13.07.2015 Views

Klik hier voor het antwoord! - Thijs van der Zanden

Klik hier voor het antwoord! - Thijs van der Zanden

Klik hier voor het antwoord! - Thijs van der Zanden

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Genealogie <strong>van</strong> Matijs Jan Mollen.Bijlage 35 - Getuigenverhoor over de moord op Marten Mollen- 10.3.1732bewaarplaats: SAREarchief: RA Bladelinventarisnr: 42 16v - 18vCompareerde <strong>voor</strong> ons scheepenen des dorps Reusel quartiere <strong>van</strong> Kempelant Mwijerij <strong>van</strong> S: Bos deseon<strong>der</strong>geteeckent hebbende Jan <strong>van</strong> Herck ende Adriaentje Verspaendonck sijne huijsvrouw, mitsga<strong>der</strong>sEngel <strong>van</strong> Herck sijne suster ende Elisabeth <strong>van</strong> Herck sijne dochter, de welcke gerichtelijck geciteertsijnde omme <strong>der</strong> waerheijt getuijgenisse te geven, hebben ter requisitie ende ter instantie <strong>van</strong> Johan deJongh stathou<strong>der</strong> <strong>van</strong> de heer quartierschout <strong>van</strong> Kempelant on<strong>der</strong> solemneelen eede aen handen <strong>van</strong>gemelden stathou<strong>der</strong> de Jongh behoorlijck gepresteert ende afgelecht getuijgt, verclaert endegedeponeert gelijck deselve doen mits desen ende sulcx dien eerste in ordiene deponent; Jan <strong>van</strong> Herckden welcken verclaart en deponeert waerachtich te wesen, dat op saterdach geweest sijnde den achtstendeser maant maart deses jaers 1732: ten sijnen huijse geweest des namiddaegs ontrent vier uren, MartenMollen ende Poulus Vorsters bijde inwoon<strong>der</strong>en alhiet tot Reusel, son<strong>der</strong> eenige an<strong>der</strong>e persoonen terdier tijt bij hen gehadt ofte gesien te hebben, als wanneer <strong>het</strong> is coomen te gebeuren dat on<strong>der</strong> eenigediscoersen, welcke de selve on<strong>der</strong> den an<strong>der</strong>en waren hebbende, den <strong>voor</strong>noemde Marten Mollen teegensgemelten Poulus Vorsters sijde ik ben u noch eenen dael<strong>der</strong> schuldich waarop Poulus Vorsters<strong>antwoord</strong>en dat heij hem dien dael<strong>der</strong> niet en maenden, son<strong>der</strong> gehoort te hebben dat deselve personeneenige ver<strong>der</strong>e woorden <strong>van</strong> twist ofte oneenigheijt met den an<strong>der</strong>en waren hebbende, hij deponent daerop uijt sijn huijs naerden schaep stal gegaan sijnde, met sijn dochter Elisabeth om de schapen te gaanvoe<strong>der</strong>en, soo heeft hij deponent corts aen volgende hooren roepen om hulp ende bijstant, waar op hijdeponent met alle moogenlijke spoet uijt sijnen schaaps stal is geloopen naer sijn huijs alwaer hijgevonden heeft den <strong>voor</strong>noemde Marten Mollen, die op selve moment naer hem eenige snacken te hebbensien geven, is coomen te overlijden, sijnde ter selver tijt en op <strong>het</strong> selve moment hem uijt sijn huijs doorde binnen deur, daer gemelde Marten Mollen lach, teegen gecoomen opgemelten Poulus Vorsters in sijnehant hebbende een bloet mes, den welcken in dien voege <strong>van</strong> daer is weggegaan, son<strong>der</strong> gesien tehebben, dat hij eenich an<strong>der</strong>mans huijs ter selver tijt heeft naer<strong>der</strong> ofte aengegaan, waar mede den<strong>voor</strong>genoemde deponent dese sijne verclaringe ende depositie is eijndigende bij