20.01.2015 Views

Flexibel Pensioen voor het Kartonnage - PensioenfondsPGB

Flexibel Pensioen voor het Kartonnage - PensioenfondsPGB

Flexibel Pensioen voor het Kartonnage - PensioenfondsPGB

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

FLEXIBEL<br />

PENSIOEN<br />

2013<br />

VRAGEN EN ANTWOORDEN OVER DE<br />

PENSIOENREGELING VOOR HET KARTONNAGE-<br />

EN FLEXIBELE VERPAKKINGENBEDRIJF


FLEXIBEL PENSIOEN<br />

VOOR HET KARTONNAGE- EN<br />

FLEXIBELE VERPAKKINGENBEDRIJF<br />

In deze brochure staan de belangrijkste regels van <strong>het</strong> uw pensioenreglement <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>Kartonnage</strong>- en<br />

<strong>Flexibel</strong>e Verpakkingenbedrijf bij <strong>het</strong> <strong>Pensioen</strong>fonds <strong>voor</strong> de Grafische Bedrijven (PGB). Aan de brochure zelf<br />

kunnen geen rechten worden ontleend. Voor de regeling gelden de statuten en reglementen en de uitvoeringsovereenkomst<br />

met <strong>het</strong> pensioenfonds. Die vindt u op de website www.pensioenfondspgb.nl. In deze brochure<br />

hebben we met deelnemers/werknemers natuurlijk ook de deelneemsters/werkneemsters op <strong>het</strong> oog.


INHOUD<br />

2 Voorwoord<br />

5 Deelneming, waardeoverdracht en premie<br />

11 Ouderdomspensioen<br />

23 Partner- en wezenpensioen<br />

28 Zelf kiezen en pensioensparen<br />

35 Bijzondere situaties en uw pensioen<br />

39 Beëindiging deelneming<br />

41 Klachten en geschillen<br />

43 Aanvragen van pensioen, meer informatie<br />

Bijlagen:<br />

45 Bijlage 1: organisatie en bestuur van <strong>het</strong> pensioenfonds<br />

48 Bijlage 2: veranderingen in uw omstandigheden en uw pensioen<br />

49 Bijlage 3: lijst van afkortingen en links<br />

50 Bijlage 4: verhoging AOW-leeftijd<br />

Voor actuele pensioenontwikkelingen kunt u de website van uw pensioenfonds raadplegen:<br />

www.pensioenfondspgb.nl. Via <strong>het</strong> beveiligde deel van deze site www.mijnpgbpensioen.nl<br />

krijgt u toegang tot uw persoonlijke pensioengegevens en de planners.<br />

20059w13<br />

1


VOORWOORD<br />

Het <strong>Pensioen</strong>fonds <strong>voor</strong> de Grafische Bedrijven (PGB) voert de pensioenregeling<br />

van uw werkgever uit. De belangrijkste onderdelen van de pensioenregeling<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>Kartonnage</strong>- en <strong>Flexibel</strong>e Verpakkingenbedrijf komen in<br />

deze brochure aan bod.<br />

‘<strong>Pensioen</strong>, inkomen <strong>voor</strong> de tijd dat je niet meer werkt, dat is iets toch <strong>voor</strong><br />

later. Moet ik me daar nu al mee bezighouden’<br />

Uw pensioenfonds adviseert deelnemers jaarlijks minimaal 15 minuten <strong>voor</strong><br />

pensioen uit te trekken. Het uniform pensioenoverzicht dat u jaarlijks van ons<br />

ontvangt, leent zich daar <strong>het</strong> meest <strong>voor</strong>. U en uw eventuele partner komen<br />

daardoor later niet <strong>voor</strong> verrassingen te staan. Want ondanks dat <strong>het</strong> nog<br />

heel wat jaren kan duren <strong>voor</strong> u met pensioen gaat, moeten er in de tijd dat<br />

u <strong>voor</strong> pensioen spaart meestal wel zaken worden geregeld. Bij<strong>voor</strong>beeld als<br />

u elders al pensioen heeft opgebouwd. Of wanneer u ongehuwd samenwoont.<br />

Of omdat, gezien de persoonlijke omstandigheden, extra zekerheid<br />

<strong>voor</strong> de partner gewenst is. Of omdat u meer pensioen wilt opbouwen om<br />

een eerder opgelopen achterstand in te lopen.<br />

PGB maakt pensioen inzichtelijk<br />

<strong>Pensioen</strong> en alles er omheen is niet altijd even begrijpelijk. Dat geven wij<br />

graag toe. We hebben <strong>het</strong> daarom <strong>voor</strong> u gemakkelijker gemaakt. Zo heeft<br />

u via onze website direct toegang tot uw persoonlijke pensioengegevens. U<br />

kunt daar uw pensioen en dat van uw eventuele partner snel in kaart brengen.<br />

U ziet in één oogopslag wat u heeft gespaard en waar u later normaal<br />

gesproken op uitkomt. Inclusief <strong>het</strong> pensioen van de overheid (Anw of<br />

AOW).<br />

Wat te doen bij<br />

Verder geven we in de brochure regelmatig aan wat u <strong>voor</strong> uw pensioen<br />

moet doen als uw persoonlijke omstandigheden veranderen. In bijlage 2 zijn<br />

alle situaties nog een keer op een rij gezet, <strong>voor</strong>zien van wat u kunt beslissen<br />

of doen.<br />

Bewaarexemplaar<br />

Als u wilt weten hoe <strong>het</strong> op onderdelen nu precies geregeld is, raadpleegt<br />

u deze brochure. We hebben er een ‘bewaarexemplaar’ van gemaakt. Niet<br />

bedoeld om in één keer uit te lezen, maar handig om dit er op na te slaan als<br />

2


zich een vraag rond uw pensioen <strong>voor</strong>doet. Omdat <strong>het</strong> reglement niet <strong>voor</strong><br />

iedereen gemakkelijk leesbaar is, zijn veel<strong>voor</strong>komende vragen verzameld. U<br />

vindt ze in deze brochure terug, <strong>voor</strong>zien van een antwoord. Om lastige pensioenbegrippen<br />

kunnen we natuurlijk niet heen. Maar waar we ze gebruiken,<br />

proberen we ze ook uit te leggen. Vaak met een <strong>voor</strong>beeld. Achter in de brochure<br />

vindt u een lijst met de meest gebruikte pensioenbegrippen. Die kunt<br />

u er altijd even op naslaan.<br />

Heeft u na <strong>het</strong> lezen toch nog vragen, neemt u dan contact op met de afdeling<br />

Klantenservice (020 5418200). Zij helpen u graag verder.<br />

Reacties op deze brochure zijn welkom. Uw opmerkingen vormen een waardevolle<br />

bijdrage aan een volgende uitgave. Naast deze brochure brengt PGB<br />

ook andere brochures, digitale nieuwsbrieven en een pensioenmagazine uit:<br />

● PGB <strong>Pensioen</strong> Plus: informatie over de mogelijkheden om te sparen <strong>voor</strong><br />

extra pensioen<br />

● Anw-Plusverzekering: informatie over aanvullende risicoverzekering <strong>voor</strong><br />

de partner<br />

● Waardeoverdracht van opgebouwde pensioenaanspraken: informatie bij<br />

de start of einde van de deelname bij <strong>het</strong> pensioenfonds<br />

● Partnerpensioen <strong>voor</strong> ongehuwd samenwonenden: informatie over de<br />

<strong>voor</strong>waarden<br />

● Einde relatie en pensioen (vanaf 1 mei 1995): informatie over pensioen en<br />

scheiding<br />

● Einde relatie en pensioen (vóór 1 mei 1995): informatie over pensioen en<br />

scheiding<br />

● <strong>Pensioen</strong>inruil: informatie <strong>voor</strong> deelnemers geboren <strong>voor</strong> 1950 die hun<br />

VUT-uitkering willen aanvullen.<br />

● Binnenkort met pensioen: informatie <strong>voor</strong> deelnemers die met pensioen<br />

gaan<br />

Ruud Degenhardt,<br />

bestuurs<strong>voor</strong>zitter PGB:<br />

‘Deze brochure is <strong>voor</strong><br />

zowel jong als oud<br />

bestemd. Het pensioenpakket<br />

bevat verschillende<br />

onderdelen die ook <strong>voor</strong><br />

jongeren van belang zijn.’<br />

● PGB Beeld: <strong>het</strong> pensioenmagazine van PGB: periodieke editie over actuele<br />

pensioenontwikkelingen<br />

● PGB-Bericht: periodieke digitale nieuwsbrief nadat u zich daar<strong>voor</strong> heeft<br />

aangemeld op www.mijnpgbpensioen.nl<br />

U kunt ze downloaden via de website.<br />

3


DEELNEMING,<br />

WAARDEOVERDRACHT<br />

EN PREMIE<br />

4


DEELNEMING,<br />

WAARDEOVERDRACHT EN PREMIE<br />

U neemt deel aan PGB als u op grond van een arbeidsovereenkomst werkzaam<br />

bent bij een onderneming of afdeling van een onderneming in <strong>het</strong> <strong>Kartonnage</strong>-<br />

en <strong>Flexibel</strong>e Verpakkingenbedrijf zoals vastgelegd in de werkingssfeerbepalingen<br />

van de artikelen 3 en volgende van de Statuten van PGB, alsmede<br />

werknemers die op vrijwillige basis door de werkgever zijn aangemeld. Voor<br />

wat betreft de pensioenovereenkomst wordt onderscheid gemaakt naar<br />

deelnemers geboren <strong>voor</strong> 1 januari 1950 en deelnemers geboren op of na<br />

1 januari 1950. Of, indien geboren <strong>voor</strong> 1 januari 1950, pas op of na 1 januari<br />

2006 bij de werkgever in dienst zijn getreden. U kunt pensioen opbouwen tot<br />

<strong>het</strong> moment dat <strong>het</strong> pensioen standaard ingaat.<br />

Wat doet een pensioenfonds eigenlijk<br />

Een pensioenfonds verzekert een compleet pensioenpakket <strong>voor</strong> werknemers<br />

van een bedrijf, branche of beroepsgroep tegen een zo laag mogelijke<br />

premie. <strong>Pensioen</strong> is eigenlijk uitgesteld loon <strong>voor</strong> de tijd dat u niet meer<br />

werkt. Als u overlijdt, ontvangen de eventueel achterblijvende partner en de<br />

kinderen een uitkering.<br />

Een pensioenfonds heeft de verplichting om de in <strong>het</strong> <strong>voor</strong>uitzicht gestelde<br />

pensioenen periodiek uit te betalen, ook op langere termijn. Het geld daar<strong>voor</strong><br />

komt uit de premies die werkgevers en werknemers gezamenlijk hebben<br />

betaald en uit de beleggingsopbrengsten. Daarnaast streeft PGB er naar<br />

ook de koopkracht zo veel mogelijk op peil houden. Als er voldoende geld in<br />

kas is, stijgen de pensioenen mee met de prijzen. Een verhoging kan alleen<br />

maar komen uit de extra beleggingsopbrengsten.<br />

PGB belegt de premie verspreid over aandelen, vastrentende waarden (zoals<br />

obligaties) en alternatieve beleggingen, waaronder grondstoffen en infrastructuur.<br />

Bij <strong>het</strong> beleggen van <strong>het</strong> pensioengeld weegt PGB zorgvuldig de<br />

risico’s af tegen <strong>het</strong> rendement dat de beleggingen opleveren. Daarnaast<br />

kent PGB ook zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. De ondernemingen<br />

waarin <strong>het</strong> fonds belegt, moeten nationaal en internationaal recht naleven.<br />

Bedrijven die zich bezig houden met de productie van en handel in controversiële<br />

wapens zoals antipersoonsmijnen en clusterbommen zijn uitgesloten.<br />

Beleid en bestuur<br />

Het bestuur bepaalt <strong>het</strong> beleid van <strong>het</strong> fonds. Het bestaat uit vertegenwoordigers<br />

van werkgevers- en werknemersorganisaties uit de branches waar<strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

55


fonds werkt. Het bestuur is verantwoordelijk <strong>voor</strong> de evenwichtige belangenbehartiging<br />

van bij <strong>het</strong> fonds aangesloten deelnemers, gewezen deelnemers,<br />

partners, gewezen partners, wezen, pensioengerechtigden en werkgevers.<br />

Het bestuur is ook verantwoordelijk <strong>voor</strong> <strong>het</strong> behalen van de fonds -<br />

doelstellingen en de solide bedrijfsvoering die daarbij hoort. De bestuurders<br />

hebben een professionele achtergrond <strong>voor</strong> beleidsterreinen die <strong>voor</strong> pensioenfondsen<br />

belangrijk zijn, zoals strategisch/financieel risicomanagement<br />

en vermogensbeheer. De medezeggenschap van werknemers en pensioengerechtigden<br />

is geregeld via de Deelnemersraad. In bijlage 1 leest u meer<br />

over besturing van <strong>het</strong> pensioenfonds.<br />

Vanaf welk moment neem ik deel aan de pensioenregeling<br />

U neemt deel aan de pensioenregeling zodra u in dienst treedt bij uw werkgever.<br />

Uw leeftijd maakt daarbij niet uit.<br />

Wie bepaalt de inhoud van mijn pensioenregeling<br />

Over de inhoud van de pensioenregeling gaan sociale partners in uw sector.<br />

De werkgevers- en werknemersorganisaties in <strong>het</strong> <strong>Kartonnage</strong>- en <strong>Flexibel</strong>e<br />

Verpakkingenbedrijf spreken bij cao de basispensioenregeling met elkaar af.<br />

Die geldt dan <strong>voor</strong> de hele sector. PGB is pensioenuitvoerder en voert uw<br />

pensioenregeling uit. Uw werkgever kan in aanvulling op de basispensioenregeling<br />

een extra pensioenovereenkomst afsluiten. De pensioenovereenkomst<br />

is onderdeel van <strong>het</strong> arbeidscontract.<br />

Ik heb elders gewerkt en pensioen opgebouwd. Kan ik mijn pensioen<br />

meenemen<br />

Ja, een werknemer die van baan verandert en daardoor deelnemer wordt in<br />

een andere pensioenregeling, kan zijn al opgebouwde pensioen meenemen.<br />

<strong>Pensioen</strong>fondsen hebben <strong>het</strong> dan over waardeoverdracht. Bij waardeoverdracht<br />

worden de bij ontslag meegekregen pensioenaanspraken omgerekend<br />

naar gelijkwaardige aanspraken in de pensioenregeling van de nieuwe<br />

werkgever. Het wettelijke recht daarop geldt <strong>voor</strong> werknemers die van baan<br />

veranderen en binnen zes maanden na opname in de nieuwe pensioenregeling<br />

waardeoverdracht aanvragen. Maar ook als niet aan deze <strong>voor</strong>waarden<br />

is voldaan, kan waardeoverdracht mogelijk zijn als de andere pensioenuitvoerder<br />

daaraan meewerkt.<br />

Is <strong>het</strong> verstandig om <strong>het</strong> pensioen mee te nemen<br />

Er zijn verschillende afwegingen mogelijk.<br />

6


Vergelijk de pensioenregeling<br />

<strong>Pensioen</strong>regelingen verschillen onderling nogal. Daarom is <strong>het</strong> belangrijk om<br />

direct bij <strong>het</strong> begin van de deelname de belangrijkste onderdelen van de pensioenregeling<br />

na te lopen en die te vergelijken met uw oude regeling. Wat is<br />

de leeftijd waarop u kunt stoppen met werken Wat zijn de keuzemogelijkheden<br />

bij pensionering Sluit dat aan bij uw planning<br />

Vergelijk de toeslagregeling<br />

Belangrijk is ook de toeslagregeling (vroeger aangeduid als indexatieregeling).<br />

Een toeslag is een verhoging van de opgebouwde pensioenen (vóór<br />

pensionering) en van de ingegane pensioenen (ná pensionering) met een<br />

door <strong>het</strong> bestuur vastgesteld percentage. U kunt bij<strong>voor</strong>beeld de toeslagregeling<br />

zelf, de kans op toeslagverlening en de verstrekte toeslagen in de<br />

afgelopen jaren vergelijken.<br />

Vergelijk de dekkingsgraad<br />

Of u vergelijkt de dekkingsgraad. De dekkingsgraad geeft de verhouding<br />

weer tussen <strong>het</strong> vermogen van een pensioenfonds en de verplichtingen (de<br />

waarde van alle nog uit te keren pensioenen). Naarmate de dekkingsgraad<br />

hoger is, neemt de kans op verhoging van uw pensioen toe en de kans op<br />

een korting van uw pensioen af. Een fonds met een hogere dekkingsgraad is<br />

dus aantrekkelijker.<br />

Toeslag pensioen<br />

Jaar<br />

Verstrekte<br />

toeslag:<br />

1-1-2006 1,00%<br />

1-1-2007 1,50%<br />

1-1-2008 2,09%<br />

1-1-2009 geen toeslag<br />

1-1-2010 geen toeslag<br />

1-1-2011 geen toeslag<br />

1-1-2012 geen toeslag<br />

1-1-2013 geen toeslag<br />

gemiste toeslag: 10,52%<br />

Informatie over de actuele dekkingsgraad en de in <strong>het</strong> verleden verstrekte en<br />

gemiste toeslagen vindt u op de website www.pensioenfondspgb.nl.<br />

Ontwikkeling PGB-dekkingsgraad<br />

7


Hoe kan ik mijn pensioen meenemen<br />

Nadat uw werkgever u heeft aangemeld, ontvangt u als nieuwe deelnemer<br />

pensioeninformatie. Daar zit ook een formulier bij waarop u kunt aangeven<br />

dat u uw pensioen wilt meenemen. Als u uw pensioen wilt meenemen, stuur<br />

dan <strong>het</strong> pensioenstartformulier binnen zes maanden terug nadat u bent<br />

gaan deelnemen aan PGB. U ontvangt vervolgens een offerte waarin staat<br />

welk PGB-pensioen u ontvangt in ruil <strong>voor</strong> de door de oude pensioenuitvoerder<br />

opgegeven waarde. Als een waardeoverdracht <strong>voor</strong> u zinvol is, geeft u<br />

een schriftelijk akkoord. De overdracht gebeurt daarna .<br />

Kan ik bij indiensttreding nog meer regelen<br />

Naast de waardeoverdracht kunnen er meer zaken zijn die u <strong>het</strong> beste meteen<br />

kunt regelen. Zo kunt u, als u ongehuwd samenwoont, uw partner <strong>voor</strong><br />

partnerpensioen aanmelden. Mocht u onverwachts komen te overlijden, dan<br />

is uw partner verzekerd van partnerpensioen. Verder kunt u nagaan of de<br />

normale pensioenopbouw bij PGB toereikend is. Heeft u bij<strong>voor</strong>beeld eerder<br />

een achterstand in uw pensioenopbouw opgelopen Heeft u te maken<br />

gehad met een echtscheiding Het zijn vragen die u <strong>het</strong> beste direct bij de<br />

indiensttreding kunt beantwoorden. Wij helpen u daar graag bij. Ook dit<br />

kunt u op <strong>het</strong> pensioenstartformulier aangeven.<br />

Wat moet ik als werknemer <strong>voor</strong> de pensioenregeling betalen<br />

