Vroedkunde - Vlhora

More documents

Recommendations

Info

- Wettelijke bronnen Richtlijn 80/154/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 januari 1980, inzake de onderlinge erkenning van de diploma’s, certificaten en andere titels van de verloskundige, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten (CONSLEG: 1980L0154 — 31/07/2001) Richtlijn 80/155/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 januari 1980 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van verloskundige (CONSLEG: 1980L0155 — 31/07/2001) Koninklijk besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen (Officieuze coördinatie) Koninklijk besluit van 1 februari 1991 betreffende de uitoefening van het beroep van vroedvrouw Koninklijk besluit van 18 juni 1990 betreffende de lijst van technische verpleegkundige prestaties en medisch toevertrouwde handelingen - Brondocumenten onderschreven door werkveld “Beroepsprofiel van de Belgische vroedvrouw” Nationale Raad voor de Vroedvrouwen (FOD 2002) “Opleidingsprofiel vroedvrouw” (Studie 65 - VLOR 1998) - Internationale referentiekaders International Confederation of Midwives - ICM European Midwives Association – EMA Eindtermen HBO-V 2.2 beroepsspecifieke competentie gemeenschappelijke beroepsspecifieke competenties wettelijk kader De kwalificaties van de vroedvrouw zijn een interpretatie van de definitie van de vroedvrouw en de omschrijving ervan in het KB van 01 februari 1991 door de Nationale Raad voor de Vroedvrouwen en door deze laatste opgesteld in oktober 2002. - De bachelor in vroedkunde is in staat op een autonome en globale wijze gezonde vrouwen en pasgeborenen vanaf de bevruchting, vóór, tijdens en na de geboorte te begeleiden en te bewaken en is in staat de integratie van het gezin te bevorderen. - In het verloskundig-medisch domein en in het neonatologisch-medisch domein is de bachelor in vroedkunde in staat de vrouw en het kind te begeleiden in verhoogd risicosituaties in samenwerking met en verwijzend naar gynaecologen, neonatologen en andere specialisten. In het domein van de reproductieve geneeskunde is zij in staat de hem/haar toevertrouwde taken uit te voeren en een actieve betrokkenheid te tonen bij de pre- en postnatale opvolging van moeder en kind. - De bachelor in vroedkunde is in staat de vrouw in haar familiale en sociale context te situeren en psychosociale crisissituaties te herkennen. Hij/zij is in staat koppels met vruchtbaarheidsproblemen te begeleiden tijdens de medische behandeling. 16 | d o m e i n s p e c i f i e k r e f e r e n t i e k a d e r
- De bachelor in vroedkunde is in staat een rol te spelen in het kader van de seksuele en relationele vorming van jongeren. Hij/zij is in staat de gezondheid van de vrouw, de moeder, het kind en het gezin te stimuleren en te bevorderen. Hij/zij is in staat koppels met vruchtbaarheidsproblemen te informeren. - De bachelor in vroedkunde is in staat zijn/haar verantwoordelijkheid op te nemen voor de organisatie van zijn/haar werk alsook voor zijn/haar werkdomein. Hij/zij kan als actief lid samenwerken in de hele structuur. - De bachelor in vroedkunde is in staat actief deel te nemen aan de bewaking en de bevordering van de kwaliteit van zorg en bij te dragen tot de ontwikkeling ervan. overige competenties – buiten het wettelijk kader – - De bachelor in vroedkunde is in staat studenten en jonge collega’s te begeleiden en te bekwamen om als vroedvrouw in de