inhetvondelpark1901-heruitgave2013
inhetvondelpark1901-heruitgave2013
inhetvondelpark1901-heruitgave2013
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hij zit dan stilletjes in ’t groen, niet hoog in de toppen,<br />
maar om zoo te zeggen op de eerste étage; zijn wijfje zit dicht<br />
bij hem en ze discoureeren op de lieftalligste manier. ’t Mannetje<br />
heeft twee trillertjes tot zijn beschikking, die een kleinen<br />
terts verschillen, en daar kan hij alleraardigste effecten mee<br />
bereiken. De groenvink en zijn wijfje zijn te vergelijken bij een<br />
eenvoudig echtpaar, dat, heel intiem en zonder ophef, van elkaar<br />
en van lieve muziek houdt.<br />
Ook houden ze veel van groenende knopjes, vooral van ooftboomen<br />
en ik heb ze ook zien ontbijten op jonge Duc van Toltulpjes,<br />
maar daar vertel ik liever niet meer van, anders gaat<br />
de een of andere dwarskijker nog beweren, dat mijn groenvinken<br />
schadelijke dieren zijn.<br />
Als die tulpjes bloeien, wordt het ook meenens met de terugkeerende<br />
zomervogeltjes. In de weilanden langs den Amstelveenschen<br />
weg en langs ’t Sloter jaagpad, zingen de leeuweriken<br />
al in Februari, maar die komen niet in ’t park zelf.<br />
Daar komt de eerste lentebode niet vroeger dan half Maart,<br />
meestal zelfs stipt op den officieelen lente-datum.<br />
www.inhetvondelpark.nl<br />
’t Is nu al meer dan twintig keer, dat ik die Maart-beweging<br />
in ’t Vondelpark heb meegemaakt. In de eerste week beginnen<br />
de Siberische hyacinthjes, die prachtige blauwe bloempjes, in<br />
twee perken vlak voor ’t Paviljoen te bloeien. In de tweede<br />
week komen de honigbijen in massa te voorschijn, ze verdringen<br />
elkander op diezelfde hyacinthjes en halen er zich blauwe<br />
broekjes van stuifmeel. ’t Is daar ook zoo’n heerlijk plekje: beschut<br />
tegen den Noordoostenwind en vlak in ’t tintelend lentezonnetje.<br />
En als dan de Noordooster door ’t Westen omloopt naar ’t<br />
Zuiden en na een paar natte dagen de wind weer uit ’t Z.O.<br />
waait – nog een beetje vochtig – dan hoort de aandachtige<br />
morgenwandelaar in ’t Park een nieuw geluid en de nieuwe<br />
lente is voor goed begonnen.<br />
Ik hoor dat geluid ’t eerst in de hooge iepen vlak bij de rhododendrongroep<br />
bij de Zeister-vaas, of een eindje verder naar<br />
rechts, waar de sloot een bocht maakt en waar in een boschje<br />
van iepen en ahorn een abeel zijn bleekgrijzen gekromden<br />
stam verheft. Daar staan ook twee heel mooie berkjes en achter<br />
’t hek in den villatuin bloeien al sinds December drie groote<br />
pollen prachtige kerstrozen, de mooiste uit heel Amsterdam,<br />
waar soms al in Februari of zelfs in Louwmaand de eerste<br />
honingbijtjes om voorraad komen.<br />
Ja, en nu hoor je boven in die boomen dat welbekend roepje,<br />
te herkennen uit duizenden en ieder verstaat het op zijn manier.<br />
Ik hoor: „diel, del, diel, del” vier, vijfmaal herhaald, een<br />
ander hoort evenveel maal tjief, tjaf, tjief, tjaf en weer een ander<br />
djem, djelm, djem, djelm, maar ’t vogeltje dat het doet,<br />
heet tjiftjaf, dus nommer twee zal wel de beste ooren hebben.<br />
In ’t eerst zitten die tjiftjafjes heel hoog, maar na enkele dagen<br />
raken ze wat meer vertrouwd met hun oude vaderland en<br />
dan zijn ze ook in de lage heesters waar te nemen. Zoo weinig<br />
schuw worden ze, dat de morgenwandelaar ze van zeer nabij<br />
beschouwen kan, die kleine groenachtig bruine diertjes, de<br />
29