Voor deelname aan de pensioenregeling betaalt u premie. In 2013 bedraagt<br />

de pensioenpremie:<br />

Premie Werkgeversdeel Werknemersdeel<br />

Regeling <strong>voor</strong> deelnemers 21,40% 12,24% 9,16%<br />

geboren <strong>voor</strong> 1 januari 1950<br />

Regeling <strong>voor</strong> deelnemers 25,95% 13,23% 12,72%<br />

geboren op of na 1 januari 1950<br />

of geboren <strong>voor</strong> 1 januari 1950<br />

maar pas op of na 1 januari<br />

2006 bij de werkgever in dienst<br />

getreden<br />

Als u met pensioen gaat ontvangt u van de overheid AOW. Het pensioen van<br />

PGB is daar een aanvulling op. De pensioenovereenkomst maakt onderdeel<br />

uit van de arbeidsovereenkomst. <strong>Pensioen</strong>premie wordt niet over <strong>het</strong> gehele<br />

salaris betaald, maar over een deel ervan. Dit deel wordt de pensioengrondslag<br />

genoemd. Een belangrijk pensioenbegrip.<br />

8


<strong>Pensioen</strong>grondslag<br />

De pensioengrondslag is <strong>het</strong> bruto pensioengevende salaris 1 minus een<br />

drempelbedrag. Het drempelbedrag, ook wel franchise genoemd, is <strong>het</strong> deel<br />

van <strong>het</strong> salaris waarover geen premie wordt betaald, waarover ook geen<br />

pensioen wordt opgebouwd, maar waar straks de AOW van de overheid<br />

tegenover staat. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld en aangepast aan de<br />

ontwikkeling van de AOW-uitkeringen. In 2013 bedraagt de franchise <strong>voor</strong><br />

de deelnemers geboren <strong>voor</strong> 1 januari 1950 € 21.218,60. Voor de deelnemers<br />

geboren op of na 1 januari 1950 of geboren <strong>voor</strong> 1 januari 1950 maar<br />

pas op of na 1 januari 2006 bij de werkgever in dienst getreden bedraagt de<br />

franchise € 16.907,80.<br />

Maakt <strong>het</strong> uit of ik als fulltimer of als parttimer werk<br />

Als u fulltime werkt, gebruikt <strong>het</strong> pensioenfonds de volledige pensioengrondslag<br />

<strong>voor</strong> berekening van de premie. Als u in deeltijd werkt, is de verhouding<br />

tussen <strong>het</strong> aantal uren dat u werkt en <strong>het</strong> aantal uren van een fulltimer van<br />

belang. Dit percentage gebruikt <strong>het</strong> pensioenfonds om de hoogte van de<br />

franchise vast te stellen. Is <strong>het</strong> percentage bij<strong>voor</strong>beeld 50 dan is de helft van<br />

de franchise van toepassing. Uw premie en pensioenopbouw blijven op deze<br />

manier altijd in verhouding staan tot de tijd die u werkt.<br />

Ik betaal premie, maar waar<strong>voor</strong> precies<br />

U en uw (eventuele) nabestaanden zijn, doordat u premie betaalt, verzekerd<br />

van pensioen. Onderdelen van <strong>het</strong> pensioenpakket worden nu kort genoemd<br />

en verderop uitgebreider behandeld.<br />

Voor de deelnemer is verzekerd:<br />

- een ouderdomspensioen;<br />

- (gedeeltelijke) premievrije opbouw. In sommige gevallen hoeft u geen<br />

premie te betalen.<br />

Voor de nabestaanden is verzekerd:<br />

- partnerpensioen;<br />

- wezenpensioen.<br />

1. Het brutoloon inclusief <strong>het</strong> bedrag van <strong>het</strong> loon in natura en kostenvergoedingen dat betrokken wordt in de eindheffing<br />

bij de werkgever en waarover geen premieheffing plaatsvindt.<br />

9


VAN OUDERDOMSPENSIOEN<br />

TOT AANVRAGEN VAN PENSIOEN<br />

10


OUDERDOMSPENSIOEN<br />

Iedereen die de AOW-leeftijd bereikt en in Nederland woont of heeft<br />

gewoond, heeft recht op AOW. Heeft u in <strong>het</strong> buitenland gewoond dan kan<br />

een korting van toepassing zijn op uw AOW. De AOW is afgeleid van <strong>het</strong> minimumloon<br />

en geldt als een basisinkomen. Via uw werkgever spaart u bij PGB<br />

<strong>voor</strong> een aanvulling. Deze aanvulling heet ouderdomspensioen. Uw pensioenregeling<br />

is gebaseerd op een middelloonsysteem. Het uiteindelijk te bereiken<br />

pensioen is een afspiegeling van <strong>het</strong> tijdens de loopbaan gemiddeld verdiende<br />

loon. Standaard wordt <strong>het</strong> pensioen vanaf de eerste van de maand waarin u<br />

de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt levenslang uitgekeerd.<br />

Via uw werkgever<br />

spaart u bij PGB<br />

<strong>voor</strong> een aanvulling<br />

op de AOW<br />

Hoe spaar ik <strong>voor</strong> <strong>het</strong> ouderdomspensioen<br />

Uw pensioenregeling is een opbouwregeling. U bouwt jaarlijks een deel van<br />

uw pensioen op volgens een vaste formule <strong>voor</strong> deelnemers geboren <strong>voor</strong><br />

1 januari 1950 is dat 1,75% van de pensioengrondslag in een jaar. Voor<br />

deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 of geboren <strong>voor</strong> 1 januari 1950<br />

maar pas op of na 1 januari 2006 bij de werkgever in dienst getreden is<br />

dat 2,15% van de pensioengrondslag in een jaar. Het pensioen dat u zo<br />

spaart, wordt ook wel een pensioenaanspraak genoemd. Uw werkgever kan<br />

een hoger opbouwpercentage toezeggen. Hoe hoger <strong>het</strong> percentage des te<br />

meer pensioen bouwt u op.<br />

Uw pensioen wordt vervolgens vanaf een afgesproken leeftijd levenslang uitgekeerd<br />

2 . Die leeftijd wordt de pensioendatum genoemd.<br />

Wat is dat, de pensioenrichtleeftijd<br />

Dat is de leeftijd die wordt aangehouden in de berekening van de jaarlijkse<br />

pensioenopbouw. De richtleeftijd was altijd 65 jaar. Met ingang van 2013 is<br />

die verhoogd naar 67 jaar. Bij de nieuwe opbouw vanaf 1 januari 2013 gaat<br />

<strong>het</strong> pensioenfonds ervan uit, dat <strong>het</strong> pensioen gemiddeld twee jaar korter<br />

hoeft te worden uitbetaald, dus vanaf 67 jaar tot overlijden. Het is één van<br />

de maatregelen die er <strong>voor</strong> moet zorgen dat <strong>het</strong> pensioensysteem in Nederland<br />

toekomstbestendiger wordt.<br />

Let op: <strong>het</strong> pensioen dat u heeft opgebouwd tot en met 31 december 2012<br />

blijft een richtleeftijd houden van 65 jaar. Deze pensioenaanspraak verandert<br />

dus niet.<br />

2. Dit wordt pensioen op basis van een uitkeringsovereenkomst genoemd. Er worden aan u uitkeringen toegezegd.<br />

Het type regeling staat altijd in de aanhef van <strong>het</strong> uniforme pensioenoverzicht dat u jaarlijks ontvangt.<br />

11


Kunnen de verschillende pensioenaanspraken bij elkaar worden opgeteld<br />

Nee, dat kan niet zomaar. Ze verschillen in waarde. De pensioenopbouw<br />

wordt wel van jaar tot jaar bij elkaar opgeteld. Maar er wordt rekening<br />

gehouden met de pensioenrichtleeftijd. U krijgt dus een pensioenaanspraak<br />

vanaf 65 jaar en een pensioenaanspraak vanaf 67 jaar. Om <strong>het</strong> <strong>voor</strong> u overzichtelijk<br />

te houden, zal <strong>het</strong> pensioenfonds de aanspraken ook omrekenen<br />

naar één bedrag op de <strong>voor</strong> u geldende (<strong>voor</strong>lopige) pensioenleeftijd. Op<br />

pagina 31 is dit in een <strong>voor</strong>beeld uitgewerkt.<br />

Middelloon<br />

Aan <strong>het</strong> einde van uw loopbaan heeft u een ouderdomspensioen op basis<br />

van <strong>het</strong> inkomen dat u gemiddeld heeft verdiend. Uw pensioenregeling<br />

wordt daarom ook wel een middelloonregeling genoemd.<br />

Voorbeeld 1a (<strong>voor</strong> deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 of geboren <strong>voor</strong> 1 januari 1950 maar pas op of<br />

na 1 januari 2006 bij de werkgever in dienst getreden)<br />

In dit <strong>voor</strong>beeld wordt uitgegaan van een gemiddeld verdiend brutosalaris van € 32.045 per jaar<br />

en een franchise van € 16.908 per jaar. De pensioengrondslag komt daardoor uit op € 32.045 -<br />

€ 16.908 = €15.137. De pensioensituatie na 1 jaar en na 46 jaar wordt weergegeven.<br />

pensioengevend salaris (bruto) : € 32.045<br />

franchise : € 16.908<br />

pensioengrondslag : € 15.137<br />

opbouwpercentage pensioen : 2,15%<br />

pensioenopbouw per jaar : € 325,45 (2,15% x € 15.137)<br />

pensioen na 46 jaar : € 14.970,70 (46 x € 325,45)<br />

Toelichting: bij ongewijzigde omstandigheden bedraagt <strong>het</strong> PGB-pensioen in dit <strong>voor</strong>beeld na 46 jaar<br />

€ 14.970,70 bruto per jaar. Dit recht wordt bij gelijkmatige omstandigheden op de financiële markten<br />

levenslang vanaf de pensioenleeftijd (1e van de maand waarin u recht krijgt op een AOW-uitkering)<br />

uitbetaald. Als de beleggingsopbrengsten gedurende langere tijd erg tegenvallen, kan <strong>het</strong> pensioen in<br />

<strong>het</strong> uiterste geval worden verlaagd. Naast dit pensioen van PGB ontvangt u de AOW van de overheid.<br />

Wanneer wordt uitgegaan van de ‘enkele gehuwden-AOW’ 3 van € 9.596,52 per jaar, komt <strong>het</strong> pensioen<br />

uit op € 24.567,22. Dat is ongeveer 77% van <strong>het</strong> in dit <strong>voor</strong>beeld gebruikte gemiddelde salaris.<br />

(Let op: niet van <strong>het</strong> laatstverdiende salaris dus.)<br />

3. Als u getrouwd bent of samenwoont met iemand die 65 jaar of ouder is, heeft ieder recht op 50% van <strong>het</strong> minimumloon.<br />

Dit is <strong>het</strong> gehuwdenpensioen. Beide partners hebben zo bij elkaar opgeteld samen een AOW-pensioen van 100%.<br />

In dit <strong>voor</strong>beeld wordt uitgegaan van de enkele gehuwden AOW, dus 50% van <strong>het</strong> minimumloon<br />

12


Voorbeeld 1b (<strong>voor</strong> de groep geboren <strong>voor</strong> 1 januari 1950)<br />

In dit <strong>voor</strong>beeld wordt uitgegaan van een gemiddeld verdiend brutosalaris van € 32.045 per jaar en<br />

een franchise van € 21.219 per jaar. De pensioengrondslag komt daardoor uit op € 32.045 - € 21.219<br />

= € 10.826. De pensioensituatie na 1 jaar en na 46 jaar wordt weergegeven.<br />

pensioengevend salaris (bruto) : € 32.045<br />

franchise : € 21.219<br />

pensioengrondslag : € 10.826<br />

opbouwpercentage pensioen : 1,75%<br />

pensioenopbouw per jaar : € 189,46 (1,75% x € 10.826)<br />

pensioen na 46 jaar : € 8.715,16 (44 x € 189,46)<br />

Toelichting: bij ongewijzigde omstandigheden bedraagt <strong>het</strong> PGB-pensioen in dit <strong>voor</strong>beeld na 46 jaar<br />

€ 8.715,16 bruto per jaar. Dit recht wordt bij gelijkmatige omstandigheden op de financiële markten<br />

levenslang vanaf de pensioendatum (1e van de maand waarin u recht krijgt op een AOW-uitkering)<br />

uitbetaald. Als de beleggingsopbrengsten gedurende langere tijd erg tegenvallen, kan <strong>het</strong> pensioen in<br />

<strong>het</strong> uiterste geval worden verlaagd. Naast dit pensioen van PGB ontvangt u de AOW van de overheid.<br />

Wanneer wordt uitgegaan van de ‘enkele gehuwden-AOW’ van € 9.596,52 per jaar, komt <strong>het</strong> pensioen<br />

uit op € 18.311,68. Dat is ongeveer 57% van <strong>het</strong> in dit <strong>voor</strong>beeld gebruikte gemiddelde salaris.<br />

(Let op: niet van <strong>het</strong> laatstverdiende salaris dus.)<br />

Hoe zit <strong>het</strong> met de opbouw van mijn pensioen als ik carrière maak<br />

Naarmate u meer carrière maakt en doorgroeit, zal de uitkomst van uw pensioen<br />

in een percentage van <strong>het</strong> laatste loon lager zijn. U kunt bij PGB <strong>voor</strong><br />

extra pensioen sparen.<br />

13


Voorbeeld 2a (<strong>voor</strong> deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 of geboren <strong>voor</strong> 1 januari 1950 maar pas op<br />

of na 1 januari 2006 bij de werkgever in dienst getreden)<br />

In dit tweede <strong>voor</strong>beeld wordt ervan uitgegaan dat de lonen en de prijzen niet stijgen. We gaan wel<br />

uit van een salarisverhoging als gevolg van promoties. De eerste 10 jaar wordt € 25.000 verdiend,<br />

daarna 10 jaar € 30.000, vervolgens 10 jaar € 35.000 en ten slotte de laatste 16 jaar € 40.000. De<br />

pensioenuitkomst op 67 jaar ziet er dan als volgt uit:<br />

periode leeftij d salaris franchise grondslag opbouw per jaar opbouw over<br />

periode<br />

vanaf 2013 tot 2023 21 25.000 16.907,80 8.092,20 173,98 (2,15 x 8.092,20) 1.739,80<br />

vanaf 2023 tot 2033 31 30.000 16.907,80 13.092,20 281,48 (2,15 x 13.092,20) 2.814,80<br />

vanaf 2033 tot 2043 41 35.000 16.907,80 18.092,20 388,98 (2,15 x 18.092,20) 3.889,80<br />

vanaf 2043 tot 2060 51 40.000 16.907,80 23.092,20 496,48 (2,15 x 23.092,20) 7.943,60<br />

Totaal pensioen bij PGB: € 16.388,00<br />

Toelichting: bij ongewijzigde omstandigheden bedraagt <strong>het</strong> PGB-pensioen in dit <strong>voor</strong>beeld na 46 jaar<br />

€ 16.388 bruto per jaar. Dit recht wordt bij gelijkmatige omstandigheden op de financiële markten<br />

levenslang vanaf de pensioendatum (1e van de maand waarin u recht krijgt op een AOW-uitkering)<br />

uitbetaald. Als de beleggingsopbrengsten gedurende langere tijd erg tegenvallen, kan <strong>het</strong> pensioen<br />

in <strong>het</strong> uiterste geval worden verlaagd. Naast dit pensioen van PGB ontvangt de pensioengerechtigde<br />

de AOW van de overheid. Wanneer weer wordt uitgegaan van de ‘enkele gehuwden-AOW’ van<br />

€ 9.596,52 per jaar, komt <strong>het</strong> PGB-pensioen inclusief de AOW uit op € 25.984. Dat komt ongeveer<br />

overeen met 65% van <strong>het</strong> laatst verdiende salaris.<br />

Voorbeeld 2b (<strong>voor</strong> deelnemers geboren <strong>voor</strong> 1 januari 1950)<br />

In dit tweede <strong>voor</strong>beeld wordt ervan uitgegaan dat de lonen en de prijzen niet stijgen. We gaan wel<br />

uit van een salarisverhoging als gevolg van promoties. De eerste 10 jaar wordt € 25.000 verdiend,<br />

daarna 10 jaar € 30.000, vervolgens 10 jaar € 35.000 en ten slotte de laatste 16 jaar € 40.000.<br />

De pensioenuitkomst op 67 jaar ziet er dan als volgt uit:<br />

periode leeftij d salaris franchise grondslag opbouw per jaar opbouw over<br />

periode<br />

vanaf 2013 tot 2023 21 25.000 21.218,60 3.781,40 66,17 (1,75 x 3.781,40) 661,70<br />

vanaf 2023 tot 2033 31 30.000 21.218,60 8.781,40 153,67 (1,75 x 8.781,40) 1.536,70<br />

vanaf 2033 tot 2043 41 35.000 21.218,60 13.781,40 241,17 (1,75 x 13.781,40) 2.411,70<br />

vanaf 2043 tot 2060 51 40.000 21.218,60 18.781,40 328,67 (1,75 x 18.781,40) 5.258,70<br />

Totaal pensioen bij PGB: € 9.868,80<br />

Toelichting: bij ongewijzigde omstandigheden bedraagt <strong>het</strong> PGB-pensioen in dit <strong>voor</strong>beeld na 46 jaar<br />

€ 9.868,80 bruto per jaar. Dit recht wordt bij gelijkmatige omstandigheden op de financiële markten<br />

levenslang vanaf de pensioenleeftijd uitbetaald (1e van de maand waarin u recht krijgt op een<br />

AOW-uitkering). Als de beleggingsopbrengsten gedurende langere tijd erg tegenvallen, kan <strong>het</strong> pensioen<br />

in <strong>het</strong> uiterste geval worden verlaagd. Naast dit pensioen van PGB ontvangt de pensioengerechtigde<br />

de AOW van de overheid. Wanneer weer wordt uitgegaan van de ‘enkele gehuwden-AOW’<br />

van € 9.596,52 per jaar, komt <strong>het</strong> PGB-pensioen inclusief de AOW uit op € 19.465,32. Dat is ongeveer<br />

49% van <strong>het</strong> laatste salaris.<br />

14


De opbouw van pensioen was <strong>voor</strong> 1 januari 2006 lager dan in de oorspronkelijke<br />

K&FV-regeling <strong>het</strong> geval is. Krijg ik dat gecompenseerd<br />

Voor werknemers geboren op of na 1 januari 1950 of geboren <strong>voor</strong> 1 januari<br />

1950 maar pas op of na 1 januari 2006 bij de werkgever in dienst getreden is<br />

er een extra <strong>voor</strong>waardelijke pensioentoezegging over dienstjaren uit <strong>het</strong> verleden<br />

overeengekomen. Deze extra toezegging geldt <strong>voor</strong> werknemers die:<br />

