klooster Euphrasia en landgoed Schapenduinen 2008020986.pdf

Stichting Schapenduinen§ÉAANTEKENENIIc£iGemeente Bloemendaalït.a.v. College van Burgemeester en Wethouders 1en de leden van de Gemeenteraad |Bloemendaalseweg 1582051 GJOverveenO:OSBloemendaal, 28 oktober 2008Betreft: Ontwikkeling klooster Euphrasia en landgoed SchapenduinenZeer geachte Dames en Heren,Op 14 oktober 2008 heeft de Stichting Schapenduinen u, na daartoe te zijn uitgenodigd, eenbrief gestuurd met haar visie op de plannen van Biesterbos Planontwikkeling voor degronden van het klooster Euphrasia en delen van het landgoed Schapenduinen (voor zoverniet in beheer bij de Stichting).In deze brief heeft de Stichting Schapenduinen kort gezegd haar zorgen uitgesproken over denieuwe bouwplannen voor deze gebieden. De Stichting Schapenduinen heeft onder meergewezen op de hoge natuurwaarden van deze gebieden. De Stichting Schapenduinen zou ervoorstander van zijn deze gebieden samen te voegen met de gebieden in beheer bij deStichting. Dit natuurgebied kan vervolgens onder de bescherming worden gebracht van hetNationaal Park en Natura 2000.In aanvulling op de eerdere brief wil de Stichting Schapenduinen u nog graag wijzen op heteigen gemeentelijke standpunt over bouwmogelijkheden in het betreffende gebied. Ditstandpunt blijkt uit de Kroonbeslissing van 28 september 1978 over het bestemmingsplan'Wildhoef-Schapenduinen'. Ook toen al (inmiddels dertig jaar geleden) werd gediscussieerdover bebouwingsmogelijkheden op zelfde delen van de landgoederen Schapenduinen enCaprera.Destijds stelde uw gemeente zich - terecht - op het standpunt dat "het onaanvaardbaar zouzijn dit natuurgebied op bedoelde wijze aan te tasten". Dat zou volgens uw gemeentebovendien in strijd zijn met de opvatting "dat op dit gebied geen grote inbreuk mag wordengemaakt" (zie pagina 2 Kroonbeslissing).Brederodelaan 1352061 JR BLOEMENDAAL

Stichting SchapenduinenGedeputeerde Staten volgden uw gemeente. Volgens Gedeputeerde Staten zou "het openenvan de mogelijkheid van meer bebouwing in het onderwerpelijke gebied in strijd zijn met hetbeleid om natuurgebieden zoveel mogelijk van bebouwing te vrijwaren" (zie pagina 4Kroonbeslissing).De Kroon sloot zich bij het oordeel van uw gemeente en Gedeputeerde Staten op dit puntvolledig aan. Op pagina 11 van haar beslissing overweegt de Kroon dat:"de onderwerpelijke terreinen deel uitmaken van de landgoederen Schapenduinen enCaprera, welke een fraai natuurgebied betreffen, dat voorts nieuwbouw, zoals door deappellanten gewenst, op eerdergenoemde terreinen zal leiden tot een onaanvaardbareinbreuk op de totaliteit van dit natuurgebied; (...) dat Wij onder deze omstandighedenvan oordeel zijn, dat dit natuurgebied als zodanig behouden dient te blijven en vanverdere bebouwing gevrijwaard dient te worden."Nu, dertig jaar later, hebben de geciteerde standpunten van uw gemeente, GedeputeerdeStaten en de Kroon niets aan actualiteit ingeboet. Integendeel, het belang bij vrijwaring vandit gebied van bouwplannen is alleen maar groter geworden nu overal in de regio - en zekerook binnen de gemeente Bloemendaal zelf- de natuurwaarden steeds verder onder drukkomen te staan door oprukkende bebouwing.De Stichting Schapenduinen wil u dan ook vragen het uw standpunt inzake deze bijzonderegebieden niet te wijzigen en geen medewerking te verlenen aan nieuwbouwplannen voor degronden van het klooster Euphrasia en het landgoed Schapenduinen.Tot slot herhaalt de Stichting Schapenduinen haar aanbod om in constructief overleg bij tedragen aan een / 9Jpl|3Ssing voor het kloostergebouw, anders dan door dit gebied vol te bouwen.Hartelijke/STICHTMG SCHAPENDUINENBrederodelaan 1352061 JR BLOEMENDAAL

