12.07.2015 Views

De pasteurisatie van vleesproducten

De pasteurisatie van vleesproducten

De pasteurisatie van vleesproducten

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>8. KOELEN/VERHITTEN8.7 DE PASTEURISATIE VAN VLEESPRODUCTENAuteurs:L.B.J. <strong>van</strong> Boxtel; M.H.M. <strong>van</strong> den Ekart en A.T.T. Jennissen1994Bij de conversie naar een elektronisch beschikbaar document zijn er kleine tekstuele eninhoudelijke wijzigingen aangebracht. (RedCom).Oktober 2005blad 1 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>1 ALGEMEEN ..................................................................................................................31.1 Verhittingsmethodieken..............................................................................................31.2 Factoren en gegevens <strong>van</strong> belang voor het berekenen <strong>van</strong> het te hanteren<strong>pasteurisatie</strong>proces..................................................................................................................41.2.1 Warmtepenetratiekenmerken (temperatuurmeting) .......................................41.2.2 Bederfflora en juiste bacteriesoort als referentie ...........................................41.2.3 Kinetische parameters (D-waarde en z-waarde) ............................................41.2.4 Intensiteit <strong>van</strong> het <strong>pasteurisatie</strong>proces (P-waarde).........................................82 TOEPASSING P-WAARDE BIJ HET PASTEURISATIEPROCES............................92.1 Voorbeeld <strong>van</strong> de berekening <strong>van</strong> de minimale P-waarde bij verschillende D-waarden...................................................................................................................................92.2 Voorbeeld <strong>van</strong> de bepaling <strong>van</strong> de werkelijke P 10 70 waarde in het product..............92.2.1 "Handmatig" meten en berekening achteraf via "sommatiemethode".........102.2.2 On-line meten...............................................................................................123 BEPALING VAN DE D-WAARDEN VAN MICRO-ORGANISMEN INVLEESDEGEN ONDER PRAKTIJKOMSTANDIGHEDEN ...................................153.1 Selecteren <strong>van</strong> referentie micro-organismen en bepalen afdodingscurve ................153.1.1 Uitvoering onderzoek...................................................................................153.1.2 Werkwijze ....................................................................................................153.1.3 Toestellen en hulpmiddelen .........................................................................163.1.4 Isolatie referentiestammen ...........................................................................163.1.5 Afdodingscurve ............................................................................................173.2 Lineaire regressie analyse ter bepaling <strong>van</strong> D-waarden ...........................................174 LITERATUUR .............................................................................................................20blad 2 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>1 ALGEMEENEén <strong>van</strong> de meest toegepaste conserveringstechnieken voor <strong>vleesproducten</strong> zoals vleeswarenis verhitten. Het grote probleem bij verduurzamen door middel <strong>van</strong> verhitten is hetvinden <strong>van</strong> een compromis tussen een behandeling die enerzijds voldoende is om hetproduct in microbiologisch en enzymatisch opzicht te stabiliseren, en anderzijds de gewenstechemische reacties in voldoende mate laat verlopen. Bovendien dient het productafhankelijk <strong>van</strong> de mate <strong>van</strong> verhitting onder zodanige condities bewaard te blijven, dateen redelijke houdbaarheid wordt bereikt [15]. Omdat in het algemeen bij verhitte <strong>vleesproducten</strong>het product eerder gaar is dan dat de gewenste afdoding <strong>van</strong> micro-organismenis bereikt, wordt de aandacht vooral op het laatste aspect gericht. Daarnaast kan bij gepasteuriseerde<strong>vleesproducten</strong> enige enzymactiviteit aanwezig blijven [2 en 13].1.1 VerhittingsmethodiekenProducten worden met een verschillende hitte-intensiteit bereid onder andere afhankelijk<strong>van</strong> de gewenste houdbaarheid en het type product. We spreken <strong>van</strong>:1. Steriliseren: het geven <strong>van</strong> een dusdanige warmtebehandeling