– op 1 januari 2006 als deelnemer in de pensioenregeling van 2006 opgenomen<br />

waren, en;<br />

– op 31 december 2005 deelnamen aan de ‘oude’ pensioenregeling, de prepensioenregeling<br />

of de VUT-regeling, en;<br />

– geboren zijn op of na 1 januari 1950 en <strong>voor</strong> 1 januari 1976, en;<br />

– <strong>voor</strong> 1 januari 2006 en tot 1 januari 2021 onafgebroken in dienst waren<br />

bij een werkgever die behoort tot <strong>het</strong> <strong>Kartonnage</strong>- en <strong>Flexibel</strong>e Verpakkingenbedrijf.<br />

Met de extra opbouw over de achterliggende dienstjaren wordt zoveel extra<br />

pensioen opgebouwd alsof gedurende de gehele deelname aan <strong>het</strong> <strong>Kartonnage</strong>-<br />

en <strong>Flexibel</strong>e Verpakkingenbedrijf is deelgenomen aan de pensioenregeling<br />

zoals die geldt vanaf 2006. De extra opbouw kan gebruikt worden<br />

om in de toekomst geheel of gedeeltelijk eerder te stoppen met werken. Het<br />

beleid van <strong>het</strong> pensioenfonds is er op gericht om per jaar te beoordelen of<br />

er middelen vrijgemaakt kunnen worden <strong>voor</strong> <strong>het</strong> toekennen van extra aanspraken<br />

over <strong>het</strong> verleden. Deze middelen zullen gefinancierd worden uit de<br />

op termijn vrijvallende VUT-premie.<br />

Hoe wordt <strong>het</strong> uiteindelijke pensioen berekend Je hebt toch ook te maken<br />

met prijsstijgingen<br />

PGB probeert ieder jaar uw pensioen of pensioenaanspraak/opgebouwd<br />

pensioen te verhogen met de prijsontwikkeling. Dit wordt toeslagverlening<br />

genoemd. Toeslagen worden <strong>voor</strong>waardelijk gegeven. Er is dus geen recht<br />

op toeslagverlening en <strong>het</strong> is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst toeslagen<br />

kunnen worden gegeven. Er is geen geld <strong>voor</strong> gereserveerd of extra<br />

premie <strong>voor</strong> gevraagd. De toekomstige verhogingen van uw pensioen/opgebouwd<br />

pensioen worden betaald uit <strong>het</strong> beleggingsrendement. Dat brengt<br />

met zich mee dat de pensioenen alleen dan kunnen worden aangepast als<br />

<strong>het</strong> bestuur vindt dat de financiële middelen van <strong>het</strong> fonds daar<strong>voor</strong> toereikend<br />

zijn.<br />

15


Richtlijn dekkingsgraad en ontwikkeling pensioen<br />

Voor <strong>het</strong> antwoord op de vraag of er voldoende geld is <strong>voor</strong> toeslagen toetst<br />

<strong>het</strong> bestuur jaarlijks de dekkingsgraad van <strong>het</strong> fonds aan een afgesproken<br />

richtlijn. Met deze ‘Richtlijn dekkingsgraad en ontwikkeling pensioen’ krijgt<br />

u inzicht in de mogelijke ontwikkeling van uw pensioen. Het bestuur kan<br />

afwijken van de richtlijn als de omstandigheden daar aanleiding toe geven.<br />

Bovendien is de richtlijn niet in beton gegoten. Onder invloed van financiële<br />

ontwikkelingen kan bijstelling nodig zijn.<br />

Hoe ziet die richtlijn er nu uit<br />

PGB heeft de ambitie om een pensioenregeling te verzorgen waarbij de pensioenrechten<br />

van deelnemers en pensioenontvangers, nu en in de toekomst,<br />

kunnen worden uitbetaald en waarbij de koopkracht zoveel mogelijk door<br />

middel van toeslagen op peil wordt gehouden. Bij de besluitvorming over de<br />

ontwikkeling van uw pensioen is de dekkingsgraad van <strong>het</strong> pensioenfonds<br />

Richtlijn dekkingsgraad en ontwikkeling pensioen<br />

Bij een dekkingsgraad:<br />

onder 105%<br />

van 105% tot 115%<br />

van 115% tot 130%<br />

van 130% tot 140%<br />

van 140% tot 150%<br />

van 150%<br />

kan uw pensioen zich als volgt ontwikkelen:<br />

in <strong>het</strong> uiterste geval korting van pensioen<br />

compensatie van eventuele korting + geen toeslag<br />

gedeeltelijke toeslag over prijsinflatie van maximaal 4%<br />

100% toeslag over prijsinflatie met maximum van 4%<br />

100% toeslag over prijsinflatie zonder maximum<br />

100% toeslag over prijsinflatie zonder maximum + inhaaltoeslag + loonindex<br />

Toelichting: Blijft <strong>het</strong> fonds in gebreke bij de realisering van een kortetermijnherstelplan of ligt de dekkingsgraad gedurende<br />

drie jaar onder de 105% dan kan <strong>het</strong> bestuur besluiten om de pensioenen te korten. De korting zal zodanig zijn dat <strong>het</strong><br />

fonds weer voldoet aan de wettelijk vereiste dekkingsgraad van 105%. Bij een dekkingsgraad tussen de 105 en 115% wordt<br />

een eventuele korting ongedaan gemaakt <strong>voor</strong> zover <strong>het</strong> herstelplan dat toestaat. Tussen <strong>het</strong> moment van korten en <strong>het</strong><br />

ongedaan maken ervan zit minimaal een jaar. Wanneer de pensioenen vaker zijn gekort, zal de korting die als eerste is doorgevoerd,<br />

als eerste weer worden gecompenseerd. Om <strong>voor</strong> compensatie van de korting in aanmerking te komen moet de<br />

(gewezen) deelnemer of de pensioengerechtigde zowel op <strong>het</strong> moment dat de korting werd doorgevoerd als op <strong>het</strong> moment<br />

van <strong>het</strong> ongedaan maken ervan bij <strong>het</strong> fonds ingeschreven zijn. Zolang de dekkingsgraad onder de 115% ligt, adviseert de<br />

richtlijn om de pensioenen niet te verhogen. Vanaf 115% tot 130% zou gedeeltelijke verhoging van de pensioenen mogelijk<br />

zijn en vanaf 130% volledige aanpassing met een maximum van 4,00%. Als de prijzen in een jaar met 2,00% stijgen, geeft<br />

de richtlijn bij een dekkingsgraad van 125% aan dat de pensioenen met 10/15 van 2,00% = 1,33% zouden kunnen stijgen.<br />

Wanneer de dekkingsgraad <strong>het</strong> niveau van 140% heeft bereikt, kan <strong>het</strong> bestuur besluiten tot volledige toeslagverlening<br />

waarbij <strong>het</strong> maximum wordt losgelaten. Indien de dekkingsgraad minimaal 12 maanden achtereen boven de 150% uitkomt,<br />

adviseert de richtlijn tot <strong>het</strong> inhalen van in <strong>het</strong> verleden gemiste verhogingen en/of tot aanpassing van <strong>het</strong> pensioen op basis<br />

van de CAO-loonstijging. Om <strong>voor</strong> inhaaltoeslag in aanmerking te komen moet de deelnemer of de pensioengerechtigde<br />

zowel op <strong>het</strong> moment dat de toeslag niet werd verleend als op <strong>het</strong> moment van inhalen bij <strong>het</strong> fonds ingeschreven zijn. De<br />

achterstand die als eerste is ontstaan, wordt ook als eerste weer ingehaald. Het recht op inhaaltoeslag vervalt 20 jaar na <strong>het</strong><br />

ontstaan van de achterstand. Het gaat om achterstanden die zijn ontstaan na 2003. Door de inhaaltoeslag en de compensatie<br />

van een eventuele korting te geven over de waarde van de actuele aanspraken worden de aanspraken die ná <strong>het</strong> in te halen<br />

jaar zijn opgebouwd eveneens verhoogd.<br />

16


elangrijk. De dekkingsgraad zegt iets over de financiële gezondheid van uw<br />

pensioenfonds.<br />

Wanneer <strong>het</strong> bestuur oordeelt dat er ruimte is om de opgebouwde aanspraken<br />

en pensioenuitkeringen geheel of gedeeltelijk aan te passen, wordt <strong>het</strong><br />

consumentenprijsindexcijfer (cpi augustus alle huishoudens) van <strong>het</strong> Centraal<br />

Bureau <strong>voor</strong> de Statistiek gevolgd. Dat geeft de prijsontwikkeling weer over<br />

een jaar van een pakket goederen en diensten die huishoudens aanschaffen<br />

<strong>voor</strong> consumptie. De gemiddeld gewogen dekkingsgraad over de maanden<br />

juli, augustus en september wordt daarbij als referentie genomen om <strong>het</strong><br />

advies <strong>voor</strong> toeslagverlening op te stellen. De dekkingsgraad van eind juli telt<br />

daarbij één keer mee, die van augustus twee keer en die van september drie<br />

keer.<br />

Hoe hebben de pensioenen zich de laatste jaren ontwikkeld<br />

De pensioenen van deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden<br />

hebben zich vanaf 2004 als volgt ontwikkeld:<br />

PGB heeft in de<br />

periode 1970 - 2012<br />

een gemiddeld<br />

rendement behaald<br />

van 6,7%. Het fonds<br />

heeft over die jaren<br />

ongeveer 84,6% van<br />

de prijsinflatie kunnen<br />

geven.<br />

Ontwikkeling verstrekte toeslagen vanaf 2004<br />

Toelichting: De laatste jaren kunnen de pensioenen bij PGB de prijsontwikkeling niet volgen.<br />

Het totaal van de niet verstrekte toeslagen (=indexatie) bedraagt momenteel 10,52%. De<br />

gemiste toeslag op 1 januari 2005 (1,09%) is ingehaald op 1 januari 2008. Wanneer de finan -<br />

ciële situatie van <strong>het</strong> fonds <strong>het</strong> toelaat, kan <strong>het</strong> bestuur in de toekomst besluiten om gemiste<br />

toeslagen, alsnog, al dan niet volledig, toe te kennen. Het bestuur heeft de bevoegdheid om<br />

op grond van de financiële situatie van <strong>het</strong> fonds in <strong>het</strong> uiterste geval de pensioenen van deelnemers<br />

en pensioengerechtigden te korten. Tot nu toe heeft <strong>het</strong> fonds deze maatregel niet<br />

behoeven te nemen.<br />

17


Wat is de verwachting <strong>voor</strong> de komende jaren<br />

Of en in welke mate uw pensioen de komende jaren zal meegroeien met de<br />

stijging van de prijzen kan niemand met zekerheid zeggen. PGB heeft als gevolg<br />

van de economische crisis, net zoals de meeste andere pensioenfondsen,<br />

te maken met een financieel tekort. Van een tekort is sprake als de<br />

waarde van de beleggingen (<strong>het</strong> vermogen) minder is dan de waarde van de<br />

pensioenen en de buffer <strong>voor</strong> algemene risico’s en beleggingsrisico’s (de verplichtingen).<br />

De toezichthouder De Nederlandsche Bank, vraagt in dat geval<br />

van pensioenfondsen dat zij een herstelplan opstellen, waarin staat hoe zij<br />

<strong>het</strong> tekort gaan inlopen. De minimum dekkingsgraad zou <strong>voor</strong> PGB ongeveer<br />

rond de 115% liggen. Over de maatregelen die <strong>het</strong> fonds in <strong>het</strong> herstelplan<br />

genomen heeft, leest u meer op de website. Ook de dekkingsgraad wordt<br />

daar maandelijks gepubliceerd.<br />

PGB heeft berekeningen gemaakt om in te kunnen schatten in welke mate<br />

toeslagverlening de komende 15 jaar mogelijk zal zijn. De koopkrachtmeter<br />

laat dat zien. Uw pensioen bij PGB stijgt waarschijnlijk minder snel dan de<br />

prijzen. Daalt de dekkingsgraad dan neemt de verwachte koopkracht verder<br />

af. Stijgt de dekkingsgraad dan stijgt ook de verwachte koopkracht.<br />

KOOPKRACHTMETER: verwachte koopkrachtontwikkeling van <strong>het</strong><br />

pensioen (eind 2012)<br />

Bij een gelijkmatige ontwikkeling van de economie<br />

en op basis van <strong>het</strong> huidige financiële<br />

beleid komen de pensioenen bij PGB volgens<br />

de koopkrachtmeter over 15 jaar gemeten<br />

uit op ongeveer 91% van een volledig geïndexeerd<br />

pensioen.<br />

Deze berekening is gebaseerd op de dekkingsgraad<br />

van 31 december 2012. Een jaar eerder<br />

lag de verwachte koopkracht nog op circa<br />

86%. De koopkrachtverwachting is verbeterd<br />

door de hogere premie die wordt gevraagd,<br />

de verschuiving van de pensioenrichtleeftijd<br />

van 65 jaar naar 67 <strong>voor</strong> de opbouw vanaf<br />

2013 en de nieuwe rentemethode die gebruikt<br />

wordt om de pensioenverplichtingen te berekenen.<br />

Als de prijzen gemiddeld over die 15<br />

jaar met 2% stijgen, verleent <strong>het</strong> fonds gemiddeld<br />

ongeveer 1,4% per jaar aan toeslag. Per jaar daalt de koopkracht in deze verwachting<br />

dus met 0,6%. De eerste jaren zal volgens de berekeningen geen of minder toeslag<br />

worden verleend. Daarna kan naar verwachting weer meer dan <strong>het</strong> verwachte gemiddelde<br />

aan toeslag worden verleend.<br />

18


Kan <strong>het</strong> opgebouwde pensioen ook worden verlaagd<br />

PGB heeft de verplichting om <strong>het</strong> opgebouwde pensioen en de al toegekende<br />

toeslagen uit te keren. Alleen in zeer bijzondere omstandigheden<br />

kunnen opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenuitkeringen worden<br />

verlaagd. PGB heeft de ambitie om de koopkracht van <strong>het</strong> pensioen<br />

zoveel mogelijk op peil te houden. Maar deze toekomstige toeslagverlening<br />

is afhankelijk van <strong>het</strong> geld dat <strong>het</strong> fonds ‘verdient’ met zijn beleggingen.<br />

PGB moet daar<strong>voor</strong> op de financiële markten risico aangaan. Daardoor kan<br />

<strong>het</strong> op langere termijn een beter rendement behalen dan alleen met sparen.<br />

Risico nemen betekent echter ook onzekerheid over de totale uitkomst<br />

van <strong>het</strong> pensioen (<strong>het</strong> pensioen en de eventueel verleende toeslag). Normaal<br />

gesproken konden (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden bij PGB<br />

rekenen op een pensioen met toeslag. Zoals <strong>het</strong> er nu uitziet, houdt uw pensioen<br />

de prijsontwikkeling de komende jaren echter niet bij.<br />

Als <strong>het</strong> op de financiële markten meezit, kan een volledige toeslag worden<br />

verstrekt. Als <strong>het</strong> gedurende langere tijd erg meezit, wordt de toeslag die<br />

in <strong>het</strong> verleden niet is verstrekt, ingehaald. De oudste rechten eerst. In <strong>het</strong><br />

gunstigste geval worden de pensioenen verhoogd op basis van de loonindex<br />

in plaats van de prijsindex.<br />

Als <strong>het</strong> op de financiële markten tegenzit, wordt de in <strong>het</strong> verleden gemiste<br />

toeslag niet ingehaald en krijgt men minder of geen toeslag. En als <strong>het</strong> gedurende<br />

langere tijd erg tegenzit, kan <strong>het</strong> pensioen in <strong>het</strong> uiterste geval ook<br />

worden verlaagd. De risicometer laat dat zien.<br />

RISICOMETER: kans op verlaging van <strong>het</strong> pensioen in 2014<br />

De risicometer geeft de kans weer dat PGB moet besluiten de pensioenen<br />

in 2014 te verlagen. Die kans is met ongeveer 45% erg hoog. De kans op<br />

korting is zo sterk toegenomen omdat <strong>het</strong> fonds een jaar minder de tijd heeft<br />

om een dekkingsgraad van ongeveer 105% te bereiken. Eind 2013 moet <strong>het</strong><br />

zover zijn.<br />

PGB heeft daar een passende set van financiële stuurmiddelen <strong>voor</strong> ingezet.<br />

<strong>Pensioen</strong>fondsen zijn echter in hoge mate afhankelijk van de ontwikkelingen<br />

op de financiële markten.<br />

Eind 2012 bedroeg de dekkingsgraad 102,3%. Bij <strong>het</strong> berekenen van de<br />

kans op verlaging van <strong>het</strong> pensioen is van deze dekkingsgraad en <strong>het</strong> huidige<br />

financiële beleid uitgegaan. Als <strong>het</strong> op de financiële markten gedurende<br />

langere tijd erg tegenzit, kan uw pensioen in <strong>het</strong> uiterste geval worden<br />

verlaagd. PGB maakt daarbij geen onderscheid tussen deelnemers, gewezen<br />

deelnemers/partners of pensioengerechtigden. De kans op een korting die de<br />

meter laat zien, zegt niets over de omvang van de korting. Zo is de kans dat<br />

de pensioenen met meer dan 10% worden verlaagd, ongeveer 9%.<br />

19


Is er verschil tussen de pensioenopbouw van iemand die gehuwd is of<br />

alleenstaand<br />

Nee, <strong>voor</strong> de opbouw van <strong>het</strong> pensioen maakt de burgerlijke staat niet uit.<br />

Iedereen bouwt evenveel pensioen op. Vlak <strong>voor</strong> uw pensioendatum kunt<br />

u uw pensioen wel afstemmen op uw persoonlijke omstandigheden. In <strong>het</strong><br />

hoofdstuk ‘Zelf kiezen’ leest u daar meer over.<br />

Wat is de relatie tussen <strong>het</strong> PGB-pensioen en de AOW<br />

Per de 1e van de maand waarin u recht krijgt op een AOW-uitkering, heeft<br />

u naast de AOW-uitkering ook recht op <strong>het</strong> PGB-ouderdomspensioen.<br />

Het AOW-pensioen vraagt u aan bij de Sociale Verzekeringsbank. Als alleenstaande<br />

heeft u recht op de AOW <strong>voor</strong> alleenstaanden (in 2013 bruto<br />

€ 13.847,76 per jaar). Als u een relatie heeft, ontvangen beide partners<br />

zodra de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt de individuele AOW (in<br />

2013 bruto € 9.596,52 per jaar).<br />

Bent u vóór 1950 geboren en ouder dan uw partner dan komt u mogelijk<br />

in aanmerking <strong>voor</strong> een toeslag gedurende de tijd dat uw partner nog geen<br />

