ware geforceerd zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om op te kijk<strong>en</strong> naar Hem die komt op de wolk<strong>en</strong> van de hemel.Deze tek<strong>en</strong>s zull<strong>en</strong> natuurlijk niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aankondiging van zijn komst zijn, maarerin zal ook de geweldige, de indrukwekk<strong>en</strong>de <strong>en</strong> de goddelijke majesteit van zijn komst totop<strong>en</strong>baring kom<strong>en</strong>. Zodra de bazuin over de aarde klinkt, word<strong>en</strong> de dod<strong>en</strong> opgewekt <strong>en</strong> delev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> word<strong>en</strong> veranderd. Paulus zegt het duidelijk: "Wij zull<strong>en</strong> wel niet all<strong>en</strong> ontslap<strong>en</strong>,maar wij zull<strong>en</strong> all<strong>en</strong> veranderd word<strong>en</strong>, in e<strong>en</strong> og<strong>en</strong>blik, in e<strong>en</strong> oogw<strong>en</strong>k bij de laatste bazuin;want de bazuin zal weerklink<strong>en</strong> <strong>en</strong> de dod<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> onvergankelijk opgewekt word<strong>en</strong>; <strong>en</strong>wij zull<strong>en</strong> veranderd word<strong>en</strong>" (1 Kor. 15:51,52). Het geklank van de bazuin heeft dus vooralbetrekking op de gestorv<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het dringt door tot in de grav<strong>en</strong>, tot in al de verborg<strong>en</strong> hoek<strong>en</strong>van de aarde. De gestorv<strong>en</strong><strong>en</strong> word<strong>en</strong> daardoor als het ware uit hun doodslaap wakker geroep<strong>en</strong>.Hoewel uiteindelijk al de dod<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> opstaan, staan h<strong>en</strong> die in Christus gestorv<strong>en</strong> zijn,de gelovig<strong>en</strong> dus, eerste op (1 Thess. 4:16). De grav<strong>en</strong> gaan op<strong>en</strong>. De zee geeft de dod<strong>en</strong> diedaarin war<strong>en</strong> (Op<strong>en</strong>b. 20:13). Niemand zal achterblijv<strong>en</strong>; all<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> herrijz<strong>en</strong>. De gelovig<strong>en</strong>staan op uit de grav<strong>en</strong> met dezelfde, maar toch geweldig verheerlijkte licham<strong>en</strong>. De gelovig<strong>en</strong>die nog lev<strong>en</strong>d op de aarde zull<strong>en</strong> zijn, word<strong>en</strong> dan in e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel og<strong>en</strong>blik veranderd zodat hunbroze <strong>en</strong> vergankelijke licham<strong>en</strong> ook onvergankelijke <strong>en</strong> verheerlijkte licham<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (1Kor. 15:51-53).Hierna word<strong>en</strong> alle gelovig<strong>en</strong> door <strong>en</strong>gel<strong>en</strong> verzameld. Christus zegt zelf, alsHij spreekt van zijn wederkomst, het volg<strong>en</strong>de: "En Hij (Christus) zal zijn <strong>en</strong>gel<strong>en</strong> uitstur<strong>en</strong>met hard trompetgeluid <strong>en</strong> zij zull<strong>en</strong> zijn uitverkor<strong>en</strong><strong>en</strong> verzamel<strong>en</strong> uit de vier windstrek<strong>en</strong>,van het <strong>en</strong>e eind van de hemel<strong>en</strong> af tot het ander einde ervan" (Matt. 24:31). De ganse kerkvan Christus, al de gelovig<strong>en</strong> die geleefd hebb<strong>en</strong> door al de eeuw<strong>en</strong> he<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> hier als e<strong>en</strong>grote <strong>en</strong> indrukwekk<strong>en</strong>de e<strong>en</strong>heid sam<strong>en</strong>gebracht. Ook zij die over de wereld verstrooid war<strong>en</strong><strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> als <strong>en</strong>keling<strong>en</strong> te midd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> Christus-vijandige wereld feitelijk aanzichzelf overgelat<strong>en</strong> war<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> dan als verloste kinder<strong>en</strong> van God geop<strong>en</strong>baard word<strong>en</strong> <strong>en</strong>door de <strong>en</strong>gel<strong>en</strong> met <strong>en</strong> bij al de uitverkor<strong>en</strong><strong>en</strong> vergaderd word<strong>en</strong>. Nadat al de gelovig<strong>en</strong> zodoor de <strong>en</strong>gel<strong>en</strong> bije<strong>en</strong>gebracht zijn, zull<strong>en</strong> zij, volg<strong>en</strong>s Paulus, allemaal sam<strong>en</strong> opgehev<strong>en</strong>word<strong>en</strong> <strong>en</strong> in