-; «/ -"£,WilI *llLl3,T13,, bij de gratie Cjods,|—Xoiiingtndcr>lcderU.n4crt, t!lIL"Prinses van Oranje-]s(assau,en2-,en2>erA 1128 SEPTEMBER 1901Nr. ' 7«jj» «•> „*Beschikkende op de beroepen, ingesteld door mr. B. Bouman,W.G. Kluppel1, E. in 't Veld, H. van Heusden, J.G. van Keusden,D. Louman, W. Goedhart-van Mierlo, J.A.A. Poncin, G.J.Bakels-Bulters, F.J. Wassink, M. Polle, H.L.S. Drost-Weber, M.C.G.Bijvoet-Bos, J.E. Vis-de Kruif, A.G. van Dorth, G. de Boer,J. Jurrissen-Riezebos, M.P.H, van Coevorden, H.W. Blom, H.A.Hoddenbach, J.C. Heeek, P. Spaanderman, W.P.N, van der Leeuw,M.A. Toet, A. Gemke, H.W. Halenbeck, T. Stelma, A. Croes,T. Peijen, A.M. Fillet, M. Koe, H. Lohmann, L.H. van derDeijl,P.J.A. van den Broek, P. Bijl de Vroe, K. Gorter en C.W.Bierens de Haan, namens de erven Bierens de Haan, allen teBloemendaal, tegen het besluit van gedeputeerde staten vanNoord-Holland van 5 augustus 1975, Afdeling 1, no. 2, waarbijonder meer gedeeltelijk goedkeuring is verleend aan het bestemmingsplan"Wildhoef-Schapenduinen" der gemeente Bloemendaal,met de daarbij behorende voorschriften;De Raad van State, Afdeling voor de geschillen van bestuur,gehoord, advies van 10 oktober 1977, no. 92/1;Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting enRuimtelijke Ordening van 21 september 1978, no. 1108925, CentraleAfdeling Juridische Zaken;Overwegende dat de raad der gemeente Bloemendaal in zijnopenbare vergadering van 20 juni 197^ heeft vastgesteld hetbestemmingsplan "Wildhoef-Schapenduinen" dier gemeente, metde daarbij behorende voorschriften;dat de raad daarbij ten aanzien van de door onder meermr. B, Bouman, W.G. Kluppell, E. in 't Veld, H. van Heusden,D. Louman, W. Goedhart-van Mierlo, J.A.A. Poncin, G.J.Bakels-Bulters, F.J. Wassink, M. Polle, H.L.S. Drost-Weber, M.C.G.Bijvoet-Bos, A.G. van Dorth, H.W. Blom, H.A. Hoddenbach,-J.C. Heeek,-

-?-J '. Heeck, P. Spaanderman, W.F.f', van der !>-euw, M.A. -Toet ,A. Gemke, F.W. Halenbeek, A- Croes, T. Feijen, A .K. Fillet,M. Koe, H. Lohmann, L.H. van der Deijl, P.J.A. van den Broek,P. Pijl de Vroe en K. Gorter bij hem ingediende beswarenheeft overwogen, dat het speelveld is geprojecteerd, omdatde wijk Veen en Duin daaraan behoefte heeft; dat er thane cpstraat en op de gazons gevoetbald wordt; dat het oprichtenvan obstakels, zoals klLmtoestellen, op het speelveld nietis toegestaan; dat ten aanzien van een eventueel hekwerk degrootst mogelijke zorgvuldigheid in acht cal worden genomen;dat de aantasting van het uitzicht en het natuurschoon - codeze al plaats zal vinden - hierdoor tot een minimum beperktsal blijven; dat het speelterrein aan de Pieter Keylaan uitsluitendvoor kleuters is bestemd;dat de raad daarbij ten slotte ten aanzien van de doorC.W. Bierens de Haan, namens de erven Bi deze woningen onder deovergangsbepalingen vallen; dat het, gezien h

3 .

