22.03.2019 Views

Concept Stadsproject Kern Rechteroever Aalst

  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

K®<br />

<strong>Concept</strong> <strong>Stadsproject</strong><br />

<strong>Kern</strong> <strong>Rechteroever</strong> <strong>Aalst</strong>


Dit concept stadsproject werd ontwikkeld<br />

tussen januari en juli 2014.<br />

OPDRACHTGEVER<br />

Stad <strong>Aalst</strong><br />

Team Strategische Planning & EISW<br />

Gebiedsgerichte werking<br />

ONTWERPTEAM<br />

Architecture Workroom Brussels<br />

51N4E Architecten<br />

Technum<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Wim Embrechts<br />

MET DE STEUN VAN<br />

Stedenbeleid, Vlaamse Overheid


K®<br />

<strong>Aalst</strong> zet vandaag de lijnen uit voor een ambitieuze<br />

toekomst. In de omgeving van de Dender en het station<br />

staan vele grootschalige projecten in de steigers voor het<br />

<strong>Aalst</strong> van de toekomst. Tupperware, Tragel, Mijlbeek:<br />

allemaal transformeren ze industriële gebieden tot nieuwe<br />

stedelijke woonwijken net naast het hart van de stad.<br />

Temidden van deze nieuwe wijken ligt de 19e eeuwse kern<br />

van rechteroever. Deze kern onderscheidt zich door de<br />

industriële geschiedenis en gebouwen, door de<br />

carnavalshallen en de specifieke rol als wijk van<br />

aankomst binnen <strong>Aalst</strong>. <strong>Rechteroever</strong> is niet Linkeroever.<br />

Het is er altijd al net iets anders geweest - "over 't water".<br />

Welke positie kan deze fragiele en dynamische wijk<br />

innemen tussen de nieuwe woonontwikkelingen en de<br />

bestaande historische kern? Wordt rechteroever toch het<br />

verlengde van linkeroever? Wordt het net als de andere<br />

stadsprojecten langs de Dender? Of kan het haar<br />

specifieke kwaliteiten vertalen in een eigen toekostproject?


De drie deelprojecten Moorselbaan, Carnavalshallen en<br />

Hoveniersplein nemen door hun centrale ligging sleutellocaties in<br />

op <strong>Rechteroever</strong>. Hoewel deze projectgebieden naar programma<br />

onderling erg verschillend zijn, staan ze voor de gedeelde uitdaging<br />

om van <strong>Kern</strong> <strong>Rechteroever</strong> een omgeving en bestemming te maken<br />

