06.03.2015 Views

het interview met Mednet

het interview met Mednet

het interview met Mednet

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

6 <strong>interview</strong> mednet 07I2012<br />

Cees-Rein Van den Hoogenband, CHef medisCHe staf olympisCHe spelen<br />

‘ Ik houd van mensen<br />

die de grens zoeken’<br />

Vier keer maakte hij deel uit van de medische staf van de olympische Zomerspelen, nu gaat<br />

Cees-Rein van den Hoogenband naar londen als chef-arts van <strong>het</strong> team. Hij richt zich al vanaf<br />

<strong>het</strong> begin van zijn carrière op sportgeneeskunde, de professionalisering van <strong>het</strong> vak en de<br />

erkenning van de topsportgeneeskundige zorg. “In al die jaren ontwikkelde ik expertise.”<br />

Het gesprek <strong>met</strong> Cees-Rein van den Hoogenband vindt<br />

plaats daags na de definitieve uitschakeling van <strong>het</strong><br />

Nederlands elftal op <strong>het</strong> EK Voetbal en zes weken voor de<br />

start van de Olympische Zomerspelen. Vanuit zijn expertise<br />

had Van den Hoogenband geen hooggespannen verwachtingen<br />

over de prestaties van Oranje op <strong>het</strong> EK. “Het team<br />

oogde niet topfit. In de laatste wedstrijd zakte <strong>het</strong> elftal na<br />

een kwartier als een kaartenhuis in elkaar en kwam <strong>het</strong> daar<br />

niet meer uit. Iets dergelijks gebeurde na de tegengoal van<br />

Duitsland. Even een opleving die niet kon worden volgehouden.”<br />

Hoe anders is zijn vooruitblik op de Olympische<br />

Spelen. “Het is een sterke ploeg <strong>met</strong> een hoge kwaliteit. Ik<br />

heb er een goed gevoel bij. Puur medisch gezien gaat <strong>het</strong><br />

goed, er zijn kleine problemen maar die zijn oplosbaar. Traditioneel<br />

scoren we goed <strong>met</strong> zwemmen, wielrennen, judo,<br />

hockey en paardrijden. Daar zien we de prestaties aankomen.<br />

Maar <strong>het</strong> zijn de sporters die <strong>het</strong> doen. Ik heb daar<br />

maar een voorwaardenscheppende deelrol in; ik moet zorgen<br />

dat de medische omstandigheden dusdanig optimaal<br />

zijn dat er gepresteerd kan worden. Als ik dat gedaan heb,<br />

smaakt een medaille extra zoet.”<br />

“Je gaat me niet de hemel in prijzen, hè.” Die opmerking<br />

illustreert de teneur van <strong>het</strong> gesprek. “Natuurlijk was <strong>het</strong><br />

een zeer vererend verzoek van technisch directeur NOC/<br />

NSF Maurits Hendriks om chef-arts van de Olympische<br />

ploeg te zijn. Al die jaren heb ik mij ingespannen voor de<br />

erkenning van <strong>het</strong> vakmanschap in de topsportgeneeskundige<br />

zorg. Dit verzoek geeft aan dat mijn deskundigheid op<br />

hoog niveau wordt ingeschat. Maar <strong>het</strong> is ook niet meer<br />

dan dat.” Van den Hoogenband heeft juist een ‘godsgruwelijke<br />

hekel’ aan dokters die <strong>het</strong> herstel van een topsporter<br />

claimen. “Het is een misvatting dat er wonderdokters of<br />

wonderfysiotherapeuten bestaan. Ik doe mijn werk op hoog<br />

niveau, maar ik doe <strong>het</strong> niet in mijn eentje. Heldendaden<br />

pretenderen is ook een onjuiste benadering. Topsportgeneeskunde<br />

is bij uitstek een medisch discipline die zijn<br />

kracht put uit de samenwerking.”<br />

Sport is een rode draad in <strong>het</strong> leven van Van den Hoogenband.<br />