gezondheidszorg te functioneren. - De bachelor in vroedkunde is in staat op evidentie gebaseerde zorgen te verstrekken en om te beslissen, na het afwegen van alle evidentie, wat in een bepaalde situatie het meest aangewezen lijkt (best available evidence). - De bachelor in vroedkunde is in staat om kritisch om te gaan met informatiebronnen en onderzoeksliteratuur. Zij/hij is in staat haar/zijn medewerking te verlenen aan onderzoeksprojecten en registratie van gegevens die als doel hebben de praktijk van de perinatale zorgverlening te optimaliseren. opleidingsgebonden beroepsspecifieke competenties Door de opleidingen aangeleverde beroepsspecifieke competenties zijn alle vervat in de onder 2.1 vermelde competenties. De verschillen in formulering zijn te verklaren doordat de betrokken opleidingen de competenties op een ander aggregatieniveau situeren. Ze zijn in zekere zin een operationalisering van de onder punt gemeenschappelijke beroepsspecifieke competenties beschreven competenties. d o m e i n s p e c i f i e k r e f e r e n t i e k a d e r | 17
Page 1 and 2: O N D E R W I J S V I S I T A T I E
Page 3 and 4: Voorwoord De visitatiecommissie bre
Page 5: 2.5 Katholieke Hogeschool Brugge-Oo
Page 8 and 9: 8 | o n d e r w i j s v i s i t a t
Page 10 and 11: 3 Visitatiecommissie 3.1 Samenstell
Page 12 and 13: Voor een kort curriculum vitae van
Page 14 and 15: 3.4 Oordeelsvorming De commissie he
Page 18 and 19: 3 Besluit Een aantal bevindingen, a
Page 20 and 21: 20 | a l g e m e n e b e s c h o u
Page 22 and 23: De commissie steunt deze visie niet
Page 24 and 25: Aanbod en grootte van de opleidinge
Page 26 and 27: Onderwerp 1 Doelstellingen van de o
Page 28 and 29: stelt in dit verband vast dat er vo
Page 30 and 31: de stage-ervaringen op de tweede pl
Page 32 and 33: groep van de kleine opleidingen é
Page 34 and 35: Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg
Page 36 and 37: RICHTLIJN 2005/36/EG VAN HET EUROPE
Page 38 and 39: Verloskundige 5.5.1. Studieprogramm
Page 40 and 41: 40 | v e r g e l i j k e n d e t a
Page 42 and 43: KHBO KHK KHLEU KHLIM/PHL KAHOSL KAT
Page 45: Deel 2 Opleidingsrapporten o p l e
Page 48 and 49: Om het beleid van de diensten en CO
Page 50 and 51: andere as voor werksettings of doel
Page 52 and 53: Oordeel over onderwerp 1: doelstell
Page 54 and 55: Het opleidingsprogramma is eveneens
Page 56 and 57: De opleiding Vroedkunde kiest voor
Page 58 and 59: Facet 2.4 Studieomvang Beoordelings
Page 60 and 61: sociale vaardigheden. De reële pra
Page 62 and 63: Aanbevelingen ter verbetering: - De
Page 64 and 65: Oordeel van het onderwerp 2: progra
Page 66 and 67:
De hogeschool en de opleiding volge
Page 68 and 69:
Facet 3.3 Kwantiteit personeel Beoo
Page 70 and 71:
Onderwerp 4 Voorzieningen Facet 4.1
Page 72 and 73:
Facet 4.2 Studiebegeleiding Beoorde
Page 74 and 75:
Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg
Page 76 and 77:
Op basis van de PROZA-verslagen, de
Page 78 and 79:
Onderwerp 6 Resultaten Facet 6.1 Ge
Page 80 and 81:
Aanbevelingen ter verbetering: - De
Page 82 and 83:
Facet Differentiatie en profilering
Page 84 and 85:
- het doornemen van het rapport “
Page 86 and 87:
Globaal oordeel De visitatiecommiss
Page 88 and 89:
88 | o p l e i d i n g s r a p p o
Page 90 and 91:
De opdrachtverklaring en onderwijsv
Page 92 and 93:
De commissie stelt vast dat de ople
Page 94 and 95:
intuïtieve inbreng door vakbekwame
Page 96 and 97:
Hoewel de opleiding in het zelfeval