wolk<strong>en</strong> weggevoerd word<strong>en</strong>, de Here tegemoet in de lucht (1 Thes. 4:17). Zoalsde m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de oude tijd de bruidegom bij zijn komst tegemoet trokk<strong>en</strong> (Matt. 25:6), zo zalde bruidskerk haar Bruidegom tegemoet gaan in de lucht om nog groter luister <strong>en</strong> glorie aanHem bij zijn komst te verl<strong>en</strong><strong>en</strong>. Zij zull<strong>en</strong> Hem begroet<strong>en</strong> <strong>en</strong> omhull<strong>en</strong> met hun hosanna’s <strong>en</strong>jubelzang<strong>en</strong>, want dan is het grote og<strong>en</strong>blik aangebrok<strong>en</strong> waarnaar de bruidskerk door deeeuw<strong>en</strong> he<strong>en</strong> met smacht<strong>en</strong>d verlang<strong>en</strong> uitgezi<strong>en</strong> heeft.2. DE DOOD VAN DE DOODNadat alles plaatsgevond<strong>en</strong> heeft zoals hierbov<strong>en</strong> aangeduid, zal, volg<strong>en</strong>s Paulus, de dooduiteindelijk definitief <strong>en</strong> totaal overwonn<strong>en</strong> zijn. Dan zal vervuld word<strong>en</strong> het woord wat geschrev<strong>en</strong>is: "De dood is verslond<strong>en</strong> in de overwinning" (1 Kor. 14:54). Paulus spreekt eldersvan de dood als de laatste vijand die vernietigd zal word<strong>en</strong> (1 Kor. 15:26). Hij noemt het zoomdat de dood ook ná de verlossingsarbeid van Christus <strong>en</strong> ná zijn <strong>opstanding</strong> uit de dod<strong>en</strong>nog met zijn verwoestingswerk doorging. Oppervlakkig geoordeeld zal het lijk<strong>en</strong> alsof Christusde dood niet werkelijk overwonn<strong>en</strong> heeft. Maar bij de wederkomst van Christus <strong>en</strong> de <strong>opstanding</strong>van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit de dod<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> de volle kracht <strong>en</strong> heerlijkheid <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is vanChristus’ <strong>opstanding</strong> uit de dod<strong>en</strong> ontplooid word<strong>en</strong>. Dan zal de dood geheel <strong>en</strong> al verslond<strong>en</strong>word<strong>en</strong> in de overwinning van Christus. Wij moet<strong>en</strong> erop lett<strong>en</strong> dat Paulus het woord verslind<strong>en</strong>gebruikt. "De dood is verslond<strong>en</strong> in de overwinning". Nu wet<strong>en</strong> wij dat iets verdwijnt alshet verslond<strong>en</strong> wordt. Het bestaat niet meer. Het is weg. Zo zal het met de dood gaan op dejongste dag: hij zal niet maar net ontwap<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> maar vernietigd word<strong>en</strong>; hij wordt nietalle<strong>en</strong> gebond<strong>en</strong> maar verslond<strong>en</strong>. Met deze ding<strong>en</strong> in gedacht<strong>en</strong> komt de apostel Paulus bijvoorbaat al tot de blijde geloofsjubel: "<strong>Dood</strong>, waar is je angel? Dod<strong>en</strong>rijk, waar is je overwin-
ning?" (1Kor. 15:55). In zijn visio<strong>en</strong><strong>en</strong> op Patmos ziet Johannes het ook als één van de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>detrekk<strong>en</strong> van de nieuwe hemel <strong>en</strong> de nieuwe aarde dat er ge<strong>en</strong> dood meer zal wez<strong>en</strong>(Op<strong>en</strong>b. 21:4). Nadat al de g<strong>en</strong>oemde ding<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, breekt het einde vanalles aan, het einde wat tegelijkertijd e<strong>en</strong> nieuw begin zal wez<strong>en</strong>: voor de gelovig<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuwbegin van eeuwige vreugde; voor de ongelovig<strong>en</strong> <strong>en</strong> goddeloz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuw begin van eeuwigesmart<strong>en</strong>.3. HET OPSTANDINGSLICHAAMWat aard <strong>en</strong> karakter van het <strong>opstanding</strong>slichaam zull<strong>en</strong> zijn, wordt door Paulus aan onsvoorgehoud<strong>en</strong> in 1 Kor. 15:35-38 <strong>en</strong> 42-44 waar hij dit zegt: "Maar iemand zal zegg<strong>en</strong>: Hoeword<strong>en</strong> de dod<strong>en</strong> opgewekt, <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoedanig lichaam kom<strong>en</strong> zij? Dwaze m<strong>en</strong>s! Wat uzaait, wordt niet lev<strong>en</strong>d als het niet gestorv<strong>en</strong> is. En wat u zaait - u zaait niet het lichaam watzal word<strong>en</strong>, maar e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele korrel, bijvoorbeeld van kor<strong>en</strong> of van iets anders, Maar God gafhet e<strong>en</strong> lichaam zoals Hij gewild