11.07.2015 Views

Dood en opstanding - AH Bogaards

Dood en opstanding - AH Bogaards

Dood en opstanding - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

HOOFDSTUK IIITUSSEN DOOD EN OPSTANDING1. BIJ DE DOODWat gebeurt er met de m<strong>en</strong>s op het og<strong>en</strong>blik dat hij of zij te sterv<strong>en</strong> komt? Op dat og<strong>en</strong>blikwordt de band verbrok<strong>en</strong> zie lichaam <strong>en</strong> ziel 13 tot e<strong>en</strong> wonderlijke e<strong>en</strong>heid 14 sam<strong>en</strong>bindt, zodatlichaam <strong>en</strong> ziel dan los van elkaar zijn. 15 Zo blijft het tot bij de wederkomst van Christuswanneer het lichaam opgewekt wordt uit de dod<strong>en</strong> <strong>en</strong> lichaam <strong>en</strong> ziel dan weer ver<strong>en</strong>igd word<strong>en</strong>.Daarin zi<strong>en</strong> we al e<strong>en</strong> oordeel van God. 16 God heeft de m<strong>en</strong>s immers geschap<strong>en</strong> als e<strong>en</strong>e<strong>en</strong>heid van lichaam <strong>en</strong> ziel, maar als gevolg van de zonde wordt deze e<strong>en</strong>heid met de doodverbrok<strong>en</strong>. Sterv<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dus e<strong>en</strong> breuk, e<strong>en</strong> ontbinding van wat eig<strong>en</strong>lijk niet verbrok<strong>en</strong><strong>en</strong> ontbond<strong>en</strong> moest word<strong>en</strong>. Dat ziel <strong>en</strong> lichaam bij de dood van elkaar scheid<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong> we ookbij Christus. Bij zijn sterv<strong>en</strong> heeft Hij zijn geest of ziel in de hand<strong>en</strong> van zijn Vader overgegev<strong>en</strong>(Luk. 23:46), terwijl zijn ontzielde lichaam daarna door Jozef van Arimathea <strong>en</strong> ander<strong>en</strong>in het graf neergelegd is (Luk. 23:50-53). Bij de dood van de gelovige wordt zijn ziel dadelijktot Christus, zijn Hoofd, opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. 17 Er is dus ge<strong>en</strong> vagevuur waar de ziel<strong>en</strong> eerst van overblijv<strong>en</strong>dezond<strong>en</strong> gelouterd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zoals de Roomse Kerk beweert. Ook zijn de ziel<strong>en</strong>ge<strong>en</strong> bleke schimm<strong>en</strong> die erg<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong> hemel <strong>en</strong> hel wacht<strong>en</strong> op de wederkomst vanChristus. Nee, als onze ziel<strong>en</strong> afscheid nem<strong>en</strong> van onze licham<strong>en</strong>, gaan zij direct <strong>en</strong> onmiddellijknaar Christus in de hemel, naar het Vaderhuis met zijn vele woning<strong>en</strong>. Daarom kon Christusook teg<strong>en</strong> de misdadiger aan het kruis zegg<strong>en</strong>: "Voorwaar, Ik zeg u, vandaag zal je sam<strong>en</strong>met Mij in het Paradijs zijn" (Luk. 23:43). Niet morg<strong>en</strong> of met de wederkomst van Christus,maar nu, vandaag, 18 zal jij sam<strong>en</strong> met Mij 19 in het Paradijs zijn. Ook in de gelijk<strong>en</strong>is van derijke man <strong>en</strong> Lazarus zi<strong>en</strong> we dat de ziel van de gelovige dadelijk bij de dood in de hemelopg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt om daar onuitsprekelijke zaligheid <strong>en</strong> vreugde te smak<strong>en</strong> (Luk. 16:19-23).Welk e<strong>en</strong> zalige troost is het niet voor bedroefde achtergeblev<strong>en</strong><strong>en</strong> na de dood van e<strong>en</strong> dierbareom te wet<strong>en</strong> dat de medegelovige die gestorv<strong>en</strong> is terstond naar de heerlijkheid van de hemelopg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is