31.07.2015 Views

Beheerplan Natura 2000 Kampina & Oisterwijkse Vennen (133)

Beheerplan Natura 2000 Kampina & Oisterwijkse Vennen (133)

Beheerplan Natura 2000 Kampina & Oisterwijkse Vennen (133)

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Habitattype/HabitatrichtlijnsoortOpen zuurminnende eikenbossenop zandvlakten met Quercusrobur [H9190]Bossen op alluviale grond metAlnus glutinosa en Fraxinusexcelsior [H91E0]Ecologische randvoorwaarden Droge tot matig vochtige bodems: Gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand> 25 centimeter beneden maaiveld. Het grondwater bereikt nooit hetmaaiveld. Het aantal dagen dat droogtestress verdragen kan wordenvarieert van 32 dagen. Water is voornamelijk afkomstig vanregenwater. Stagnerend grondwater kan incidenteel voorkomen alswaterbron; (zeer) arme tot matig voedselrijke bodems: De bodem is arm aanbeschikbaar stikstof en fosfor. Ellenberg stikstofindicatei 1-4; Zeer tot matig zure bodems: pH (H2O) varieert tussen 3,5 en 5,5; Zandige tot lemige bodems. Matig natte tot vochtige bodems: Gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand> 25 centimeter beneden maaiveld. Gemiddeld laagste grondwaterstandmatig diep tot zeer diep (>40 cm beneden maaiveld). Droogtestress magniet langer dan 32 dagen duren. Overstroming komt slechts incidenteelvoor. Matig voedselrijke bodems: De bodem is matig rijk aan stikstof en fosfor.Ellenberg stikstofindicatie 7-8; Matig zure tot neutrale bodems: pH (H2O) varieert tussen 4,5 – 7,5; Lemige, vaak humusrijke tot venige zandbodems.Gestreepte waterroofkever Grote, permanente wateren[H1082] Onvervuild, voedselarm tot matig voedselrijk water van meer dan 50 cmdiepte met een goede waterkwaliteit. Zowel smalle (2,5 meter) als brede (25 meter) sloten of petgaten zijn. Helder water Weinig fytoplankton (microscopische algen) Vegetatie is meestal spaarzaam aanwezig en bestaat in veel gevallen uitsoorten als blaasjeskruid (Utricularia vulgaris), waterviolier (Hottoniapalustris), gele plomp (Nuphar lutea) en kikkerbeet (Hydrocharis morsusranae). De soort ontbreekt in vermest water met een dichte kroosbedekking. De wateren moeten over een grote oppervlakte maximaal ongeveer éénmeter diep zijn met warme, zonnige plekken en oeverbegroeiing. De oeverbegroeiing bestaat op veel vindplaatsen uit veenmossen(Sphagnum) en kleine zeggenvegetatie (Parvocaricetea).Kleine modderkruiper [H1149] Stelt relatief weinig eisen Stilstaande en langzaam stromende wateren. Zandige tot modderige bodemsBijlage 29v5463/R00001/901805/DenBWerkdocument - 5 - 23 september 2010

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!