NJB-1440
NJB-1440
NJB-1440
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Opinie<br />
wet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015)<br />
Terwijl de beoogde wijziging van artikel 13 Zvw de<br />
nodige kritiek ontmoet uit medische, juridische én consumentenkring<br />
(Consumentenbond), hekelen zorgaanbieders<br />
en zorgverleners ook meer in het algemeen een aantal<br />
zaken. Zij wijzen op de veranderingsdrift aan de zijde<br />
van de overheid, de regeldruk en de sterke bureaucratisering<br />
(‘bergen papierwerk’, ten koste gaand van de feitelijke<br />
zorg, onder andere door talrijke verantwoordingsverplichtingen).<br />
Verder stoort hen de dominante rol van de zorgverzekeraars<br />
en de gemeenten, tot uitdrukking komende<br />
in een sterk eenzijdig contracteerproces (het spreekwoordelijke<br />
‘tekenen bij het kruisje’) en een toenemende<br />
bemoeienis met ‘praktijkzaken’, wat zijn stempel drukt op<br />
de relatie met de patiënt.<br />
Het ‘zelf beschikken’ door de<br />
burgers wordt verder ingekaderd<br />
door het ‘beschikken’ door de<br />
zorgverzekeraars<br />
Stelselwijzigingen en ook minder ingrijpende veranderingen<br />
in wet- en regelgeving vergen altijd aanpassingen<br />
van werkwijzen; zij gaan reeds daardoor vaak gepaard<br />
met bezwaren of klachten van degenen die ermee te<br />
maken krijgen. Niettemin lijkt het legitiem de vraag te<br />
stellen of het recente wetgevingsbeleid betreffende de<br />
gezondheidszorg, waaronder de voorgestelde wijziging<br />
van artikel 13 Zvw, wel daadwerkelijk een omslag van ‘het<br />
denken in systemen’ naar ‘het denken in mensen’ markeert.<br />
‘Systemen’ lijken een dominante rol te blijven spelen,<br />
zonder dat zij automatisch ook ten goede komen aan<br />
‘het denken in mensen’ én in hun (mensen)rechten.<br />
Zo roept de voorgestelde wijziging van artikel 13<br />
Zvw de vraag op of zij, ook indien toegelaten door het<br />
Europese recht - de Raad van State ziet in een advies aan<br />
de Eerste Kamer van 22 oktober jongstleden (Advies<br />
W13.14.0351/III/Vo) wel spanning met de Richtlijn patiëntenrechten,<br />
maar geen onverenigbaarheid daarmee, een<br />
enkel punt van twijfel daargelaten -, wel wenselijk zijn in<br />
het perspectief van het zelfbeschikkingsrecht, het gelijkheidsbeginsel<br />
en het gezondheidsrechtelijke beschermingsbeginsel.<br />
Dit vergt nadere overdenking. Een aantal<br />
door de minister aangehaalde algemeenheden zoals de<br />
‘kwaliteit van de zorg’ (‘beter gewaarborgd door inkopende<br />
zorgverzekeraars dan door zelf inkopende patiënten’),<br />
de ‘vrijheid van poliskeuze’ (vrije keuze tussen natura- of<br />
restitutiepolis; ook door de Raad van State gememoreerd,<br />
echter niet op één lijn te stellen met het recht op vrije artsenkeuze<br />
en bovendien niet voor alle burgers weggelegd<br />
wegens - bijvoorbeeld - beperktere verstandelijke capaciteiten<br />
en/of een gebrek aan financiële middelen) en kostenbeperking<br />
(daarvoor zijn mogelijk andere, minder<br />
ingrijpende middelen beschikbaar) zal de balans zeker<br />
niet op voorhand kunnen doen doorslaan naar een<br />
- paternalistisch - systeem waarin het ‘zelf beschikken’<br />
door de burgers verder wordt ingekaderd door het<br />
‘beschikken’ door de zorgverzekeraars. Nadere gedachtevorming<br />
is eveneens wenselijk waar het de gevolgen voor<br />
de toegankelijkheid van de gezondheidszorg betreft. ‘Kleine’,<br />
juist zeer ‘mensgerichte’ zorgaanbieders zouden bijvoorbeeld<br />
kunnen verdwijnen bij een zorginkoop die zich<br />
vooral op ‘grote’ aanbieders richt; de Raad van State wijst<br />
ook met zovele woorden op dit gevaar. Eveneens valt nog<br />
te denken aan de gevolgen op microniveau, bij de invulling<br />
van de patiëntenrechten in de relatie hulpverlenerpatiënt/cliënt.<br />
Hoe ver reikt bijvoorbeeld de informatieplicht<br />
van de hulpverlener en/of diens plicht tot<br />
doorverwijzen in het geval van een behandelingsalternatief<br />
bij een andere, niet-gecontracteerde zorgaanbieder<br />
Gelukkig is er nog de mogelijkheid tot nadere reflectie<br />
in de Eerste Kamer. Het genoemde advies van de Raad<br />
van State over de wijziging van artikel 13 Zvw geeft daartoe<br />
zeker aanleiding. De wijze waarop het een aantal geuite<br />
bezwaren (deels) lijkt weg te nemen, zoals de verenigbaarheid<br />
met het Europese recht en met het recht van<br />
vrije artsenkeuze, laat ruimte voor nadere, kritische oordeelsvorming.<br />
Dat geldt eveneens voor de in het advies<br />
genoemde randvoorwaarde van een optimaal functionerende<br />
zorgverzekerings- en zorginkoopmarkt, met daarbij<br />
een niet-verholen vingerwijzing naar de recent naar buiten<br />
gekomen problemen rond het functioneren van de<br />
Nederlandse Zorgautoriteit in haar hoedanigheid van<br />
‘marktmeester’.<br />
De aard van de materie verdient het dat voor deze<br />
reflectie voldoende tijd wordt genomen. Het kabinet heeft<br />
evenwel verzocht om een snelle afhandeling van het wetsvoorstel,<br />
wellicht om de nieuwe regeling op 1 januari 2015<br />
in werking te doen treden en vervolgens zo spoedig mogelijk<br />
de voor de uitvoering ervan benodigde stappen te zetten.<br />
Deze uitgeoefende druk doet, naast de inhoud van<br />
het wetsvoorstel en de ter verdediging daarvan aangevoerde<br />
argumenten, het bange vermoeden ontstaan dat van<br />
een daadwerkelijke omslag naar ‘het denken in mensen’<br />
(nog) geen sprake is. Bij een denken in mensen behoort<br />
immers een niet-overhaaste, gedegen afweging van alle<br />
elementaire, bij hun (keuze)vrijheid meespelende belangen.<br />
Juist ook in de gezondheidszorg; die vrijheid is daar<br />
immers van onschatbare waarde.<br />
2866 NEDERLANDS JURISTENBLAD – 21-11-2014 – AFL. 40