G.J. Bakels-Bulters, F.J. Wassink, M. Polle, H.L.S. Drost-Weber, M.C.G. Bijvoet-Bos, A.G. van Dorth, H.W. Blom, H.A.Hoddenbach, J.C. Heeck, P. Spaanderman, W.P.M, van der Leeuw,M.A. Toet, A. Gemke, H.Vf. Halenbeck, A. Croes, T. Feijen,A.M. Fillet, M. Koe, H. Lohmann, L.H. van der leijl, P.J.A.van den Broek, F. Bijl de Vroe en K. Gorter bij hen ingediendebezwaren hebben overwogen, dat de reclamanten bezwaarmaken tegen de aanleg van een speelveld nabij de volkstuinen;dat naar hun mening ter plaatse geen behoefte aan een speelveldbestaat; dat voorts het speelterrein het mooie weilandsal aantasten en tevens het fraaie uitzicht aan de bewonersvan "Huize Wildhoef" zal ontnemen; dat burgemeester en wethoudersvan Bloemendaal erop hebben gewezen, dat met name depolitie vele klachten ontvangt van de op straat en de gazonstussen de huizen voetballende jeugd; dat weliswaar in denabij gelegen woonwijk een speelterrein aanwezig is, dochdat dit uitsluitend is bestemd voor kleuters; dat hun collegeer voorts op wijst, dat volgens artikel 11 van de bij hetplan behorende voorschriften de mogelijkheid van het oprichtenvan obstakels, zoals klimtoestellen, op het speelveldniet is toegestaan; dat het veldje zal worden omgeven dooreen afrastering; dat weliswaar een afrastering in het landschapniet in alle omstandigheden even fraai te noemen is,doch dat door het gemeentebestuur van Bloemendaal - naar istoegezegd - het geheel van een passende beplanting zal wordenvoorzien, zodat een storende invloed op het omringendenatuurschoon tot een minimum beperkt zal blijven; dat onderdeze omstandigheden, en mede gelet op de behoefte aan eenspeelgelegenheid, de bezwaren van de reclamanten niet vanzodanige aard kunnen worden geacht, dat op grond daarvan aandit plandeel de goedkeuring onthouden zou dienen te worden;dat de reclamant W.G. Kluppell nog aanvoert, dat van gemeentewegeeen misleidende voorstelling wordt gegeven van dewijze waarop het speelveld omheind moet worden, omdat hetraadsbesluit spreekt van "hekwerk" en de voorschriften van"afrastering";dat hun college hierbij de mening van burgemeesteren wethouders van Bloemendaal deelt, dat dit niet-bezwaarlijk-

_ i ) _bezwaarlijk is, aangezien beide woorden als synoniemen zijnte beschouwen; dat mitsdien ook dit bezwaar naar het oordeelvan hun college geen aanleiding geeft het betreffende plandeelbuiten de goedkeuring te houden;dat gedeputeerde staten daarbij ten slotte ten aanzienvan de door C.W, Bierens de Haan, namens de erven Bierensde ilaan, bij hen ingediende bezwaren hebben overwogen, datde reclamant van mening is, dat het algemeen nut en het onderhoudvan het onderweroelijke gebied door een gedeeltel"' j t ebebouwing en door actieve recreatiemogelijkheden zou wordenbevorderd; dat echter volgens de reclamant van deze mening,die in de voorbereidingsfase van dit bestemmingsplan bijburgemeester en wethouders is kenbaar gemaakt, in het plan .niets is terug te vinden; dat hun college de mening van dereclamant niet kan delen, aangezien gedeeltelijke bebouwingop zichzelf geen waarborg is voor een beter onderhoud vanhet jebied; dat het openen van de mogelijkheid van meerbebouwing in het onderwerpelijke gebied in strijd is met hetbeleid van hun college om natuurgebieden zoveel mogelijk vanbebouwing te vrijwaren; dat ten aanzien van dit beswaaroverigens verwezen moge worden naar hetgeen hun college heeftoverwogen ten aanzien van het plan als zodanig; dat metbetrekking tot de bezwaren met betrekking tot de bebouwingin het noordelijk gedeelte van het plangebied eveneens verwezenmoge worden naar hetgeen door hun college ten aanzienvan het plan als zodanig is overwogen; dat de reclamant voortsbezwaren heeft tegen het niet opnemen van bebouwingsvlakkenbij de woningen Krullenlaan nos. 1, 3 en 5; dat hun collegevan oordeel is, dat het creëren van bebouwingsvlakken voorde woningen aan de Krullenlaan eveneens in strijd is teachten met het streven tot behoud van het onderwerpelijkenatuurgebied; dat verder de overgangsbepalingen van de bijhet plan behorende voorschriften de bewoners van penoemdewoningen voldrer.de mogelijkheden bieden om te komen tot aanpassingvan hun woningen; dat mitsdien naar de mening vanhun college de bezwaren van de reclamant niet tot onthoudingvan goedkeuring aan het plan of enig pïanpedeelte-kunnen-