aan een product, dat allemicro-organismen, inclusief sporen <strong>van</strong> bacteriën, worden gedood [9].2. Appertiseren: het geven <strong>van</strong> een dusdanige warmtebehandeling aan een product, datalle vegetatieve micro-organismen worden gedood en bij de gebruikelijke bewaaromstandigheden<strong>van</strong> het geappertiseerde product geen ontkieming en ontwikkeling <strong>van</strong>bacteriesporen meer plaatsvindt, ook wel commercieel steriel genoemd [9].3. Pasteuriseren: het geven <strong>van</strong> een warmtebehandeling beneden 100 °C aan een productmet het doel het product in microbiologisch opzicht juist voldoende veilig te maken voormenselijke consumptie, waarbij de organoleptische kwaliteit <strong>van</strong> het product belangrijk is.Een bijkomend doel is het uitstellen <strong>van</strong> microbiologisch bederf door alle relatief weinigthermoresistente micro-organismen te doden [9].In de praktijk wordt in het algemeen gesproken over steriliseren als in feite appertiserenbedoeld wordt.In het Handboek voor de Vleeswarenindustrie (Onderdeel 8 'Koelen / Verhitten', hoofdstukken8.1., 8.4. en 8.5.) wordt het sterilisatieproces behandeld. Bij het steriliseren <strong>van</strong><strong>vleesproducten</strong> wordt uitgegaan <strong>van</strong> de afdoding <strong>van</strong> nagenoeg alle aanwezige microorganismeninclusief bacteriesporen. Als de organoleptische kwaliteit een hogere prioriteitheeft dan de houdbaarheid wordt voor bepaalde producten de voorkeur gegeven aanpasteuriseren boven steriliseren. <strong>De</strong> uitgroei <strong>van</strong> micro-organismen, met name de ziekteverwekkersen de toxinevormers, en het ontkiemen <strong>van</strong> sporen moeten echter wordenvoorkomen. <strong>De</strong> houdbaarheid <strong>van</strong> gepasteuriseerde producten is uiteraard beperkt. Factoren,die hierbij een rol kunnen spelen zijn:- pH <strong>van</strong> het product- a w -waarde <strong>van</strong> het product- zoutgehalte en -verdeling in het product- gehalte aan remmende stoffen, conserveringsmiddelen (b.v. nitriet) in het product- bewaarcondities (b.v. tijd, temperatuur, verpakkingsatmosfeer)- aan<strong>van</strong>gskoloniegetal, sporenbelastingHet pasteuriseren <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong> kan op meerdere wijzen worden uitgevoerd; meestalwordt het bereiken <strong>van</strong> een bepaalde kerntemperatuur nagestreefd. Uit het oogpunt <strong>van</strong>procesbeheersing en- optimalisatie <strong>van</strong> het kookproces is dit moeilijk te vertalen naarprocesvoorwaarden. Het bereiken <strong>van</strong> een bepaalde kerntemperatuur zegt niet voldoendeover het afdodingseffect in het gehele product.<strong>De</strong> voor sterilisatie bekende techniek en rekenmethode voor de bepaling <strong>van</strong> de F o waardekan ook toegepast worden voor de <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>. Aan de hand <strong>van</strong>literatuurgegevens worden enkele belangrijke factoren uit het <strong>pasteurisatie</strong>proces naarblad 3 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>voren gebracht.Voor de duidelijkheid wordt in dit hoofdstuk gesproken over P-waarde in plaats <strong>van</strong> F-waarde om verwarring met het sterilisatieproces te voorkomen.1.2 Factoren en gegevens <strong>van</strong> belang voor het berekenen <strong>van</strong> het te hanteren<strong>pasteurisatie</strong>procesOm de intensiteit <strong>van</strong> het <strong>pasteurisatie</strong>proces te kunnen berekenen, dient met een aantalgegevens/factoren rekening gehouden te worden:1. Thermofysische eigenschappen en geometrie (warmtepenetratiekenmerken) <strong>van</strong> hetproduct.2. Het referentie micro-organisme, gekozen op basis <strong>van</strong> de gewenste verhittingsintensiteit.3. Kinetische parameters voor inactivering <strong>van</strong> het referentie micro-organisme (D-waardeen z-waarde).4. <strong>De</strong> gewenste intensiteit <strong>van</strong> het <strong>pasteurisatie</strong>proces (P-waarde) op basis <strong>van</strong> de gewenstehoudbaarheid en het te accepteren risico (uitval-%).1.2.1 Warmtepenetratiekenmerken (temperatuurmeting)Om vast te kunnen stellen wat de optimale tijd-temperatuur combinatie voor de <strong>pasteurisatie</strong><strong>van</strong> een bepaald product is, dienen de thermofysische eigenschappen en geometrieofwel de warmtepenetratiekenmerken (stromingstype of geleidingstype product) <strong>van</strong> hetproduct