Zelf is hij van <strong>het</strong> type recreatieve sporter. “Voetbal,<br />

judo, waterpolo, maar voetbal vond ik <strong>het</strong> leukst. Vooral <strong>het</strong><br />

spelletje is heel leuk. Tot voor vier jaar, toen een knieblessure<br />

mij trof, speelde ik bij <strong>het</strong> PSV-veteranenteam.” Daarnaast is<br />

hij getrouwd <strong>met</strong> voormalig topzwemster Astrid Verver, heeft<br />

hij twee zoons, Pieter en Robbert, die respectievelijk zwem-


TeksT Jenneke vAn de streek Beeld vIncent Boon


8 <strong>interview</strong> mednet 07I2012<br />

CuRRICuLuM VItAE<br />

Cees-Rein van den Hoogenband<br />

(63) haalde in 1974 de artsenbul<br />

aan de Rijksuniversiteit utrecht.<br />

Hij specialiseerde zich tot huisarts<br />

en chirurg in <strong>het</strong> AZM. Daar promoveerde<br />

hij in 1982 op Diagnostic<br />

and Therapeutic Aspects of<br />

Inversion Trauma of the Ankle<br />

Joint. Hij ging in 1986 naar <strong>het</strong> St.<br />

Anna Ziekenhuis in Geldrop. Daar<br />

is hij sinds 2008 medisch directeur<br />

van topSupport, <strong>het</strong> medisch<br />

sportgezondheidscentrum. In<br />

2010 stopte hij als chirurg. Van<br />

den Hoogenband was 25 jaar clubarts<br />

en hoofd van de medische staf<br />

van PSV. Hij ging vier keer als arts<br />

naar de Olympische Spelen. Dit<br />

jaar is hij chef-arts van <strong>het</strong> team.<br />

Van den Hoogenband is getrouwd<br />

en heeft twee zonen.<br />

men en waterpolo op topniveau<br />

hebben bedreven.<br />

“Sportgeneeskunde was de eerste<br />

cursus die ik deed nadat ik<br />

was afgestudeerd als arts. Ik<br />

wilde me naast de huisartsopleiding<br />

breder oriënteren. Ik<br />

werd team arts van de waterpoloploeg<br />

van PSV.” Na de<br />

huisartsopleiding volgde Van<br />

den Hoogenband de opleiding<br />

tot algemeen chirurg in Maastricht<br />

bij prof. dr. Co Greep.<br />

“Greep was heel sportminded.<br />

Hij stimuleerde artsen om de<br />

sportgeneeskunde te ontwikkelen.”<br />

Van den Hoogenband<br />

werd teamarts bij de voetbalclubs<br />

MVV en Roda JC en<br />

bemoeide zich <strong>met</strong> grote sportevenementen in Maastricht.<br />

“Wij gingen zover dat wij in Maastricht een sportpoli hebben<br />

opgericht. Daar werkte ik veel samen <strong>met</strong> oud-wereldkampioen<br />

schaatsen en inspanningsfysioloog Harm Kuipers.” In<br />

1986 werd Van de Hoogenband chirurg in <strong>het</strong> St. Anna Ziekenhuis<br />

in Geldrop, van oudsher <strong>het</strong> ziekenhuis van sportvereniging<br />

PSV. “De toenmalig clubarts van voetbalclub<br />

PSV, Carel van de Brekel, vroeg of ik hem wilde vervangen.<br />

Ik vond dat heel leuk, ik was in Eindhoven opgegroeid en<br />

echt een PSV-man.” In 2008 werd hij medisch directeur van<br />

TopSupport, <strong>het</strong> medisch sportgezondheidscentrum van <strong>het</strong><br />

