19.02.2019 Views

Toetsboek EmjD deel 2 antwoorden

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De hogere rente trekt beleggers aan. De koers van de euro kan daardoor stijgen, wat de<br />

Europroducten duurder maakt. Een daling van de export en een gelijktijdige stijging van de<br />

import kan de werkloosheid doen toenemen.<br />

Dat kan ook gebeuren omdat een hogere rente geld lenen duurder maakt. Gezinnen en<br />

bedrijven lenen dan minder en ook daardoor nemen de bestedingen af, wat tot een hogere<br />

werkloosheid kan leiden.<br />

6a<br />

6b<br />

6c<br />

6d<br />

importwaarde in 1999: 0,558 x € 374 miljard = € 208,7 miljard<br />

importwaarde in 2000: 0,555 x € 402 miljard = € 223,1 miljard<br />

De procentuele stijging is 6,9%. Berekening:<br />

223,1 / 208,7 x 100% = 106,9 à stijging bedraagt 6.9%<br />

Door een koersdaling van de euro wordt import (van buiten de eurolanden) duurder. Je moet<br />

meer euro’s betalen voor dezelfde hoeveelheid buitenlandse valuta. Bedrijven zullen deze<br />

kostenstijging in de consumentenprijzen doorberekenen.<br />

De koersdaling van de euro verbetert de exportpositie van Nederland (ten opzichte van nieteurolanden),<br />

waardoor de productie voor de export kan toenemen.<br />

De productie in Nederland reageert tegenwoordig minder sterk op een koersverandering van<br />

de euro als vroeger op een koersverandering van de gulden. Dat komt omdat een groot <strong>deel</strong><br />

van de Nederlandse buitenlandse handel met eurolanden plaatsvindt en dus niet beïnvloed<br />

wordt door een koersverandering van de euro en vroeger wel door een koersverandering van<br />

de gulden.<br />

13.4 Wat zijn de verschillen tussen zwevende en vaste wisselkoersen?<br />

7a<br />

7b<br />

7c<br />

7d<br />

Je neemt dan aan dat de goudprijs in beide landen gelijk is en onderling niet wijzigt.<br />

Door de beeltenis op de munt af te drukken van de persoon die verantwoordelijk was voor de<br />

uitgifte en door de munt een kartelrand en/of randschrift te geven om het snoeien van de<br />

munt tegen te gaan.<br />

Zo’n geldstelsel werkt niet meer als de waardeverhouding tussen goud en zilver verandert,<br />

bijvoorbeeld als er een nieuwe zilvermijn of goudmijn wordt ontdekt.<br />

Het slechte geld is het geld dat in verhouding minder waard is geworden. Als zilver minder<br />

waard is, wil je geen gouden tientje meer inwisselen voor 10 zilveren guldens. Andersom<br />

wel. Men probeert zoveel mogelijk te betalen met de zilveren guldens. Het goede geld<br />

(gouden munten) verdwijnt uit de geldomloop, terwijl het slechte geld (zilver) juist blijft<br />

bestaan. Het is dan namelijk lonend om een gouden munt om te smelten en het goud voor<br />

bijvoorbeeld 12 zilveren guldens te verkopen. Op den duur zijn alle gouden munten<br />

verdwenen.<br />

8a<br />

Achtereenvolgens bepaal je hoeveel euro die 1.650 Franse franken (FF) waard zijn, om<br />

daarna de gulden prijs (f) te kunnen uitrekenen.<br />

FF 1.650 (= 0,15245 x FF 1.650) = € 251,54<br />

€ 251,54 (= 2,20371 x € 2,20371) = f 554,32<br />

42

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!