20.03.2017 Views

Cohousing

Cohousing is een trend. Sociaal, participatief en duurzaam: samenhuizen omhelst heel wat leuke aspecten. Vormingplus vroeg enkele specialisten naar hun ideeën daarover in het iconische Huis Schellekens: Tom Lagast, Ken Dupont, Leen Apers, Peter Vanommeslaeghe, Jef Van Eyck en Martine Coppieters.

Cohousing is een trend. Sociaal, participatief en duurzaam: samenhuizen omhelst heel wat leuke aspecten. Vormingplus vroeg enkele specialisten naar hun ideeën daarover in het iconische Huis Schellekens: Tom Lagast, Ken Dupont, Leen Apers, Peter Vanommeslaeghe, Jef Van Eyck en Martine Coppieters.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

COHOUSING<br />

is een uitnodiging<br />

stes.be<br />

25


<strong>Cohousing</strong> is een trend. Sociaal, participatief en duurzaam: samenhuizen<br />

omhelst heel wat leuke aspecten. We vroegen enkele specialisten<br />

naar hun ideeën daarover in het iconische Huis Schellekens.<br />

TEKST ROEL SELS<br />

TOM LAGAST<br />

VOORZITTER VZW SAMENWONEN<br />

MECHELEN EN EXPERT RUIMTELIJKE<br />

PLANNING SPACE.LAB.BE<br />

KEN DUPONT<br />

ECOLOGISCH EN MAATSCHAPPELIJK<br />

GEËNGAGEERD ARCHITECTUURBUREAU DAM<br />

LEEN APERS<br />

PROJECTLEIDER DE ARK<br />

MARTINE COPPIETERS<br />

COÖRDINATOR VORMINGPLUS<br />

KEMPEN<br />

PETER VANOMMESLAEGHE<br />

DIRECTEUR WOONMAATSCHAPPIJ DE ARK<br />

JEF VAN EYCK<br />

SOCIAAL-CULTUREEL WERKER<br />

VORMINGPLUS KEMPEN<br />

26<br />

COHOUSING


stes.be<br />

DE VOORBEREIDING<br />

“DE WIL OM HET TE DOEN, IS DE<br />

ENIGE VOORKENNIS DIE NODIG IS.”<br />

Cohousen doe je met een groep mensen. Maar moet je die kennen<br />

voor je eraan begint? En begin je met een plan, of met een<br />

groep? Van start gaan, is niet altijd gemakkelijk.<br />

Ken Dupont: “Of mensen die willen nadenken om samen<br />

te cohousen, mekaar van tevoren al kennen of niet, heeft<br />

weinig belang. Het belangrijkste is dat de wil er is om<br />

samen iets te bereiken. Om samen achter eenzelfde globaal<br />

idee te staan, waaraan dan natuurlijk tijdens het proces nog<br />

geschaafd moet worden.”<br />

Tom Lagast: “Klopt. De wil om het te doen, is de enige<br />

voorkennis die nodig is. Dat basisengagement is het uitgangspunt.<br />

Beginnen doe je best met een groep, niet met<br />

een gebouw of een plan. Je kan als groep beter aan een plan<br />

bouwen dan een plan hebben waar je een groep in moet<br />

passen.”<br />

Peter Vanommeslaeghe: “Juist. Je begint met de vraag wat<br />

je wil gaan doen, niet met een uitgewerkt plan.”<br />

Tom Lagast: “Ik zeg niet dat dat laatste onmogelijk is, maar<br />

het is zeker moeilijker. Zowel in de theorie als in de praktijk.<br />

Want in de praktijk merken we dat projectontwikkelaars de<br />

particulieren dikwijls te snel af zijn. Ik geef een voorbeeld.<br />

Als ergens een leegstaand schoolgebouwtje te koop staat,<br />

dat in principe ruimte kan bieden voor enkele woningen en<br />

een gemeenschappelijke tuin, is een projectontwikkelaar<br />

daar doorgaans sneller bij dan een groep mensen die zich<br />

eerst nog moet organiseren. Ook projectontwikkelaars<br />

kopen vaak oude industriegebouwen, lege scholen en oude<br />

kloosters. Want dat patrimonium is er wel en regelmatig<br />

doen ze er heel interessante dingen mee. Tegen dat soort<br />

professionele organisaties delf je als cohousinggroep echter<br />

gewoonlijk het onderspit.”<br />

DE GROEP<br />