ziekenhuis. Van den Hoogenband: “In al die jaren ontwikkelde<br />

ik expertise. Ik werd gevraagd mijn mening te geven en<br />

ben geleidelijk aan in zeer uitdagende functies gerold.”<br />

De doelgroep voor sportgeneeskundige spreekt hem aan.<br />

“Dat zijn mensen die <strong>met</strong> hun lichaam willen presteren.<br />

Mensen die wat willen en niet zes weken <strong>met</strong> hun voetje<br />

omhoog gaan zitten na een enkelblessure. Zij verwachten<br />

actief meedenken van de arts zodat ze snel hun hobby of<br />

‘sportgeneeskunde was sluitpost<br />

op de begroting van sportclubs’<br />

sport weer kunnen oppakken. Binnen de patiëntengroep<br />

fascineren de topsporters vooral. Dat zijn mensen die tot op<br />

de grens willen gaan. Ik houd daar wel van, niet alleen in de<br />

sportwereld, maar ook in de zaken- en artiestenwereld. Je<br />

kunt in de comfortzone blijven leven, maar <strong>het</strong> is zo leuk<br />

als mensen de uitdaging aangaan. Mijn opleider professor<br />

Greep noemde dat altijd mensen <strong>met</strong> zelfrijzend bakmeel.”<br />

Of hij zelf ook een type is dat de grenzen opzoekt? “Ik heb<br />

niet <strong>het</strong> talent om dat te doen in de sport, maar zoek wel de<br />

grenzen in de geneeskunde op. Ik probeer de kwaliteit op<br />

een zo hoog mogelijk niveau te brengen en te houden.”<br />

HOGER<br />

Van den Hoogenband krijgt twee opdrachten mee: de<br />

medische staf bij de Olympische Spelen in Londen leiden<br />

en de topsportgeneeskunde in Nederland op een hoger plan<br />

brengen. Technisch directeur Hendriks vond dat <strong>het</strong> maar<br />

matig gesteld was <strong>met</strong> de topsportgeneeskunde in Nederland<br />

en dat Nederland daarin steeds verder achter liep bij<br />

andere landen. NOC/NSF wil allereerst de topsportgeneeskunde<br />

centraliseren. Plan is om de medische begeleiding te<br />

hergroeperen naar vier centra en deze te koppelen aan de<br />

Centra voor Topsport en Onderwijs (CTO) in Papendal in<br />

Arnhem, en in Heerenveen, Amsterdam en Eindhoven.<br />

“Wij hebben in Nederland 900 geregistreerde topsporters.<br />

Het is heel inefficiënt om de medische begeleiding voor hen<br />

over <strong>het</strong> land te verdelen. Gecentraliseerd, is <strong>het</strong> voor de<br />

sporters duidelijk waar ze terecht kunnen.” Die kennis<br />

moet van verschillende disciplines en op topniveau zijn:<br />

ongevalsgeneeskunde, blessurepreventie, uitgebreid topsportmedisch<br />

onderzoek, cardiovasculaire screening, infectieziekten,<br />

inspanningsastma, psychiatrische begeleiding bij<br />

mentale problemen vanwege de enorme prestatiedruk. Van<br />

den Hoogenband wil de wereldtop van specialisten in deze<br />

disicplines uitnodigen voor scholing. “Zo blijkt dat er meer<br />

medailles verloren gaan door een eenvoudig lullig griepje<br />

dan vanwege een kapotte voorste kruisband. Noorse collega’s<br />

hebben <strong>met</strong> heel stringente, maar eenvoudige hygiënemaatregelen<br />