waar het goed wonen en werken is.<br />

4


OPGAVE<br />

Naast de vraag hoe deze drie deelprojecten<br />

samen een boost aan de wijk<br />

kunnen geven, staat ook de wijze<br />

waarop de stadsdiensten de revitalisatie<br />

van rechteroever gezamenlijk<br />

aanpakken centraal. In het verleden<br />

werden immers reeds veel middelen<br />

vanuit verschillende diensten geïnvesteerd<br />

in de wijk, zonder overtuigend<br />

en samenhangend resultaat. Het<br />

stadsproject voor <strong>Kern</strong> <strong>Rechteroever</strong><br />

dient daarom zowel mobiliserend en<br />

verbindend, laagdrempelig als daadkrachtig<br />

te zijn.<br />

A. DEELPROJECTEN<br />

1. Moorselbaan<br />

De Moorselbaan is de belangrijkste<br />

oostelijke invalsas tot het projectgebied<br />

en tot het centrum van <strong>Aalst</strong>. Doordat<br />

haar rol als ‘poort’ tot Linkeroever de<br />

laatste jaren dermate dominant is<br />

geworden, is de straat in een neerwaartse<br />

spiraal terecht gekomen en heeft het<br />

de omgevingskwaliteit van het lokale<br />

woonweefsel sterk aangetast.<br />

Handelszaken sluiten hun deuren en<br />

vinden geen nieuwe eigenaars meer,<br />

de karakteristieke arbeiderswoningen<br />

worden door private ontwikkelaars<br />

getransformeerd tot een aaneenschakeling<br />

van appartementen, de<br />

doorwaadbaarheid van de bouwblokken<br />

daalt met een verarming van het<br />

publieke domein tot gevolg, fietsers en<br />

voetgangers worden door de obstakels<br />

op de smalle voetpaden verplicht om<br />

zich met het autoverkeer te mengen …<br />

Indien de Moorselbaan zich in de<br />

toekomst blijvend wenst te profileren<br />

als de levensader voor <strong>Rechteroever</strong> is<br />

een alternatief toekomstverhaal<br />

broodnodig.<br />

Omdat de staat van het wegdek een<br />

heraanleg onvermijdelijk maakt, en de<br />

stad dit voor de aanvang van de<br />

werken aan de Boudewijntunnel begin<br />

2015 wenst te doen, vormt deze<br />

conceptsubsidie een eenmalige en<br />

uitgelezen kans om het statuut van de<br />

Moorselbaan in vraag te stellen en te<br />

herdenken.<br />

2. Hoveniersplein<br />

Het Hoveniersplein is de belangrijkste<br />

open ruimte structuur in de wijk. Het<br />

plein wordt intensief gebruikt als<br />

centraal gelegen parkeerplaats<br />

dichtbij het centrum en werd ook deels<br />

ingericht als groen –en speelruimte<br />

voor de onmiddellijke omgeving. Toch<br />

haalt de buurt slechts weinig meerwaarde<br />

uit deze aanleg, daarvoor is de<br />

ruimte een te letterlijke en te gefragmenteerde<br />

tegemoetkoming aan de<br />

gestelde eisen – carnavalsproductie,<br />

parkeren en groen.<br />

Hoewel parkeren een belangrijk<br />

programmaonderdeel is van het<br />

Hoveniersplein, heeft de bevolkingstoename<br />

in de onmiddelijke omgeving in<br />

de toekomst vooral nood aan sport –en<br />

speelruimte, groen, … zuurstof voor de<br />

wijk. Een succesvol toekomstverhaal<br />

voor het Hoveniersplein houdt dus<br />

