6<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4Grotere groene stippen betreffen – vaak bijzondertamme - vogels die langere tijd op éénplaats verbleven. Een voorbeeld is de vogel inVeenendaal van 28 december 1995 tot en met16 maart 1996.Via Falsterbo naar <strong>Nederland</strong>?In 19 recente winters (1989/90 – 2007/<strong>08</strong>)werden in 11 jaren 1-10 vogels gezien en in7 jaren 11-60 exemplaren. Alleen in 1991/92was er een kleine invasie (222) (figuur 3). Nadater in september 1991 door <strong>Nederland</strong>ers veel‘trekkende’ vogels in Falsterbo gezien werden,verbleven er in oktober tientallen inons land (<strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> 1992 nr. 1). De‘officiële’ tellers in Falsterbo noteerden echterin augustus-november slechts 13 trekkendeNotenkrakers (20-21 september, www.skof.se;zie ook figuur 3). Notenkrakers staan erombekend dat ze meerdere malen de zee opkunnen vliegen maar weer terugkeren naarhet vasteland. Mogelijk zorgde dit gedrag voorverwarring onder de bezoekers. Anderzijds ishet hoge aantal in <strong>Nederland</strong> een aanwijzingdat er wel flinke verplaatsingen geweest zijnmaar deze vogels hoeven natuurlijk niet viaFalsterbo gevlogen te hebben.Dat blijkt ook uit figuur 3. Forsere aantallenin Falsterbo (zie bijv. 1975, 1986, 1988) staanzeker niet garant voor mooie <strong>Nederland</strong>seaantallen. De vogels zullen in deze jaren nahet bereiken van Denemarken en Duitslandwellicht aldaar zijn blijven pleisteren ofpal zuid zijn gaan vliegen. Daar tegenoverstaat dat er in bijvoorbeeld 1996/97, maarvooral 1991/92, in ons land relatief veelNotenkrakers gezien werden zonder voorafgaandetrek in Falsterbo. Wellicht vlogende (Siberische) vogels toen via de Baltischestaten en Polen-Duitsland. Soms gaat goedetrek in Zuid-Zweden wel degelijk samen metrelatief veel vogels in <strong>Nederland</strong> (1977/78,1985/86, 1994/95 en 1995/96).Notenkrakers in september-oktober 20<strong>08</strong>Op 7 en 8 september werden in Falsterbovoor het eerst sinds 1999 weer eens grotereaantallen trekkende Notenkrakers gemeld(90 resp. 102). Gezien foto’s ging het waarschijnlijkom eerste kalenderjaar vogels (K.M.Olsen). De trek zette echter niet door, wanttot begin november werd nog slechts éénlosse vogel gezien. In de weken na de tweefraaie tellingen werden in ons land enkelekortstondige (al dan niet zekere) waarnemingenbekend nabij Denekamp Ov,Emmen Dr, Boxtel NB en Arnhem Gl. Vanaf 10oktober tot in november werd vrijwel dagelijkswel ergens in het land een Notenkrakergemeld. Waarnemingen stammen o.a. vanNotenkraker, Horst (Lb), 31 oktober 20<strong>08</strong>.Foto: Patrick Palmende Eemshaven Gr, Meijendel ZH (2 samenovervliegend), Dalfsen Ov, HolterbergOv, het Fochteloërveen Fr, Nolderveld Dr,Zwolle Ov, Haarzuilens Ut en VeenendaalUt. Langdurige pleisteraars zaten er in hetDijkwater in de Wieringermeer NH (11-14oktober), Lewenborg-Groningen (14-20 oktober),Delfzijl (vanaf 29 oktober tot in november)en bij Horst Lb (vanaf 23 oktober tot innovember).Dat Notenkrakers, in tegenstelling tot watde naam doet vermoeden, niet alleen notenop het menu hebben staan bleek uit waarnemingenin het Dijkgatsbos (greep eenhoornaar uit de lucht; F. Visscher) en Horst(wespennesten uitgravend, wormen, kevers,veel harige rupsen, hoornaar en zelfs een kikker;A. Ovaa, G. Lamers, E. de Waard e.a.). DeNotenkraker in Delfzijl verstopte een dodemuis tot drie maal toe en zocht hem dan weerop om er verder van te eten (M. Jonker).Elders in Europa werden eveneens Notenkrakersgemeld en Britse vogelaars kekenhoopvol naar het vasteland. In septemberwerden Notenkrakers gezien in Noorwegen(groepen) en Denemarken. Op trektelpostenin Noordwest-Duitsland werden in oktober 4solitaire Notenkrakers geteld. In Vlaanderenwerd een ‘Siberische’ Notenkraker gemeldvanaf 29 oktober bij Leuven. Uit het oostenvan Europa kwamen geen berichten vangrote verplaatsingen, al waren bijvoorbeeldin Hongarije de aantallen tweede helft oktoberwel hoger dan normaal (www.birding.hu). Het blijft voorlopig dus nog wachtenop een echte invasie van deze magnifiekesoort...Arjan Boele & Erik van Winden<strong>Nederland</strong> (najaar en winter)2502001501005016842Figuur 2. Verspreiding van ter plaatse verblijvende(groen) en trekkende (rood) Notenkrakers in 1989-20<strong>08</strong>(som per atlasblok over alle jaren).<strong>Nederland</strong>Falsterbo0 073/74 78/79 83/84 88/89 93/94 98/99 03/<strong>04</strong> <strong>08</strong>/09200015001000500Figuur 3. Aantal waargenomen Notenkrakers in 1973/74-20<strong>08</strong>/09in <strong>Nederland</strong> (bronnen: BSP, Waarneming.nl, Dutch Birding,Limosa, Atlas van de <strong>Nederland</strong>se Vogels, Het Vogeljaar) enhet aantal trekkende vogels in Falsterbo, Zweden (1973-20<strong>08</strong>,bron: www.skof.se). Aantal in <strong>Nederland</strong> in seizoen 20<strong>08</strong>/09 isonvolledig (gegevens tot en met oktober verwerkt).Falsterbo (najaar)
