groei<strong>en</strong>, maar dan alle<strong>en</strong> in veel heerlijker gedaante. 49 Daarom kan elke gelovige ook sam<strong>en</strong>met onze Catechismus zegg<strong>en</strong> "dat ditzelfde vlees van mij door de kracht van Christus opgewektzal word<strong>en</strong> (Heid. Cat. antw. 57). Deze zaak is heel belangrijk. Trouw<strong>en</strong>s, het feit datwij met deze zelfde licham<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> opstaan uit de dod<strong>en</strong>, op<strong>en</strong>baart aan ons de grootheid <strong>en</strong>heerlijkheid van Christus’ verlossingswerk. Want als wij bij de <strong>opstanding</strong> helemaal nieuwelicham<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de oude licham<strong>en</strong> in de grav<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>, dan zou daarineig<strong>en</strong>lijk geop<strong>en</strong>baard word<strong>en</strong> dat Christus de dood niet t<strong>en</strong> volle overwonn<strong>en</strong> heeft. Dat zoudan betek<strong>en</strong><strong>en</strong> het dat Hij de oude licham<strong>en</strong> niet uit de dod<strong>en</strong> kan opwekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarom moestHij to<strong>en</strong> maar andere schepp<strong>en</strong>. Maar nu heeft Christus de dood t<strong>en</strong> volle overwonn<strong>en</strong>. Paulusstelt het duidelijk: "De dood is verslond<strong>en</strong> in de overwinning" (1 Kon. 15:54). Daarom zaliedere<strong>en</strong> dan hetzelfde lichaam hebb<strong>en</strong> dat hij of zij hier op aarde gehad heeft, hoewel net inveel heerlijker gedaante46 Vgl. K. Dijk: Over de laatste ding<strong>en</strong> III: De toekomst van Christus, Kamp<strong>en</strong>, 1953,bl. 106.47 Vgl. K. Dijk: De toekomst van Christus, bl. 101, 102.48 Vgl. J.G. Fe<strong>en</strong>stra: Leer <strong>en</strong> Lev<strong>en</strong>, Kamp<strong>en</strong>, 1956, bl. 306..3.2. TOCH VERSCHILDe andere zaak waarop Paulus in die aangehaalde verz<strong>en</strong> wijst, is op het verschil tuss<strong>en</strong> delicham<strong>en</strong> die wij nu hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> de wij hiernamaals zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Er zal e<strong>en</strong> geweldig verschilin heerlijkheid wez<strong>en</strong>. Ook dit blijkt uit het beeld van de korrel <strong>en</strong> de plant die eruit voortkomt.Daarom zegt Paulus: "En wat je zaait - je zaait niet het lichaam wat zal word<strong>en</strong>, maare<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele korrel, bijvoorbeeld van tarwe of iets anders. Maar God geeft deze e<strong>en</strong> lichaamzoals Hij gewild heeft <strong>en</strong> aan ieder van de zaadkorrels zijn eig<strong>en</strong> lichaam .... Zo is ook de <strong>opstanding</strong>van de dod<strong>en</strong>". Het is alsof de apostel met deze woord<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ons zegt: Neem e<strong>en</strong><strong>en</strong>kele tarwekorrel <strong>en</strong> zet die aan de <strong>en</strong>e kant. Neem dan e<strong>en</strong> volgroeide tarweplant met devolle halm <strong>en</strong> aar <strong>en</strong> zet die aan de andere kant. De laatste is toch veel heerlijker dan de <strong>en</strong>kelekorrel. Het verschil dat er nu tuss<strong>en</strong> die twee is, is e<strong>en</strong> beeld van het verschil in heerlijkheidtuss<strong>en</strong> de licham<strong>en</strong> die de gelovig<strong>en</strong> hier op aarde hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> de licham<strong>en</strong> die zij e<strong>en</strong>maal zull<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> bij de <strong>opstanding</strong> uit de dod<strong>en</strong>. 