om daar in zalige geme<strong>en</strong>schap met Christus te verker<strong>en</strong>'. Terwijl zij nogw<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> grav<strong>en</strong> grav<strong>en</strong> <strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> naar zwarte kleding <strong>en</strong> begraf<strong>en</strong>isondernemers, is de gelovigedie gestorv<strong>en</strong> is al lang bij Christus in de hemel. Zo begrijp<strong>en</strong> wij hoe er stilheid in verscheurdehart<strong>en</strong> bij het graf van e<strong>en</strong> dierbare kan zijn. De wereld kijkt naar b<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Zij staartzich blind teg<strong>en</strong> het graf. Daar houdt voor h<strong>en</strong> alles op. Maar de blik van de gelovige stijgtomhoog. Wij zoek<strong>en</strong> niet de lev<strong>en</strong>de bij de dod<strong>en</strong>. Wij gelov<strong>en</strong> dat al onze dierbar<strong>en</strong> die inChristus ontslap<strong>en</strong> zijn dadelijk bij hun dood tot Christus opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn. Onze Catechismusspreekt ook uitdrukkelijk ervan dat de ziel<strong>en</strong> van de gelovig<strong>en</strong> bij hun dood tot Christus opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>word<strong>en</strong> (Heid. Cat. antw. 57). Dit opnemingswerk wordt volg<strong>en</strong>s Gods Woord gedaandoor de <strong>en</strong>gel<strong>en</strong>. In de gelijk<strong>en</strong>is van de rijke man <strong>en</strong> Lazarus lez<strong>en</strong> we trouw<strong>en</strong>s: "En to<strong>en</strong> debedelaar stierf, is hij door <strong>en</strong>gel<strong>en</strong> weggedrag<strong>en</strong> naar de boezem van Abraham" (Luk. 16:22).Deze woord<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> betrekking op zijn lichaam, want zijn lichaam is ongetwijfeldbegrav<strong>en</strong> net zoals dat van de rijke man. Deze woord<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> op niets anders dan op zijnziel zi<strong>en</strong>. Engel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> die naar de boezem van Abraham gebracht. 20 Het og<strong>en</strong>blik dat e<strong>en</strong>geliefde gelovige sterft <strong>en</strong> de bron van tran<strong>en</strong> bij ons geop<strong>en</strong>d wordt, kunn<strong>en</strong> wij in de geestzi<strong>en</strong> hoe <strong>en</strong>gel<strong>en</strong> zijn of haar ziel wegnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt naar de zal<strong>en</strong> van eeuwig licht in hetVaderhuis bij Christus. Daarom kan elke ware gelovige sam<strong>en</strong> met Kohlbrugge zegg<strong>en</strong>: Wanneerik sterf - ik sterf niet meer - <strong>en</strong> iemand vindt mijn schedel, dan verkondigt de schedel nogaan hem: Ik heb ge<strong>en</strong> og<strong>en</strong>, nochtans zi<strong>en</strong> ik Hem, Jezus. Ik heb ge<strong>en</strong> hers<strong>en</strong>s, nochtans k<strong>en</strong> ikHem. Ik heb ge<strong>en</strong> lipp<strong>en</strong>, nochtans verkondig ik zijn lof. Ik b<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> harde schedel, nochtansleef ik door zijn liefde. Ik lig hier buit<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> kerkhof, nochtans leef ik in die heerlijkheidvan het Paradijs, <strong>en</strong> e<strong>en</strong>maal zal mijn vlees met Hem lev<strong>en</strong>. 21 Natuurlijk verlat<strong>en</strong> de ziel<strong>en</strong>van de ongelovige of goddeloze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hun licham<strong>en</strong> ook bij de dood. Maar net zoals in het

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!