Page 98 and 99:
studenten op die manier in contact
Page 100 and 101:
Als keuzetraject wordt het deeltijd
Page 102 and 103:
Facet 2.6 Afstemming tussen vormgev
Page 104 and 105:
Page 106 and 107:
Onderwerp 3 Personeel Facet 3.1 Kwa
Page 108 and 109:
Page 110 and 111:
Page 112 and 113:
tijdens de opleiding. Studenten en
Page 114 and 115:
Page 116 and 117:
Oordeel visitatiecommissie: voldoen
Page 118 and 119:
Page 120 and 121:
Page 122 and 123:
Page 124 and 125:
Page 126 and 127:
Onderwerp 1 Doelstellingen van de o
Page 128 and 129:
Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen Be
Page 130 and 131:
Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Rel
Page 132 and 133:
Facet 2.2 Eisen professionele en ac
Page 134 and 135:
Facet 2.3 Samenhang van het program
Page 136 and 137:
licht van het nieuwe curriculum. Op
Page 138 and 139:
aangegeven op de fiches. De student
Page 140 and 141:
Oordeel over onderwerp 2: Programma
Page 142 and 143:
stellen dat de veelheid aan verande
Page 144 and 145:
- Om de ideale en haalbare verhoudi
Page 146 and 147:
Page 148 and 149:
Page 150 and 151:
eoordelingscriteria voor de examenv
Page 152 and 153:
Page 154 and 155:
Page 156 and 157:
Page 158 and 159:
Onderwerp 1 Doelstellingen van de o
Page 160 and 161:
leren reflecteren op het eigen hand
Page 162 and 163:
inhoudelijk overleg met alle betrok
Page 164 and 165:
Page 166 and 167:
Facet 2.5 Studielast Beoordelingscr
Page 168 and 169:
Facet 2.7 Beoordeling en toetsing B
Page 170 and 171:
Voor het academiejaar 2004-2005 zij
Page 172 and 173:
Page 174 and 175:
Page 176 and 177:
Page 178 and 179:
De commissie stelt vast dat er in b
Page 180 and 181:
Page 182 and 183:
De departementale directie is veran
Page 184 and 185:
Page 186 and 187:
Oordeel over onderwerp 6: Resultate
Page 188 and 189:
Page 190 and 191:
ezig is. Zo worden herhaaldelijk st
Page 192 and 193:
- Organisator: “De zorg op mesoni
Page 194 and 195:
Oordeel over onderwerp 1: Doelstell
Page 196 and 197:
in de drie studiejaren waarbij per
Page 198 and 199:
vroedkundige vaardigheden moet gaan
Page 200 and 201:
Page 202 and 203:
van de zeer beperkte resultaten kan
Page 204 and 205:
progressief, maar toch betekenisvol
Page 206 and 207:
Facet 2.9 Toelatingsvoorwaarden Beo
Page 208 and 209:
Page 210 and 211:
Facet 3.2 Eisen professionele geric
Page 212 and 213:
Oordeel over onderwerp 3: Personeel
Page 214 and 215:
Het departement Gezondheidszorg bes
Page 216 and 217:
De enquêtes worden centraal verzam
Page 218 and 219:
ondersteuning de weerhouden thema
Page 220 and 221:
Oordeel over onderwerp 5: Interne k
Page 222 and 223:
Jaarlijks loopt een aantal studente
Page 224 and 225:
Page 226 and 227:
Page 228 and 229:
hogescholen die een opleiding Vroed
Page 230 and 231:
ontwikkeling niet duidelijk is. De
Page 232 and 233:
wordt het curriculum op dit vlak aa
Page 234 and 235:
een integratie van theorie en prakt
Page 236 and 237:
Facet 2.2 Eisen professionele en ac
Page 238 and 239:
Het afstudeerproject wordt door een
Page 240 and 241:
Facet 2.4 Studieomvang Beoordelings
Page 242 and 243:
De hogeschool kent een sterk ICT-be
Page 244 and 245:
Facet 2.9 Toelatingsvoorwaarden Beo
Page 246 and 247:
Page 248 and 249:
In tegenstelling tot de beleidsvisi
Page 250 and 251:
Page 252 and 253:
Page 254 and 255:
De werkgroep Studie- en studentenbe
Page 256 and 257:
voldoende voor campus Turnhout - Fa
Page 258 and 259:
opleidingscoördinatoren. De commis