AOW ontvangt. De toeslag wordt gekort als uw partner een eigen inkomen<br />

heeft. De toeslag vervalt als u geboren bent in of na 1950 en een jongere<br />

partner heeft.<br />

Vanaf 2013 gaat de ingangsdatum van de AOW-uitkering stapsgewijs<br />

omhoog. Dat heeft de overheid zo besloten. De standaardingangsdatum van<br />

<strong>het</strong> PGB-pensioen schuift mee met de AOW-leeftijd. Dat betekent, dat als<br />

een deelnemer niets anders doorgeeft aan PGB, <strong>het</strong> fonds in 2013 zijn pensioen<br />

gaat uitbetalen vanaf 65 jaar en 1 maand, in 2014 vanaf 65 jaar en<br />

2 maanden en in 2015 vanaf 65 jaar en 3 maanden. Het fonds heeft daar<strong>voor</strong><br />

gekozen omdat <strong>het</strong> <strong>voor</strong> de meeste deelnemers <strong>het</strong> gemakkelijkst zal<br />

zijn; de eerste AOW-uitkering wordt dan in dezelfde maand uitbetaald als<br />

<strong>het</strong> eerste PGB-pensioen.<br />

In bijlage 4 is <strong>het</strong> tijdschema met de verhoging van de AOW-leeftijd en de<br />

daaraan gekoppelde standaardingangsdatum van <strong>het</strong> PGB-pensioen opgenomen.<br />

Uw werkelijke pensioendatum bepaalt u zelf. In <strong>het</strong> hoofdstuk ‘Zelf<br />

kiezen’ leest u daar meer over.<br />

Wat zijn de gevolgen van <strong>het</strong> Regeerakkoord<br />

In <strong>het</strong> Regeerakkoord zijn <strong>voor</strong>stellen opgenomen over de toekomstige ont-<br />

20


wikkeling van de AOW en aanvullende pensioenen zoals PGB die ook verzorgt.<br />

Het kabinet werkt deze afspraken verder uit en zet ze om in wetten.<br />

Daarna worden ze aangeboden aan de Tweede en Eerste Kamer en dan is<br />

bekend hoe de afspraken er definitief uitzien.<br />

Afspraken over de AOW<br />

De AOW-leeftijd wordt mogelijk sneller verhoogd. In bijlage 4 ziet u wanneer<br />

uw AOW ingaat als de huidige plannen doorgaan.<br />

Afspraken over <strong>het</strong> aanvullend pensioen<br />

De aanvullende pensioenregelingen (zoals die van PGB) moeten toekomstbestendiger<br />

worden. Dat kan door de leeftijd waarop iemand pensioen krijgt<br />

te laten meestijgen met de (stijgende) levensverwachting. Hoe langer men<br />

(gemiddeld) leeft, hoe later men daardoor met pensioen gaat. Die maatregel<br />

is nu genomen. Daarnaast moet een balans worden gekozen tussen de risico’s<br />

in de beleggingen en de mogelijkheid de pensioenen te verhogen met<br />

de prijsstijging. In de praktijk betekent dit dat pensioenfondsen moeten kiezen<br />

uit wèl meer zekerheid, maar nauwelijks toeslagverlening, òf meer kans<br />

op toeslagverlening maar ook meer risico. In dat laatste geval ontstaat ook<br />

een grotere kans op korting van de pensioenen. Werkgevers en werknemers<br />

en de besturen van pensioenfondsen gaan over deze afweging. Nieuwe wetgeving<br />

wordt verwacht in 2015.<br />

Wanneer gaat <strong>het</strong> ouderdomspensioen standaard in en wanneer wordt<br />

<strong>het</strong> beëindigd<br />

Het ouderdomspensioen gaat standaard in op de eerste dag van de maand<br />

waarin u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt en eindigt op de laatste dag<br />

van de maand waarin u komt te overlijden. U kunt afwijken van de standaard<br />

pensioenleeftijd.<br />

Hoe word ik op de hoogte gehouden van de ontwikkeling van mijn pensioen<br />

U ontvangt als deelnemer zolang u pensioen opbouwt, één keer per jaar<br />

een overzicht van uw pensioen. PGB stuurt <strong>het</strong> pensioenoverzicht naar uw<br />

huisadres. Het geeft een overzicht van <strong>het</strong> opgebouwde ouderdomspensioen<br />

en <strong>het</strong> verzekerde partnerpensioen. Het geeft ook een prognose van <strong>het</strong> te<br />

bereiken pensioen en informatie over de toeslagverlening. Het overzicht is<br />

uniform. Het wordt door alle pensioenuitvoerders gebruikt. Als u bij meerdere<br />

pensioenuitvoerders pensioen opbouwt of heeft opgebouwd, kunt u de<br />

bedragen uit de verschillende overzichten bij elkaar optellen.<br />

21


Digitale dienstverlening<br />

Via de beveiligde website www.mijnpgbpensioen.nl heeft u elektronisch toegang<br />

tot uw pensioengegevens. U brengt er uw pensioen en dat van uw<br />

partner snel in kaart. Inclusief <strong>het</strong> pensioen van de overheid (Anw of AOW).<br />

Zo kunt u er uw persoonlijke pensioenmeter raadplegen. U kunt zich er verder<br />

aanmelden <strong>voor</strong> de digitale nieuwsbrief en u vindt er in uw persoonlijk<br />

pensioenarchief ook de digitaal bewaarde pensioenoverzichten. PGB wil <strong>het</strong><br />

geprinte pensioenoverzicht op termijn vervangen door een digitaal exemplaar.<br />

PERSOONLIJKE PENSIOENMETER<br />

Uw persoonlijke pensioenmeter kunt u<br />

raadplegen op www.mijnpgbpensioen.nl.<br />

De meter laat de stand van <strong>het</strong> te bereiken<br />

bruto pensioen bij PGB zien inclusief de<br />

AOW. Daarbij is ook rekening gehouden<br />

met uw burgerlijke staat. Weergegeven is<br />

<strong>het</strong> pensioen op uw standaardpensioenleeftijd<br />

in een percentage van <strong>het</strong> laatste bij ons<br />

bekende pensioengevende brutosalaris.<br />

Als u bij verschillende pensioenfondsen<br />

pensioen heeft opgebouwd, kunt u via<br />

www.mijnpensioenoverzicht .nl een totaal<br />

overzicht van uw pensioensituatie zien.<br />

Overige informatie<br />

PGB houdt u verder via een pensioenmagazine en de website op de hoogte<br />

van actuele ontwikkelingen rond uw pensioen en <strong>het</strong> pensioenfonds. Tegen<br />

de tijd dat u met pensioen gaat, volgt een <strong>Pensioen</strong>informatiedag. Tijdens<br />

zo’n dag hoort u wat er zoal komt kijken bij pensionering. Het accent ligt op<br />

de keuzen die u kunt maken <strong>voor</strong> de uitbetaling van uw pensioen en op de<br />

fiscale gevolgen ervan.<br />

Bij pensionering ontvangt u een persoonlijk pensioenoverzicht. Alle <strong>voor</strong><br />

u relevante keuzemogelijkheden staan daar in. De ervaring leert dat aanstaande<br />

gepensioneerden zo gemakkelijker een keuze kunnen maken. Met<br />

behulp van de pensioenplanner kunt u de variant samenstellen <strong>voor</strong> uw pensioenuitbetaling.<br />

22


PARTNER- EN WEZENPENSIOEN<br />

Naast <strong>het</strong> ouderdomspensioen zijn in uw pensioenregeling ook partnerpensioen<br />

en wezenpensioen <strong>voor</strong> de nabestaanden meeverzekerd. Het partnerpensioen<br />

wordt na overlijden van de deelnemer levenslang uitgekeerd, <strong>het</strong><br />

wezenpensioen tot een bepaalde leeftijd. Verzekerd <strong>voor</strong> dit partnerpensioen<br />

zijn deelnemers die gehuwd zijn, of die hun partnerschap bij de burgerlijke<br />

stand hebben laten registreren. Ook ongehuwd samenwonenden kunnen er<br />

<strong>voor</strong> in aanmerking komen. In dat geval moeten ze wel aan een aantal <strong>voor</strong>waarden<br />

voldoen.<br />

Voor wie geldt <strong>het</strong> partnerpensioen<br />

Het partnerpensioen wordt alleen bij overlijden van de deelnemer uitgekeerd.<br />

PGB verzekert partnerpensioen <strong>voor</strong> gehuwden, deelnemers die hun partnerschap<br />

hebben laten registreren en <strong>voor</strong> ongehuwd samenwonenden. Als u<br />

gehuwd bent of een geregistreerd partnerschap hebt, geeft de gemeente dit<br />

automatisch door aan <strong>het</strong> pensioenfonds. U hoeft dan verder niets te doen<br />

<strong>voor</strong> verzekering van <strong>het</strong> partnerpensioen.<br />

Ongehuwd samen -<br />

wonenden zijn niet<br />

automatisch verzekerd<br />

<strong>voor</strong> partnerpensioen.<br />

Woont u samen Let op!<br />

Voor ongehuwd samenwonenden ligt de situatie anders. De gemeente licht<br />

<strong>het</strong> pensioenfonds niet in over samenwonenden. Als u ongehuwd samenwoont,<br />

moet u uw partner dus zelf aanmelden bij <strong>het</strong> pensioenfonds. Op<br />

verzoek sturen wij u een aanmeldingsformulier. De brochure ‘Partnerpensioen<br />

<strong>voor</strong> ongehuwd samenwonenden’ kunt u raadplegen op de website<br />

van PGB. Die gaat in op de <strong>voor</strong>waarden die gelden <strong>voor</strong> deze verzekering. U<br />

moet daar<strong>voor</strong> een kopie van een samenlevingscontract meesturen. Zonder<br />

aanmelding en bevestiging van inschrijving kan <strong>het</strong> fonds geen partnerpensioen<br />

uitkeren bij overlijden. Ook bij beëindiging van een ongehuwde samenwoning<br />

moet u <strong>het</strong> fonds op de hoogte brengen. Anders loopt de dekking<br />

van <strong>het</strong> partnerpensioen <strong>voor</strong> de gewezen partner gewoon door.<br />

Wat ontvangt mijn partner als ik kom te overlijden<br />

Hoeveel pensioen uw partner van PGB krijgt als u komt te overlijden, is niet<br />

eenvoudig te zeggen. Het maakt uit wanneer u overlijdt, hoe <strong>het</strong> partnerpensioen<br />

is verzekerd en welke uitruilkeuze u bij pensionering heeft gemaakt.<br />

Overlijden vóór pensionering<br />

Als u nog pensioen opbouwt bij PGB en komt te overlijden en u bent gebo-<br />

23


en op of na 1 januari 1950 of geboren <strong>voor</strong> 1 januari 1950 en pas op of na<br />

1 januari 2006 in dienst van de werkgever, ontvangt de partner standaard<br />

57% van <strong>het</strong> ouderdomspensioen dat u tot de eerste van de maand van uw<br />

de AOW-gerechtigde leeftijd bij leven had kunnen bereiken. Bent u geboren<br />

<strong>voor</strong> 1 januari 1950, ontvangt uw partner bij uw overlijden 70% van <strong>het</strong><br />

ouderdomspensioen dat u tot de eerste van de maand van uw de AOW-gerechtigde<br />

leeftijd bij leven had kunnen bereiken. De berekening van <strong>het</strong><br />

pensioen dat u nog op had kunnen bouwen, wordt gebaseerd op <strong>het</strong> gemiddelde<br />

salaris van de laatste drie jaar <strong>voor</strong>afgaande aan <strong>het</strong> jaar van overlijden.<br />

Als u eerder een andere relatie hebt gehad, kan <strong>het</strong> partnerpensioen lager<br />

uitvallen. Eén van de volgende vragen gaat daar over. Minder partnerpensioen<br />

komt ook <strong>voor</strong> als bij een waardeovername door PGB geen of minder<br />

partnerpensioen is meegekomen.<br />

Overlijden ná VUT of pensionering<br />

Als u met de VUT bent of al gepensioneerd en dan komt te overlijden, wordt<br />

<strong>het</strong> partnerpensioen berekend over alle jaren dat u bij PGB partnerpensioen<br />

heeft opgebouwd.<br />

Bij VUT of pensionering krijgt u de keus <strong>voor</strong>gelegd om een deel van <strong>het</strong><br />

ouderdomspensioen uit te ruilen <strong>voor</strong> een (hoger) partnerpensioen. Wie kiest<br />

<strong>voor</strong> herschikking van pensioen, kan desgewenst tot maximaal 70% van <strong>het</strong><br />

ouderdomspensioen verzekeren <strong>voor</strong> partnerpensioen.<br />

Voorbeeld overlijden na VUT of pensionering<br />

Martin is 70 jaar als hij overlijdt. Zijn partner Eva (69) blijft achter. Martins<br />

ouderdomspensioen bedroeg € 15.000 bruto per jaar. Aan partnerpensioen is<br />

€ 8.550 (= 37% van € 15.000) opgebouwd. Martin heeft bij pensionering niet<br />

een stuk van zijn pensioen gebruikt om <strong>het</strong> partnerpensioen te verhogen.<br />

Bij overlijden ontvangt Eva dus € 8.550 per jaar. Daarnaast ontvangt Eva de<br />

AOW <strong>voor</strong> alleenstaanden en eventueel <strong>het</strong> pensioen dat zij zelf heeft opgebouwd.<br />

En wat bij een eerder vertrek bij uw werkgever<br />

Na beëindiging van de deelname wordt na overlijden standaard alleen <strong>het</strong><br />

opgebouwde partnerpensioen uitbetaald. Als u uw pensioen niet meeneemt<br />

naar een volgende pensioenuitvoerder maar bij PGB laat staan, kunt u er<br />

24


<strong>voor</strong> kiezen een deel van <strong>het</strong> ouderdomspensioen uit te ruilen <strong>voor</strong> extra<br />

partnerpensioen.<br />

Wanneer er na beëindiging van de deelname aan PGB sprake is van een loongerelateerde<br />

WW-uitkering, wordt bij overlijden van de deelnemers geboren<br />

<strong>voor</strong> 1 januari 1950 70% van <strong>het</strong> opgebouwde ouderdomspensioen aan<br />

partnerpensioen uitbetaald. Bij overlijden van deelnemers geboren op of na<br />

1 januari 1950 of geboren <strong>voor</strong> 1 januari 1950 en pas op of na 1 januari<br />

2006 in dienst van de werkgever wordt 57% van <strong>het</strong> opgebouwde ouderdomspensioen<br />

aan partnerpensioen uitbetaald.<br />

Is ook partnerpensioen verzekerd als ná pensionering een relatie wordt<br />

aangegaan<br />

Als de deelnemer ná pensionering ongehuwd gaat samenwonen, trouwt<br />

of partnerschap laat registreren, heeft de partner geen recht op partner -<br />

pensioen.<br />

Krijgt een gewezen partner ook partnerpensioen<br />

Als er bij huwelijk of scheiding niets anders is afgesproken, heeft een gewezen<br />

partner ook recht op een deel van <strong>het</strong> partnerpensioen. Het pensioenfonds<br />

heeft <strong>het</strong> dan over een ‘bijzonder partnerpensioen’. Bij <strong>het</strong> beëindigen<br />

van de relatie stelt <strong>het</strong> fonds vast hoeveel aan partnerpensioen is opgebouwd.<br />

Alleen op opgebouwde aanspraken berekent <strong>het</strong> fonds <strong>het</strong> bijzonder<br />

partnerpensioen. Na de scheiding of <strong>het</strong> verbreken van de samenwoning<br />

worden <strong>voor</strong> de gewezen partner geen aanspraken meer opgebouwd.<br />

Als de deelnemer opnieuw een ‘officiële’ relatie aangaat, komen de aanspraken<br />

van de eerste partner in mindering op <strong>het</strong> partnerpensioen van de<br />

nieuwe partner. Het hoofdstuk ‘Bijzondere situaties en uw pensioen’ gaat<br />

uitgebreider in op de gevolgen van een scheiding <strong>voor</strong> <strong>het</strong> pensioen.<br />

Ontvangt de achterblijvende partner naast PGB-partnerpensioen ook nog een<br />

pensioen van de overheid<br />

Naast <strong>het</strong> partnerpensioen van PGB kán <strong>voor</strong> een achterblijvende partner<br />

die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt, recht bestaan op<br />

een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw). Daar<strong>voor</strong><br />

moet de partner geboren zijn vóór 1950, arbeidsongeschikt zijn of kinderen<br />

onder de 18 jaar verzorgen. Als hij of zij aan één van deze <strong>voor</strong>waarden<br />

voldoet, heeft de partner recht op een uitkering. Of die uitkering ook wordt<br />

25


uitbetaald, hangt af van <strong>het</strong> eigen inkomen van de partner. De deelnemer<br />

kan via PGB een verzekering afsluiten om een al te grote terugval in inkomen<br />

door <strong>het</strong> geheel of gedeeltelijk ontbreken van een nabestaandenpensioen<br />

van de overheid te <strong>voor</strong>komen. In <strong>het</strong> hoofdstuk ‘Zelf kiezen’ leest u daar<br />

meer over.<br />

Is uw partner, wanneer u overlijdt, de AOW-leeftijd al gepasseerd, dan<br />

bestaat recht op de AOW-uitkering <strong>voor</strong> alleenstaanden.<br />

De Sociale Verzekeringsbank betaalt zowel de Anw- als de AOW-uitkering<br />

uit.<br />

Wanneer gaat <strong>het</strong> PGB-partnerpensioen precies in en wanneer stopt <strong>het</strong><br />

Bij overlijden vóór pensionering gaat <strong>het</strong> partnerpensioen in de maand van<br />

overlijden in. Bij overlijden ná pensionering in de maand volgend op de<br />

maand van overlijden. De uitkering stopt na de maand waarin de partner<br />

overlijdt. Er is dus sprake van een levenslange uitkering.<br />

Als de deelnemer<br />

ná pensionering<br />

trouwt of<br />

partnerschap<br />

laat registreren,<br />

heeft de partner<br />

geen recht op<br />

partnerpensioen.<br />

Komen de kinderen van de overleden deelnemer in aanmerking <strong>voor</strong> een<br />

wezenpensioen<br />

Ja. In principe komen alle kinderen <strong>voor</strong> wie de deelnemer <strong>het</strong> levensonderhoud<br />

betaalde in aanmerking <strong>voor</strong> een wezenpensioen. Het wezenpensioen<br />

geldt tot de 18e verjaardag. Voor studerenden is de grens verlegd naar de<br />

27e verjaardag. Zij krijgen wezenpensioen zolang ze aanspraak hebben op<br />

studiefinanciering of een lening kunnen afsluiten bij de instantie die de studiefinanciering<br />

uitbetaalt.<br />

Hoe hoog is <strong>het</strong> wezenpensioen<br />

Het wezenpensioen bedraagt 14% van <strong>het</strong> ouderdomspensioen. Het wezenpensioen<br />

verdubbelt als beide ouders zijn overleden. Het PGB keert maximaal<br />

<strong>voor</strong> vijf kinderen pensioen uit. Zijn er meer kinderen, dan verdeelt PGB <strong>het</strong><br />

beschikbare geld over de kinderen.<br />

26


Wanneer gaat <strong>het</strong> wezenpensioen precies in en wanneer stopt <strong>het</strong><br />