“ER ZIJN GEEN MINIMA OF MAXIMA.<br />

MAAR 12 PERSONEN, OF IETS MEER,<br />

IS IDEAAL.”<br />

Hoe ziet de ideale groep eruit? Groot? Klein? Oud? Jong? Gemixt?<br />

Waar moet naar gestreefd worden bij de samenstelling<br />

van de groep?<br />

Peter Vanommeslaeghe: “Je streeft nergens naar. Je neemt<br />

het zoals het is. De groep is de groep, hoe die er ook uitziet.<br />

Daarmee ga je verder; begin je te bouwen aan het project.<br />

En onderweg zie je wel wie afhaakt of erbij komt. Zo gaat<br />

het in de praktijk. Een gemixte groep heeft voordelen, dat<br />

wel.”<br />

Tom Lagast: “De ervaring leert dat een groep van 12 gezinnen,<br />

of iets meer, ideaal is. Veel groter moet de groep niet<br />

zijn. Ik begeleid een groot project met 60 geïnteresseerden.<br />

Ook dat kán. Maar makkelijker wordt het er niet op. Vergaderen<br />

rond de keukentafel of snel een paar telefoons doen, is<br />

er dan niet meer bij. Je moet een zaal huren en de besluitvorming<br />

en inspraakmomenten volgens procedures laten verlopen.<br />

Bovendien ga je bijna zeker subgroepen krijgen als je<br />

met zoveel bent. Dat is niet altijd wenselijk. Te veel is dus niet<br />

handig, maar soms wel noodzakelijk. Te weinig ook niet, want<br />

dan kan een groep snel in de problemen komen als iemand<br />

afhaakt. Maar maxima of minima zijn er niet.”<br />

Ken Dupont: “Ik ken een cohousingproject van slechts 3<br />

gezinnen. Zij kiezen voor een luxueuze vorm van cohousen<br />

en delen bijvoorbeeld een stoombad. Waarom niet? Ook dat is<br />

een vorm van cohousen, zij het een beperktere.”<br />

Martine Coppieters: “Als een groep bestaat uit mensen met<br />

veel verschillende talenten en capaciteiten, is dat een voordeel.<br />

Maar het is geen noodzakelijke voorwaarde. Bovendien<br />

zijn alle mensen verschillend en heeft per definitie iedereen<br />

zijn eigen talenten. Het is vooral zaak om iedereen zich goed<br />

te laten voelen in de groep. Dan komen ieders talenten vanzelf<br />

wel naar boven. Anders gezegd: ieder heeft zijn talenten.<br />

Het is aan de anderen in de groep om die te erkennen, te<br />

waarderen en maximaal te benutten.”<br />

Ken Dupont: “Iedereen kan inderdaad wel wat. De ene heeft<br />

het in zich om met overheden en beleidsverantwoordelijken<br />

te gaan praten. Dat is handig. Maar iemand anders kan verantwoordelijk<br />

zijn voor het bijhouden van tientallen sleutels<br />

van gemeenschappelijke gebouwen. Of om op de kinderen te<br />

letten als de anderen vergaderen. Dat is even nuttig.”<br />

Tom Lagast: “Een mix van verschillende leeftijden is ook heel<br />

belangrijk. Dat bewijst ‘De Haringrokerij’ in Antwerpen nu.<br />

De Haringrokerij was pionier; misschien wel het eerste grootschalige<br />

cohousingproject in ons land. Een groep dertigers<br />

kocht dertig jaar geleden een oude haringrokerij en ging er<br />

samenhuizen. Nu zijn ze allen in de zestig en zoeken ze een<br />

nieuwe, aangepaste en kleinere site om te cohousen en willen<br />

ze de bestaande site in zijn geheel overlaten aan een nieuwe<br />

groep, tot op heden zonder succes. De Haringrokerij was en is<br />

een schitterend project, maar het toont aan dat er indertijd te<br />

weinig aandacht gegaan is naar het streven naar een mix van<br />

leeftijden. Als alle leeftijdsgroepen vertegenwoordigd zijn, zal<br />

regelmatig een ouder koppel afhaken en een jonger koppel in<br />

