31.07.2015 Views

Beheerplan Natura 2000 Kampina & Oisterwijkse Vennen (133)

Beheerplan Natura 2000 Kampina & Oisterwijkse Vennen (133)

Beheerplan Natura 2000 Kampina & Oisterwijkse Vennen (133)

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Aangenomen wordt dat de noodzaak van handhavend optreden kan worden beperktdoor goede communicatie en voorlichting; in het geval van <strong>Kampina</strong> & <strong>Oisterwijkse</strong><strong>Vennen</strong> vormt informatieve bebording met ver- en geboden een belangrijkcommunicatiemiddel.In het gebied hebben diverse instanties bevoegdheden met betrekking tot toezicht enhandhaving. Te denken valt aan de provincie, gemeente, waterschap,Natuurmonumenten, Brabants Landschap, maar ook aan de reguliere politie en deAlgemene Inspectiedienst. De terreinbeherende instanties hebben hierin een specifiekerol, als eigenaar van het gebied en als werkgever van Bijzondereopsporingsambtenaren (BOA’s).Om de doelen van dit beheerplan zo goed en zo efficiënt mogelijk te realiseren, zullenverschillende bevoegde gezagen afspraken maken hoe en in welke gevallen de huntoekomende bevoegdheden het best kunnen worden ingezet. In ieder geval isduidelijkheid over wat en hoe te handhaven van essentieel belang.De provincie Noord-Brabant is bevoegd gezag voor de vergunningverlening in het kadervan de Nb-wet. Het toezicht en handhaving in deze zal zich met name richten op hettoezien op verleende vergunningen en het opvolgen van meldingen over mogelijkevergunningplichtige activiteiten.Voor het toezicht binnen de gebieden, zijn de toezichthouders en BOA’s van deterreinbeheerders de aangewezen personen. Zij kunnen ook als oog en oor dienen voor(grotere) activiteiten buiten de terreinen die mogelijk vergunningplichtig zijn. Afsprakenover informeren over activiteiten en vervolgacties zijn hierbij van belang.Gezien de aard van het gebied, ligt het voor de hand dat de voornaamste rol in hetkader van de Natuurbeschermingswet bij de provincie en terreinbeheerders ligt.In de onderstaande tabel is aangegeven wie op grond waarvan in en om het gebiedtoezicht en handhaving zal bedrijven, en welke accenten door betrokkenen gelegdworden.Het behalen van de instandhoudingsdoelen is enerzijds afhankelijk van het beperkenvan de storingsfactoren en anderzijds uit realiseren van de noodzakelijke maatregelen.De voornaamste storingsfactoren in dit gebied zijn verdroging, vermesting/verzuring enin mindere mate optische verstoring en mechanische effecten. Om de doelen tebereiken is het verreweg het belangrijkste om de verdroging en vermesting op te lossen.Het is daarom logisch dat de handhavingsprocedure zich ook vooral hierop richt.Verdroging zal vooral opgelost worden door realisatie van de Inrichtingsplannen voor deNatte Natuurparels, en vermesting door opstellen en naleven van de PAS en deprovinciale verordening. Hier zal het bevoegd gezag er dus vooral zelf op toe moetenzien dat de plannen uitgevoerd worden. Hierbij kan samengewerkt worden metondermeer gemeentes, terreinbeheerders en landgoedeigenaren. Het behalen van deuitbreidingsdoelen ligt vooral in de handen van de terreinbeheerders. Zij zijn hierbijdeels afhankelijk van grondverwerving en van subsidies. Hierbij is een nauwesamenwerking met elkaar en met de provincie en gemeentes van belang. Handhavingspeelt hierbij nauwelijks een rol.- 91 - 9v5463/R00001/901805/DenBWerkdocument 23 september 2010

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!