Zodra de deelnemer overlijdt, gaat <strong>het</strong> pensioen in. De maand waarin <strong>het</strong><br />

kind 18 wordt, telt nog mee. Studerenden krijgen ook in de maand dat ze 27<br />

worden nog geld.<br />

Hoe moet <strong>het</strong> partner- en wezenpensioen worden aangevraagd<br />

Als de achterblijvende partner in Nederland woont, meldt de gemeente<br />

<strong>het</strong> overlijden aan <strong>het</strong> pensioenfonds. Het fonds stuurt de aanvraagformulieren<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> partner- en/of wezenpensioen in dat geval zo snel mogelijk<br />

toe. Woont u in <strong>het</strong> buitenland Dan moet de partner <strong>het</strong> fonds zelf op de<br />

hoogte brengen van <strong>het</strong> overlijden. Het aanvraagformulier wordt dan direct<br />

toegestuurd.<br />

In principe komen alle<br />

kinderen <strong>voor</strong> wie in <strong>het</strong><br />

levensonderhoud werd<br />

<strong>voor</strong>zien in aanmerking<br />

<strong>voor</strong> een wezenpensioen.<br />

27


ZELF KIEZEN EN PENSIOENSPAREN<br />

De pensioenregeling biedt diverse mogelijkheden om <strong>het</strong> pensioen af te stemmen<br />

op de persoonlijke omstandigheden. Kiezen kan tijdens de periode dat u<br />

pensioen opbouwt en vlak <strong>voor</strong> <strong>het</strong> moment waarop u geheel of gedeeltelijk<br />

met pensioen gaat.<br />

Welke keuzemogelijkheden zijn er in de tijd dat ik werk<br />

U kunt er <strong>voor</strong> kiezen om méér pensioen op te bouwen dan in de basisregeling<br />

<strong>het</strong> geval is. Dat kan bij<strong>voor</strong>beeld nodig zijn omdat:<br />

Heeft u te maken met een<br />

pensioentekort Kijk op<br />

www.mijnpgbpensioen.nl<br />

of bel 020 5418200.<br />

● u als gevolg van allerlei oorzaken geen volledig pensioen haalt. Als u uitkomt<br />

op minder dan 40 pensioenjaren, kan er sprake zijn van een onvolledig<br />

pensioen.<br />

● u te maken heeft met een echtscheiding of een verbroken geregistreerd<br />

partnerschap. Bij <strong>het</strong> verbreken van de relatie wordt <strong>het</strong> pensioen dat is<br />

opgebouwd in die periode in principe verdeeld. Voor de deelnemer blijft<br />

dan minder pensioen over tenzij bij de scheiding anders is afgesproken.<br />

● u aan <strong>het</strong> einde van de loopbaan een forse salarisstijging doormaakt.<br />

● u eerder wilt stoppen met werken dan de standaardpensioenleeftijd die<br />

<strong>voor</strong> u geldt.<br />

Extra ouderdomspensioen<br />

In deze en vergelijkbare situaties kunt u tegen een achterstand in uw pensioen<br />

aan lopen. U kunt bij PGB uw pensioen aanvullen door middel van pensioensparen.<br />

In de brochure ‘PGB <strong>Pensioen</strong> Plus’ leest u er meer over.<br />

Anw-hiaat<br />

Er is nog een andere mogelijkheid om te zorgen <strong>voor</strong> uw partner na uw overlijden:<br />

met de Anw-Plusverzekering. Deze verzekering is een vangnet <strong>voor</strong><br />

de achterblijvende partner die geen of slechts gedeeltelijk recht heeft op een<br />

wettelijk nabestaandenpensioen van de overheid. Het verlies van een stuk<br />

sociale zekerheid dat door de invoering van de Anw is ontstaan, vangt de<br />

Anw-Plusverzekering eenvoudig op. Als er niets extra’s geregeld is, zullen<br />

veel nabestaanden een grote stap terug moeten doen. Vaak bent u <strong>voor</strong> een<br />

paar euro per maand al verzekerd <strong>voor</strong> een op de persoonlijke omstandigheden<br />

afgestemde jaarlijkse uitkering bij overlijden.<br />

28


Als u extra pensioen wilt verzekeren, zijn daar<strong>voor</strong> binnen de fiscaal toegestane<br />

grenzen bij <strong>het</strong> PGB goede mogelijkheden. Voor meer informatie kunt<br />

u contact opnemen met de afdeling Klantenservice (020 5418200) of de<br />

website raadplegen.<br />

En hoe zit <strong>het</strong> met de keuzemogelijkheden vlak <strong>voor</strong> pensionering<br />

Tegen de tijd dat u met pensioen gaat, ontvangt u een uitgebreid pensioenoverzicht<br />

waarin alle van belang zijnde keuzemogelijkheden zijn uitgewerkt.<br />

Dat maakt <strong>het</strong> kiezen een stuk eenvoudiger. Voor de uitbetaling van uw pensioenuitkering<br />

kunt u - naast <strong>het</strong> standaard pensioen vanaf de leeftijd die<br />

straks <strong>voor</strong> u geldt - kiezen uit een aantal varianten.<br />

Anw-Plusverzekering<br />

vangnet <strong>voor</strong> de<br />

achterblijvende<br />

partner.<br />

Standaardpensioen<br />

Wie kiest <strong>voor</strong> <strong>het</strong> standaardpensioen krijgt levenslang <strong>het</strong>zelfde pensioen.<br />

Het ouderdomspensioen volgt verder de <strong>voor</strong>waardelijke toeslagregeling van<br />

PGB.<br />

Bij overlijden ontvangt de partner <strong>het</strong> opgebouwde partnerpensioen. Voor<br />

deelnemers geboren <strong>voor</strong> 1 januari 1950 is dat 70% van <strong>het</strong> opgebouwde<br />

ouderdomspensioen. Voor deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 of<br />

geboren <strong>voor</strong> 1 januari 1950 en pas op of na 1 januari 2006 in dienst van de<br />

werkgever is dat 57% van <strong>het</strong> opgebouwde ouderdomspensioen.<br />

De standaardingangsdatum van <strong>het</strong> PGB-pensioen is gekoppeld aan de<br />

AOW-leeftijd. Het fonds heeft daar<strong>voor</strong> gekozen omdat <strong>het</strong> <strong>voor</strong> de meeste<br />

deelnemers <strong>het</strong> gemakkelijkst zal zijn. De eerste AOW-uitkering wordt dan in<br />

dezelfde maand uitbetaald als <strong>het</strong> eerste PGB-pensioen.<br />

Als de pensioendatum opschuift (zie bijlage 4), verandert de hoogte van de<br />

uitkering. <strong>Pensioen</strong> dat is opgebouwd vóór 2013 en zou ingaan op 65 jaar,<br />

verhoogt PGB omdat de uitbetaling wordt uitgesteld. Aanspraken die zijn<br />

opgebouwd vanaf 2013 en die ingaan op 67 jaar worden verlaagd omdat<br />

<strong>het</strong> pensioen eerder wordt uitbetaald.<br />

De omrekening gebeurt altijd actuarieel neutraal. U legt er dus geen geld<br />

op toe. Een concreet <strong>voor</strong>beeld is hiernaast uitgewerkt. De standaardpensioensituatie<br />

die <strong>voor</strong> u geldt, vindt u inclusief de AOW terug op de besloten<br />

website van <strong>het</strong> fonds.<br />

29


Voorbeeld standaardpensioen<br />

Stel een aanstaand gepensioneerde is geboren op 15 januari 1948 en is nog actief in<br />

één van de branches waar PGB de pensioenregeling <strong>voor</strong> verzorgt. Wat wordt dan de<br />

pensioensituatie We gaan in dit <strong>voor</strong>beeld uit van een levenslang PGB-ouderdomspensioen<br />

van bruto € 1.000 per maand dat opgebouwd is tot en met 31 december 2012.<br />

De pensioenopbouw in de eerste maand van 2013 bedraagt in dit <strong>voor</strong>beeld € 25.<br />

Het is 2013. De AOW-leeftijd <strong>voor</strong> deze deelnemer is 65 jaar + 1 maand. De Sociale Verzekeringsbank<br />

betaalt de AOW vanaf 15 februari 2013 uit. Het PGB-pensioen wordt standaard uitbetaald vanaf de eerste<br />

van de maand, dus in dit geval 1 februari 2013. Een maand later dan in 2012 <strong>het</strong> geval was. Daarom herrekent<br />

PGB de uitkering zonder dat de deelnemer daar geld op toelegt. Het pensioen dat is opgebouwd tot<br />

en met 31 december 2012 zal worden verhoogd. Het fonds keert <strong>het</strong> pensioen immers een maand later en<br />

dus over <strong>het</strong> hele leven gezien een maand korter uit. De gepensioneerde krijgt daar<strong>voor</strong> ongeveer 0,6%<br />

extra. Een recht van € 1.000 is na een maand dus € 1.006 waard. Daarnaast vindt in januari 2013 nog een<br />

maand pensioenopbouw plaats. Deze aanspraak op pensioen komt tot uitkering op 67 jaar. De pensioenrichtleeftijd<br />

is immers verhoogd naar 67 jaar. Omdat <strong>het</strong> pensioenfonds dit recht 23 maanden eerder en dus<br />

langer uitbetaalt, wordt dit recht verlaagd. De verlaging <strong>voor</strong> deze periode ligt op dit moment rond de 13%.<br />

Een levenslang recht van € 25 euro is 23 maanden eerder ongeveer € 22 waard. Deze deelnemer ontvangt<br />

van PGB dus een pensioen van € 1.006 + € 22 = € 1.028 per maand.<br />

Vervroegd pensioen<br />

U kunt in grote mate zelf bepalen wanneer u stopt met werken. U kunt<br />

<strong>het</strong> pensioen eerder laten ingaan. Dat heet vervroegd pensioen. Vervroegd<br />

pen-sioen is mogelijk vanaf 55 jaar. Wanneer u besluit om af te wijken van<br />

de standaardingangsdatum, rekent PGB de uitkering opnieuw uit. Naarmate<br />

u eerder stopt, zal de uitkering lager zijn. Ten eerste omdat u langer pensioen<br />

wilt ontvangen en ten tweede omdat <strong>het</strong> aantal jaren daalt dat u <strong>voor</strong><br />

uw pensioen premie betaalt. Vervroegd pensioen is <strong>voor</strong> deelnemers die niet<br />

meer gebruik kunnen maken van de Vut een alternatief als ze eerder willen<br />

stoppen met werken. Wie eerder met pensioen wil, moet <strong>het</strong> dienstverband<br />

bij de werkgever wel geheel of gedeeltelijk beëindigen.<br />

Tijdelijk ouderdomspensioen<br />

Omdat u bij vervroeging nog geen AOW ontvangt, biedt PGB de mogelijkheid<br />

om uw pensioen daar<strong>voor</strong> in te zetten. Bij deze keuze wordt een deel<br />

van <strong>het</strong> levenslange ouderdomspensioen omgezet in een tijdelijk ouderdomspensioen<br />

(TOP). Die uitkering loopt dan vanaf <strong>het</strong> door u gewenste moment<br />

tot de maand waarin u de AOW krijgt.<br />

De deelnemer kan maximaal twee keer <strong>het</strong> AOW-bedrag <strong>voor</strong> een gehuwde<br />

<strong>voor</strong> tijdelijk ouderdomspensioen inzetten. Verder geldt dat maximaal 50%<br />

30


van <strong>het</strong> oorspronkelijke pensioenrecht <strong>voor</strong> vervroeging en/of tijdelijk ouderdomspensioen<br />

kan worden gebruikt.<br />

Deeltijdpensioen<br />

Een deelnemer kan ook <strong>voor</strong>afgaand aan zijn pensioen in deeltijd gaan werken.<br />

De deelnemer blijft dan in overleg met de werkgever gedeeltelijk in<br />

loondienst, bouwt op grond daarvan pensioen op en gaat <strong>voor</strong> een deel met<br />

pensioen.<br />

Uitgesteld pensioen<br />

Uitstellen van de pensioendatum kan ook. Het pensioen kan geheel of<br />

gedeeltelijk worden uitgesteld. Uitstel van de pensioendatum is alleen mogelijk<br />

als de dienstbetrekking blijft bestaan. Een deelnemer kan in overleg met<br />

de werkgever de pensioendatum tot uiterlijk <strong>het</strong> 70e jaar uitstellen. Wie langer<br />

doorwerkt, ontvangt daarna een hogere uitkering. Het fonds hoeft <strong>het</strong><br />

pensioen immers gedurende kortere tijd uit te betalen. Het pensioen gaat<br />

in zodra de grens van 100% van <strong>het</strong> laatstverdiende loon is bereikt. Na de<br />

standaardingangsdatum van <strong>het</strong> pensioen bouwt de deelnemer overigens<br />

geen extra pensioen meer op. Er wordt dan ook geen pensioenpremie meer<br />

betaald. Op onze website vindt u de percentages waarmee uw pensioen<br />

omhoog of omlaag gaat als u kiest <strong>voor</strong> uitstel of vervroeging van uw pensioen.<br />

Uitruil van partnerpensioen <strong>voor</strong> extra ouderdomspensioen<br />

U kunt kiezen <strong>voor</strong> extra ouderdomspensioen in plaats van <strong>het</strong> partnerpensioen.<br />

Als u (en uw partner) afzien van <strong>het</strong> recht op partnerpensioen, ontvangt<br />

u in ruil daar<strong>voor</strong> extra ouderdomspensioen. Het pensioenfonds biedt<br />

deze keuzemogelijkheid kostenneutraal aan. Het uit te ruilen pensioen wordt<br />

minder als een gewezen partner recht heeft op een deel van <strong>het</strong> partnerpensioen.<br />

Alleenstaanden zullen altijd kiezen <strong>voor</strong> extra pensioen. Voor deelnemers<br />

met een partner ligt dat anders. Als zij <strong>voor</strong> uitruil kiezen, ontvangt de partner<br />

bij overlijden van de deelnemer immers geen PGB-partnerpensioen meer.<br />

Als <strong>het</strong> partnerpensioen waarvan de partner afstand wil doen hoger is dan<br />

€ 150,41 per maand, is een afstandsverklaring partnerpensioen nodig. Die<br />

vindt u op de website. De kosten <strong>voor</strong> <strong>het</strong> legaliseren van deze verklaring bij<br />

de notaris komen <strong>voor</strong> rekening van de deelnemer.<br />

31


Uitruil van ouderdomspensioen <strong>voor</strong> extra partnerpensioen<br />

U kunt kiezen om <strong>voor</strong> uw partner extra partnerpensioen te verzekeren. U ruilt<br />

daar<strong>voor</strong> een deel van <strong>het</strong> ouderdomspensioen uit. Het pensioenfonds biedt<br />

deze keuzemogelijkheid kostenneutraal aan. Tegenover een lager ouderdomspensioen<br />

staat dan <strong>het</strong> recht op een hoger partnerpensioen.<br />

Voorbeeld uitruil van ouderdomspensioen <strong>voor</strong> extra partnerpensioen<br />

U krijgt bij pensioneren de vraag <strong>voor</strong>gelegd of u en uw partner willen uitgaan van de bestaande verdeling tussen<br />

ouderdomspensioen en partnerpensioen of dat u uw pensioen wilt herschikken. In de eerste situatie (variant 1)<br />

bedraagt <strong>het</strong> ouderdomspensioen in dit <strong>voor</strong>beeld bruto € 1.000 per jaar en <strong>het</strong> partnerpensioen 57% daarvan. In<br />

variant 2 wordt een deel van <strong>het</strong> ouderdomspensioen gebruikt om extra partnerpensioen te verzekeren. Het partnerpensioen<br />

komt daardoor uit op 70% van <strong>het</strong> ouderdomspensioen. In dit <strong>voor</strong>beeld gaat <strong>het</strong> om pensioenen waarbij<br />

rekening is gehouden met een pensioendatum van 65 jaar en 1 maand.<br />

variant 1: bestaande verdeling<br />

Uitkering<br />

brutopensioen per maand<br />

uw ouderdomspensioen vanaf pensioendatum € 1.000<br />

<strong>het</strong> partnerpensioen als u overlijdt € 570<br />

Overwegingen <strong>voor</strong> keuze variant 1: bestaande verdeling<br />

Wanneer uw partner een goed eigen inkomen heeft of heeft gehad en zelf pensioen opbouwt of heeft opgebouwd<br />

kan variant 1, de bestaande verdeling, een optie zijn.<br />

variant 2: uitruil van ouderdomspensioen <strong>voor</strong> extra partnerpensioen<br />

Uitkering<br />

brutopensioen per maand<br />

uw ouderdomspensioen vanaf pensioendatum € 974<br />

<strong>het</strong> partnerpensioen als u overlijdt € 682<br />

Overwegingen <strong>voor</strong> keuze variant 2: uitruil ouderdomspensioen <strong>voor</strong> extra partnerpensioen<br />

U kunt <strong>voor</strong> variant 2, de uitruiloptie, kiezen als uw partner zelf geen of slechts een gering inkomen heeft of heeft<br />

gehad en op grond daarvan relatief weinig of geen pensioen opbouwt of heeft opgebouwd. Als u overlijdt, ontvangt<br />

uw partner bij de keuze <strong>voor</strong> variant 2 levenslang een hogere uitkering. Daar staat tegenover dat u vanaf uw<br />

pensioendatum een lager ouderdomspensioen ontvangt.<br />

Gelijk overlevingspensioen<br />

Als u na pensionering komt te overlijden, krijgt de achterblijvende partner<br />

<strong>het</strong> opgebouwde partnerpensioen levenslang uitgekeerd. Het partnerpensioen<br />

is standaard een bepaald percentage van <strong>het</strong> ouderdomspensioen. Het<br />

PGB-pensioen <strong>voor</strong> de partner is dus aanzienlijk minder dan <strong>het</strong> ouderdomspensioen.<br />

Overlijdt uw partner echter dan verandert <strong>het</strong> ouderdomspensioen<br />

niet en houdt u 100% van <strong>het</strong> ouderdomspensioen.<br />

32


Indien u kiest <strong>voor</strong> een gelijk overlevingspensioen, krijgen u en uw partner<br />

dezelfde pensioenuitkering als één van u overlijdt. Bij pensionering ontvangt<br />

u nog wel 100% van <strong>het</strong> ouderdomspensioen maar wel nadat de verhouding<br />

tussen ouderdoms- en partnerpensioen is herschikt in 100% respectievelijk<br />

70%. Bij overlijden van één van u krijgt de achterblijver ongeveer 80%<br />

van <strong>het</strong> ouderdomspensioen.<br />

Voorbeeld gelijk overlevingspensioen<br />

Voordat PGB de berekening van <strong>het</strong> gelijk overlevingspensioen maakt, zet <strong>het</strong> eerst <strong>het</strong> opgebouwde ouderdoms- en<br />

partnerpensioen om in een verhouding 100% ouderdomspensioen en 70% partnerpensioen. Het oorspronkelijk recht<br />

van € 1.000 per maand ouderdomspensioen en € 570 partnerpensioen, wordt dus eerst omgerekend. Na omzetting<br />

bedraagt <strong>het</strong> ouderdomspensioen € 974 per maand en <strong>het</strong> partnerpensioen op € 682. Daarna wordt <strong>het</strong> gelijk overlevingspensioen<br />

berekend. In dit <strong>voor</strong>beeld gaat <strong>het</strong> om pensioenen waarbij rekening is gehouden met een pensioenleeftijd<br />

van 65 jaar + 1 maand.<br />

Uitkering na uitruil<br />

brutopensioen per maand<br />

uw ouderdomspensioen vanaf pensioendatum € 974<br />

<strong>het</strong> partnerpensioen als u overlijdt € 682<br />

Toelichting: als de deelnemer overlijdt, ontvangt de partner in dit <strong>voor</strong>beeld € 682 per maand. Overlijdt de partner<br />

dan houdt de deelnemer <strong>het</strong> ouderdomspensioen van € 974 per maand.<br />