de plaats komen. Nu haakt in De Haringrokerij iedereen tegelijk<br />

af. De complete site moet nu nieuwe bewoners krijgen,<br />

terwijl dat anders geleidelijk en spontaan gebeurd zou zijn.”<br />

DE AFSPRAKEN<br />

“EEN LEIDERSROL MAG NIEMAND<br />

OPEISEN. DIE KOMT MEESTAL TOCH<br />

SPONTAAN BIJ IEMAND TERECHT.”<br />

Een groep moet overleggen. Daar zijn afspraken voor nodig. Hoe<br />

kom je tot een besluitvorming? Hoe vind je de grootste gemene<br />

deler in een groep met verschillende interesses en belangen?<br />

27


stes.be<br />

KEN DUPONT:“Als je met 15 mensen moet overeenkomen, is iedereen veel meer geneigd om naar<br />

de grootste gemene deler te zoeken.”<br />

Tom Lagast: “Een organisatie vereist leiderschap. Meestal<br />

is dat niet zo’n probleem, zolang die leider maar op een<br />

spontane manier die voortrekkersrol krijgt aangemeten. Een<br />

groep waarbij één persoon te dominant is en alles naar zich<br />

toe wil trekken, is gedoemd om vroeg of laat te imploderen.<br />

In de meeste gevallen ontstaat een ‘leider’ spontaan. In elke<br />

groep zit wel iemand die het organiseren beter in de vingers<br />

heeft dan de anderen. Er zijn mensen die de voortrekkersrol<br />

aankunnen, net zoals er mensen zijn die die rol juist niet op<br />

zich willen nemen. Dat is een puzzel die doorgaans vanzelf<br />

wel gelegd wordt.”<br />

Leen Apers: “De groep zelf heeft een grote vrijheid. De<br />

betrokkenen kunnen zelf aangeven hoe ze willen vergaderen<br />

en tot besluiten willen komen. Vaak zie je dat de dynamiek<br />

binnen de groep ook wijzigt tijdens het traject dat afgelegd<br />

wordt. Terwijl ze praten over cohousing, komt er bijvoorbeeld<br />

ter sprake dat er ook een auto kan gedeeld worden.<br />

Afspraken en agendapunten hoeven<br />

dus niet te strikt vastgelegd te<br />

worden. Een groep leeft en inzichten<br />

wijzigen. Dat maakt deel uit van<br />

het proces. Laat ruimte om tijdens<br />

het traject bij te sturen en aan te<br />

passen.”<br />

Ken Dupont: “Klopt. Extra voorwaarden<br />

zoals ‘we gaan ook<br />

autodelen’ moet je niet vooraf aan je<br />

project koppelen. Als die wens of die<br />

behoefte bestaat, duikt ze vroeg of<br />

laat wel op.”<br />

“Het is trouwens niet zo dat je moeilijker<br />

tot goede afspraken komt als<br />

je groep groter wordt. Met 2 of met 3<br />

sta je sneller lijnrecht tegenover mekaar<br />

dan met 12 of 15. De wil om toe<br />

te geven, is bovendien kleiner omdat<br />

het gevoel dat er één winnaar en één<br />

verliezer zal zijn, sterker aanwezig is. Als je met 15 mensen<br />

moet overeenkomen, beseft iedereen wel dat hij zijn persoonlijke<br />

wil niet zal kunnen doordrijven en is iedereen veel meer<br />

geneigd om naar de grootste gemene deler te zoeken.”<br />

HET PROCES<br />

“STEL NIET ÉÉN GROOT DOEL. ”<br />

Cohousen is niet de meest voor de hand liggende woonvorm. Er<br />

moet een hoop geregeld en besproken worden. Reken gerust op<br />

een paar jaar voor een project gerealiseerd is. Het proces vergt<br />

tijd, geduld en energie. Hoe wandel je zo vlot mogelijk door het<br />

lange traject?<br />

Ken Dupont: “De betrokkenen moeten vooraf goed weten<br />

waar ze aan beginnen. Het stellen van onrealistische doelen<br />

28<br />

WAT? ‘LAND VAN AA’ TURNHOUT EEN<br />

COHOUSINGPROJECT VAN O.A. DE ARK<br />

MET ZO’N 20 NIEUWE KOOP- EN HUUR-<br />

WONINGEN IN SCHORVOORT. VORMING-<br />

PLUS BEGELEIDT MEE HET TRAJECT.