bekend te zijn. Hiertoe dient het temperatuurverloop in een product te wordenvastgesteld. Op grond hier<strong>van</strong> kan de P-waarde <strong>van</strong> dit product worden berekend.1.2.2 Bederfflora en juiste bacteriesoort als referentieBelangrijk is te weten welke bacterieflora in een bepaald product aanwezig kan zijn.Hieruit kan men de bederfflora selecteren en daaruit de meest hitteresistente soort kiezendie door het <strong>pasteurisatie</strong>proces moet worden geïnactiveerd (in zijn geheel of in belangrijkemate). <strong>De</strong>ze soort kan gebruikt worden als referentie-organisme waarop de hittebehandelingwordt afgestemd.In onvoldoende gepasteuriseerde <strong>vleesproducten</strong> zijn het vooral diverse soorten D-streptococcen, die bederf veroorzaken. Listeria monocytogenes is ook relatief hitteresistent,maar het besmettingsniveau is gewoonlijk erg laag.Bij de keuze voor de juiste bacteriesoort als referentie wordt bij het <strong>pasteurisatie</strong>procesuitgegaan <strong>van</strong> een andere bacteriesoort dan bij het sterilisatieproces. Bij het sterilisatieproces<strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong> is gekozen voor één <strong>van</strong> de meest gevaarlijke anaërobe sporevormers,een toxine producerende Clostridium botulinum soort. Bij het <strong>pasteurisatie</strong>procesis in de praktijk de keuze <strong>van</strong> het referentie organisme niet eenduidig. In sommige gevallen,zoals gepasteuriseerde hammen, wordt uitgegaan <strong>van</strong> een hitteresistente nietsporevormendebacterie uit de groep <strong>van</strong> de D-streptococcen: Streptococcus faecalis [13].Bij koelverse maaltijden waarbij het zoutgehalte vaak laag is en nitriet meestal als remmerontbreekt, wordt gekozen voor sporen <strong>van</strong> Clostridium botulinum soorten, die zich onderkoeling kunnen vermeerderen [17]. In hoofdstuk 3 wordt hierop verder ingegaan.1.2.3 Kinetische parameters (D-waarde en z-waarde)<strong>De</strong> D-waarde is de decimale reductiewaarde bij een gegeven temperatuur voor een bepaaldmicro-organisme. <strong>De</strong> tijd, gewoonlijk uitgedrukt in minuten, die nodig is om bij eengegeven temperatuur en onder gestandaardiseerde omstandigheden het aantal kweekbareorganismen terug te brengen tot ééntiende <strong>van</strong> het oorspronkelijke aantal. <strong>De</strong> D-waarde bijeen gegeven referentietemperatuur is een maatstaf voor de thermoresistentie <strong>van</strong> eenorganisme.<strong>De</strong> z-waarde is de temperatuurstijging of -daling (uitgedrukt in °C of °F), die nodig is omde D-waarde 10 maal zo klein, respectievelijk 10 maal zo groot te maken.blad 4 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong><strong>De</strong> z-waarde geeft dus samen met de D-waarde de mate aan waarin het betreffende microorganismebij verschillende temperaturen gevoelig is voor afdoding. <strong>De</strong> afdodingscurvehangt ook af <strong>van</strong> de omgeving, het substraat of product waarin de bacterie zich bevindt(zie tabel 1).In de literatuur worden voor eenzelfde micro-organisme verschillende z-waarden en bijbehorendeD-waarden aangetroffen. Vaak worden voor deze berekeningen ook uiteenlopendereferentie temperaturen gekozen. In tabel 1 wordt een overzicht gegeven <strong>van</strong> in deliteratuur aangetroffen gegevens over referentie-organismen met bijbehorende D- en z-waarden. Uit deze tabel blijkt dat met name de D-waarden sterk uiteenlopen bij dezelfdesoorten micro-organismen. In paragraaf 3 wordt een methode beschreven om de voor deeigen bedrijfssituatie passende D-waarde(n) voor de belangrijkste bederfveroorzaker ofvoor het risicobepalende micro-organisme te bepalen.Er dient echter opgemerkt te worden, dat D- en z-waarden bepalingen een grote mate <strong>van</strong>nauwkeurigheid en een goed uitgerust laboratorium vereisen.blad 5 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>blad 6 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>blad 7 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>1.2.4 Intensiteit <strong>van</strong> het <strong>pasteurisatie</strong>proces (P-waarde)<strong>De</strong> P-waarde (ook wel F-waarde genoemd) is een procesbeschrijvende waarde uitgedruktin minuten, die gebruikt wordt om het effect <strong>van</strong> een bepaald proces op de reductie <strong>van</strong> eengekozen micro-organisme uit te drukken. Voor gepasteuriseerde producten kan gekozenworden voor verschillende referentiewaarden. In de literatuur