rekening met de bovenlokale rol van<br />

het plein, maar schenkt een bijzondere<br />

aandacht aan de lokale functie die het<br />

plein hoort op te nemen.<br />

3. Carnavalswerkhallen<br />

De carnavalswerkhallen worden van<br />

september tot maart intensief gebruikt<br />

door de carnavalsverenigingen als<br />

productieruimte voor de praalwagens.<br />

Deze intensieve productie heeft zich als<br />

een KMO terug getrokken in een<br />

gesloten box, waardoor het slechts een<br />

beperkte relatie aangaat met de<br />

context. Dit is een gemiste kans omdat<br />

een grotere wisselwerking tussen de<br />

wijk en de carnavalsproductie een<br />

belangrijke identiteitsvormende laag<br />

zou kunnen toevoegen aan het<br />

Hoveniersplein en bij uitbreiding<br />

geheel <strong>Rechteroever</strong>.<br />

Ook de hallen zelf dienen dringend<br />

herdacht te worden. De beschikbare<br />

werkruimte is er te klein voor het grote<br />

aantal carnavalsgroepen, wat een<br />

efficiënte productie en brandveilige<br />

werkomgeving in de weg staat. Ook<br />

wenst het bestaande carnavalsmuseum<br />

op Linkeroever een actievere<br />

rol te spelen, waarvoor het naar het<br />

Hoveniersplein kijkt als alternatieve<br />

locatie.<br />

5<br />

De beoogde vernieuwing en eventuele<br />

uitbreiding met een carnavalsmuseum<br />

laat toe om in de toekomst een grotere<br />

wisselwerking en andere dynamiek na<br />

te streven tussen de creatieve productie<br />

en de wijk.<br />

B. SAMENWERKING TUSSEN<br />

STADSDIENSTEN EN ACTOREN<br />

Bij aanvang van de conceptstudie werd<br />

door zowel het College van<br />

Burgemeester en Schepenen als de<br />

stadsdiensten beklemtoond dat <strong>Kern</strong><br />

<strong>Rechteroever</strong> nood heeft aan een<br />

ambitieus maar vooral daadkrachtig<br />

toekomstverhaal met veel kans op<br />

slagen. De wijk was in het verleden<br />

immers reeds veelvuldig het onderwerp<br />

van onderzoek, en een hoop<br />

middelen werden reeds – verspreid<br />

– geïnvesteerd. Studies en participatietrajecten<br />

werden opgestart, maar<br />

hadden steeds een beperkt – en soms<br />

teleurstellend – resultaat, wat ervoor<br />

heeft gezorgd dat de wijk overbevraagd<br />

en onderzoeksmoe is.<br />

Nu is er actie nodig. Actie in de vorm<br />

van een beheersbaar en laagdrempelig<br />

project, dat een andere invulling<br />

geeft aan participatie in een reeds<br />

overbevraagde wijk. De investeringen<br />

in de omgeving (Prikkelprojecten,<br />

Feniks, Werfplein, NAC, …) die in het<br />

recente verleden reeds zijn gemaakt,<br />

renderen vandaag nog te weinig. De<br />

opgave voor het nieuwe stadsproject is<br />

om een dynamiek en een stapsgewijze<br />

ontwikkeling op gang te brengen, waar<br />

de gemaakte investering deel van<br />

uitmaken. Zo kunnen deze en toekomstige<br />

kosten ook echt renderen als<br />

investeringen in de toekomst van de<br />

wijk.


Verschillende evoluties liggen aan de basis van <strong>Rechteroever</strong> als<br />