stes.be<br />

en verwachtingen heeft nefaste gevolgen. Een groep zal dan<br />

alleen bedrogen uitkomen en gedesillusioneerd uit mekaar<br />

vallen. Samenhuizen vraagt veel van alle betrokkenen. Ook<br />

van de architecten, trouwens. Inzet, motivatie, participatie,<br />

bereid zijn om voortdurend bij te sturen: je mag dat van de<br />

potentiële bewoners verwachten, maar even goed van de<br />

professionelen die bij het project betrokken worden.”<br />

Peter Vanommeslaeghe: “Dat de realisatie van een project<br />

meestal lang duurt, is een dubbel nadeel. Ten eerste hebben<br />

niet alle mensen zoveel tijd en vinden ze intussen soms een<br />

andere, geschikte woning. Dat heeft lang niet alleen met<br />

een gebrek aan geduld te maken. Ten tweede veranderen de<br />

noden van een gezin ook met de jaren. Wie kleine kinderen<br />

heeft, is vooral blij met een grote, gemeenschappelijke tuin<br />

en met veel speelkameraadjes voor de kinderen. Maar als<br />

een project jarenlang aansleept, zijn op het ogenblik van de<br />

realisatie diezelfde kinderen tieners geworden die zich graag<br />

terugtrekken en liever zoveel mogelijk privacy hebben. Een<br />

gezin zonder kinderen kan kinderen hebben vooraleer het<br />

project verwezenlijkt is.”<br />

Leen Apers: “Het is daarom goed dat je niet alleen één groot<br />

doel stelt. Hak het in verschillende kleine stukjes en ga in<br />

fasen tewerk. Dat verhoogt het enthousiasme. Telkens je een<br />

fase kan afronden, krijg je een boost.”<br />

Tom Lagast: “Het begin is het moeilijkste, maar gelukkig is<br />

dan het enthousiasme nog heel groot. Daarna begint de lange<br />

duur soms zwaar te wegen, maar met elke fase die je kan<br />

afvinken, sta je letterlijk een stap verder. Het is noodzakelijk<br />

om de groep te blijven motiveren. Een cruciale mijlpaal is de<br />

site zelf. Eens die verworven is, wordt alles plots visueel. Tot je<br />

echt samen iets gekocht hebt, lijkt het alsof je in het ijle praat,<br />

al is dat natuurlijk niet zo. Woonmaatschappijen zoals DE<br />

ARK zijn daarom belangrijk als facilitator. Zij hebben een site<br />

en ze nemen de zorg voor de financiering op zich. Dan komt<br />

alles direct een stap dichterbij.”<br />

WOONVORM VAN<br />

DE TOEKOMST<br />

“ER IS WEER MEER BEHOEFTE AAN<br />

COLLECTIVITEIT.”<br />

<strong>Cohousing</strong> lijkt alleen maar voordelen te hebben. Het is milieuvriendelijk,<br />

sociaal, tijdbesparend… Het kan een oplossing<br />

bieden voor singles, eenoudergezinnen en bejaarden en het is<br />

misschien een antwoord op de woonproblematiek.<br />

Peter Vanommeslaeghe: “Laten we het ook niet mooier<br />

voorstellen dan nodig. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen<br />