kunnen leiden;dat mr. B. Bouman, mede namens anderen, in beroep aanvoert,dat zijn bezwaren gedeeltelijk zijn opgenomen in zijnbezwaarschrift van 24 juli 197^ gericht aan gedeputeerdestaten, dat is overgelegd en geacht wordt daarvan deel uitte maken; dat zijn bezwaren anderdeels zijn vervat in deovergelegde schriftelijk weergegeven mondelinge toelichtingop de zitting van gedeputeerde staten van 7 mei 1975; dataan genoemde bedenkingen nog moge worden toegevoegd, dat debewering van het gemeentebestuur over "vele klachten",welke bij de politie zouden zijn binnengekomen over op gazonsen straat voetballende jeugd, vermoedelijk met een korrelzout moet worden genomen; dat bij navraag bij enige politie,-mensen desennergens van wisten; dat wel gebleken is, dat eenpolitie-agent, die in het aangrenzende Veen en Duin woont,een klacht had gekregen over zijn eigen zoon; dat ook nogwordt overgelegd:a) Een besluit van de gemeenteraad van Bloemendaal van19 april 1973» waarbij het onderwerpelijke weiland voor2b jaren in erfpacht is gegeven aan P. Witkop & Zn. N.V.,waarbij de gemeente zich in punt 9a het recht voorbehoudtom gedurende tien dagen per jaar de grond in gebruik tegeven aan derden ten behoeve van de viering van nationalefeestdagen; dit betekent in feite aan het Oranje-Comité*Bloemendaal, hetwelk reeds vanaf 1971 het veld gebruikte;b) Een brief van burgemeester en wethouders van Bloemendaalvan 15 maart 197^ als gebruikelijk aan voornoemde Witkopgericht, welke kan worden beschouwd als een uitvoeringsmaatregelvan bovenvermeld besluitsartikel;c) Een brief van het Oranje-Comité Bloemendaal van *J mei1975 aan appellant, welke eveneens geacht wordt deel uitte maken van zijn beroepschrift, waarin vorengenoemdeComité de gang van zaken uiteenzet, alsmede het gevolgvan het voornemen van het gemeentebestuur, namelijk, dathet zo populaire Oranjefeest geen doorgang meer kan vinden,als de door de gemeente Bloemendaal gemaakte fout nietongedaan gemaakt wordt;-d) Eer-

-6-d) Een brief van P. Witkoo & Zn. N.V. van 2 mei 1975 aanappellant, waaruit blijkt, dat haar daad van burgerzinom dit stuk natuurschoon voor de gemeenrchap te reddenen zich daarvoor een financieel offer van f. 400.000,—heeft getroost, wordt teniet gedaan;dat ter illustratie, welk stuk historisch natuurschoon hierbedreigd wordt, aan dit beroepschrift istoegevoegd een boekjeover "De Boerderij Veen en Duin in Bloemendaal" van de handvan de oud-archivaris van Bloemendaal, mevrouw Kierhoff;dat voorts nog merkwaardig is, dat het gemeentebestuurverzuimd heeft de van gemeentewege ingestelde BloemendaalseSportraad om advies te vragen ever zijn voornemen om op deweide van Wildhoef een sportveld te vestigen; dat het adviesongetwijfeld geluid zou hebben, dat er geen behoefte aanbestond; dat er ten slotte nog op zij gewezen, dat juridischde gemeente geen been heeft om op te staan; dat artikel 1^53var. het Burgerlijk Wetboek hier van toepassing is en in casuonherroeoelijk f beding ten behoeve van een derde); dat verderhet gemeentebestuur geen kennis schijnt te dragen vande jurisprudentie en literatuur waaruit blijkt, dat het na etgeoorloofd is, dat een overheidslichaam een opgewekt vertrouwenof verwachting niet nakomt; dat dat vertrouwen hierwil zeggen, dat het Oranje-Cornité op de onderwerpelij kegrond de verjaardag van de Koningin met de (in wezen gehele:bevolking sou mogen vieren; dat ook de verwachting, dat degemeente het stuk natuurschoon, voor welks behoud P. Witkop& Zn. N.V. zich 30 heeft ingespannen, niet de bode* r maginslaan;dat W.0. Kluppel 1, E. in 't Veld, H. van Heusden,J.G. van Heusden, I). Louman, W. Goedhart-van Mierio, J.A.A.Poncin, G.J. Bakels-Bulters, P.J. 1'assink, H. Polle, H.L.C.Drost-Weber, M.C.G. Bijvoet-Bos, J.E. Vis-de Krui f, A.G. var.Dorth, G. de Boer, J. Jurrissen-Riezebos, M.F.H, van Coevorden,H.W. Blom, H.A. Hoddenbach, J.G. Heeck, P. Spaanderman, W.F.;.'.vance" Leeuw, M.A. Toet, A. Gemke, H.W. Halenbeck, T. Clelma,A. Croes, T. Peijen, A.M. Fillet, M, Koe, H. Lohmann,L.H. van der Deijl, P.J.A. van den Broek, F. Bijl de Vroo en-"'•'. Gortpr-