heeft, <strong>en</strong> aan ieder van de zaadkorrels zijn eig<strong>en</strong> lichaam ....Zo is ook de <strong>opstanding</strong> van de dod<strong>en</strong>: er wordt gezaaid in vergankelijkheid, er wordt opgewektin onvergankelijkheid; er wordt gezaaid in oneer, er wordt opgewekt in heerlijkheid, erwordt gezaaid in zwakheid, er wordt opgewekt in krcht. E<strong>en</strong> natuurlijk lichaam wordt gezaaid,e<strong>en</strong> geestelijk lichaam wordt opgewekt". Hier toont Paulus duidelijk aan <strong>en</strong>erzijds datwij hiernamaals hetzelfde lichaam zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> als wat wij nou hebb<strong>en</strong>, anderzijds laat hijook zi<strong>en</strong> dat onze licham<strong>en</strong> er toch geheel anders zull<strong>en</strong> uitzi<strong>en</strong> dan thans. 463.1. HETZELFDE LICHAAMAllereerst legt Paulus er de nadruk op dat ik met mijn <strong>opstanding</strong> hetzelfde lichaam zal hebb<strong>en</strong>als ik nu heb. Hoewel het lichaam van de gelovige dan verheerlijkt zal zijn <strong>en</strong> e<strong>en</strong> anderegedaante zal verton<strong>en</strong>, zal het toch hetzelfde lichaam zijn. Paulus verduidelijkt dit met hetbeeld van het zaad <strong>en</strong> de plant die eruit voortkomt. Het zaad dat gezaaid wordt, bepaalt immerswelke plant eruit gaat voortkom<strong>en</strong>. Al ik e<strong>en</strong> tarwekorrel in de grond plant, kan ik tochniet verwacht<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> vijg<strong>en</strong>boom zal opkom<strong>en</strong>. Nee, uit de tarwekorrel komt e<strong>en</strong> tarweplantte voorschijn. Anders gesteld: de tarwekorrel die gezaaid is, komt als ze ontkiemt zelfweer te voorschijn, maar dan net in e<strong>en</strong> nieuwe gedaante. Zo is het ook als de m<strong>en</strong>s opstaat uitde dod<strong>en</strong>. Ikzelf zal opgewekt word<strong>en</strong> met het lichaam dat ik nu heb, hoewel het e<strong>en</strong> nieuwe<strong>en</strong> veel heerlijker gedaante zal hebb<strong>en</strong>. 47 Dat de gelovige met de <strong>opstanding</strong> uit de dod<strong>en</strong> hetzelfdelichaam zal hebb<strong>en</strong>, terwijl het toch anders eruit zal zi<strong>en</strong> dan nu, kan ook verduidelijktword<strong>en</strong> met het beeld van de vlinder. De vlinder is precies hetzelfde wez<strong>en</strong> dat vroeger e<strong>en</strong>rups <strong>en</strong> daarna e<strong>en</strong> popje was. Toch is de gedaante van de vlinder veel mooier <strong>en</strong> indrukwekk<strong>en</strong>derdan to<strong>en</strong> ze of e<strong>en</strong> rups óf e<strong>en</strong> popje was. Zo is het ook met de <strong>opstanding</strong> uit de dod<strong>en</strong>:wij hebb<strong>en</strong> dezelfde licham<strong>en</strong> als nu; toch zijn ze anders <strong>en</strong> veel heerlijker dan nu. 48 Hetkomt er dus op neer dat daar bij onze <strong>opstanding</strong> uit de dod<strong>en</strong>, Wat onze licham<strong>en</strong> betreft, ere<strong>en</strong> gedaanteverwisseling plaatsvindt, maar ge<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>sverandering. Hierop legt Paulus sterk<strong>en</strong>adruk, vooral als hij in verband met de korrels die gezaaid word<strong>en</strong>, zegt: "Maar God geeftdeze e<strong>en</strong> lichaam zoals Hij gewild heeft <strong>en</strong> aan ieder van de zaadkorrels zijn eig<strong>en</strong> lichaam".In de tarwekorrel is er e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>skiem. Oppervlakkig geoordeeld , mag het lijk<strong>en</strong> alsof die v<strong>en</strong>lev<strong>en</strong>skiem dood is, want ik kan zo'n korrel jar<strong>en</strong> bewar<strong>en</strong> <strong>en</strong> hij zal precies zo blijv<strong>en</strong> zoalshij is. Maar het og<strong>en</strong>blik dat ik de korrel plant, ontkiemt de lev<strong>en</strong>skiem <strong>en</strong> uit de schijnbaardode korrel komt er e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>de plant te voorschijn. Zo is het nu ook met de m<strong>en</strong>s gesteld.Van elk m<strong>en</strong>selijk lichaam bewaart God e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>skiem op één of ander wijze die eij nietwet<strong>en</strong>. Nu doet het er niet toe of zo'n m<strong>en</strong>s door dier<strong>en</strong> verscheurd is of verbrand is of in dezee vergaan is of in het graf tot stof geword<strong>en</strong> is. God bewaart van iedere<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>skiem,<strong>en</strong> met de <strong>opstanding</strong> uit de dod<strong>en</strong> laat God uit deze lev<strong>en</strong>skiem weer ieders eig<strong>en</strong> lichaam