10.07.2015 Views

'Afval of biomassa? – een juridische onderbouwing'. - digestaat.nl

'Afval of biomassa? – een juridische onderbouwing'. - digestaat.nl

'Afval of biomassa? – een juridische onderbouwing'. - digestaat.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

omstandigheid dat de houtspaanders <strong>een</strong> resultaat zijnvan deze handeling van nuttige toepassing, nog g<strong>een</strong>definitieve conclusie toe met betrekking tot de vraag<strong>of</strong> de houtspaanders even<strong>een</strong>s als afvalst<strong>of</strong> moetenworden aangemerkt, maar moet dit worden beoordeeldmet inachtneming van alle omstandigheden, gelet opde omschrijving van artikel 1, sub a, van de Richtlijn.Het proces bij appellante is erop gericht om houtafvalzodanig te bewerken dat dit geschikt is voor gebruikin de spaanplaatindustrie. Blijkens de stukken enhet verhandelde ter zitting bevinden zich in dehoutspaanders nog enige verontreinigingen. Dezeverontreinigingen zijn echter niet van zodanige aarden omvang dat voor het gebruik van de houtsnippersbij de productie van spaanplaat bijzonderevoorzorgsmaatregelen dienen te worden getr<strong>of</strong>fen.Weliswaar vindt bij Unilin nog <strong>een</strong> laatste reinigingvan de van appellante ontvangen houtsnippers plaats,doch ter zitting is onweersproken gesteld dat diezelfdereiniging in de inrichting ook plaatsvindt met betrekkingtot vers gekapt hout bestemd voor de productie vanspaanplaat. In zoverre wordt derhalve g<strong>een</strong> onderscheidgemaakt tussen vers gekapt hout en het hout datappellante aan Unilin levert. De samenstelling van dehoutspaanders l<strong>een</strong>t zich daarom naar het oordeelvan de Afdeling voor het gebruik dat daarvan wordtgemaakt. De Afdeling overweegt voorts dat appellantede op vorenstaande wijze verkregen houtspaandersaan onder meer Unilin verkoopt met het oog op deproductie van spaanplaat. Bezien in het licht van hetarrest van het H<strong>of</strong> van 15 juni 2000 ziet de Afdelingin het vorenstaande voldoende aanwijzingen voorhet oordeel dat appellante zich niet van de door haarbewerkte houtspaanders ontdoet in de zin van artikel 1,sub a, van de Richtlijn en in dit geval de houtspaandersdaarom niet kunnen worden aangemerkt alsafvalst<strong>of</strong>. De minister van Vrom heeft zich volgens deAfdeling ten onrechte op het standpunt gesteld datde houtspaanders moeten worden aangemerkt alsafvalst<strong>of</strong>.32

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!