-7-K. Gorter in beroep aanvoeren, dat zij tegen het besluit vangedeputeerde staten van Noord-Holland van 5 augustus 1975>Afdeling 1, no. 2, waarbij aan de gemeente Bloernendaaltoestemming wordt verleend tot het aanleggen van een speelveldop de weidegronden van Veen en Duin, verzet aantekenen,om redenen als uiteengezet in hun bezwaarschrift van 26 juli197^ en hun repliek van 7 mei 1975, gericht aan gedeputeerdestaten van Noord-Holland; dat bovendien aan appellantenbekend is geworden, dat tussen de gemeente Bloernendaal en deOranje-Vereniging ter plaatse een overeenkomst bestaat, waarbijaan deze vereniging de toezegging door de gemeenteBloemendaa] is gedaan, dat deze vereniging voor haar jaarlijksefestiviteiten de beschikking over de betreffende weidegrondenVeen en Duin zal hebben; dat door het besluit van degemeente Bloernendaal, zonder voorafgaand overleg met deOranje-Vereniging tot aanleg van een speelveld op deze weidegronden,een gesloten contract wordt geschonden; dat deOranje-Vereniging op grove wijze wordt gedupeerd, aangezienna aanleg van het speelveld de weidegronden ongeschikt sullenzijn geworden voor het houden van de festiviteiten doorde Oranje-Vereniging; dat aan de duizenden bezoekers hiervangeen plaats meer kan worden geboden; dat in het verleden degemeente Bloernendaal geweigerd heeft enig ander terrein voordit doel beschikbaar te stellen, aangezien een dergelijkterrein niet in de gemeente aanwezig werd geacht; dat zijverzoeken geen toestemming te verlenen tot aanleg van hetbetreffende speelveld;dat C.W. Bierens de Haan, namens de erven Bierens deHaan, in beroep aanvoert, dat hij tegen het voorliggendeplan bezwaar maakt ten aanzien van het niet opnemen vanbebouwingsvlakken bij de woningen Krullenlaan 1, 3 en 5;dat deze woningen niet voldoen aan de eisen en voorzieningenwelke momenteel gesteld worden bij de bewoning door een gezin;dat naar zijn mening de in de voorschriften genoemde percentagesvoor goede aanpassing minimaal respectievelijk 15,20 en 25? dienen te zijn; dat hij deze bezwaren reeds hadkenbaar gemaakt aan de gemeente Bloernendaal en aan gedeputeer--de-

-s-\de staten; dat hij bezwaar maakt tegen het f»~it, dat van d'ingediende suggesties nietr, in het voorligrande pian isterug te vinden; dat daardoor de onbevredigende situatieMijft bestaan van een betrekkelijk klein, prut endeels ingeslotenterrein sonder duidelijke bestemming, dat eveneensuit recreatief oogpunt (in de aan recreatieterreinen rijkegemeente Bloemendaal) als onbelangrijk moet worden heschou 3;dat bovendien het plan in zijn huidige vorn, geen enkelegarantie biedt voor het doel, dat wordt nagestreefd met betrfking tot het behoud van een nog fraai rtui:j