Gelijk overlevingspensioen<br />

brutopensioen per maand<br />

uw ouderdomspensioen vanaf pensioendatum € 974<br />

gelijk overlevingspensioen als u overlijdt € 780<br />

gelijk overlevingspensioen als uw partner overlijdt € 780<br />

Toelichting: als de deelnemer overlijdt, ontvangt de partner in dit <strong>voor</strong>beeld € 780 per maand. Overlijdt de partner<br />

dan daalt ook <strong>het</strong> pensioen <strong>voor</strong> de deelnemer van € 974 naar € 780 per maand.<br />

33


Getrapt pensioen<br />

Bij getrapt pensioen kunt u de hoogte van <strong>het</strong> ouderdomspensioen in de<br />

tijd laten variëren. U krijgt bij<strong>voor</strong>beeld de eerste tijd een hoge uitkering en<br />

daarna een lage. Of omgekeerd. Ook de partner van een overleden deelnemer<br />

kan van getrapt pensioen gebruik maken. De eerste trap of periode<br />

beslaat minimaal vijf jaar. De uitkeringshoogte wordt vastgesteld (met een<br />

veelvoud van 5%) en de laagste uitkering mag niet minder zijn dan 75% van<br />

de hoogste pensioenuitkering. Van deze bandbreedte kan worden afgeweken<br />

wanneer u besluit om eerder dan de standaardingangsdatum met pensioen<br />

te gaan.<br />

U maakt de keuze <strong>voor</strong> een uitbetalingsvariant een paar maanden <strong>voor</strong> uw<br />

pensioneren. Om <strong>het</strong> financiële effect van de keuzemogelijkheden op uw<br />

pensioen na te gaan, kunt u de pensioenplanner op www.mijnpgbpensioen.<br />

nl raadplegen.<br />

34


BIJZONDERE SITUATIES EN UW PENSIOEN<br />

Zolang u werkt en deelnemer bent, loopt de pensioenopbouw gewoon door.<br />

Maar wat gebeurt er met uw pensioen bij ziekte, arbeidsongeschiktheid,<br />

werkloosheid, VUT en verlofsituaties<br />

Wat gebeurt er met mijn pensioen als ik ziek word<br />

De eerste twee jaar dat u ziek bent, loopt de pensioenopbouw <strong>voor</strong> 100%<br />

door. De gebruikelijke premieverdeling tussen werkgever en deelnemer blijft<br />

van toepassing. De pensioenopbouw wordt gebaseerd op <strong>het</strong> loon dat <strong>voor</strong>afgaand<br />

aan de ziekte werd genoten.<br />

En als ik daarna arbeidsongeschikt word<br />

Als u arbeidsongeschikt wordt verklaard, heeft u recht op gedeeltelijke premievrije<br />

opbouw van pensioen. De pensioenpremie wordt dan door PGB<br />

betaald. De premievrije pensioenopbouw is gekoppeld aan de mate van<br />

arbeidsongeschiktheid.<br />

Premievrije opbouw<br />

Als u arbeidson-geschikt<br />

wordt<br />

verklaard, heeft<br />

u recht op<br />

gedeeltelijke<br />

premievrije opbouw<br />

van pensioen.<br />

De premievrije opbouw wordt als volgt toegepast:<br />

Bij een arbeidsongeschiktheid van:<br />

bedraagt de premievrij e pensioenopbouw:<br />

15 - 25% 0%<br />

25 - 35% 0%<br />

35 - 45% 28%<br />

45 - 55% 35%<br />

55 - 65% 42%<br />

65 - 80% 50%<br />

80 - 100% 70%<br />

Toelichting: Als u <strong>voor</strong> 50% arbeidsongeschikt bent of wordt, zal <strong>het</strong> pensioenfonds de<br />

pensioenopbouw <strong>voor</strong> 35% premievrij <strong>voor</strong>tzetten. Bij een arbeidsongeschiktheid van 80<br />

– 100% is de premievrije <strong>voor</strong>tzetting 70%. Deze premie wordt door <strong>het</strong> fonds betaald.<br />

De opbouw wordt gebaseerd op <strong>het</strong> gemiddelde salaris over de drie jaar <strong>voor</strong>afgaande<br />

aan <strong>het</strong> eerste jaar van ziekte.<br />

Blijft u gedeeltelijk werken dan wordt over <strong>het</strong> loon uit de dienstbetrekking<br />

gewoon pensioen opgebouwd en pensioenpremie betaald.<br />

35


Ik was al gedeeltelijk arbeidsongeschikt <strong>voor</strong>dat ik aan PGB deelnam.<br />

Maakt dat wat uit<br />

PGB gaat er dan vanuit dat de premievrije opbouw door een andere pensioenuitvoerder<br />

wordt betaald. Raakt u <strong>voor</strong> een hoger percentage arbeidsongeschikt,<br />

dan heeft u over dat meerdere recht op premievrije opbouw bij<br />

PGB.<br />

Bij gebruikmaking van<br />

ouderschapsverlof op<br />

grond van de wet<br />

of cao wordt de<br />

pensioenopbouw<br />

volledig <strong>voor</strong>tgezet.<br />

En bij vertrek<br />

Wanneer de deelname aan PGB wordt beëindigd omdat u van werkgever<br />

wisselt, blijft PGB de premievrije pensioenopbouw verzorgen. Als de mate<br />

van arbeidsongeschiktheid na beëindiging van de deelname afneemt, neemt<br />

ook de premievrije opbouw bij PGB af. Neemt de mate van arbeidsongeschiktheid<br />

na beëindiging van de deelname toe, dan blijft de premievrije<br />

opbouw bij PGB onveranderd. PGB gaat ervan uit dat de nieuwe pensioenuitvoerder<br />

<strong>het</strong> risico op verdere invalidering overneemt.<br />

Wat gebeurt er met mijn pensioenopbouw als ik werkloos word<br />

De pensioenopbouw stopt bij beëindiging van de deelname als gevolg van<br />

werkloosheid. Bij werkloosheid kunt u de pensioenopbouw op bepaalde<br />

<strong>voor</strong>waarden wel <strong>voor</strong> eigen rekening <strong>voor</strong>zetten. U leest daar meer over in<br />

<strong>het</strong> hoofdstuk ‘Over beëindiging deelneming’.<br />

Als u overlijdt tijdens de periode dat u een loongerelateerde WW-uitkering<br />

ontvangt, wordt <strong>het</strong> partnerpensioen gebaseerd op 70% van <strong>het</strong> opgebouwde<br />

ouderdomspensioen of lager als de werkgever dat met <strong>het</strong> pensioenfonds<br />

is overeengekomen.<br />

De financiering van de pensioen<strong>voor</strong>tzetting <strong>voor</strong> werkloze deelnemers door<br />

de stichting Financiering Voortzetting <strong>Pensioen</strong>verzekering (FVP) is met in<br />

gang van 2011 vervallen. Vanaf 1 januari 2010 was de uitbetaling van de<br />

FVP-bijdrage <strong>voor</strong> werknemers die werkloos werden in 2010, al opgeschort<br />

tot uiterlijk eind 2013. Als <strong>het</strong> FVP over onvoldoende geld beschikt, wordt<br />

een gedeeltelijke bijdrage en dus een gedeeltelijke <strong>voor</strong>tzetting toegekend.<br />

Wat gebeurt er met mijn pensioenopbouw als ik gebruik wil maken van de<br />

VUT<br />

Als u gebruikmaakt van de VUT gaat uw pensioenopbouw door.<br />

36


Loopt de pensioenopbouw door tijdens <strong>het</strong> ouderschapsverlof<br />

Ja. Bij gebruikmaking van ouderschapsverlof op grond van de wet of CAO<br />

loopt de pensioenopbouw volledig door. De premie, <strong>voor</strong> de pensioenopbouw<br />

die u door <strong>het</strong> verlof mist, betaalt <strong>het</strong> pensioenfonds. U en uw werkgever<br />

moeten de verlofperiode dan wel doorgeven aan <strong>het</strong> pensioenfonds.<br />

Van zorgverlof (onbetaald of gedeeltelijk onbetaald) is sprake wanneer u de werkzaamheden<br />

in dienstbetrekking onderbreekt om een ernstig ziek gezinslid of<br />

familielid te verzorgen.<br />

Educatief verlof is een onbetaalde of gedeeltelijk onbetaalde onderbreking in de<br />

werkzaamheden om via opleiding en scholing de kennis en de vaardigheden te<br />

verwerven die van belang zijn <strong>voor</strong> een huidige of toekomstige functie.<br />

Via levensloopverlof kunnen werknemers na daar<strong>voor</strong> gespaard te hebben, gedurende<br />

kortere of langere tijd onbetaald verlof opnemen. Het levenslooptegoed<br />

kan ook dienst doen om eerder te stoppen met werken.<br />

En bij levensloopverlof of zorg- en educatief verlof<br />

De opbouw van <strong>het</strong> ouderdomspensioen loopt tijdens <strong>het</strong> levensloopverlof<br />

en zorg- of educatief verlof niet door tenzij uw werkgever en u dit met <strong>het</strong><br />

pensioenfonds regelen. Wel zijn PGB-deelnemers verzekerd <strong>voor</strong> <strong>het</strong> risico<br />

van arbeidsongeschiktheid en overlijden. Als degene die van de regeling<br />

gebruik maakt tijdens <strong>het</strong> verlof volledig arbeidsongeschikt raakt, loopt de<br />

pensioenopbouw (na twee jaar ziekte) geheel of gedeeltelijk premievrij door.<br />

De mate van premievrijstelling hangt af van de afspraken die de werkgever<br />

met <strong>het</strong> pensioenfonds heeft gemaakt. Bij overlijden tijdens verlof ontvangt<br />

de partner partnerpensioen. De jaren die de deelnemer nog had kunnen<br />

opbouwen tot zijn standaardpensioendatum, tellen dan ook mee <strong>voor</strong> de<br />

berekening van de uitkering.<br />

Wat gebeurt er met de opgebouwde pensioenaanspraken als deelnemer en<br />

partner uit elkaar gaan<br />

Bij beëindiging van de relatie wordt <strong>het</strong> ouderdomspensioen en <strong>het</strong> opgebouwde<br />

partnerpensioen verdeeld tenzij u dat anders vastlegt in een echtscheidingsconvenant<br />

of beëindigingsakte.<br />

Verdeling ouderdomspensioen<br />

Bij een scheiding op of na 1 mei 1995 wordt <strong>het</strong> ouderdomspensioen dat is<br />

opgebouwd tijdens de relatie verdeeld. Het kan dan gaan om een huwelijk<br />

37


of om een geregistreerd partnerschap. U kunt de uitbetaling van <strong>het</strong> ouderdomspensioen<br />

dat aan de gewezen partner toekomt door <strong>het</strong> pensioenfonds<br />

laten verzorgen. U moet dat wel binnen twee jaar na beëindiging van de<br />

relatie kenbaar maken bij <strong>het</strong> pensioenfonds. Dat kan met <strong>het</strong> formulier<br />

‘Mededeling van scheiding in verband met de verdeling van <strong>het</strong> ouderdomspensioen’.<br />

Het formulier vraagt u aan bij <strong>het</strong> Ministerie van Veiligheid en<br />

Justitie of via telefoonnummer 1400 van de Rijksoverheid.<br />

Verdeling partnerpensioen<br />

Naast <strong>het</strong> ouderdomspensioen wordt ook <strong>het</strong> opgebouwde partnerpensioen<br />

verdeeld. Het recht van de gewezen partner op <strong>het</strong> partnerpensioen wordt<br />

<strong>het</strong> bijzonder partnerpensioen genoemd. De aanspraken van de gewezen<br />

partner worden gebaseerd op <strong>het</strong> partnerpensioen dat is opgebouwd vanaf<br />

<strong>het</strong> moment van deelname aan de regeling tot en met de datum van echtscheiding.<br />

Dit geldt ook <strong>voor</strong> ongehuwd samenwonenden van wie de partner<br />

is aangemeld en ingeschreven <strong>voor</strong> verzekering van <strong>het</strong> partnerpensioen.<br />

Bij overlijden van de deelnemer keert <strong>het</strong> pensioenfonds <strong>het</strong> bijzonder partnerpensioen<br />

aan de gewezen partner uit.<br />

Meer informatie<br />

Bij scheidingen vóór 1 mei 1995 gelden andere regels. Het pensioenfonds<br />

heeft over de regelingen vóór en na 1 mei 1995 brochures ‘Einde relatie en<br />

pensioen’ uitgebracht. U vindt ze op de website. Op de website treft u onder<br />

‘Reken Zelf’ ook de planner Scheiding en pensioen aan. Daarmee kunt u de<br />

effecten van een scheiding op uw pensioen nagaan.<br />

<strong>Pensioen</strong>overzicht ter oriëntatie<br />

PGB biedt deelnemers als extra service de mogelijkheid om een pensioenopgave<br />

in verband met de verdeling aan te vragen. De opgave kan gebruikt<br />

worden ter oriëntatie op een eventuele verdeling, om de contante waarde<br />

vast te stellen als u uw pensioen in de boedelscheiding wilt betrekken of om<br />

vast te stellen welk deel van <strong>het</strong> pensioen u bij pensionering moet uitbetalen<br />

aan uw gewezen partner. Het tarief <strong>voor</strong> deze opgave bedraagt in 2013<br />

eenmalig € 50.<br />

38


BEËINDIGING DEELNEMING<br />

Als u elders gaat werken of om een andere reden niet meer deelneemt aan<br />

de pensioenregeling van PGB, stopt de pensioenopbouw. U bent dan ‘gewezen<br />

deelnemer’ (ook wel ‘slaper’ genoemd). Drie maanden na beëindiging van<br />

de deelname ontvangt u een overzicht van <strong>het</strong> opgebouwde pensioen. Aan u<br />

wordt gevraagd wat er verder met uw pensioen moet gebeuren.<br />

Wat kan ik van <strong>het</strong> pensioenfonds verwachten wanneer ik van werkgever<br />

wissel<br />

Als wij van uw <strong>voor</strong>malige werkgever doorkrijgen dat u daar niet meer werkt,<br />

stopt de deelname aan <strong>het</strong> pensioenfonds. Als PGB <strong>voor</strong> u geen aanmelding<br />

van een nieuwe werkgever ontvangt, wordt binnen 3 maanden een brief<br />

verstuurd met een overzicht van uw pensioen, informatie over de toeslagregeling,<br />

waardeoverdracht, individuele <strong>voor</strong>tzetting van pensioen en over<br />

de uitruilkeuze <strong>voor</strong> <strong>het</strong> geval u besluit om uw pensioen niet mee te nemen<br />

maar achter te laten bij PGB.<br />

Onder bepaalde<br />

<strong>voor</strong>waarden kan de<br />

deelname bij vertrek<br />

uit de branche worden<br />

<strong>voor</strong>tgezet.<br />

Wat moet ik bij beëindiging van de deelname doen<br />

Bij <strong>het</strong> stopzetten van de deelname, is <strong>het</strong> belangrijk dat u eerst nagaat wat<br />

er met uw pensioen moet gebeuren. Wilt u <strong>het</strong> meenemen naar de pensioenuitvoerder<br />

van uw nieuwe werkgever of laat u <strong>het</strong> staan bij PGB. Overleg<br />

met de nieuwe uitvoerder. Die kan u vertellen of <strong>het</strong> <strong>voor</strong> u <strong>voor</strong>delig is<br />

om uw pensioen mee te nemen. Het is aan u om via uw nieuwe pensioenuitvoerder<br />

een verzoek tot waardeoverdracht te doen. Doe dat wel binnen zes<br />

maanden nadat u in <strong>het</strong> nieuwe pensioenfonds bent gaan deelnemen.<br />

En als u een partner heeft: in overleg met uw partner want die moet instemmen<br />

met de overdracht van <strong>het</strong> partnerpensioen. Een eventuele gewezen<br />

partner (na echtscheiding) hoeft niet in te stemmen. Deze aanspraken blijven<br />

altijd achter bij PGB.<br />

Wat gebeurt er als ik mijn pensioen bij PGB laat staan<br />

Als gewezen deelnemer houdt u recht op <strong>het</strong> al opgebouwde pensioen en<br />

volgt u de <strong>voor</strong>waardelijke toeslagregeling van <strong>het</strong> fonds. Wanneer u besluit<br />

om uw pensioen bij PGB te laten staan, willen we van u weten in welke<br />

verhouding uw ouderdomspensioen en <strong>het</strong> pensioen <strong>voor</strong> uw partner moet<br />

worden vastgelegd. U kunt er <strong>voor</strong> kiezen om, indien nodig, een deel van <strong>het</strong><br />

39


ouderdomspensioen te gebruiken <strong>voor</strong> verhoging van <strong>het</strong> partnerpensioen.<br />

Na uitruil kan de partner dan, als u overlijdt, rekenen op 70% van <strong>het</strong> opgebouwde<br />

ouderdomspensioen. Verder kunt u aangeven hoe u <strong>voor</strong>taan over<br />

de ontwikkelingen van uw pensioen ingelicht wilt worden.<br />

PGB heeft als<br />

beleid om kleine<br />

pensioenen die<br />

niet worden<br />

meegenomen<br />

naar een nieuwe<br />

uitvoerder twee<br />

jaar na beëindiging<br />

van de deelname<br />

af te kopen.<br />

Kunnen de opgebouwde aanspraken ook worden afgekocht<br />

PGB heeft als beleid om kleine pensioenen, die niet worden meegenomen<br />

naar een nieuwe uitvoerder, twee jaar na de beëindiging van de deelname af<br />

te kopen. Bij afkoop wordt de waarde van <strong>het</strong> pensioen in één bedrag uitbetaald.<br />

