02.11.2014 Views

inhetvondelpark1901-heruitgave2013

inhetvondelpark1901-heruitgave2013

inhetvondelpark1901-heruitgave2013

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Dat laantje, eigenlijk niet meer dan een paadje, heeft me altijd<br />

aangetrokken, vooral in den winter en in de voorlente.<br />

Waarom toch zijn vele menschen zoo blij met de eerste<br />

teekenen van de naderende lente? Waarom toch worden de<br />

vroegste bloempjes, de eerste vlinders, de „lenteboden” onder<br />

de vogels in proza en poëzie verheerlijkt, veel meer dan de zomer-<br />

en herfstgewassen. Mooier zijn ze niet. Ligt er dan een<br />

verdienste in, de eerste te zijn?<br />

Stellig wel; het is het durven, het ondernemen, het trotseeren<br />

van een gevaar, dat ons aantrekt in de planten, evengoed<br />

als in de menschen en dieren. Als de winter nog lang niet voorbij<br />

is, als sneeuwjacht en gure vlagen ons van tijd tot tijd vertellen,<br />

dat het nog lang geen zomer is, dan komen er voor die<br />

durvertjes, die zoo niets geen koukleumen zijn, dapper voor<br />

den dag, en ons zonder woorden zeggen: „De lente komt of eigenlijk<br />

is ze er al. Doe als wij, maak den zomer lang, door<br />

vroeg aan de lente te gelooven.”<br />

Hoeveel menschen verslapen de mooie morgenuren en hoeveel<br />

missen den mooisten lentetijd, omdat ze meenen, dat het<br />

nog geen dag of nog geen lente is! Wij, stedelingen, moesten<br />

juichen als de eerste bloempjes ontluiken. Ja, er zijn menschen,<br />

die alleen ’s winters recht opleven, de ’t meest door de<br />

fortuin begunstigden, voor wie de winter geen koude en geen<br />

andere onaangenaamheden heeft, voor wie hij integendeel de<br />

tijd van vermaak en gezelligheid is. Maar dat zijn er maar weinigen.<br />

Ook heeft niet ieder een robuste gezondheid, en vooral<br />

in onze natte, meer kil dan koude winters, is het voor de meesten<br />

van ons een leelijke tijd. De veertien dagen van schaatsenrijden<br />

kunnen niet goed maken, al die verkoudheid, dat hoesten<br />

en kuchen, die rheumatische pijntjes, opgedaan op een<br />

hoek en een plein, waar het altijd zoo trekt en snijdt met oostenwind,<br />

en dat wij toch altijd passeeren moeten als wij pas<br />

uit het kantoor, uit het lokaal of de werkplaats komen, waar,<br />

weer of geen weer, de kachel altijd rood staat en de benauwde<br />

menschen- of kleerenlucht ons prikkelt in de keel en in de<br />

ooren.<br />

Zie, als je dan op een uitstapje naar een park zoo’n vroegertje<br />

merkt, die al open durft gaan, dan zeg je: „Goddank, het is<br />

haast weer geleden.” En wien het dropslikken en de dikke overjas<br />

begint te vervelen, haalt eens even diep op uit de volle<br />

long; en ja, je merkt waarlijk, dat er iets van lente in de lucht<br />

zit, dat je goed doet, dat je luchtig, opgeruimd maakt, en zoo<br />

waar, er komt een deuntje, een liedje heel eventjes tusschen<br />

de lippen, zoo iets uit ouden tijd van: „de lente is weer gekomen,<br />

ik heb het net vernomen” of wat anders meer litterairs<br />

van Goethe of Tennyson, al naar je smaak en kennis. En is het<br />

niet heelemaal pluis met hart of keel, met zenuwen of longen<br />

van hem of haar, die door de affaire tot kamermensch is gedoemd,<br />

ja, dan komt er iets anders bij; dan is het een ware<br />

zucht van verlichting, die de borst verruimt bij het eerste lentegevoel,<br />

dat een vrij bloeiend bloempje, een bottend knopje<br />

wekt. Dan stroomt de hoop op beterschap, op langer leven,<br />

zoo heerlijk zoet in hoofd en hart, dan is zoo’n eerste lentebloempje,<br />

al moet het nog opengaan, om te kussen met een<br />

traan in het oog. „Als ik de lente maar haal, dan gaat het wel<br />

www.inhetvondelpark.nl<br />

13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!