50 Als wij dit in dit licht beschouw<strong>en</strong>, schemert ietsdoor van de geweldige heerlijkheid die wacht op de kinder<strong>en</strong> van God. Dan beseff<strong>en</strong> wij ookdat Paulus waarlijk gelik heeft als hij zegt dat dé heerlijkheid groter is dan e<strong>en</strong> oog gezi<strong>en</strong>,e<strong>en</strong> oor gehoord <strong>en</strong> in het hart van e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s ooit opgekom<strong>en</strong> is.49 Vgl. K Dijk: De toekomst van Christus, bl. 103.Er zijn in onze tijd theolog<strong>en</strong> die dit standpunt vande "lev<strong>en</strong>skiem" niet will<strong>en</strong> onderschrijv<strong>en</strong>.Er is volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong> wel id<strong>en</strong>titeit tuss<strong>en</strong> de licham<strong>en</strong> die wijthans hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> die wij hiernamaals zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. De grond daarvoor is volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong>"slechts in ie wondermacht van God <strong>en</strong> in niets anders" Vgl. Herman Ridderbos: Paulus, bl. 615; Th.Delleman, a.w. bl. 64.50 Vgl. Th. Delleman, a.w. bl. 60.51 Vgl. K. Dijk: De toekomst van Christus, bl. 103-107; Th. Delleman, a.w. bl. 63.3.3. NATUURLIJK LICHAAM EN GEESTELIJK LICHAAM 51Paulus wijst echter op nog e<strong>en</strong> ander verschil tuss<strong>en</strong> onze licham<strong>en</strong> zoals die nu zijn <strong>en</strong> zoalsdeze hiernamaals zull<strong>en</strong> zijn als hij zegt: E<strong>en</strong> Natuurlijk lichaam wordt gezaaid, e<strong>en</strong> geestelijklichaam wordt opgewekt". Wat wij nu hier op aarde hebb<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> natuurlijk lichaam, maarhiernamaals zull<strong>en</strong> wij e<strong>en</strong> geestelijk lichaam hebb<strong>en</strong>. Met de uitdrukking "natuurlijk lichaam"bedoelt de apostel dat onze aardse licham<strong>en</strong> broos, vergankelijk, sterfelijk zijn, Onze
aardse licham<strong>en</strong> zijn gebond<strong>en</strong> aan het stof <strong>en</strong> het stoffelijke; ze zijn afhankelijk van de aardsemiddel<strong>en</strong>; ze gaan gebukt onder vele last<strong>en</strong>; ze word<strong>en</strong> gekweld door ziekte <strong>en</strong> pijn. Zo zijnde aardse, natuurlijke 1icham<strong>en</strong>. Door de <strong>opstanding</strong>skracht van Christus wordt het e<strong>en</strong>maalechter geheel <strong>en</strong> al anders, want in plaats van de natuurlijke licham<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong> wij dan geestelijkelicham<strong>en</strong>. Als hier van geestelijke licham<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> wordt, moet<strong>en</strong> wij niet d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>aan iets spookachtigs, maar aan licham<strong>en</strong> die geheel <strong>en</strong> al beheerst word<strong>en</strong> door de Geest vanGod. Waar onze aardse licham<strong>en</strong> gebond<strong>en</strong> zijn aan het stof <strong>en</strong> de lelijke letsels van de zondedrag<strong>en</strong>, daar zull<strong>en</strong> onze geestelijke licham<strong>en</strong> van hiernamaals geheel van alle zonde <strong>en</strong> zijngevolg<strong>en</strong> verlost zijn <strong>en</strong> ook niet meer zo'n gebond<strong>en</strong>heid aan het aardse ton<strong>en</strong>. Het zal veranderdword<strong>en</strong> om het heerlijke beeld van Christus te verton<strong>en</strong>. Het zal pass<strong>en</strong> in zich <strong>en</strong> aanpass<strong>en</strong>bij het nieuwe Jeruzalem met zijn parelpoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> strat<strong>en</strong> van goud. Het zal e<strong>en</strong> goddelijkeglans verton<strong>en</strong> <strong>en</strong> overal de lof van de Here verbreid<strong>en</strong> zonder <strong>en</strong>ige wanklank. Alles inverband met de <strong>opstanding</strong>slicham<strong>en</strong> zal dan staan in het tek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> oneindige, onuitsprekelijkeheerlijkheid - de vrucht van Christus’ verzo<strong>en</strong>ingswerk voor ons. Zoals de tarwekorrelin de halm <strong>en</strong> de ??? tot zijn volle ontplooiing <strong>en</strong> heerlijkheid komt, zo zull<strong>en</strong> onze aardse,natuurlijke licham<strong>en</strong> in de geestelijke licham<strong>en</strong> die wij bij de <strong>opstanding</strong> zull<strong>en</strong> verkrijg<strong>en</strong>, totvolle ontplooiing <strong>en</strong> heerlijkheid kom<strong>en</strong>. Dit is wat de apostel ook sterk beklemtoont als hijzegt: "Zo is ook die <strong>opstanding</strong> van de dod<strong>en</strong>: er wordt gezaaid in vergankelijkheid, er wordtopgewekt in onvergankelijkheid; er wordt gezaaid in oneer, er wordt opgewekt in heerlijkheid,er wordt gezaaid in zwakheid, er wordt opgewekt in kracht". Vergankelijkheid, oneer <strong>en</strong>zwakheid - dit is het beeld van het lichaam wat begrav<strong>en</strong>, of liever gezaaid wordt. Onvergankelijkheid,heerlijkheid <strong>en</strong> kracht - dat is het beeld van hetzelfde lichaam als het opgewektwordt uit de dod<strong>en</strong>.3.4. LICHAAMSVORMENE<strong>en</strong> belangrijke vraag waarop hier ook geantwoord moet word<strong>en</strong>, is die aangaande de1igchamsvorm<strong>en</strong>. Zull<strong>en</strong> h<strong>en</strong> die hier als bejaard<strong>en</strong> gestorv<strong>en</strong> zijn op de nieuwe aarde ookbejaard<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> de licham<strong>en</strong> van bejaard<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>? Zull<strong>en</strong> zij die hier als kinder<strong>en</strong> gestorv<strong>en</strong>zijn, daar ook kinder<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> de licham<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>? In antwoord op dezevrag<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> we hier de visie van prof. K. Dijk uit Nederland. Volg<strong>en</strong>s hem vind<strong>en</strong> we hetantwoord op g<strong>en</strong>oemde vrag<strong>en</strong> in Fil. 3:21 waar Paulus verklaart dat Christus onze vernederdelicham<strong>en</strong> van gedaante zal verander<strong>en</strong> om gelijkvormig te word<strong>en</strong> aan het verheerlijktelichaam van Christus. Deze uitspraak betek<strong>en</strong>t niet slechts dat onze licham<strong>en</strong> verheerlijkt zull<strong>en</strong>word<strong>en</strong> zoals Christus’ lichaam verheerlijkt is. Het betek<strong>en</strong>t veel meer. Het woord "gelijkvormig"verdi<strong>en</strong>t hier bijzondere aandacht. Het woord betek<strong>en</strong>t dat iets gelijk is aan ietsanders of dat het in gedaante overe<strong>en</strong>komt met iets anders. Paulus verklaart hier dus dat onzelicham<strong>en</strong> in alles zo veranderd zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat ze ook in gedaante zull<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>met het verheerlijkte lichaam van Christus. En dit betek<strong>en</strong>t toch zeker ook dat in de <strong>opstanding</strong>het onderscheid tuss<strong>en</strong> oud <strong>en</strong> jong zal wegvall<strong>en</strong> omdat allemaal de gedaante van hetheerlijke lichaam van Christus zull<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> die op drie <strong>en</strong> dertig jarige leeftijd opgevar<strong>en</strong>is naar de hemel. Prof. Dijk verklaart hierover verder het volg<strong>en</strong>de: De Heiland is in de vollekracht van zijn jar<strong>en</strong>, op drie-<strong>en</strong>-dertig-jarige leeftijd - naar de m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> in onze tijdsvorm gesprok<strong>en</strong>- gestorv<strong>en</strong>, is begrav<strong>en</strong> <strong>en</strong> opgewekt. Hij draagt in heerlijkheid het lichaam van e<strong>en</strong>volwass<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s in de volle bloei van zijn kracht <strong>en</strong> schoonheid, <strong>en</strong> .... aan dit lichaam zull<strong>en</strong>de licham<strong>en</strong> van de opgestane gelovig<strong>en</strong> gelijkvormig zijn .... Dieg<strong>en</strong>e die in de ouderdomgestorv<strong>en</strong> is, keert dan ook lichamelijk terug naar de heerlijkheid van de eeuwige jeugd. Dekleine kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jeugdig<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> dan door de wonderlijke herscheppingskracht van Goduit tot de grootte <strong>en</strong> de sterkte van volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> .... All<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dan hun eeuwige hoogtepuntbereikt .... Meer kunn<strong>en</strong> we hiervan niet zegg<strong>en</strong>. De Schrift biedt ons ge<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s om deze