<strong>het</strong> infectiepercentage teruggebracht van 18,7<br />

procent bij de Olympische Spelen in Turijn naar ongeveer 7<br />

procent in Vancouver. Ik heb hen uitgenodigd om mijn artsen<br />

uit te leggen hoe dit regime tot stand is gekomen. En zo<br />

wil ik weten hoe inspanningsastma bij sporters ontstaat.”<br />

Van den Hoogenband wil naar zo’n drie tot vier topsportartsen<br />

per topsportcentrum <strong>met</strong> daarnaast een netwerk van<br />

specialisten in diverse ziekenhuizen. Hij zit ook in een taskforce<br />

die sportgeneeskunde uit <strong>het</strong> sociaal-medisch register<br />

naar een klinisch specialisme wil overhevelen. “Die status<br />

hoort bij de sportgeneeskunde anno 2012 en we zitten er<br />

dichtbij. Daar komt bij: bewegen is een bewezen en heel<br />

essentiële, geneeskundige activiteit. Intensieve beweegprogramma’s<br />

kunnen veel ziekten voorkomen, zoals hartvaatziekten,<br />

diabetes, en herstel bevorderen, zoals na chemotherapie.<br />

Een cardioloog moet dat er niet bij willen doen, daar<br />

weet een sportarts veel meer van.”<br />

Met dat alles gaat hij verder na de Olympische Spelen. Nu<br />

houdt hij zich vooral bezig <strong>met</strong> ‘een hoop georganiseer’.<br />

Zoals <strong>het</strong> samenstellen van de medische staf, medicijnen<br />

bestellen en dopingregels controleren.


<strong>interview</strong> 9<br />

Als chirurg is Van den Hoogenband gestopt. Daar is geen<br />

tijd meer voor. Om zijn kennis bij te houden, houdt hij<br />

twee keer per week spreekuur waarin hij alleen patiënten<br />

voor een second opinion ziet en hij opereert soms nog wel<br />

eens mee. “Dan gaat <strong>het</strong> om patiënten <strong>met</strong> uitgebreide<br />

sportgeneeskundige trammelant. Dit daagt mij uit om upto-date<br />

te blijven en literatuur en congressen bij te houden.”<br />

Terugkijkend op de ruim dertig jaar die Van den<br />

Hoogenband werkt in de sportgeneeskunde: “Ik kwam als<br />

clubarts op de bagagedrager. Het was liefdewerk dat je<br />

erbij deed naast een chirurgische job. Sportgeneeskunde<br />

‘ sportgeneeskunde was<br />

liefdewerk dat je erbij deed<br />

naast een chirurgische job’<br />

was sluitpost op de begroting van sportclubs. Het begeleiden<br />

van sporters was vroeger goed voor mijn ontwikkeling.<br />

Nu wordt de functie als volledig professioneel<br />

beschouwd en werkt bij TopSupport een arts fulltime voor<br />

PSV, samen <strong>met</strong> een inspanningsfysioloog, looptrainer en<br />

voedings begeleider.”<br />

pRofessionaliseRing<br />

Die ontwikkeling loopt parallel <strong>met</strong> de professionalisering<br />

van de topsport. “Mijn zoon Pieter ging geneeskunde studeren,<br />

maar kon dat er naast zijn zwemcarrière absoluut<br />

niet bij doen. Hij was fulltime topsporter en die hebben<br />

recht op een drempelloze fulltime begeleiding. Een topsporter<br />

<strong>met</strong> een knieblessure kan geen drie maanden op een<br />

operatie wachten. Een week niet kunnen trainen in een heel<br />

intensieve fase, werpt iemand een maand achteruit.”<br />

Dat zijn zoon zijn geneeskundestudie stopzette om zich<br />

fulltime op zijn zwemcarrière te storten, was voor vader en<br />

chirurg Van den Hoogenband wel even ‘slikken.’ “Ik vond<br />

<strong>het</strong> wel griezelig. Het manneke was 22 jaar. Je kunt zo<br />

geblesseerd raken en dan is <strong>het</strong> einde oefening. Nu was bij<br />

hem <strong>het</strong> risico niet zo groot, omdat hij zich al zover had<br />

ontwikkeld in de sport, maar toch hebben we in overleg<br />

<strong>met</strong> de faculteit in <strong>het</strong> jaar voor Sydney de studie eerst een<br />

jaar geparkeerd. ‘Pap, ik ken een truc, er zijn er twee of drie<br />

in de wereld die hem kennen, die truc ga ik uitnutten’, zei<br />

hij. En die heeft hij 10 jaar uitgeoefend en <strong>het</strong> heeft hem<br />

geen windeieren gelegd.” Met tweede zoon Robert ging <strong>het</strong><br />

anders. Die speelde waterpolo in <strong>het</strong> Nederlandse team.<br />

“Hem heb ik wel gestimuleerd te studeren. Het niveau van<br />

waterpolo in Nederland was niet hoog genoeg, daar viel<br />

geen droog brood mee te verdienen.”

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!