JAARVERSLAG - Onafhankelijke Ziekenfondsen

2011: een jaar van bang afwachten
Het ellenlange wachten op een regering verzuurde het politieke, economische en financiële klimaat in België.
De regering van lopende zaken waagde zich desondanks aan de opmaak van een regeringsbegroting en een
begroting voor de geneeskundige verzorging. In onze sector zijn de talloze initiatieven die gepland waren in
2010 evenwel dode letter gebleven, gezien de geringe begrotingsmarge. De naleving van de akkoorden was
nochtans een conditio sine qua non.
Begroting
Een regering van lopende zaken kan in België geen wijzigingen
aanbrengen aan de wettelijke context voor de vaststelling
van de begroting voor geneeskundige verzorging. Voor
het jaar 2011 bleef de groeinorm dus 4,5 %. Deze te hoge en
vooral door het Rekenhof gehekelde marge (4,5 % op basis
van de begrotingsdoelstelling 2010) bedroeg 1.093.460.000
euro. Dit bedrag werd uitdrukkelijk toegewezen aan het financiële
evenwicht van het globale beheer van de sociale
zekerheid: de 450 miljoen euro die door de wet bepaald was
voor 2011, liep op tot 1.093 miljoen euro (dit is + 643 miljoen
euro).
De regering besliste bovendien om een uitzonderlijke Rijkstoelage
toe te kennen aan de sociale zekerheid ten bedrage
van 2,7 miljard euro. Voor nieuwe initiatieven in de
gezondheidszorg werd 109,9 miljoen euro vrijgemaakt, op
voorwaarde dat eerst een pak bespaard zou worden. De
tariefzekerheid voor de patiënten werd op die manier
opnieuw gewaarborgd, wat de erelonen van artsen en
tandartsen betreft. De totale begroting voor geneeskundige
verzorging in 2011 bedroeg uiteindelijk 24,1 miljard
euro.
Tot op heden, moeten we echter vaststellen dat noch de
positieve, noch de besparingsmaatregelen volledig gerealiseerd
zijn. Toch vermelden we hieronder enkele initiatieven,
per sector:
Artsen
De artsen moesten een bedrag van 30 miljoen euro besparen,
vooral in de medische beeldvorming. Ze zullen dit vooral
via richtlijnen en informatiecampagnes proberen te realiseren.
Een akkoord te allen prijze
Anderzijds probeerden de vertegenwoordigers in de
’Medicomut’ om te allen prijze de gemaakte afspraken in
het akkoord uit te voeren en te respecteren. Ze wilden het
overlegmodel immers in geen geval opblazen. Die bekommernis
droeg zeker bij tot het bereiken van een akkoord over
de besparingen 2012.
16
Bij de artsen werden bijna alle afspraken van het akkoord
voor 2011 gerealiseerd. We sommen hieronder de belangrijkste
op:
Ø Het project Impulseo III (uiteindelijk pas in maart 2012
gepubliceerd): een financiële tegemoetkoming voor de
individuele artsen, met het oog op de verlichting van de
loonlast voor de bedienden die hen helpen bij de administratieve
organisatie en het onthaal in hun kabinet.
Ø De preventiemodule GMD+: in werking getreden op
1 april 2011. Deze module houdt de invoering in van een
honorarium voor het beheer van het globaal medisch
dossier door de erkende huisarts.
Ø Meer investeringen in wachtposten.
Ø Aanpassingen van de sleutelletter in tal van sectoren
(neurologie, pediatrie, dermatologie, ORL, neuropsychiatrie
enz.) en aanpassingen van de tekst van de nomenclatuur.
Ø De vereenvoudiging van de remgelden: een maatregel
ten gunste van de patiënt. Van de veelheid aan
raadplegingstarieven, blijven er maar vier over:
Algemene regeling
Voorkeurregeling
Met een GMD 4 euro 1 euro
Zonder GMD 6 euro 1,5 euro
Tandartsen
In de sector van de tandartsen zijn de verwezenlijkingen ten
opzichte van de akkoordvoorwaarden voor 2011 redelijk
goed uitgevoerd. Het ging steeds om aanpassingen van de
nomenclatuur die onder de lopende zaken konden worden
geklasseerd:
Ø het optrekken van de leeftijdsgrens voor het jaarlijkse
mondonderzoek tot 63 jaar,
Ø de uitbreiding van het parodontale onderzoek tot 50 jaar,
Ø de beperking van het remgeld voor het verruimde parodontale
onderzoek tot de 50e verjaardag,
Ø de financiering van de implementatie van de aanbevelingen
van de studie over de populatie met bijzondere
noden (studie die nog loopt),
Ø de verhoging tot de 50e verjaardag van de leeftijdsgrens
voor de subgingivale tandsteenverwijdering.