31.07.2015 Views

Beheerplan Natura 2000 Kampina & Oisterwijkse Vennen (133)

Beheerplan Natura 2000 Kampina & Oisterwijkse Vennen (133)

Beheerplan Natura 2000 Kampina & Oisterwijkse Vennen (133)

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

industrie en verkeer terug te dringen, neemt de depositie wel steeds verder af (MNC,2009). Onbekend is echter of dit ook voor de in “<strong>Kampina</strong> & <strong>Oisterwijkse</strong> <strong>Vennen</strong>”beoogde habitattypen voldoende zal zijn.De hoge achtergronddepositie is in “<strong>Kampina</strong> & <strong>Oisterwijkse</strong> <strong>Vennen</strong>” met name vaninvloed op vennen, droge en vochtige heide en blauwgrasland. Verzuring heeft daarmeemogelijk significant negatieve effecten voor habitattypen en habitat- envogelrichtlijnsoorten binnen “<strong>Kampina</strong> & <strong>Oisterwijkse</strong> <strong>Vennen</strong>”. Deze storingsfactor isrelevant bij de beoordeling van bestaand gebruik.VermestingDefinitie (Broekmeyer et al., 2005): Vermesting is het verrijken van ecosystemen doortoevoeging van met name stikstof (N) en fosfaat (P).De achtergronddepositie van vermestende stoffen (Grootschalige concentratiekaarten,MNC, 2009) is vrijwel overal in Nederland hoger dan de kritische depositiewaarden voorde habitattypen in “<strong>Kampina</strong> & <strong>Oisterwijkse</strong> <strong>Vennen</strong>” (Dobben & Hinsbergen, 2008).Daarnaast kunnen ook andere bronnen van vermesting van invloed zijn (bijv. (nietinheemse)ganzen op vennen).De kwaliteit van habitattypen die afhankelijk zijn van een lage beschikbaarheid vanvoedingsstoffen, zoals vennen, schrale graslanden of zandverstuivingen, wordt hierdoorpotentieel negatief beïnvloed. Beheer kan in sommige gevallen uitkomst bieden, maarrealiseert vaak niet meer dan een stand-still situatie. Vermesting conflicteert dusmogelijk significant met de instandhoudingsdoelstellingen, waardoor vermesting eenrelevante parameter is voor de beoordeling van bestaand gebruik.Verzoeting en verziltingDefinitie (Broekmeyer et al., 2005): Verzoeting en verzilting zijn een verlagingrespectievelijk verhoging van de concentratie oplosbare zouten in bodems en wateren.Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat verzoeting en verzilting, door wat voor oorzaakdan ook, aanwezig zijn in het gebied. Significant negatieve effecten als gevolg vanverzoeting of verzilting zijn daarmee uit te sluiten. Beide verstoringsfactoren zijn daaromniet relevant voor de beoordeling van bestaand gebruik.VerontreinigingDefinitie (Broekmeyer et al., 2005): Er is sprake van verontreiniging als verhoogdeconcentraties van stoffen in een gebied voorkomen die onder natuurlijkeomstandigheden niet of slechts in zeer lage concentraties in dat gebied voorkomen.Verontreiniging betreft alle stoffen die van nature niet in “<strong>Kampina</strong> & <strong>Oisterwijkse</strong><strong>Vennen</strong>” thuishoren. Deze stoffen kunnen worden aangevoerd, bijv. door overstromingvan beken. Daarnaast gaat het om het risico van chloorlekkage vanuit hetzwembadgedeelte naar het Staalbergven en eventuele invloed van de oude stort in hetBanisveld via het grondwater naar bijvoorbeeld de Heiloop. Óf deze stoffendaadwerkelijk de habitats bereiken of van invloed zijn op de habitattypen is niet vastkomen te staan en is daarmee onbekend. In potentie kunnen significant negatieveeffecten worden veroorzaakt ten aanzien van aanwezige habitats of soorten. Omdat- 66 - 9v5463/R00001/901805/DenBWerkdocument 23 september 2010

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!