BEGINT VANDAAG

Het blijkt verder dat mbo’ers het gebruik van ict in dagelijkse toepassingen omarmen: e-mailen
doet deze groep dagelijks. Ook internetbankieren en het online zoeken naar informatie is
zeer ingeburgerd. Programmeren doen deze jongeren evenwel zelden; ook maken zij niet al
te vaak gebruik van spreadsheets.
In het PIAAC-onderzoek is ook gevraagd naar leerstrategieën in het dagelijks leven, met vragen
zoals: ’Ik zoek graag moeilijke dingen tot de bodem uit’ en ’Wanneer ik iets nieuws tegenkom,
probeer ik het in verband te brengen met wat ik al weet’. Het blijkt dat mbo’ers met een hoger
niveau van problemen oplossen het vaker met dit soort stellingen eens zijn.
Ten slotte blijkt dat taalvaardigheid, rekenvaardigheid en digitaal problemen oplossen sterk
samenhangen: hoe hoger het niveau van taalvaardigheid en rekenvaardigheid, hoe beter de
prestaties op het vlak van digitaal problemen oplossen. De analyses laten zien dat taalvaardigheid
en rekenvaardigheid deze prestaties deels kunnen verklaren.
6.2 Kritisch denken en sociale & culturele vaardigheden in het mbo-onderwijs
Specifiek gericht op de onderwijsaandacht voor kritische denkvaardigheden en sociale &
culturele vaardigheden is een verkennende inventarisatie uit 2015. 79 Bestuurders en docenten
van zeven mbo-instellingen werden erin betrokken.
De bestuurders gaven te kennen de genoemde vaardigheden belangrijk te vinden in het kader
van het toekomstig beroep, het studie- en beroepskeuzeproces en de persoonlijke vorming.
Tegelijk bleken de vaardigheden slechts gedeeltelijk verankerd in het onderwijs.
Docenten voelen zich niet allemaal ondersteund om deze vaardigheden te onderwijzen. De
helft zegt weinig zicht te hebben op wat collega’s doen om deze vaardigheden te bevorderen
en 1 op de 5 docenten geeft aan niet te weten wat precies van hen wordt verwacht. Daar
staat tegenover dat een meerderheid (kritisch denken: 67%, sociale & culturele vaardigheden:
57%) juist wel zegt te weten hoe zij studenten deze vaardigheden kunnen leren (tegenover een
kleine 30% die zegt daar training voor nodig te hebben). Ruim 40% vindt dat er voldoende
lesmateriaal beschikbaar is. Docenten hanteren in hun onderwijs een scherp onderscheid
tussen de verschillende mbo-niveaus. Ze hebben hogere verwachtingen van niveaus 3 en 4
ten opzichte van 1 en 2.
58 De toekomst begint vandaag: 21 ste -eeuwse vaardigheden in het beroepsonderwijs ecbo