diepte uitwerken. Een bena<strong>de</strong>ring dus die <strong>de</strong> hoogte en <strong>de</strong> diepte ingaat, zon<strong>de</strong>r het zobelangrijke niveau ‘waarop het allemaal moet gebeuren’ te verwaarlozen.Kort recapitulerend: <strong>de</strong> commissie kiest ervoor uit te gaan <strong>van</strong> haar weloverwogen visie op <strong>de</strong>hoofddoelstelling <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>, zowel in <strong>de</strong> maatschappij als in hetvoortgezet on<strong>de</strong>rwijs. Die doelstelling brengt consequenties met zich mee voor <strong>de</strong> verhoudingtussen taal en cultuur. Van daaruit wil <strong>de</strong> commissie tot een coherente visie op <strong>de</strong> geheleproblematiek komen.Randvoorwaar<strong>de</strong>n1. Scholen die het nu goed doen mogen geen na<strong>de</strong>el on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorgestel<strong>de</strong>maatregelen.2. De consequenties voor zowel scholengemeenschappen als zelfstandige gymnasia moetenaanvaardbaar zijn en zoveel mogelijk positief.3. De nieuwe visie moet dui<strong>de</strong>lijkheid bie<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> het Grieks.4. De nieuwe visie moet dui<strong>de</strong>lijkheid bie<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> KCV (geïntegreerd?zelfstandig? examinering? om<strong>van</strong>g?).5. Het moet dui<strong>de</strong>lijk zijn dat er re<strong>de</strong>lijkerwijs een positief effect <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe visie teverwachten valt voor <strong>de</strong> geï<strong>de</strong>ntificeer<strong>de</strong> probleemvel<strong>de</strong>n.8. Een nieuwe visieDe <strong>Verkenningscommissie</strong> heeft verschillen<strong>de</strong> oplossingsrichtingen verkend en daarbij ookdrastische i<strong>de</strong>eën niet geschuwd. Zou <strong>de</strong> gymnasiumopleiding moeten inzetten op grotereselectiviteit? Of juist op differentiatie, eventueel met het accepteren <strong>van</strong> aanpassing (lees:verlaging) <strong>van</strong> het niveau? Zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> classici moeten inzetten op een keuze voor alleen Latijn(of, theoretisch, alleen Grieks) en antieke cultuur? Ie<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze oplossingsrichtingen heeftweliswaar enige voor<strong>de</strong>len, maar geen er<strong>van</strong> biedt een aantrekkelijke nieuwe visie op het vak.De commissie wil een coherente visie formuleren, met drie gegevens als uitgangspunt:1. De hierboven geformuleer<strong>de</strong> doelstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en KCV.2. De specifieke bijdrage die die vakken kunnen leveren aan <strong>de</strong> vervulling <strong>van</strong> <strong>de</strong> eisen die <strong>de</strong>wet aan het Voortgezet On<strong>de</strong>rwijs stelt.3. Het gymnasium als een ‘sterk merk’, een zich on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> speler op <strong>de</strong> vwo+-markt.In <strong>de</strong>ze coherente visie komen twee aspecten bij elkaar: enerzijds <strong>de</strong> algehele omgang met <strong>de</strong><strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>, <strong>de</strong> positie in <strong>de</strong> school en <strong>de</strong> uitstraling in <strong>de</strong> maatschappij <strong>van</strong> <strong>de</strong> gymnasialevorming. An<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> visie op <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> vakken, <strong>de</strong> didactiek en <strong>de</strong> examens. Dezetwee aspecten behan<strong>de</strong>len we in <strong>de</strong> twee volgen<strong>de</strong> paragrafen.Aspect 1: ‘attitu<strong>de</strong>’; <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheidUit het on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> Waslan<strong>de</strong>r, Barkmeijer en Holwerda (2009) blijkt dat gymnasia metrelatief goe<strong>de</strong> ein<strong>de</strong>xamenresultaten zich kenmerken door consistentie tussen wat ze naarbuiten uitdragen en wat ze binnen <strong>de</strong> school zelf doen: waar<strong>de</strong> hechten aan Bildung vertaaltzich in een goed leerklimaat en een situatie waarin <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> niet terdiscussie staat. De gymnasiumopleiding zou in <strong>de</strong> visie <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie naar binnen en naarbuiten (binnen <strong>de</strong> school en in <strong>de</strong> positionering en presentatie naar buiten, naar ou<strong>de</strong>rs enleerlingen) moeten inzetten op het on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> karakter <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en gebruikmoeten maken <strong>van</strong> het feit dat het gehele palet <strong>van</strong> vakken op het gymnasium door <strong>de</strong> vaste 14
aanwezigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> verrijkt en uitgebreid wordt. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, hetcurriculum <strong>van</strong> <strong>de</strong> gymnasiumopleiding als geheel on<strong>de</strong>rscheidt zich door <strong>de</strong> plaats die <strong>de</strong>bestu<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> klassieke oudheid inneemt. Gymnasiale vorming legt nadruk op persoonlijkeontplooiing, op vraagstukken <strong>van</strong> i<strong>de</strong>ntiteit en an<strong>de</strong>rs-zijn, via taalreflectie, tekstreflectie encultuurreflectie. Bij toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid’ valt ook aanverschillen<strong>de</strong> ‘good practices’ te <strong>de</strong>nken, waarbij <strong>de</strong> samenhang tussen het curriculum <strong>van</strong> <strong>de</strong><strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re vakken zichtbaar is: een praktisch voorbeeld is het aanbie<strong>de</strong>n<strong>van</strong> een grammaticablok <strong>van</strong> drie maan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> uren <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>, waarbij <strong>de</strong> nuvaak ontbreken<strong>de</strong> grammaticakennis voor alle talen aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> Latijn en Ne<strong>de</strong>rlandswordt aangelegd. Ook scholengemeenschappen met een gymnasiumaf<strong>de</strong>ling kunnen naarverwachting <strong>de</strong> kracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong>zelfsprekendheid inzetten. 11Aspect 2: inhoud; Grieks, Latijn, en een nieuw vak: Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (GLTC)op het gymnasiumBij onze visie op <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> het vak hebben we ons laten lei<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> holistischebena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> taal en cultuur als boven gepropageerd en door <strong>de</strong> visie op <strong>de</strong> taal- encultuurstudies die ook aan <strong>de</strong> universiteiten gangbaar is. De vakvernieuwing sluit zich dus aanbij een veran<strong>de</strong>ring die zich in het wetenschappelijk on<strong>de</strong>rwijs en on<strong>de</strong>rzoek al heeft voltrokken,en betekent in die zin een stap vooruit. Tevens zien wij mogelijkhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> recenteherwaar<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> een leerklimaat waarin hogere eisen mogen wor<strong>de</strong>n gesteld en waarin meerwaar<strong>de</strong> wordt gehecht aan kennisoverdracht. De <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong> zijn, als gezegd, gebaat bijeen goe<strong>de</strong> balans tussen kennisoverdracht en nadruk op ontplooiing <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerling. Daarbijpast een kwalitatieve en kwantitatieve versterking <strong>van</strong> vakinhoud. Kwantitatieve versterking, datwil zeggen <strong>de</strong> feitelijke inspanning die we <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen vragen, valt te rechtvaardigen opgrond <strong>van</strong> <strong>de</strong> attitu<strong>de</strong> als beschreven in <strong>de</strong> vorige paragraaf; kwalitatieve versterking heeft temaken met <strong>de</strong> visie <strong>van</strong> <strong>de</strong> commissie op <strong>de</strong> doelstelling en dus inhoud <strong>van</strong> het vak. Op grondhier<strong>van</strong> stelt <strong>de</strong> commissie een nieuwe inrichting voor <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rwijs in <strong>de</strong> <strong>Klassieke</strong> <strong>Talen</strong>en een nieuwe inbedding in het curriculum.• On<strong>de</strong>rbouw: net als nu wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw <strong>de</strong> vakken Latijn en Grieks aangebo<strong>de</strong>n.Bij bei<strong>de</strong> vakken wordt een stevige grammaticale basis gelegd, met aandacht voor inzichtin het taalsysteem; <strong>de</strong> grammaticale basis past in <strong>de</strong> doorlopen<strong>de</strong> leerlijn naar het examen.Tevens wordt een a<strong>de</strong>quate woor<strong>de</strong>nschat verworven. Tegelijk wordt op geïntegreer<strong>de</strong>wijze aandacht besteed aan cultuur-historische on<strong>de</strong>rwerpen, bijvoorbeeld door hettaalon<strong>de</strong>rwijs te verbin<strong>de</strong>n met thematisch georganiseer<strong>de</strong> teksten. Te <strong>de</strong>nken valt aanmythologie, met daarbij <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> zulke verhalen voor een groep. Het iswenselijk dat voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw een basismodule (algemene) grammatica wordtontwikkeld (woordsoorten, zinsontleding, grammaticale terminologie), eventueel insamenwerking met Ne<strong>de</strong>rlands, gevolgd door vervolgmodules, waarbij ook een didactiekontwikkeld wordt die aansluit bij het werken met woor<strong>de</strong>nboeken en vertalingen.• In <strong>de</strong> bovenbouw (<strong>van</strong>af <strong>de</strong> 4e klas) volgen alle leerlingen aan een gymnasiumopleidinghet vak GLTC, Griekse en Latijnse Taal en Cultuur, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> benaming die ook voor <strong>de</strong>universitaire studie geldt. In dit vak is KCV volledig geïntegreerd, om recht te doen aan <strong>de</strong>samenhang <strong>van</strong> taal- en cultuuron<strong>de</strong>rwijs. Het vak krijgt een om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> 760 uur, dat wilzeggen 600 uur die nu voor Grieks of Latijn staat, aangevuld met <strong>de</strong> uren <strong>van</strong> KCV. Bij ditvak wordt zowel Grieks als Latijn gedaan (met in bei<strong>de</strong> gevallen <strong>de</strong> cultuurcomponentgeïntegreerd). In bei<strong>de</strong> gevallen wor<strong>de</strong>n originele teksten gelezen, maar het grootste <strong>de</strong>el<strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd zal dit gebeuren aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> tweetalige edities: Latijn of Grieks met een11 Zoals boven vermeld, zou het wenselijk zijn als hiernaar on<strong>de</strong>rzoek verricht zou wor<strong>de</strong>n naar analogie<strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek Waslan<strong>de</strong>r-Barkmeijer-Holwerda (2009). 15