegkundige deugden te noemen (er is geen vaststaand lijstje maar er zijn veel verpleegkundige
deugden te bedenken).
Opdracht B is om in je stage op zoek te gaan naar verpleegkundigen die je als voorbeeld voor jezelf
zou willen nemen; van wie je af de kunst af kunt kijken om patiënten met problemen goede zorg te
bieden.
1. Zoek minimaal twee voorbeeldfiguren (verpleegkundigen) die je tijdens je stage ontmoet en
bedenk en beschrijf voor elk van hen welke persoonlijke kwaliteiten (minstens twee) je in hen
bewondert en waarom je dat doet.
2. Deugden vormen het juiste midden tussen twee extremen – dit zijn ondeugden die ofwel te veel
van het goede ofwel te weinig van het goede laten zien. Benoem bij elke persoonlijke kwaliteit
die je bij vraag 1 hebt genoemd tussen welke twee extremen die betreffende kwaliteit het
juiste midden houdt.
3. Beschrijf voor elk van de voorbeeldfiguren een concrete situatie waarin je hen aan het werk zag
en waarin je merkte hoe hun deugden bijdroegen aan goede zorgverlening.
4. Vul de volgende zin aan: “Op basis van wat ik heb gesignaleerd in deze stage, vind ik dat een
professionele verpleegkundige minstens over de volgende eigenschap(pen) zou moeten
beschikken om goed zorg te kunnen verlenen: ‘eigenschap 1’, ‘eigenschap2’, enz.”
Schrijf een verslag van opdracht A en B.
Gebruik voor opdracht A maximaal 4 A-4. Neem in je verslag de antwoorden op vraag A 1
t/m 6 op en ook de reacties en feedback van het team.
Gebruik voor opdracht B maximaal 3 A-4. Geef antwoord op de vragen B 1 t/m 4 en maak er
een inspirerend verhaal voor medestudenten van.
Let op: Je dient ten aanzien van patiëntgegevens je verslagen te anonimiseren.
Voeg het verslag in dit geval niet als bijlage bij het professionaliseringsverslag, maar upload het
separaat in de digitale inleverbibliotheek getiteld: “Stageopdracht 4: Wat signaleer je bij de
patiënt en de professional?”. Dit t.b.v. centrale onderzoeksdoeleinden. De waardering van dit
deel van deze opdracht wordt meegenomen in de beoordeling van doel B, specifiek competentie
7 en ‘hantering beroepscode’.
Hantering beroepscode (V&VN): uitgangspunten beroepsuitoefening
1. De student stelt zich persoonlijk verantwoordelijk voor de manier waarop hij zorg verleent,
houdt de eigen kunde op peil en verricht alleen handelingen die liggen binnen de grenzen van de
eigen deskundigheid.
2. De student is in staat professionele (on) deugden van verpleegkundigen te herkennen en
voorbeeldfiguren te herkennen in de beroepspraktijk.
29