worden zowel verschillendeP-referentiewaarden opgegeven als definities voor de <strong>pasteurisatie</strong>waarden zoals P` [10] enP90 [17] en P$ a [10] . <strong>De</strong> bovenindex geeft de referentiewaarde voor de 70 gebruikte z-waarde aan. <strong>De</strong> benedenindex staat voor de bijbehorende referentietemperatuur. Duidelijkzal zijn, dat meerdere P-waarden gebruikt worden, onder andere afhankelijk <strong>van</strong> de toepassingen het soort referentiemicro-organisme.Aangezien de benodigde P-waarde voor het bereiken <strong>van</strong> de gewenste houdbaarheid enveiligheid <strong>van</strong> een product afhankelijk is <strong>van</strong> een groot aantal factoren zijn ervaringscijfersgewenst om bederfrisico's te kunnen inschatten. Om in de toekomst op grond <strong>van</strong> opgebouwdeervaringscijfers voor P-waarden de noodzakelijke warmtebehandeling vooruiteenlopende producten te kunnen inschatten verdient het aanbeveling de P-waarde opeenduidige wijze te formuleren en te berekenen. Er ontstaat op deze wijze een bruikbaar enonderling vergelijkbare dataset die behulpzaam kan zijn bij het "begroten" <strong>van</strong> de noodzakelijke<strong>pasteurisatie</strong>behandeling voor producten, zoals dat gebruikelijk is in de wereld <strong>van</strong>gesteriliseerde conserven. <strong>De</strong>rhalve wordt voorgesteld om uit te gaan <strong>van</strong> P` dus een z-waarde <strong>van</strong> 10 °C en een referentie temperatuur <strong>van</strong> 70 °C.Door gebruik te maken <strong>van</strong> meten en berekenen <strong>van</strong> de P-waarde wordt optimalisatie opkwaliteitsaspecten <strong>van</strong> het product mogelijk gemaakt, met behoud <strong>van</strong> de gewenste houdbaarheid.Een bepaalde P-waarde kan bij verschillende temperatuur/tijdcombinaties bereikt worden.Dit wordt voor een puur theoretische situatie (kerntemperatuur is verhittingstemperatuur)geïllustreerd in tabel 2.Tabel 2: Afdoding <strong>van</strong> bepaalde D-streptococcen (referentietemperatuur 70 °C)Tijd in minuten nodig om een bepaalde P 10 70 te bereikenTemperatuur (°C) Tijd (min.) P-waarde (min.) Tijd (min.) P-waarde (min.)90 0,01 1,0 1,0 10080 0,1 1,0 1,0 1070 1,0 1,0 1,0 160 10,0 1,0 1,0 0,1Bij 60 °C wordt na 10 minuten en bij 80 °C na 0,1 minuut het afdodingseffect vergelijkbaarmet één minuut 70 °C bereikt. Eén minuut op 60 °C levert slechts een bijdrage <strong>van</strong>0,1 minuut en één minuut op 80 °C levert een bijdrage <strong>van</strong> 10 minuten aan het totaleafdodingseffect (70 °C als referentietemperatuur en een z-waarde <strong>van</strong> 10 °C). Hierbij dientaangetekend te worden, dat beneden de 55 °C nauwelijks afdoding <strong>van</strong> micro-organismenplaatsvindt.blad 8 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>2 TOEPASSING P-WAARDE BIJ HET PASTEURISATIEPROCES2.1 Voorbeeld <strong>van</strong> de berekening <strong>van</strong> de minimale P-waarde bij verschillende D-waardenAan de hand <strong>van</strong> een voorbeeld wordt aanschouwelijk gemaakt welke minimale P-waardebij de <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> producten gekozen dient te worden. In het onderstaande voorbeeldis uitgegaan <strong>van</strong> een gekookte ham in bus verhit in een stoom kookkast en gekoeld in koudstromend water.Voor het berekenen <strong>van</strong> de minimaal vereiste P-waarde dienen een aantal uitgangspuntenen parameters bekend te zijn dan wel te worden vastgesteld. Er wordt uitgegaan <strong>van</strong> deslechts denkbare situatie betreffende besmettingsniveau en referentie-organisme.In dit voorbeeld wordt uitgegaan <strong>van</strong> gegevens uit de literatuurBerekening 1 [12] Berekening 2 [21]* bacteriesoort D-streptococcen Streptococcus faecium* z-waarde 10 °C 10 °C* D-waarde 2,95 minuten 70 minuten* Referentietemperatuur : 70 °C 68,9 °C* Temperatuurmeting in thermisch centrum (koudste punt)* Productgewicht 5000 gram (= één eenheid)* Beginkoloniegetal 10 7 <strong>van</strong> het referentie-organisme/gramUitgegaan wordt <strong>van</strong> een geaccepteerd bedrijfsrisico ofwel een uitvalpercentage <strong>van</strong> 1 blikop de 100.000 blikken (0,001 %). Dus in een partij <strong>van</strong> 100.000 blikken <strong>van</strong> 5000 g/blikoverleeft één micro-organisme <strong>van</strong> deze soort het <strong>pasteurisatie</strong>proces.