Dat geldt als de pensioenaanspraken minder bedragen dan € 451,22<br />

bruto per jaar (2013). De verwachte afkoopwaarde wordt in dat geval ook<br />

opgenomen in <strong>het</strong> meegestuurde pensioenoverzicht. Als u aan de <strong>voor</strong>waarden<br />

voldoet, kunt u de afkoop <strong>het</strong> snelst via www.mijnpgbpensioen.<br />

nl afhandelen.<br />

Ook bij pensionering, scheiding en overlijden wordt <strong>het</strong> pensioen, als <strong>het</strong> om<br />

kleine bedragen gaat, standaard afgekocht.<br />

Kan ik de deelname aan PGB zelf <strong>voor</strong>tzetten<br />

Wanneer uw deelname aan <strong>het</strong> pensioenfonds eindigt en u geen nieuwe<br />

werkgever heeft waar u pensioen opbouwt en geen recht heeft op een bijdrage<br />

van <strong>het</strong> FVP, kunt u uw deelname tijdelijk <strong>voor</strong>tzetten. Voortzetten van<br />

de pensioenopbouw is in de regel mogelijk <strong>voor</strong> maximaal 3 jaar. U betaalt<br />

dan zowel de werkgevers- als de werknemerspremie. U kunt blijven deelnemen<br />

als:<br />

● u minimaal drie jaar (<strong>voor</strong>afgaande aan de <strong>voor</strong>tzetting) heeft deelgenomen;<br />

● tegelijkertijd geen andere (collectieve) pensioenregeling van toepassing is;<br />

● de deelname aan de pensioenregeling ongewijzigd doorloopt;<br />

● de ingangsdatum van de <strong>voor</strong>tzetting minimaal 3 jaar <strong>voor</strong> de pensioendatum<br />

ligt;<br />

● <strong>het</strong> verzoek tot <strong>voor</strong>tzetting binnen 3 maanden na beëindiging van <strong>het</strong><br />

dienstverband is doorgegeven aan <strong>het</strong> pensioenfonds en binnen 9 maanden<br />

na beëindiging van de dienstbetrekking is gestart.<br />

40


KLACHTEN EN GESCHILLEN<br />

PGB kent een klachten- en een geschillenregeling. Een klacht gaat over de<br />

manier waarop u bent behandeld en een geschil heeft betrekking op de<br />

manier waarop de pensioenregeling wordt toegepast.<br />

Waar kan ik met klachten over de dienstverlening terecht<br />

Als pensioenfonds hechten wij veel waarde aan een correcte behandeling<br />

van onze deelnemers. Met klachten over de dienstverlening kunt u zich in<br />

eerste instantie wenden tot <strong>het</strong> pensioenfonds. U stuurt uw klacht naar<br />

<strong>Pensioen</strong>fonds PGB ter attentie van de klachtenadministratie, Postbus 7855,<br />

1008 CA, Amsterdam. Geef in uw brief de klacht weer en vergeet niet uw<br />

registratienummer bij PGB, uw adres, telefoonnummer e.d. te vermelden.<br />

Binnen twee werkdagen krijgt u een ontvangstbevestiging met de uiterste<br />

datum waarop schriftelijk zal worden gereageerd. In de regel is dat twee<br />

weken. Als <strong>het</strong> langer gaat duren, ontvangt u tussentijds bericht.<br />

Mocht u <strong>het</strong> niet eens zijn met de gekozen oplossing, dan kunt u uw klacht<br />

binnen twee maanden na ontvangst van de reactie <strong>voor</strong>leggen aan de Klachtencommissie<br />

PGB. U richt uw klacht dan aan de Klachtencommissie PGB ter<br />

attentie van de secretaris van de commissie, kantoorgebouw ‘de Gelder’, A.J.<br />

Ernststraat 595H, 1082 LD, Amsterdam. In de klachtencommissie zitten twee<br />

leden van <strong>het</strong> bestuur van <strong>het</strong> pensioenfonds; een werknemersbestuurslid en<br />

een werkgeversbestuurslid. De commissie neemt binnen twee maanden na<br />

ontvangst van uw klacht een beslissing.<br />

Waar kan ik terecht als ik <strong>het</strong> niet eens ben met de manier waarop de<br />

pensioenregeling wordt toegepast<br />

U kunt een geschil over de uitvoering van de pensioenregeling in eerste<br />

instantie <strong>voor</strong>leggen aan <strong>het</strong> pensioenfonds. U stuurt de omschrijving van<br />

uw geschil naar <strong>Pensioen</strong>fonds PGB ter attentie van de geschillenadministratie,<br />

Postbus 7855, 1008 CA, Amsterdam. Geef in uw brief <strong>het</strong> geschil weer<br />

en vergeet uw registratienummer bij PGB, uw adres, telefoonnummer e.d.<br />

niet. Binnen twee werkdagen krijgt u een ontvangstbevestiging met de uiterste<br />

datum waarop schriftelijk zal worden gereageerd. In de regel is dat vier<br />

weken. Als <strong>het</strong> langer gaat duren, ontvangt u tussentijds bericht.<br />

Mocht u <strong>het</strong> niet eens zijn met de uitkomst, dan kunt u <strong>het</strong> geschil <strong>voor</strong>leggen<br />

aan <strong>het</strong> bestuur van PGB. Stuur uw brief naar <strong>Pensioen</strong>fonds PGB ter<br />

41


attentie van <strong>het</strong> bestuur onder vermelding van geschil, kantoorgebouw ‘De<br />

Gelder’, A.J. Ernststraat 595H, 1082 LD, Amsterdam.<br />

Als u <strong>het</strong> ook met de beslissing van <strong>het</strong> bestuur niet eens bent, kunt u uw<br />

bezwaarschrift binnen zes weken na de beslissing van <strong>het</strong> bestuur richten<br />

aan de onafhankelijke Commissie van Bezwaar van PGB. De commissie<br />

bestaat uit vier leden die zijn benoemd door werkgevers- en werknemersorganisaties.<br />

U dient uw bezwaar dan in bij Kennedy Van der Laan, t.a.v. de<br />

Commissie van Bezwaar PGB, Postbus 58188, 1040 HD Amsterdam.<br />

Waar kan ik heen als ik <strong>het</strong> niet eens ben met de uitkomst<br />

Mocht u <strong>het</strong> niet eens zijn met de uitkomst van de Klachtencommissie of de<br />

Commissie van Bezwaar, dan kunt u uw klacht of uw geschil nog <strong>voor</strong>leggen<br />

aan de Ombudsman <strong>Pensioen</strong>en (telefoon 070 3338999) en de bevoegde<br />

rechter. De Ombudsman behandelt klachten over de uitvoering van de<br />

pen-sioenregeling, niet over de inhoud van <strong>het</strong> reglement. Als bemiddelaar<br />

zoekt hij naar een redelijke en billijke oplossing.<br />

42


AANVRAGEN VAN PENSIOEN,<br />

MEER INFORMATIE<br />

Hoe verloopt de aanvraag <strong>voor</strong> <strong>het</strong> pensioen<br />

Een paar maanden <strong>voor</strong>dat u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, sturen wij<br />

u een formulier waarmee <strong>het</strong> ouderdomspensioen kan worden aangevraagd<br />

en waar op kan worden aangegeven hoe <strong>het</strong> pensioen moet worden uitbetaald.<br />

Tegelijkertijd ontvangt u een overzicht van <strong>het</strong> opgebouwde ouderdomspensioen,<br />

<strong>het</strong> partnerpensioen en de relevante keuzemogelijkheden.<br />

Als u <strong>het</strong> pensioen vroeger wilt laten ingaan, licht u <strong>het</strong> pensioenfonds minimaal<br />

4 maanden <strong>voor</strong> de <strong>voor</strong>genomen pensioendatum in.<br />

Meer informatie<br />

Mocht u na <strong>het</strong> lezen van deze brochure nog vragen hebben, dan helpen wij<br />

u graag verder. Voor meer informatie over de pensioenregeling of uw persoonlijke<br />

situatie kunt u ons bellen, e-mailen of schrijven. U kunt natuurlijk<br />

ook terecht op onze website. De internetsite biedt veel informatie, actueel<br />

nieuws en mogelijkheden om uw pensioen te berekenen.<br />

De afdeling Klantenservice is iedere werkdag tussen 8.00 en 17.00 uur<br />

bereikbaar via 020 5418200 of via ks@pensioenfondspgb.nl. U kunt <strong>het</strong><br />

telefoonnummer of e-mailadres ook gebruiken <strong>voor</strong> <strong>het</strong> aanvragen van brochures,<br />

informatie over <strong>het</strong> pensioenfonds, <strong>het</strong> pensioenreglement en <strong>het</strong><br />

gevoerde (beleggings)beleid, <strong>het</strong> jaarverslag en <strong>het</strong> uitvoeringsreglement.<br />

Deze informatie is ook te vinden op de website van <strong>het</strong> pensioenfonds.<br />

Bezoekadres:<br />

<strong>Pensioen</strong>fonds PGB<br />

Zwaansvliet 3<br />

1081 AP Amsterdam<br />

Correspondentieadres:<br />

<strong>Pensioen</strong>fonds PGB<br />

Afdeling Klantenservice<br />

Postbus 7855, 1008 CA Amsterdam<br />

Telefoon: 020 5418200<br />

Internet: www.pensioenfondspgb.nl en www.mijnpgbpensioen.nl<br />

43


BIJLAGEN<br />

44


BIJLAGE 1: ORGANISATIE EN<br />

BESTUUR VAN HET PENSIOENFONDS<br />

PGB verzorgt in opdracht van werkgevers- en werknemersorganisaties de pensioenregeling<br />

<strong>voor</strong> deelnemers en gewezen deelnemers die werken of gewerkt<br />

hebben in de grafimediabranche, <strong>het</strong> kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf<br />

en de verf- en drukinktindustrie. Het fonds biedt verwante ondernemingen<br />

en verwante branches de mogelijkheid tot vrijwillige deelname en<br />

aansluiting. Een aantal bedrijven uit de uitgeverijsector en de papier-, kunststof-<br />

en rubber-en chemische industrie maken daar gebruik van. Het fonds is<br />

in 1953 door werkgevers en werknemers opgericht om werknemers en hun<br />

gezinnen te verzekeren van een goed pensioen bij <strong>het</strong> bereiken van de pensioengerechtigde<br />

leeftijd of bij overlijden van de deelnemer.<br />

Belangrijke elementen van de regeling zijn:<br />

Solidariteit en geen winstoogmerk<br />

PGB houdt geen rekening met gezondheidsrisico’s van <strong>het</strong> individu. Iedereen<br />

die aan de pensioenregeling deelneemt, man of vrouw, ziek of gezond,<br />

oud of jong, meer of minder verdienend, is verzekerd en betaalt <strong>het</strong>zelfde<br />

percentage aan pensioenpremie. Het risico wordt zo gespreid over alle deelnemers<br />

en gezamenlijk gedeeld. Het fonds heeft geen winstoogmerk. Daardoor<br />

komen de beleggingsopbrengsten onder aftrek van kosten direct ten<br />

goede aan de deelnemers.<br />

Uitkeringsovereenkomst op basis van flexibele middelloonregeling<br />

De uiteindelijk te bereiken pensioenuitkering is een afspiegeling van <strong>het</strong> tijdens<br />

de loopbaan gemiddeld verdiende brutoloon. Het PGB-pensioen is flexibel.<br />

Het fonds biedt binnen fiscaal toegestane grenzen mogelijkheden om<br />

<strong>het</strong> pensioen aan te vullen. En ook bij de uitbetaling van pensioen kan de<br />

deelnemer zijn pensioen afstemmen op zijn persoonlijke omstandigheden.<br />

<strong>Pensioen</strong>fondsbestuur<br />

Het bestuur is verantwoordelijk <strong>voor</strong> de uitvoering van de pensioenregeling<br />

zoals vastgelegd in de statuten en reglementen. De werkgevers- en werknemersorganisaties<br />

uit de branches waar<strong>voor</strong> PGB werkt (KVGO, FNV KIEM,<br />

CNV Media en de NVJ) vaardigen leden af <strong>voor</strong> <strong>het</strong> bestuur. Tot de bestuurstaken<br />

behoren onder meer <strong>het</strong> vaststellen van de hoogte van de premie, <strong>het</strong><br />

bepalen van de inhoud en eventuele wijzigingen in de pensioenregeling en<br />

de vaststelling van <strong>het</strong> beleggings- en <strong>het</strong> communicatiebeleid.<br />

45


Het bestuur werkt volgens een model waarbij bestuursleden gezamenlijk verantwoordelijk<br />

zijn <strong>voor</strong> de besturing van <strong>het</strong> fonds. Ieder bestuurslid heeft<br />

daarnaast een portefeuille met een eigen aandachtsgebied en een tweede<br />

aandachtsgebied om de continuïteit en de kwaliteit van de besluitvorming<br />

te waarborgen. De belangrijkste aandachtsgebieden zijn bestuurlijke zaken,<br />

juridische zaken, vermogensbeheer, risicomanagement, pensioeninhoudelijke<br />

zaken, financiële & actuariële zaken, uitbesteding en communicatie. De<br />

actuele samenstelling van <strong>het</strong> bestuur vindt u op de website.<br />

Het bestuur wordt ondersteund door een bestuursbureau. Het bureau verzorgt<br />

<strong>het</strong> bestuurssecretariaat, de beleids<strong>voor</strong>bereiding en de monitoring van<br />

de uitvoeringsorganisatie.<br />

Jaarlijks brengt <strong>het</strong> bestuur de ontwikkelingen binnen <strong>het</strong> fonds in beeld via<br />

een jaarverslag. Dat jaarverslag vindt u op de website. Het fonds geeft ook<br />

een populaire samenvatting van <strong>het</strong> verslag uit.<br />

Toezicht<br />

Onafhankelijke pensioenexperts houden in een zogenaamde ‘Visitatiecommissie’<br />

toezicht op <strong>het</strong> functioneren van <strong>het</strong> bestuur. De commissie beoordeelt<br />

tenminste eens in de drie jaar <strong>het</strong> functioneren van (<strong>het</strong> bestuur van)<br />

<strong>het</strong> pensioenfonds.<br />

Verantwoordingsorgaan<br />

Over <strong>het</strong> gevoerde beleid en de naleving van de principes van goed pensioenfondsbestuur<br />

legt <strong>het</strong> bestuur verantwoording af aan <strong>het</strong> Verantwoordingsorgaan.<br />

In dit orgaan zijn de werknemers, de pensioengerechtigden en<br />

de werkgevers vertegenwoordigd. Het verantwoordingsorgaan geeft een<br />

oordeel over <strong>het</strong> handelen van <strong>het</strong> bestuur, over <strong>het</strong> uitgevoerde beleid en<br />

over de beleidskeuzes <strong>voor</strong> de toekomst. De leden worden <strong>voor</strong>gedragen<br />

door werknemers- en werkgeversorganisaties uit de branche en samenwerkende<br />

ouderenorganisaties (CSO).<br />

Medezeggenschap in deelnemersraad<br />

Het bestuur PGB pleegt regelmatig overleg met de deelnemersraad PGB. Het<br />

gaat dan <strong>voor</strong>al om adviesaanvragen in verband met wijzigingen in statuten<br />

en reglementen, nieuwe aansluitingen en de vaststelling van <strong>het</strong> jaarverslag.<br />

De deelnemersraad kan binnen zijn wettelijke bevoegdheden ook<br />

ongevraagd advies uitbrengen. In de raad nemen vertegenwoordigers van<br />

46


werknemers en pensioengerechtigden zitting. De leden worden <strong>voor</strong>gedragen<br />

door de werknemersorganisaties in de branche. Tevens is een afgevaardigde<br />

van de Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties (<strong>het</strong> CSO) lid<br />

van de Raad.<br />

Omgeving pensioenfonds<br />

De positie van <strong>het</strong> pensioenfonds in relatie tot zijn omgeving is in <strong>het</strong> schema<br />

weergegeven.<br />

Toelichting positie: <strong>het</strong> bestuur, dat wordt ondersteund door <strong>het</strong> bestuursbureau, overlegt met <strong>het</strong> Verantwoordingsorgaan,<br />

de Visitatiecommissie, de Deelnemersraad en de uitvoeringsorganisatie. De uitvoeringsorganisatie<br />

werkt onder verantwoordelijkheid van <strong>het</strong> pensioenfonds. Ze registreert uw gegevens, int en<br />

belegt de pensioenpremie en keert de pensioenen uit. Het pensioenfonds staat onder financieel toezicht<br />

van De Nederlandsche Bank. De Autoriteit Financiële Markten houdt toezicht op de communicatie-uitingen.<br />

Een klantenpanel toetst en adviseert over de begrijpelijkheid van de pensioencommunicatie. PGB biedt<br />

sectoren waar<strong>voor</strong> <strong>het</strong> de pensioenregeling verzorgt, de mogelijkheid tot <strong>het</strong> instellen van een sectorcommissie.<br />

47


BIJLAGE 2:<br />

VERANDERINGEN IN UW OMSTANDIGHEDEN<br />

EN UW PENSIOEN<br />

Veranderingen in uw persoonlijke situatie hebben vaak gevolgen <strong>voor</strong> uw<br />

pensioen. In de brochure wordt regelmatig aangegeven wat u moet doen als<br />

omstandigheden zich wijzigen. In deze bijlage worden de situaties nog een<br />

keer op een rij gezet en <strong>voor</strong>zien van een korte samenvatting van de mogelijke<br />

beslissing of actie.<br />

Gebeurtenis<br />

start deelname<br />

aangaan relatie<br />

geboorte kind(eren)<br />

beëindigen relatie<br />

bij einde deelname,<br />

ontslag of werkloosheid<br />

Wat te doen<br />

- overwegen reeds elders opgebouwd pensioen mee te nemen (binnen zes maanden)<br />

- aanmelden partner als u ongehuwd samenwoont<br />

- overwegen extra pensioenopbouw <strong>voor</strong> u of <strong>voor</strong> uw partner<br />

- overwegen risicoverzekering (Anw-Plusverzekering) <strong>voor</strong> uw partner<br />

- aanmelden partner als u ongehuwd samenwoont<br />

- aanpassen Anw-Plusverzekering indien eerder verzekering is aangegaan<br />

- afmelden als ongehuwde samenwoning bij PGB is geregistreerd<br />

- afspraken maken over verdeling ouderdoms- en partnerpensioen (binnen twee jaar)<br />

- eventueel beëindigen en Anw-Plusverzekering<br />

- indien nieuwe pensioenuitvoerder, overwegen pensioen mee te nemen<br />

(binnen zes maanden)<br />

- kleine pensioen meenemen anders volgt na twee jaar afkoop<br />

- wanneer pensioen niet meegenomen wordt, uitruil keuze ouderdomspensioen <strong>voor</strong><br />

extra partnerpensioen maken en laten weten hoe u ingelicht wilt worden<br />

- bij werkloosheid overwegen pensioen individueel <strong>voor</strong>t te zetten<br />

bij arbeidsongeschiktheid - bij vertrek uit branche of bij werkgever verzekert PGB niet de verdere invalidering,<br />

informeer bij nieuwe pensioenuitvoerder<br />

onbetaald verlof<br />

in de VUT<br />

met pensioen<br />

deelnemer overlijdt<br />

partner of kind overlijdt<br />

- periode ouderschapsverlof op grond van wet of cao doorgeven aan PGB,<br />

u krijgt dan premievrije opbouw<br />

- bij zorgverlof of educatief verlof overwegen pensioen opbouw <strong>voor</strong>t te zetten<br />

