Een stoornis wordt steeds normaler
Een stoornis wordt steeds normaler
Een stoornis wordt steeds normaler
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Edo Nieweg <strong>Een</strong> <strong>stoornis</strong> <strong>wordt</strong> <strong>steeds</strong> <strong>normaler</strong><br />
van een aan de persoon gebonden formulering<br />
waarin de verschillende relevante elementen<br />
(zoals Hart de Ruyters ‘onvolmaaktheden’ bij<br />
ouders, kind en maatschappelijke context) in<br />
een zinvol verband worden geplaatst, in de<br />
vorm van een ‘verhaal’. <strong>Een</strong> voorbeeld: ‘De 15-jarige<br />
x is qua temperament altijd wat geremd<br />
en angstig geweest; nadat vorig jaar haar beste<br />
vriendin verhuisde en een leraar haar in haar<br />
beleving belachelijk maakte, werd zij op school<br />
<strong>steeds</strong> meer gespannen en onzeker; moeder, die<br />
een beperkt sociaal netwerk heeft en veel van<br />
zichzelf herkent in x, accepteerde dat zij vaak<br />
van school verzuimde wegens vage lichamelijke<br />
klachten; dit schooljaar is x helemaal niet<br />
meer naar school gegaan (schoolfobie); moeder<br />
en dochter zijn in de huidige situatie sterk op<br />
elkaar aangewezen geraakt.’ Deze individuele<br />
diagnostische formulering biedt meer handvatten<br />
voor de behandeling dan de dsm-klasse.<br />
Beide benaderingen zijn legitiem, beide<br />
hebben hun waarde. Ze vullen elkaar aan, maar<br />
zijn ¬ al heeft het onderscheid tussen natuurwetenschap<br />
en geesteswetenschap met de<br />
wetenschapsfilosofische ontwikkelingen van<br />
de laatste vijftig jaar wat aan scherpte verloren<br />
¬ niet te integreren in één benadering. In de<br />
geschiedenis van de psychiatrie zijn beide benaderingen<br />
afwisselend dominant geweest.<br />
In het spoor van het vigerende beheersings-<br />
en reductionistische denken is de laatste<br />
decennia de medisch-biologische pool van de<br />
psychiatrie, waarin de dsm-categorieën centraal<br />
staan, gaan domineren. Dit denken en deze<br />
vorm van psychiatrie zijn elkaars natuurlijke<br />
bondgenoten. Immers, wanneer het doel is te<br />
controleren en te reduceren, dan is een benadering<br />
die zich richt op de betekenis van klachten,<br />
op de weinig doorzichtige belevingswereld, de<br />
dynamiek van de persoonlijkheidsontwikkeling<br />
en de levensgeschiedenis van de patiënt niet<br />
goed bruikbaar. Men dient zich dan te richten<br />
op de relatief harde, observeerbare, scoorbare<br />
verschijnselen die indeling in een classificatiecategorie<br />
mogelijk maken. Die indeling geeft<br />
houvast: bijvoorbeeld in kennis (of beeldvorming)<br />
over de (meestal biologisch gedachte)<br />
oorzaken van de <strong>stoornis</strong>, in richtlijnen voor de<br />
behandeling en in epidemiologisch onderzoek<br />
naar het voorkomen van de <strong>stoornis</strong> in de bevolking;<br />
welke voorzieningen nodig zijn, hoeveel<br />
dat kost et cetera.<br />
Toch is dat houvast minder stevig dan vaak<br />
<strong>wordt</strong> gedacht. dsm-klassen ¬ karakteristieken<br />
in het gedrags- en belevingsdomein ¬ zijn bij<br />
het individu slecht in staat karakteristieken in<br />
andere domeinen, zoals de behandeling, te voorspellen.<br />
Hun klinische waarde is dus beperkt.<br />
<strong>Een</strong> eerste reden is dat we in de behandeling<br />
niet ongestraft kunnen abstraheren van voor de<br />
individuele situatie belangrijke gegevens. Als<br />
we de <strong>stoornis</strong> kennen, kennen we de patiënt<br />
nog niet, en die hebben we er wel bij nodig.<br />
Ten tweede: de ggz is er primair voor de<br />
zorgbehoefte van mensen en we weten dat<br />
dsm-categorieën en zorgbehoefte of disfunctioneren<br />
maar ten dele overlappen. Daarom is er<br />
in de praktijk een kloof tussen woord en daad.<br />
In hun behandeling, zo blijkt uit onderzoek,<br />
Wie een probleem heeft, hoort niet<br />
graag dat er ‘niets’ is<br />
trekken psychiaters zich niet zoveel aan van de<br />
dsm-categorie, ze gaan vooral probleemgericht<br />
te werk. In feite staat dus niet de diagnostische<br />
klasse, maar de zorgbehoefte centraal.<br />
Ten derde zijn de <strong>stoornis</strong>sen geen afspiegeling<br />
van de natuur, maar kunstmatig afgegrensde<br />
categorieën. De meeste onderliggende<br />
kenmerken van de <strong>stoornis</strong>sen houden zich niet<br />
aan de grenzen van die <strong>stoornis</strong>sen. In de dsmhandboeken<br />
vinden we dan ook de waarschuwing<br />
dat classificatie niet voldoende is voor het<br />
behandelplan. Classificatie biedt schijnhouvast,<br />
ten koste van de notie van de complexiteit van<br />
de problematiek.<br />
Op grond van de genoemde ontwikkelingen<br />
binnen en buiten de psychiatrie denken we<br />
tegenwoordig bij problemen in de opvoeding<br />
115<br />
s & d 7/8 | 2011