<strong>De</strong> benodigde minimale P-waarde wordt berekend met de volgende formule:P = D-waarde x (logaritme <strong>van</strong> beginkoloniegetal - logaritme <strong>van</strong> eindkoloniegetal)Dit betekent, dat bij het bereiken <strong>van</strong> een P-waarde <strong>van</strong> P 10 70 = 46 minuten in geval <strong>van</strong> D-streptococcen of een P 10 68,9 = 1099 minuten in geval <strong>van</strong> Streptococcus faecium, de voorgesteldezekerheid wordt bereikt.Uit dit voorbeeld blijkt, dat het kennen <strong>van</strong> de juiste bacteriesoort met de bijbehorende D-waarde erg belangrijk is om te komen tot een reëel berekend niveau voor de P-waardegerelateerd aan het te nemen risico.In de vakliteratuur worden vaak de waarden aangehouden zoals in berekening 1: P 10 70d.w.z. D 70 -waarde = 2,95 min. en z-waarde = 10. <strong>De</strong>ze waarden zijn gebaseerd op hetmeest hitteresistente organisme geïsoleerd door Reichert [12, 18]. Door diverse andereonderzoekers werden overigens vegetatieve organismen bestudeerd met een soms aanzienlijkhogere thermoresistentie.2.2 Voorbeeld <strong>van</strong> de bepaling <strong>van</strong> de werkelijke P 10 70 waarde in het productIn de praktijk zal de P-waarde gemeten dienen te worden voor elk specifiek product omeen processchema te kunnen vaststellen.blad 9 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>Er zijn verschillende methoden om het hittebehandelingseffect in een product te bepalenen te berekenen. <strong>De</strong> P-waarde wordt vastgesteld met behulp <strong>van</strong> de volgende metingen:a) "handmatig" (achteraf) bewerken <strong>van</strong> de gemeten temperaturen en de opgenomentemperatuurcurve tot een P-waarde.b) on-line door gebruik te maken <strong>van</strong> een gecomputeriseerde meetopstelling (d.w.z. de P-waarde wordt tijdens het proces berekend).Aan de hand <strong>van</strong> hetzelfde voorbeeld als onder punt 2.1 (berekening 1) wordt ditaanschouwelijk gemaakt.2.2.1 "Handmatig" meten en berekening achteraf via "sommatiemethode"Gedurende het proces wordt de temperatuur geregistreerd. In figuur 1 is het temperatuurverloopin het product (thermisch centrum) en in de kookkast/koelbak (omgevingstemperatuur)weergegeven. <strong>De</strong> omgevingstemperatuur is ingesteld op 73 °C. Gedurende 6uur wordt deze temperatuur gehandhaafd en aansluitend wordt het product gekoeld in eenkoelbak. <strong>De</strong> temperatuur in het thermisch centrum gemeten in twee producten op verschillendeplaatsen in de kast loopt nagenoeg gelijk. Een temperatuur <strong>van</strong> maximaal 69,1 °Cwordt bereikt.Met behulp <strong>van</strong> de gegevens uit tabel 3 en de temperatuurcurve (figuur 1) wordt de P-waarde vastgesteld, zoals weergegeven in tabel 4. Uit de berekening blijkt, dat in ditvoorbeeld een P 10 70- waarde <strong>van</strong> 69 wordt bereikt. <strong>De</strong> daarmee bereikte reductie <strong>van</strong> hetreferentie organisme hangt af <strong>van</strong> de D 70 -waarde <strong>van</strong> dit organisme (decimale reductiefactor= P 10 70/ D 70 ).Voor het toepassen <strong>van</strong> de sommatiemethode wordt verder verwezen naar onderdeel 8`Koelen en Verhitten', hoofdstuk 8.5 <strong>van</strong> dit Handboek.blad 10 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>blad 11 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>2.2.2 On-line metenBij on-line meten wordt gebruik gemaakt <strong>van</strong> een data-acquisitiesysteem, dat de gemetenkerntemperatuur direct omrekent naar een cumulatieve P-waarde. Dit heeft als voordeel,dat men tijdens het <strong>pasteurisatie</strong>proces geïnformeerd wordt over het voortschrijden <strong>van</strong> deP-waarde.Het principe is als volgt:<strong>De</strong> ingelezen temperaturen worden (per kanaal) omgerekend naar een lethaal effect engeïntegreerd in de tijd volgens de formule:blad 12 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>waarin: P = <strong>pasteurisatie</strong>waarde in minutenT = temperatuur in productT ref = referentietemperatuur 70 °Cz = z-waarde = 10 °Cdt = tijdIn tabel 5 is een voorbeeld gegeven <strong>van</strong> een on-line meting. Het betreft hetzelfde experimentals bij de "handmethode". In dit voorbeeld werd een P-waarde <strong>van</strong> 69 bereikt,gemeten in bus 1.Hoewel de P-waarde reeds oploopt <strong>van</strong>af ± 40°C is er pas sprake <strong>van</strong> lethaal effect bovende 55°C. <strong>De</strong> P-waarde, die tot 55°C wordt opgebouwd in dit data-acquisitieprogramma isverwaarloosbaar ten opzichte <strong>van</strong> de totale P-waarde.blad 13 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>blad 14 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>3 BEPALING VAN DE D-WAARDEN VAN MICRO-ORGANISMEN INVLEESDEGEN ONDER PRAKTIJKOMSTANDIGHEDEN3.1 Selecteren <strong>van</strong> referentie micro-organismen en bepalen afdodingscurveUit tabel 1 blijkt dat voor dezelfde micro-organismen uiteenlopende D-waarden in deliteratuur zijn beschreven.