Page 260 and 261:
Page 262 and 263:
Facet 6.2 Onderwijsrendement Beoord
Page 264 and 265:
Page 266 and 267:
Page 268 and 269:
De basisprincipes van deze vernieuw
Page 270 and 271:
decreet. Deze procedure heeft ook d
Page 272 and 273:
Aanbevelingen ter verbetering: - Om
Page 274 and 275:
De commissie stelt vast dat de dose
Page 276 and 277:
De organisatie van de verschillende
Page 278 and 279:
Facet 2.4 Studieomvang Beoordelings
Page 280 and 281:
Het zelfevaluatierapport geeft aan
Page 282 and 283:
- De commissie stelt dat deliberati
Page 284 and 285:
Page 286 and 287:
Facet 3.2 Eisen professionele geric
Page 288 and 289:
Page 290 and 291:
en het onderwijsconcept houden het
Page 292 and 293:
als een lovenswaardig proactief ini
Page 294 and 295:
Page 296 and 297:
vast dat het departement duidelijke
Page 298 and 299:
- Alumni zijn de beste ambassadeurs
Page 300 and 301:
van het werkveld. Hierbij wordt ond
Page 302 and 303:
Oordeel over onderwerp 6: resultate
Page 304 and 305:
Page 306 and 307:
personeelskorps. Een derde belangri
Page 308 and 309:
weloverwogen werkt aan een duidelij
Page 310 and 311:
Oordeel over onderwerp 1: doelstell
Page 312 and 313:
veel afzonderlijk gewerkt wordt aan
Page 314 and 315:
noodzakelijke vaardigheden hiervoor
Page 316 and 317:
Page 318 and 319:
Facet 2.7 Beoordeling en toetsing B
Page 320 and 321:
Page 322 and 323:
Aanbevelingen ter verbetering: - -
Page 324 and 325:
Oordeel over onderwerp 3: personeel
Page 326 and 327:
voldoende is en dat het studielands
Page 328 and 329:
problemen naar de centrale sociale
Page 330 and 331:
Page 332 and 333:
Page 334 and 335:
Page 336 and 337:
Page 338 and 339:
Page 340 and 341:
hogescholen geformuleerd. De algeme
Page 342 and 343:
- Professional: “De professionele
Page 344 and 345:
Oordeel over onderwerp 1: doelstell
Page 346 and 347:
en in de studiegids. De ECTS-fiche
Page 348 and 349:
het competentieprofiel. Hoewel de s
Page 350 and 351:
Page 352 and 353:
De studenten geven aan tevreden te
Page 354 and 355:
De hogeschool en de opleiding engag
Page 356 and 357:
Page 358 and 359:
Page 360 and 361:
Oordeel over onderwerp 3: Personeel
Page 362 and 363:
dringend moet aangevuld worden. Ful
Page 364 and 365:
Page 366 and 367:
De samenvatting in het zelfevaluati
Page 368 and 369:
Page 370 and 371:
Page 372 and 373:
Page 374 and 375:
Page 376 and 377:
- een procesgericht klimaat bieden
Page 378 and 379:
De commissie stelt vast dat de ople
Page 380 and 381:
Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Rel
Page 382 and 383:
De commissie is tot haar oordeel ge
Page 384 and 385:
Page 386 and 387:
In de projectgroep Kwaliteitszorg v
Page 388 and 389:
De wijze van evalueren per opleidin
Page 390 and 391:
Page 392 and 393:
De hogeschool heeft een uitgewerkte
Page 394 and 395:
Page 396 and 397:
Page 398 and 399:
De instroom is een belangrijke eers
Page 400 and 401:
Page 402 and 403:
De maatregelen tot verbetering en d
Page 404 and 405:
Page 406 and 407:
Page 408 and 409:
Page 410 and 411:
Page 412 and 413:
412 | b i j l a g e n
Page 414 and 415:
Katelijne De Koster (1957) behaalde
Page 416 and 417:
416 | c u r r i c u l u m v i t a e
Page 418:
418 | c u r r i c u l u m v i t a e
Page 448 and 449:
448 | o n a f h a n k e l i j k h e
Page 450 and 451:
Dag 3 08.30-09.00 administratief-te
Page 452:
MAnaMA MIV NIC OP PDCA PGO PROZA SO
show all

Vroedkunde - Vlhora

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?