de welcke hij naer <strong>voor</strong>gaende prelectuere heeft gepersisteert soo waerlijck mocht hem Godt almachtich helpen.Verclarende wij<strong>der</strong>s <strong>voor</strong>noemde Adriaentje Verspaendonck tweede in ordine deponente dat ten dage entijde <strong>voor</strong>noemt ten haren huijse sijn geweest Marten Mollen ende Poulus Vorsters de welcken metelcan<strong>der</strong>en eenige discoersen ofte different hadden over eenen dael<strong>der</strong> die Poulus Vorsters, opgemeldeMarten Mollen uijt crachte <strong>van</strong> sijn borgemeesters boeck was hebbende, ende door Marten Mollengewacht sijnde, ofte hij hem die nu quam manen, eijsen, ende daer op door hem geantwoort zijnde <strong>van</strong>neen, repliseerde den <strong>voor</strong>noemde Marten Mollen daarop, waerom hebt gij dan mijn vrouw daer oversoo sterck gemaant, ende sich weegens grootelijve t'onvreede ende misnoecht toonende vatten hij MartenMollen de tangh inde hant, en teegens hem Poulus Vorsters opspringende drijgden hem daermede teslaan seggende honsfot staat op, ofte compt <strong>voor</strong> de deur ende ter selver tijt den <strong>voor</strong>noemde PoulusVorsters <strong>voor</strong> de deur loopende, en hem Marten Mollen met de tangh in de hant volgende son<strong>der</strong> datterter dier tijt imant in huijs present was verclaert sij deponent gesien te hebben dat den selven PoulusVorsters hem Marten Mollen met sijn mes dat hij in sijn hant hadde, eenen steeck toe bracht aendenlincker sijde <strong>van</strong> sijn borst, soodanich dat sij deponente sich verbeelden eenich gecraeck te hooren,waerop den selven Marten Mollen soo aenstonts ter aerde nee<strong>der</strong> viel ende op <strong>het</strong>selv moment naer hemeenig snacken te hebben sien geven is coomen te overlijden, naer al<strong>voor</strong>ens door de deponente luijt keelsgeroepen te hebben, hulp en moort doch de gebueren daer bij coomende hebben gesien,hem de geestgeven, en ister selver tijt den gemelden Poulus Vorsters in alle haast <strong>van</strong> daer wech gegaan, waermedeeijndigende zij deponente dese haere verclaeringe en depositie bij welcke sij naer <strong>voor</strong>gaendeprelectuere heeft gepresisteert, soo waerlijck mocht haer Godt almachtigh helpen.Verclaerende wij<strong>der</strong>s de <strong>voor</strong>melde Engel <strong>van</strong> Herck ende Elisabeth <strong>van</strong> Herck, <strong>der</strong>de en vierde inordine deponenten, dat ten tijde doen door Adriaentje Verspaendonck hulp en moort wierde geroepen de<strong>voor</strong>melde Engel <strong>van</strong> Herck inden koeij stal was, om de koeijen te stroijen ende gemelde Elisabeth <strong>van</strong>Herck met haer va<strong>der</strong> Jan <strong>van</strong> Herck inden schaep stal sijnde de <strong>voor</strong>melde deponenten, op <strong>het</strong> geroepen gekrijt in alle haast geloopen naer de binnen deur, alwaer sij de gemelde Marten Mollen buijten degemelte binnen deur opde aerde hebben sien doodt leggen, hebben ter selver tijt gesien dat PoulusVorsters <strong>van</strong> daer in alle haast den wech naer sijn huijs opgingh, son<strong>der</strong> ver<strong>der</strong> iets <strong>van</strong> dese saak ofte<strong>het</strong> gepasseerde te weeten, waermede de <strong>voor</strong>noemde deponenten dese henne verclaeringe ende depositie= blad 53 =

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!