<strong>De</strong>ze verschillen kunnen onder andere het gevolg zijn <strong>van</strong>: a. gebruik <strong>van</strong> verschillendesubstratenb. ophopingsmethode voor gebruikte culturen.ad. a. Hitteresistentie <strong>van</strong> micro-organismen wordt beinvloed door de samenstelling <strong>van</strong>het medium waarin resistentie wordt onderzocht. Factoren als pH, a W en conserverendeingrediënten (o.a. nitriet) en andere intrinsieke factoren spelen hierbij een rol [20].ad. b. Tevens wordt de hitteresistentie <strong>van</strong> micro-organismen bepaald door leeftijd <strong>van</strong> decultuur (groeifase), het gebruikte ophopingsmedium en de ophopingstemperatuur [21 ].<strong>De</strong> samenstelling en eigenschappen <strong>van</strong> het medium waarin de hitteresistentie wordtonderzocht moet dus zo dicht mogelijk bij die <strong>van</strong> de te pasteuriseren <strong>vleesproducten</strong>liggen. <strong>De</strong> te testen micro-organismen kunnen geïsoleerd en geselecteerd worden uit eigenproducten bijvoorbeeld door toepassing <strong>van</strong> een lichte onderverhitting, eventueel incombinatie met het laten bederven <strong>van</strong> deze producten. Voor isolatie en determinatie wordtverwezen naar het boek "Microbiologisch onderzoek <strong>van</strong> levensmiddelen, strategie,principes en methoden" [22].Is deze selectie gemaakt, dan kunnen de meest hitteresistente micro-organismen geselecteerdworden door bij de referentietemperatuur afdodingscurven te bepalen <strong>van</strong> dezemicro-organismen.<strong>De</strong> samenstelling <strong>van</strong> het ophopingsmedium is tevens <strong>van</strong> invloed op de hitteresistentie enmoet dus de samenstelling <strong>van</strong> het uiteindelijke vleesproduct benaderen. <strong>De</strong> hieronderbeschreven media zijn eiwitrijk en benaderen de a, <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>. <strong>De</strong> a„-waardenkunnen uiteraard door middel <strong>van</strong> het zoutgehalte naar wens gevarieerd worden [23]. Ookandere conserverende hulpstoffen kunnen desgewenst worden toegevoegd. Daar in destationaire fase <strong>van</strong> de groei de hitteresistentie het hoogst is [21 ], wordt bij deze resistentiebepalingen uitgegaan <strong>van</strong> een 1 tot 2 dagen bebroede referentie-cultuur.3.1.1 Uitvoering onderzoekVoedingsbodemSamenstelling ophopingsmedium:- 29,8 g NaCI- 82,7 g vleesextractpoeder- 82,7 g gistextractpoederHet ophopingsmedium kan naar keuze aangevuld worden met fosfaat, ascorbaat en conserverendehulpstoffen, zoals bijvoorbeeld nitriet en lactaat.3.1.2 WerkwijzeLos de ingrediënten op in 1 liter gedemineraliseerd water (onder verwarming). Controleerde pH <strong>van</strong> het medium en stel deze bij met 1 N NaOH of HCI tot pH 6,2-6,5 (afhankelijk<strong>van</strong> de pH <strong>van</strong> het te onderzoeken referentie-monster). Vul af in Erlenmeyerkolven <strong>van</strong>300 ml (± 150 ml medium per kolf). <strong>De</strong>k af met wattenprop en aluminiumfolie en steriliseerde kolven gedurende 15 minuten op 121 °C.Bereiding schuine buizen voor bewaren referentie-culturen:-PCA of TSA agar-Afsluitbare reageerbuizenBereid de agar volgens voorschrift en vul af in de buizen à 8 ml per buis. Steriliseer debuizen gedurende 15 minuten bij 121 °C en laat ze in schuine toestand stollen.blad 15 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>3.1.3 Toestellen en hulpmiddelen- Hobart mixer/grinder- Stomacherzakken- Stomacher- Steriele lepel- Steriele spuiten met verbrede spuitmond (afgesneden)- Goed circulerend waterbad <strong>van</strong> minimaal 15 liter (70 ± 1 °C)- Bak met koelwater <strong>van</strong> minimaal 15 liter (1 ± 1 °C)- 170 ml Whirl-pak zakken- Sealapparaat- Thermokoppel met registratie-apparatuurAls monsters worden gebruikt:- Samengestelde producten: rauw vleesdeeg, eventueel verder verkleinen in Hobart mixer.