dat cohousing ook niet voor<br />

iedereen de ideale oplossing<br />

is. Voor veel mensen<br />

gaat dergelijke vorm van<br />

samenwonen toch nog te<br />

ver. Anderzijds zal iedereen<br />

stilaan toch wel inzien dat de<br />

tijd waarin ieder denkt recht<br />

te hebben op zijn losstaande<br />

woning met afgesloten tuin,<br />

definitief voorbij is. Zoveel<br />

plaats is er niet meer.”<br />

TOM LAGAST (hier op een<br />

vergadering met geïnteresseerden<br />

en architecten in Schorvoort) : “Het<br />

begin is het moeilijkste, maar gelukkig<br />

is het enthousiasme dan nog<br />

heel groot.”<br />

29


stes.be<br />

PETER VANOMMESLAEGHE (DE ARK): “Iedereen<br />

ziet toch wel stilaan in dat de tijd waarin<br />

ieder denkt recht te hebben op zijn losstaande<br />

woning met afgesloten tuin, definitief voorbij is.”<br />

Ken Dupont: “Ik neem de enquête<br />

voorzichtigheidshalve met een korrel<br />

zout, want ik weet niet hoe ze precies<br />

opgemaakt was, maar uit een algemene<br />

bevraging is gebleken dat 30%<br />

van de mensen geïnteresseerd zou zijn<br />

in cohousing.”<br />

Peter Vanommeslaeghe: “Zelfs al is<br />

het maar 1%, dan gaat het nog om<br />

70.000 gezinnen. Het potentieel is<br />

dus enorm. Nederland en Scandinavië<br />

staan een stuk verder dan Vlaanderen,<br />

maar ook bij ons groeit toch het besef<br />

dat cohousing een zeer interessante<br />

woonvorm is voor een grote groep<br />

mensen. Het aantal singles en éénoudergezinnen<br />

neemt toe. Financieel en<br />

organisatorisch hebben zij het moeilijk<br />

om alles alleen te doen. <strong>Cohousing</strong> is<br />

voor hen interessant. Ook voor mensen<br />

die al wat ouder zijn. <strong>Cohousing</strong> biedt<br />

de mogelijkheid langer zelfstandig te<br />

kunnen wonen.”<br />

Tom Lagast: “Ik stel vast dat mensen<br />

die nog schrik hebben van cohousing<br />

de zaken wel eens te zwart-wit voorstellen.<br />

Als je een rijhuis koopt, moet<br />

je even goed afspraken maken en met<br />

je buren overeenkomen. Het is geen<br />

kwestie van alles of niks. Bij cohousing<br />

moet je niet alleen afspraken maken<br />

over wat je gaat delen, maar zeker ook<br />

over wat je strikt privé wil houden en<br />

hoe ver je privacy gaat. De grenzen<br />

van je privacy zijn even belangrijk als<br />

de grenzen van je huis, je grond of je<br />

tuin. En het is niet omdat je grenzen<br />

openstelt of omdat je gemeenschappelijk<br />

bezit hebt, dat je meteen je privacy<br />

moet opgeven. Juist niet: met te weinig<br />

privacy zijn de meeste projecten ten<br />

dode opgeschreven. Dan krijgt het<br />

meer het karakter van een commune<br />

dan van cohousing.”<br />

Peter Vanommeslaeghe: “We stellen<br />

vast dat ook de overheden nu meer<br />

interesse tonen in cohousing dan<br />

vroeger. De contacten met schepenen<br />

en ambtenaren verlopen steeds beter<br />

en komen steeds vaker voor. Sinds<br />

2011 ondersteunt de Vlaamse Overheid<br />

trouwens structureel de koepelorganisatie<br />

‘vzw Samenhuizen’ met<br />

subsidies.”<br />

Ken Dupont: “De lokale overheid<br />

heeft een grote invloed op het al dan<br />

niet slagen van projecten. Dat in<br />

Antwerpen veel projecten mislukken<br />

terwijl er in Gent juist veel verwezenlijkt<br />

worden, zegt veel. Maar in het<br />

algemeen is de bereidheid, zowel bij de<br />

lokale als de bovenlokale overheid, om<br />

cohousing te faciliteren wel gestegen.<br />

Dat klopt wel. Maar er is nog een grote<br />

weg af te leggen. In Vlaanderen is de<br />

maximale privacy altijd gepromoot.<br />

Wie het een klein beetje gemaakt had<br />

in het leven, kon zich een eiland voor<br />

zichzelf permitteren. Zo werd het altijd<br />

voorgesteld. Dat idee zit nog diep<br />

ingebakken bij velen. Tot iedereen op<br />

zijn eiland zit en de behoefte aan meer<br />

collectiviteit weer begint te stijgen. Dat<br />

punt is enkele jaren geleden al bereikt.<br />

Ook wat dat betreft, is de tijd rijp voor<br />

cohousing.” •<br />

30<br />

COHOUSING

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!