met uitzondering van enkele - te sparen - tomen geen onvervangbarenatuur is; dat de suggesties zijn gebaseerd opcorrectie van de huidige grillige grenzen en op een beterebescherming van het terrein tegen vandalisme; dat, nadatdeze suggesties door de gemeente Bloemendaal waren overgenomen,cij weer geheel van het huidige plan zijn afgevoerd opinstigatie van vooroverleg met de orov ; neie; dat wellichtten overvloede hieraan nog kan worden toegevoegd, dat in eenschrijven van 17 apri.11968 van de Hoofdingenieur-Directeur vanhet Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordeningaan de toenmalige minister ten aanzien van dit gebied doorde rapporteur werd aangegeven, dat geen beswaren tegenbebouwing in het noordelijke deel var, het landgoed bestonden;dat een ander bezwaar, dat weliswaar betrekking heeft op eendeel van het landgoed, doch dat in een ander kader dient teworden geplaatst dan voornoemde bezwaren, het niet opnemenis van een bebouwingsvlak in de uiterste noordwesthc^k vanhet plan aan de Brederodelaan; dat het louter uit eikenhakhoutbestaande strookje grond aldaar is gelegen tussen eenoude beukenlaan die de westgrens vormt van het terrein vanhet huidige kinderhuis en de openbare weg; dat het plaatsbiedt aan een of twee woningen, zonder dat in welke vormdan ook schade wordt gedaan aan de omgeving; dat hij debezwaren tegen deze bebouwing van de zijde van de gemeenteBloemendaal niet kan onderkennen; dat hij persisteert bij Iegedane suggesties, een en ander temeer, waar eertijds (in1956) wel toestemming van de zijde van vorengenoemde gemeenteis verkregen voor het bouwen van een woonhuis; dat hij gaarnebereid is een en ander mondeling toe te lichten;Overwegende ten aanzien van de ontvankelijkheid:dat ingevolge artikel 29, eerste lid, der Wet op deRuimtelijke Ordening zij, die zich tijdig met bezwaren zoweltot de gemeenteraad als tot gedeputeerde staten hebben gewend,tegen een besluit als het onderwerpelijke bij Ons beroep V tinneninstellen gedurende de in artikel ?8, zesde lid, dierwet genoemde termijn;dat J.G. van Heusden, J.E. Vis-de Kruif, G. de Boer,-J. Jurrissen-Riezebos,-

-10-J. Jurrissen-^iecebos, M.P.H. van Ceevorden °n r. .2t>=lmancr, niet met beswaren tecen het ontwerp van he* in pedin?-zijrde bestemmingsplan tot de gemeenteraad hebben gewand;dat het beroep van de appellanten voorts niet de gedeeltelijkeonthouding van goedkeuring door gedeputeerde 3tit.„t,1etreft;dat uit het vorenstaande volgt, dat ei,, in han r„er ;•=( " iOns niet kunnen worden ortvangen;Ov^rweeend^ ten aanzien van de h ofdsaal :dat mr. Bouman en drs.W.G. Klupoell c.s, beswaren 'j^cr- 1 ,ingediend met betrekking tot het aan de oostzijde van :^tcnderwerpelijke p_lan or genomen speelterr^in;dat deze beswaren enerzijds gericht si,_, n te^r de d *->Tde appellanten verwachte verstoring var, de rust en de t en- -mi?~>de woningen van drs. W.G. Kluppeli c.s. ten minste t'>'i nibedraagt, terwijl de afstand tot de woning van mr. E. Boumanongeveer 2^0 n bedraagt;dat het Ons mede naar aanleiding van hetgeen van de zi,id*>van de gemeente ter openbare vergadering van de Afdeling,voornoemd, is gesteld onder dese omstandigheden niet aannemelijkvoorkomt, dat door de appellanten van dit speelterre±sin ernstige mate overlast zal v/orden ondervonden;dat uit de ambtsberichten blijkt, dat aan dit speelterrein,met slechts afmetingen van 50 v 30 ir en dat bedoeldis als trapveldje vo~r kinderen in de leeftijd tusst-n in r-rlt jaar, iehoefte bestaat in verband net de bevol