- Enkelvoudige, gepekelde producten: rauw gepekeld vlees verkleinen in Hobartmixer/grinder.3.1.4 Isolatie referentiestammen<strong>De</strong> referentieculturen worden geïsoleerd uit producten die een onderverhitting hebbenondergaan en eventueel daarna gedurende bewaring uitgegroeid zijn. Nadat volgenshoofdstuk M3 <strong>van</strong> het Handboek, deel Microbiologie, deze producten microbiologisch zijnonderzocht worden <strong>van</strong>af de telplaten stammen geïsoleerd (zie hiervoor Microbiologischonderzoek <strong>van</strong> levensmiddelen par. 3.4.6.) [24]. <strong>De</strong> geïsoleerde stammen worden overgeentop schuine buizen. Na bebroeding <strong>van</strong> deze schuine buizen gedurende 3 dagen bij 30°C worden deze stammen in de koelkast bewaard. <strong>De</strong> stammen moeten wekelijks overgeentworden op verse schuine buizen. Voor het bewaren kan ook gebruik worden gemaakt<strong>van</strong> in de handel verkrijgbare "Bacterial Preservers". In deze buisjes kunnen culturenlangere tijd in de diepvries bewaard worden.- Ent met behulp <strong>van</strong> een entnaald 1 tot 2 dagen voor beënting <strong>van</strong> de monsters dereferentiestammen <strong>van</strong>af de schuine buis in een kolf met ophopingsmedium en bebroed bij30 °C.- Breng 250 g <strong>van</strong> het monster over in een stomacherzak, voeg 20 ml. cultuur toe enmeng (eventueel vooraf proefondervindelijk vaststellen of uiteindelijk 10 7 - 10 8 testorganismenper g monster aanwezig zijn).- Behandel het mengsel in een stomacher.- Breng met behulp <strong>van</strong> een steriele lepel het mengsel over in een steriele spuit metverbrede spuitmond.- Spuit porties <strong>van</strong> 10 ± 0,5 g in kleinere zakken (Whirl-Pak monsterzak 170 ml die 5 cm<strong>van</strong>af sealnaad zijn afgesneden), verwijder lucht zoveel mogelijk en seal dicht.- Bepaal vooraf in een goed circulerend waterbad met behulp <strong>van</strong> een termperatuurmetingde tijd die de monsterzakjes nodig hebben om tot 70 °C op te warmen.- Codeer monsters (met code voor verhittingstijd) en plaats ze in het waterbad. Zorg datmonstermateriaal volledig ondergedompeld is.- Haal op het moment dat de opwarmtijd is verstreken het eerste monster (in duplo) uithet waterbad (t=0).- Plaats de monsters in een waterbak met koud water en laat afkoelen totdat de temperatuurbeneden de 5 °C is gedaald.- Haal met tijdsintervallen <strong>van</strong> een 0,5 minuut vervolgmonsters (in duplo) uit bad en laatafkoelen.- Onderzoek de monsters volgens de werkvoorschriften vermeld in hoofdstuk M3 <strong>van</strong> ditHandboek, deel Microbiologie. Als voedingsbodem kan hierbij PCA of desgewenst eenrijker medium zoals TSA gebruikt worden.blad 16 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>3.1.5 AfdodingscurveDoor de logaritmen <strong>van</strong> de koloniegetallen uit te zetten tegen de tijd krijgt men een afdodingscurve(zie figuur 2). Met behulp <strong>van</strong> lineaire regressie-analyse kan de D-waardebepaald worden (zie paragraaf 3.2). Aan de hand <strong>van</strong> de D-waarden kunnen de meest hitteresistentereferentie stammen geselecteerd worden.3.2 Lineaire regressie analyse ter bepaling <strong>van</strong> D-waardenMet behulp <strong>van</strong> enkelvoudige lineaire regressie analyse kan aan de hand <strong>van</strong> een aantalpunten of coördinatoren een relatie of functie geschat worden met de vorm: y = ax + b.y = logaritme <strong>van</strong> het aantal kolonievormende eenheden per gram of milliliterx = tijda = richtingscoefficiëntb = constanteHoe lineaire regressie analyse gebruikt wordt om D-waarden te bepalen wordt hierna aande hand <strong>van</strong> een voorbeeld getoondStel dat de volgende gegevens met afdodingscurve (tabel 6 en figuur 2) <strong>van</strong> een stam bij70 °C zijn verkregen:blad 17 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong><strong>De</strong> afdodingscurve <strong>van</strong> een bacterie bij een bepaalde temperatuur vormt, afgezien <strong>van</strong> hetaanloopstuk en de staart, een rechte lijn als de logaritmen <strong>van</strong> de kiemgetallen uitgezetworden tegen de tijd (zie figuur 2). <strong>De</strong> richtingscoëfficiënt <strong>van</strong> deze lijn geeft de afdodingssnelheidweer.blad 18 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong><strong>De</strong> berekende regressievergelijking <strong>van</strong> de weergegeven afdodingscurve wordt dan alsvolgt: log kve/g = ax + b = - 0,89x + 8,31 (x = tijd in minuten).<strong>De</strong> decimale reductietijd wordt hieruit berekend door logaritmen <strong>van</strong> 2 koloniegetallen dieeen factor 10 verschillen in te vullen. Bijvoorbeeld 10 7 /g (log = 7) en 10 6 /g (log = 6).Beide waarden invullen in bovenstaande relatie geeft:7 = - 0,89x + 8,31 x = 1,47 min.6 = - 0,89x + 8,31 x = 2,60 min.