- bij levensloopverlof overwegen pensioenopbouw <strong>voor</strong>t te zetten<br />

- niets, uw pensioenopbouw loopt door<br />

- wanneer u kiest <strong>voor</strong> vervroegd pensioen, vier maanden <strong>voor</strong> gewenste datum<br />

contact opnemen met pensioenfonds<br />

- wanneer u kiest <strong>voor</strong> pensioen op standaardpensioendatum, krijgt u automatisch bericht<br />

- nabestaande(n) meldt dit aan <strong>het</strong> pensioenfonds alleen als hij of zij in <strong>het</strong> buitenland<br />

woont<br />

- (indien afgesloten) Anw-Plusverzekering beëindigen<br />

48


BIJLAGE 3: LIJST VAN AFKORTINGEN EN LINKS<br />

Afkortingen:<br />

PGB : <strong>Pensioen</strong>fonds <strong>voor</strong> de Grafische Bedrijven<br />

- TOP : Tijdelijk ouderdomspensioen<br />

- GOP : Gelijk overlevingspensioen<br />

DNB<br />

AFM<br />

: De Nederlandsche Bank<br />

: Autoriteit Financiële Markten<br />

CBS<br />

: Centraal Bureau <strong>voor</strong> de Statistiek<br />

- cpi : Consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens<br />

SVB<br />

: Sociale Verzekeringsbank<br />

- Anw : Algemene Nabestaandenwet<br />

- AOW : Algemene ouderdomswet<br />

UWV : Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen<br />

FVP : Stichting Financiering Voortzetting <strong>Pensioen</strong>verzekering bij SVB<br />

KVGO : Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen<br />

FNV-Kiem : Vakbond FNV <strong>voor</strong> Kunsten Informatie en Media<br />

NVJ : Nederlandse Vereniging van Journalisten<br />

CNV Media : Vakbond CNV <strong>voor</strong> media sector<br />

Handige links:<br />

www.pensioenfondspgb.nl<br />

www.mijnpgbpensioen.nl<br />

www.mijnpensioenoverzicht.nl<br />

www.pensioenkijker.nl<br />

www.pensioenfederatie.nl<br />

www.svb.nl<br />

www.consument.afm.nl<br />

49


BIJLAGE 4:<br />

VERHOGING AOW-LEEFTIJD<br />

Het parlement heeft in de zomer van 2012 een wets<strong>voor</strong>stel aangenomen<br />

waarbij vanaf 2013 de ingangsdatum van de AOW-uitkering stapsgewijs<br />

opschuift. In tabel 1 is de huidige regeling weergegeven. In <strong>het</strong> regeerakkoord<br />

van VVD en PvdA gaat de AOW-leeftijd sneller omhoog. Dat tijdsschema<br />

is in tabel 2 weergegeven.<br />

Het PGB-pensioen wordt standaard uitbetaald vanaf de eerste dag van de<br />

maand waarin de AOW-gerechtige leeftijd is bereikt. Deelnemers kunnen<br />

echter zelf kiezen wanneer zij willen stoppen met werken. Dat moment, uw<br />

werkelijke pensioendatum, kan liggen tussen 55 jaar en 70 jaar.<br />

Tabel 1: Verhoging AOW-leeftijd (huidige regeling)<br />

Toelichting: Wie geboren is op 1 juni 1952 krijgt volgens de huidige regeling AOW vanaf 65 jaar en 9 maanden. Na 2024<br />

kijkt de regering opnieuw naar de levensverwachting. Stijgt die nog steeds Dan gaat de AOW-leeftijd waarschijnlijk<br />

verder omhoog.<br />

50


Tabel 2: Verhoging AOW-leeftijd (<strong>voor</strong>nemen kabinet)<br />

Toelichting: Wie geboren is op 1 juni 1952 krijgt volgens <strong>het</strong> nieuwe kabinet vanaf zijn 66e verjaardag AOW. Eén jaar<br />

later dus dan volgens de huidige regeling. Na 2021 kijkt de regering opnieuw naar de levensverwachting. Stijgt die nog<br />

steeds Dan gaat de AOW-leeftijd waarschijnlijk verder omhoog.<br />

51


AANTEKENINGEN<br />

52


PENSIOEN ABC<br />

Anw<br />

De Anw staat <strong>voor</strong> de Algemene Nabestaandenwet.<br />

De Anw is een basis<strong>voor</strong>ziening van de overheid<br />

<strong>voor</strong> inwoners van Nederland die hun partners als<br />

gevolg van overlijden verliezen. Er bestaat recht op<br />

een Anw-uitkering als de partner van de overledene<br />

geboren is <strong>voor</strong> 1 januari 1950 of kinderen verzorgt<br />

die niet ouder zijn dan 18 jaar of in geval van<br />

arbeidsongeschiktheid. De uitkering wordt gekort als<br />

de partner zelf inkomen heeft.<br />

AOW<br />

De AOW staat <strong>voor</strong> de Algemene Ouderdomswet.<br />

Het is <strong>het</strong> basispensioen van de overheid. Hoeveel<br />

AOW-pensioen u later krijgt, hangt af van <strong>het</strong> aantal<br />

jaren dat u verzekerd bent geweest <strong>voor</strong> de AOW.<br />

De Sociale Verzekeringsbank betaalt de AOW uit.<br />

Consumentenprij sindex alle huishoudens (cpi)<br />

Het consumentenprijsindexcijfer van <strong>het</strong> Centraal<br />

Bureau <strong>voor</strong> de Statistiek geeft de prijsontwikkeling<br />

weer van een pakket goederen en diensten die<br />

huishoudens aanschaffen <strong>voor</strong> consumptie. PGB<br />

gebruikt de prijsontwikkeling van een jaar in de<br />

maand augustus.<br />

Dekkingsgraad<br />

De dekkingsgraad geeft de verhouding weer tussen<br />

<strong>het</strong> vermogen van een pensioenfonds en de waarde<br />

van de opgebouwde pensioenaanspraken en al ingegane<br />

pensioenuitkeringen.<br />

<strong>Flexibel</strong> pensioen<br />

PGB biedt deelnemer en partner diverse keuzemogelijkheden.<br />

In de opbouwfase kan extra pensioen worden<br />

verzekerd. Bij einde deelname kan deel nemer er<br />

<strong>voor</strong> kiezen om een gedeelte van zijn ouderdomspensioen<br />

uit te ruilen <strong>voor</strong> partnerpensioen. Of<br />

andersom. Vlak <strong>voor</strong> pensionering kan gekozen<br />

worden uit diverse uitbetalingsmogelijkheden: <strong>het</strong><br />

standaardpensioen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd,<br />

vervroegd of uitgesteld pensioen, pensioeninruil<br />

van levenslang pensioen <strong>voor</strong> een tijdelijke uitkering,<br />

uitruil van ouderdomspensioen <strong>voor</strong> extra partnerpensioen,<br />

uitruil van partnerpensioen <strong>voor</strong> extra<br />

ouderdomspensioen, getrapt pensioen, gelijk overlevingspensioen<br />

of een toegestane combinatie.<br />

Franchise<br />

De franchise is <strong>het</strong> deel van <strong>het</strong> inkomen waarover u<br />

geen pensioenpremie hoeft te betalen en waarover<br />

u dus ook geen pensioen opbouwt omdat u van de<br />

overheid een AOW-uitkering ontvangt. Door de franchise<br />

op <strong>het</strong> pensioengevend salaris in mindering te<br />

brengen, komt u bij de pensioengrondslag. Daarover<br />

betaalt u premie en bouwt u pensioen op.<br />

Gewezen deelnemer<br />

Dat is een oud-deelnemer (ook wel ‘slaper’) die in <strong>het</strong><br />

verleden bij PGB pensioen heeft opgebouwd en dit<br />

heeft laten staan. Er worden geen aanspraken meer<br />

opgebouwd, maar <strong>het</strong> pensioen volgt wel de toeslagregeling<br />

van <strong>het</strong> fonds.<br />

Gewezen partner<br />

Een ex-partner die recht houdt op een deel van <strong>het</strong><br />

partnerpensioen en ouderdomspensioen van de deelnemer.<br />

Herstelplan<br />

Plan van aanpak gericht op <strong>het</strong> herstel van de vermogenspositie<br />

bij een pensioenfonds. <strong>Pensioen</strong>fondsen<br />

zijn wettelijk verplicht om reserves aan te houden.<br />

Een reserve van ongeveer 5% <strong>voor</strong> algemene risico’s<br />

en daarnaast een buffer om schommelingen in de<br />

beleggingen te kunnen opvangen. De minimale dekkingsgraad<br />

<strong>voor</strong> PGB zou ongeveer 115% moeten<br />

zijn. Onder die grens moet een herstelplan worden<br />

opgesteld. Daarin wordt aangegeven hoe <strong>het</strong> fonds<br />

weer op <strong>het</strong> vereiste niveau denkt te komen. Binnen<br />

3 jaar (<strong>het</strong> kortetermijnherstel) boven de circa 105%<br />

en binnen 15 jaar (<strong>het</strong> langetermijnherstel) boven<br />

de circa 115%. Het bestuur van <strong>het</strong> pensioenfonds<br />

moet <strong>het</strong> herstelplan <strong>voor</strong> goedkeurig indienen bij De<br />

Nederlandsche Bank.<br />

Korting van pensioen<br />

Een korting is een verlaging van de pensioenaanspraken<br />

(<strong>voor</strong> pensionering) en van de ingegane pensioenen<br />

(na pensionering) met een door <strong>het</strong> bestuur<br />

van <strong>het</strong> fonds bepaald percentage. Kortingen zijn<br />

maatregelen die <strong>het</strong> bestuur kan nemen als er geen<br />

andere middelen meer zijn om op <strong>het</strong> wettelijke verplichte<br />

financiële niveau te komen.<br />

Middelloonregeling<br />

PGB biedt de uitvoering van middelloonregelingen<br />

aan. De hoogte van <strong>het</strong> pensioen is gebaseerd op <strong>het</strong><br />

tijdens uw loopbaan gemiddeld verdiende salaris.<br />

Opbouwpercentage<br />

Het opbouwpercentage is <strong>het</strong> percentage op basis<br />

waarvan <strong>het</strong> jaarlijks op te bouwen pensioen wordt<br />

berekend.<br />

Ouderdomspensioen<br />

Het ouderdomspensioen is de levenslange uitkering<br />

die u ontvangt vanaf <strong>het</strong> moment dat u uw pensioen


laat ingaan. De standaard ingangsdatum is de eerste<br />

van de maand waarin de deelnemer recht krijgt op<br />

een AOW-uitkering.<br />

Partnerpensioen<br />

Het partnerpensioen is <strong>het</strong> levenslange pensioen <strong>voor</strong><br />

de partner als u overlijdt. De partner heeft recht op<br />

dit pensioen als u gehuwd bent, uw partnerschap<br />

heeft laten registreren of als u ongehuwd samenwoont<br />

en die samenleving officieel heeft aangemeld<br />

bij PGB en u bericht van registratie heeft gehad van<br />

<strong>het</strong> pensioenfonds. Werkgevers en branches kunnen<br />

<strong>het</strong> partnerpensioen of risicobasis en/of opbouwbasis<br />

bij PGB verzekeren.<br />

<strong>Pensioen</strong><br />

<strong>Pensioen</strong> is uitgesteld inkomen <strong>voor</strong> de deelnemer en<br />

zijn gezin <strong>voor</strong> de tijd dat de deelnemer niet meer<br />

werkt of komt te overlijden. Men ontvangt dan een<br />

periodieke uitkering.<br />

<strong>Pensioen</strong>aanspraak<br />

Een pensioenaanspraak is een toekomstig recht op<br />

een pensioenuitkering. Bij een aanspraak is nog niet<br />

tot betaling overgegaan.<br />

<strong>Pensioen</strong>gevend salaris<br />

Het pensioengevend salaris is <strong>het</strong> bruto-inkomen op<br />

jaarbasis waarop uw pensioen wordt gebaseerd.<br />

<strong>Pensioen</strong>grondslag<br />

De pensioengrondslag is <strong>het</strong> bruto pensioengevend<br />

salaris minus de franchise. De franchise is <strong>het</strong> deel<br />

van <strong>het</strong> salaris waarover geen premie betaald wordt<br />

en waarover ook geen pensioenaanspraken worden<br />

opgebouwd.<br />

<strong>Pensioen</strong>resultaat<br />

De ontwikkeling van <strong>het</strong> pensioenresultaat geeft de<br />

koopkracht van <strong>het</strong> pensioen weer. De ontwikkeling<br />

van <strong>het</strong> pensioen inclusief de toeslagverlening wordt<br />

dan vergeleken met de ontwikkeling van de prijzen<br />

in Nederland. Blijft <strong>het</strong> pensioen gelijk, zoals de laatste<br />

jaren <strong>het</strong> geval is, maar stijgen de prijzen (inflatie),<br />

dan daalt de koopkracht. <strong>Pensioen</strong>gerechtigden<br />

kunnen dan met hun pensioen minder kopen. Als de<br />

prijzen bij een gelijkblijvend pensioen zouden dalen<br />

(deflatie), dan stijgt de koopkracht. <strong>Pensioen</strong>gerechtigden<br />

kunnen dan met hun pensioen meer kopen.<br />

<strong>Pensioen</strong>richtleeftij d<br />

De pensioenrichtleeftijd is de leeftijd die wordt aangehouden<br />

in de berekening van de jaarlijkse pensioenopbouw.<br />

Die is per 1 januari 2013 verschoven<br />

van 65 jaar naar 67 jaar. Bij de nieuwe opbouw<br />

gaat <strong>het</strong> pensioenfonds ervan uit, dat <strong>het</strong> pensioen<br />

gemiddeld twee jaar korter hoeft te worden uitbetaald,<br />

dus vanaf 67 jaar tot overlijden. Het pensioen<br />

dat is opgebouwd tot en met 31 december 2012<br />

blijft een richtleeftijd houden van 65 jaar. Deelnemers<br />

kunnen dus een pensioenaanspraak hebben<br />

vanaf 65 jaar en een pensioenaanspraak vanaf 67<br />

jaar. Om <strong>het</strong> <strong>voor</strong> de deelnemers overzichtelijk te<br />

houden, zal <strong>het</strong> pensioenfonds de aanspraken ook<br />

omrekenen naar één bedrag op de <strong>voor</strong> de deelnemer<br />

geldende pensioendatum (dit is de 1e dag van<br />

de maand waarin de werknemer recht krijgt op een<br />

AOW-uitkering).<br />

<strong>Pensioen</strong>overeenkomst<br />

Onderdeel van <strong>het</strong> arbeidscontract tussen werk-gever<br />

en werknemer waarin <strong>het</strong> pensioenaanbod wordt<br />

gedaan.<br />

Premievrij e pensioenaanspraken<br />

Wanneer u niet meer deelneemt bij PGB, worden<br />

uw pensioenaanspraken premievrij. Er vindt geen<br />

opbouw meer plaats en u betaalt geen premie meer.<br />

Wel wordt uw pensioen aangepast conform de toeslagregeling.<br />

Toeslag bij PGB (indexatie)<br />

Een toeslag is een <strong>voor</strong>waardelijke verhoging van de<br />

pensioenaanspraken (<strong>voor</strong> pensionering) en ingegane<br />

pensioenen (na pensionering) met een door <strong>het</strong><br />

bestuur van <strong>het</strong> fonds bepaald percentage.<br />

Uitkeringsovereenkomst<br />

Een overeenkomst over een uitkering van een<br />

bepaalde hoogte die vanaf de pensioendatum wordt<br />

ontvangen. Afhankelijk van <strong>het</strong> salaris en/of diensttijd<br />

wordt een aanspraak op een uitkering opgebouwd.<br />

Zowel <strong>het</strong> risico dat de levensverwachting<br />

van de deelnemer meer toeneemt dan aanvankelijk<br />

verwacht was, als <strong>het</strong> beleggingsrisico, <strong>het</strong> risico<br />

dat de inkomsten over de belegde gelden mee- of<br />

tegenvallen, ligt nu nog bij <strong>het</strong> pensioenfonds. Het<br />

type regeling staat in de aanhef van <strong>het</strong> jaarlijkse uniforme<br />

pensioenoverzicht van de deelnemer.<br />

Uitvoeringsovereenkomst<br />

De overeengekomen pensioenafspraken tussen werkgever<br />

en werknemer worden ook vastgelegd in een<br />

overeenkomst tussen werkgever en pensioenfonds.<br />

Dit wordt een uitvoeringsovereenkomst genoemd.<br />

Wezenpensioen<br />

Het wezenpensioen is de tijdelijke uitkering <strong>voor</strong> de<br />

achterblijvende kinderen als de deelnemer overlijdt.


PENSIOENFONDS VOOR DE GRAFISCHE BEDRIJVEN (PGB)<br />

PGB verzorgt in opdracht van werkgevers- en werknemersorganisaties de pensioenregeling<br />

<strong>voor</strong> deelnemers en gewezen deelnemers die werken of gewerkt<br />

hebben in de grafimediabranche, <strong>het</strong> kartonnage- en flexibele verpakkingen -<br />

bedrijf en de verf- en drukinktindustrie. De pensioenregeling <strong>voor</strong> deze branches<br />

is verplicht gesteld. Zo willen cao-partijen door eenvoudige toegang tot de<br />

regeling solidariteit onder alle werknemers bereiken met als nevendoelstelling<br />

een kostenefficiënte levering zonder winstoogmerk.<br />

Het fonds biedt verwante ondernemingen en verwante branches de mogelijkheid<br />

tot vrijwillige deelname en aansluiting. De uitgeverijsector maakt daar<br />

vanaf 2008 gebruik van. Veel uitgeverijen hebben hun pensioenregeling sindsdien<br />

bij PGB ondergebracht. Met ingang van 2012 verzorgt <strong>het</strong> fonds ook de<br />

pensioenregeling <strong>voor</strong> een aantal bedrijven uit de papier-, kunststof- en rubberindustrie.<br />

En met ingang van 2013 nemen ook een aantal bedrijven uit de<br />

chemische industrie deel. Op verzoek van ondernemingen uit die sectoren is<br />

de werkingssfeer uitgebreid.<br />

Schaalgrootte wordt steeds belangrijker om de pensioenperspectieven van<br />

de deelnemers en pensioengerechtigden veilig te kunnen stellen. PGB wil<br />

daarom zijn financiële kracht en buffers, in samenwerking met ondernemingsen<br />

bedrijfstakpensioenfondsen, verder versterken met pensioenfondsen van<br />

verwante branches en ondernemingen, onder meer in de informatie- en mediasector,<br />

ook wel de creatieve sector genoemd.<br />

Zwaansvliet 3 | 1081 AP Amsterdam | Postbus 7855 | 1008 CA Amsterdam<br />

Tel. 020 5418200 | ks@pensioenfondspgb.nl | www.pensioenfondspgb.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!