-11-inziens voldoende waarborg bieden,dat de aantasting van hetnatuurschoon en daarmee het uitzicht van de appellanten toteen aanvaardbaar minimum beperkt zal blijven;dat overigens namens de gemeente in meergenoemde openbarevergadering is verklaard, dat het niet uitgesloten is,dat het terrein ook in de toekomst voor andere evenementenbeschikbaar sal blijven;dat mitsdien in de bezwaren van de appellanten niet voldoendeaanleiding kan worden gevonden aan deze bestemmingalsnog goedkeuring te onthouden;dat derhalve de bezwaren van de appellanten onge~roncimoeten worden geacht;Overwegende ten aanzien van het beroep, ingesteld doorC.W. Bierens de Haan, namens de erven Bierens de Haan:dat de bezwaren van deze appellanten zich richten tegenhet ontbraken van bebouwingsmogeiijkheden, c.q. mogelijkhedentot uitbreiding van bestaande bebouwing in die gedeeltenvan het plan, waaraan de bestemming "Natuurgebied" en"Landgoed, buitenplaats en natuurgebied" zijn gegeven;dat door de appellanten is aangevoerd, dat zonderbebouwingsmogelijkheden exploitatie van het voor het publiekopengestelde landgoed zeer bezwaarlijk is gebleken;dat uit de stukken blijkt, dat de onderwerpelijke terreinendeel uitmaken van de landgoederen Schapenduiner en ~~~Caprera, welke een fraai natuurgebied betreffen; * ~~~dat voorts nieuwbouw, zoals door de appellanten gewenst,op eerdergenoemde terreinen zal leiden tot een onaanvaardbareinbreuk op de totaliteit van dit natuurgebied;dat van de sijde van de provincie nog ir meegedeeld, dateen actief beleid wordt gevoerd ten aanzien van het verwervenvan natuurgetieden;dat Wij onder deze omstandigheden van oordeel zijn, datdit natuurgebied als zodanig behouden dient te blijven envan verdere bebouwing gevrijwaard dient te worden;dat ten slotte om dezelfde reden de in de overgangsregelingvan de bij het plan behorende voorschriften voorzien*uitbreidingsmogelijkheJd net 10* voor de bestaande in dit-natu ircebied-

•12-natuurgebied gelegen woningen a'ir. de Krullaan n .-•. 1, :c-r-> voldoend* 1 moet worden geacht;dat de beswaren van de appellanten derhalve ongegrondf nietvoldoende door aankoop, onteigening of' anderszins is verzekerd,ingevolge artikel 1*9 van de Wet op de FuiptelijkeOrdening de gemeenteraad kunnen verzoeken hun een naar tJllij -heid te bepalen '-ehadevergoeding toe 'e kennen;Overwegende ambtshalve:dat bij Ons voorts nog bedenkingen bestaan tejen devolgtnde gedeelten van de bij het plan behorende voorschriften;dat, voor wat betreft de in artikel 20 geregelde tecterïï'ïng"Natuurgebied", de in artikel 26, eerste lid, onder f,K en h, vervatte eis inzake een aanlegi'ergunning niet onaanvaardbaarvoorkomt in verband met de betekenis van let gel iel,doch dat voor wat betreft de overige onderdelen van lid 1,niet gebleken is van een noodzaak om voor alle genoemde werkenen werkzaamheden, hoe gering ook een aanlegvergunning t^eisen;dat voorts het bepaalde in artikel 26, eerste lid, onderD, o v doelmatig is te achten, nu onder meer eraan wordt voorbijgegaan,dat wijziging van de waterhuishouding of de wat-rotandkan plaatsvinden onafhankelijk van de uitvoering va» -de hierbedoelde, niet nader aangeduide werken en werkzaamhedenDuiten de door het onderweroelijke voorschrift oesc.'iermdegebieden, zodat deze bepaling reeds nlerom niet kar, wordengehandnaafd;dat 'et eisen van een aanlegvergunning in artikel 2^,eerste lid, onder e, ter sake van het verwijderen .„f besd-uigenvan houtgewas, in dit geval alleen noodzakelijk ie teachten, voor sever de Boswet of krachtens die wet gesteld*voorschriften » i

fi lfi?

.14-Onze Minister van Volkshuisvesting en RuimtelijkeOrdening is belast met de uitvoering van dit besluit.Soestdijk, 28 septemoer 19 7 3w.g. JULIANADE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTINGEN RUIMTELIJKE ORDENING,w„g, Beelaerts van BloklandOvereenkomstig het oorspronkelijke,De Chef Kabinetszaken,