<strong>De</strong> decimale reductietijd D 70 <strong>van</strong> de betreffende cultuur onder de gehanteerde condities isdus 2,60 - 1,47 = 1,13 minuten.Opmerking:Soms kunnen bacteriën nog overleven na een relatief langdurige hittebehandeling. Ditverschijnsel, dat we ook in de (voorbeeld) overlevingscurve kunnen waarnemen, wordt"tailing" genoemd [20].blad 19 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>4 LITERATUUR1. Wijlhuizen A.E.P.B.N.A. seminar voedselconservering2. Lawrie R.A.The storage and preservation of meatMeat Science (1979), pagina 206 e.v.3. Stiebing A.Technologie der Bruhwurst, erhitzen-haltbarkeitInstitut fur Technologie der Bundesanstalt fur Fleischforschung (1984)4. Wojciechowski J.Charakteristik und Bewertung der technologischen Verwendbarkeit thermobakteriologischerPasteurisierungstests von Fleischkonserven; teil 1 Fleischwirtschaft 60 (1980)9, pagina 1726 e.v.5. Magnus C.A., McCurdy A.R. and Ingledew W.M.Further studies on the thermal resistance of Streptococcus faecium and Streptococcusfaecalis in pasteurized hamCanadian Institute of Food Science and Technology 21 (1988) no. 2, pagina 209 e.v.6. Wojciechowski J.Charakteristik und Bewertung der technologischen Verwendbarkeit thermobakteriologischerPasteurisierungstests von Fleischkonserven; teil 2 Fleischwirtschaft 61 (1981) 3pagina 437 e.v.7. Janssen G.A.Modern koken in een notedop<strong>De</strong> Slager, 37 (1988), pagina 11 e.v.8. Heim E. und Sprenger M.Mikrobiologisch-hygienische Probleme bei neueren Lebensmittel-Verarbeitungs- undHaltbarmachungs-VerfahrenSchweizerische Gesellschaft fur Lebensmittelhygiene (SGLH) november 1987, pagina66 e.v.9. Stegeman H., Put H.M.C. en Langeveld L.P.M. (red) Sporevormende bacteriën invoedingsmiddelen Wageningen, 1980,10. Thumel H. und Reichert J. E.Thermische behandlung von frischwaren teil 1 Fleischerei 37 (1986) 3, pagina 188 e.v.11. Janssen C.A.Thermische behandlung von frischwaren teil 2 Fleischerei 37 (1986) 4, pagina 343 e.v.12. Thumel H.Die bedeutung von MessgróssenFleischerei-Technik 4 (1988) no. 1, 2, 3 en 413. Reichert J. E.Die Wërmebehandlung von Fleischwaren, Grundlagen der Berechnung und Anwendung.Hans Holzmann Verlag, Bad W6rishofen (1985), pagina 34 e.v. 14. Pflug I.J. andOdlaug T H.Theories of Thermal Process Calculations (General Method) University of MinnesotaIFT short course 1978-79, pagina 28 e.v.15. Pflug I.J.Theories of Thermal Process Calculations (Mathematical Method) University of MinnesotaIFT short course 1978-79, pagina 61 e.v.16. Leniger H.A. en Beverloo W.A.Inleiding in de technologie deel IIICollegedictaat <strong>van</strong> de Landbouwhogeschool Wageningen afdeling levensmiddellentechnologie.<strong>De</strong>rde uitgave 1967, pagina 487 e.v.17. Code voor de productie, distributie en verkoop <strong>van</strong> gekoelde, lang houdbare gepasteu-blad 20 <strong>van</strong> 21


C.V.I.§ 8.7 <strong>De</strong> <strong>pasteurisatie</strong> <strong>van</strong> <strong>vleesproducten</strong>riseerde maaltijden. Versie september 199318. Reichert J.E. und Thumel H.Zur Ermittlung des Erhitzungseffektes von Frishware (F-wert) Fleischerei 37 (1986) 4,pagina 350 e.v.19. Voth E.Gekuhlt haltbare FertiggerichteLebensmitteltechnik 22 (1990) 5, pagina 239 e.v.20. Magnus C.A., Ingledew W.M. and McCurdy A.R.Thermal resistance of Streptococci isolated from pasteurized hamCanadian Institute of Food Science and Technology, 19 (1986) 2, pagina 62 e.v.21. Houben J.H.Heat-resistance of Streptococcus faecium in pasteurized ham Fleischwirtschaft, 62(1982) 4 pagina 490 e.v.22. Mossel D.A.A. en Jacobs-Reitsma W.F.Mikrobiologisch onderzoek <strong>van</strong> levensmiddelen, strategie, principes en methoden 3dedruk,Zeist Uitgeverij Noordervliet, 199023. Ebbers W. en Jennissen L.<strong>De</strong> anti-mikrobiële werking <strong>van</strong> natriumlaktaat Afstudeerverslag LU Wageningen,198724. Mackay B.M. and Bratchell N.The heat resistance of Listeria monocytogenes Applied Microbiology, 9 (1989), pagina89 e.v.25. Farber J. M.Thermal resistance of Listeria monocytogenes in foods International Journal of FoodMicrobiology 8 (1989), pagina 285 e.v.26. Gaze J.E., Brown G.D. , Gaskelt D.E. and Banks J.G.Heat Resistance of Listeria monocytogenes in Homogenates of Chicken, Beef Steakand CarrotFood Microbiology 6 (1989), pagina 251 e.v.blad 21 <strong>van</strong> 21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!