Houtduiven. Foto: Ran Schols7Een Houtduivenwinter.Resultaten PTT winter2007-20<strong>08</strong><strong>SOVON</strong>-<strong>Nieuws</strong> jaargang 21 (20<strong>08</strong>) nr 4De 30e PTT-wintervogeltelling werd vrij onverwachttoch nog een wat winterse aangelegenheid.Half december 2007 waren grote delen van <strong>Nederland</strong>dagenlang gehuld in een witte deken vanbevroren rijp. Dat leverde mooie plaatjes op,maar hoe reageerden de vogels hierop?Figuur 1. Aantal Houtduiven per PTT-route in 2007 engemiddeld in 2000-2006 (meer routes geteld dan in 2007).Geen invasiesDe telinspanning in 2007 kwam nagenoegovereen met die in de winter ervoor: er werdenruim 1,3 miljoen vogels geteld op 420routes. Op basis van de herfsttrek werdenvooraf hoge aantallen mezen voorspeld. Datviel wat tegen, de aantallen Pimpelmezenen Koolmezen weken niet af van wat invoorgaande jaren gebruikelijk was. AlleenZwarte Mezen waren duidelijk ta<strong>lr</strong>ijker. Datwas ook het geval met Houtduiven. (figuur1)In 2007 was er laat in de herfst nog flinketrek, wat uiteindelijk resulteerde in eenrecordaantal overwinteraars: er werden erbijna 100.000 geteld, waarmee de Houtduifna de Smient en de Kolgans de ta<strong>lr</strong>ijkstesoort was. Holenduiven deden het daarentegenopvallend slecht. Sijzen waren weerbehoorlijk ta<strong>lr</strong>ijk, ‘barmsijzen’ (waarschijnlijkmerendeels Grote Barmsijzen) zaten op hetniveau van 2006, dat als normaal kan wordenbeschouwd (in 2005 was er een groteinvasie). Slechts enkele ‘trompetgoudvinken’(noordoostelijke Goudvinken met een afwijkendzeurgeluidje) wisten deze winter deweg naar <strong>Nederland</strong> terug te vinden, en deaantallen gemelde Goudvinken waren danook niet overdreven hoog. Vink en Graspiepervertoonden wat lagere aantallen dan normaal,wat zich tijdens de trektellingen inde herfst al leek aan te kondigen, al speeldenongunstige telomstandigheden daarbijmee. De Ruigpootbuizerd, waarvan we hogeverwachtingen hadden vanwege een kleineinflux eind oktober, was met 9 ex. maar heelgemiddeld vertegenwoordigd.Warmteminnende soortenZou de tijdelijke kou halfbakken overwinteraarsals Tjiftjaf en Witte Kwikstaart partenhebben gespeeld? Beide soorten werden weiniggezien, maar blijkbaar was de vorst nietstreng genoeg voor Roodborsttapuit, IJsvogelen Grote Gele Kwikstaart. Die werden juist inrecordaantallen gezien! Zwarte Roodstaart(5) en Zwartkop (1) werden, als altijd, weinigopgemerkt.Opvallende uitschietersRaven en ‘rietganzen’ (ongetwijfeld merendeelsToendarietganzen) waren wat ta<strong>lr</strong>ijkerdan normaal. Krakeend, Groene Specht enGrote Zilverreiger, allemaal bezig aan eenopmars, waren nog nooit zo ta<strong>lr</strong>ijk. De KleineZilverreiger leek echter wat minder winterhard.Gestage afnames zijn er bij de Rode LijstsoortenRingmus en Matkop. Daarnaast lijktde vorst geleid te hebben tot grootschaligeverplaatsingen bij veel soorten steltlopers,meeuwen, eenden en lijsters.ZeldzaamhedenEr konden weer diverse leuke soorten wordenbijgeschreven. Wederom was PTT-routeNoord-Walcheren met 91 soorten de soortenrijkste,met als bonus twee Kleine Alkenen een Middelste Jager. Enkele zeldzamewintergasten hadden domicilie gekozen opeen PTT-route, zoals het Limburgse vrouwtjeRingsnaveleend en de twee ArnhemseWaterspreeuwen. Een Middelste BonteSpecht, waarschijnlijk een van de broedvogelsbij het <strong>SOVON</strong>-kantoor, waagde eenwinters uitstapje naar een nabijgelegen PTTroutein Berg en Dal. Opvallende watervogelsoortenwaren Flamingo (2), Dwerggans(1), Roodhalsgans (4), Kokardezaagbek (3),IJseend (1) en Grote Zee-eend (1). Vier GroteKruisbekken waren er voor een gelukkigewaarnemer in Drenthe, terwijl een wintersegroep van 130 Kraanvogels werd gezien opeen Limburgse route.Meer lezen over de PTT-resultatenRecent verscheen in Limosa een overzichtsartikelover de resultaten van de PTT-tellingenin 1980-2006 (Boele et al. 20<strong>08</strong>). Een <strong>pdf</strong>is te downloaden via de <strong>SOVON</strong>-site (www.sovon.nl/default.asp?id=274). Verschillen inwintertrends tussen soorten hangen deelssamen met habitatvoorkeur en trekgedrag.Gemiddeld genomen zijn deeltrekkers enstandvogels van bossen toegenomen, en wintergastenen standvogels van andere habitats