de ‘andere’ oever - "over 't water". Wat eerst open ruimte was, werd<br />

vervolgens ingevuld door de industrie. En ook vandaag is de<br />

rechteroever nog een wijk met specifieke evoluties en tendenzen.<br />

Een wijk die vraagt om een specifiek toekomstproject dat de<br />

eigenheid niet weg vaagt maar inzet.<br />

6


OBSERVATIES<br />

A1<br />

De eerste woonkernen van <strong>Aalst</strong><br />

ontwikkelden op de beter en hoger<br />

gelegen bouwgronden van linkeroever.<br />

<strong>Rechteroever</strong> beschikte tot in de 20e<br />

eeuw nog over veel open ruimte. Tot de<br />

(textiel)industrie er zich langs Dender<br />

en spoor vestigde. Vandaag worden de<br />

goedkope maar laagkwalitatieve<br />

arbeiderswoningen in de wijk opnieuw<br />

bewoond door een diverse bevolking<br />

die vanuit het hele Brusselse en<br />

Vlaamse stadsgewest naar <strong>Aalst</strong><br />

migreert. <strong>Rechteroever</strong> was de voorbije<br />

eeuw een wijk van de fragielere<br />

bevolkingsgroepen, én als een stadsdeel<br />

dat voortdurend in verandering is.<br />

A. EEN WIJK OP EEN KRUISPUNT<br />

VAN TWEE ASSEN<br />

1. Oude industriële cluster tussen<br />

Dender en spoor<br />

In de negentiende eeuw transformeert<br />

de open ruimte onder invloed van de<br />

industriële revolutie op <strong>Rechteroever</strong><br />

drastisch. <strong>Rechteroever</strong> wordt een<br />

A2<br />

arbeidersoever, waar het bouwen van<br />

fabrieken en beluiken gemakkelijker te<br />

realiseren is. De strategisch gelegen<br />

open ruimte tussen Dender en spoor<br />

wordt ingenomen door de textielindustrie,<br />

en <strong>Rechteroever</strong> geraakt door de<br />

industriële cluster letterlijk afgesneden<br />

van het historische stadscentrum.<br />

Omdat de textielindustrie na de jaren<br />

’50 niet langer meer de concurrentie<br />

met het buitenland aan kan, sluiten<br />

vele bedrijven de deuren, of gaan ze op<br />

in grotere ondernemingen. Door de<br />

snelle de-industrialisatie komen<br />

hierdoor langs de Dender, tot in het<br />

centrum van <strong>Aalst</strong>, grote percelen en<br />

panden leeg te staan. De werkloosheid<br />

die hieruit volgt treft het hardst<br />

<strong>Rechteroever</strong>, waar de textielarbeid<br />

een belangrijk deel van het economische<br />

leven betekende. <strong>Rechteroever</strong><br />

transformeert naar een ‘doppersoever’,<br />

waar de werkloosheidsbijstand het hart<br />

van de wijk vormt, wat het negatieve<br />

imago tot op vandaag bepaalt.<br />

2. Moorselbaan als utilitaire invalsas<br />

De andere as waardoor <strong>Rechteroever</strong><br />

in sterke mate wordt bepaald en<br />

verdeeld is de Moorselbaan. Deze<br />

historische invalsas vormt een<br />

rechtstreekse verbinding met het<br />

centrum voor de bewoners van de<br />

Oostelijke Denderoever. Er wordt met<br />

het woonweefsel van <strong>Rechteroever</strong><br />

vaak te veel in het teken van deze<br />

connecterende functie omgegaan,<br />

waardoor de buurt veeleer als een<br />

doorstroomgebied naar het centrum<br />

wordt beschouwd dan als een bestemming<br />

en woonwijk op zich. De huidige<br />

programmatie van de parking op het<br />

Hoveniersplein en de carnavalshallen<br />

versterken deze utilitaire werking. De<br />

parkeerplaatsen worden ingevuld door<br />

bezoekers voor het historisch centrum<br />

of de carnavalshallen, en zij laten <strong>Kern</strong><br />

<strong>Rechteroever</strong> veelal links liggen. Ook<br />

het traject van de carnavalsstoet die op<br />

<strong>Rechteroever</strong> wordt geproduceerd,<br />

loopt volledig op <strong>Rechteroever</strong>.<br />

7


B. WEGTREKKENDE BEWEGINGEN<br />

1. Verdwijnende industrie en retail in<br />

Dender en spoorwegbundel<br />

De snelle de-industrialisatie die zich na<br />

de jaren vijftig heeft voorgedaan heeft<br />

voor een vacuüm gezorgd tussen<br />

Dender en spoor. Op de overmaatse<br />

percelen vestigen zich vanaf de jaren<br />

zestig groothandelaars, die <strong>Aalst</strong> en<br />

haar omgeving bedienen. Momenteel<br />

wordt onderzocht of en hoe de groothandelaars<br />

die nu in de wijk zijn<br />

gevestigd geherlokaliseerd kunnen<br />

worden naar andere stadsdelen.<br />

De vrijgekomen gronden kunnen in<br />

navolging van het RUP Pierre<br />

Corneliskaai herontwikkeld worden tot<br />

woningen op een stedelijke plint die<br />

ook andere functies kan bevatten.<br />

2. Kleinhandel langs Moorselbaan<br />

verdwijnt<br />

Als een gevolg van de harde begrenzing<br />

die spoorwegbundel en Dender<br />

vandaag vormen, richt een groot deel<br />

van het handelsapparaat van kern<br />

Rechter-oever zich op de wijk zelf. Door<br />

de hoge concentratie aan sociale<br />

woningen en de gemiddeld lage<br />

koopkracht van de bewoners is er een<br />

concentratie aan armoede ontstaan,<br />

wat het economisch klimaat veeleer<br />

ongunstig maakt. De kleinhandel langs<br />

de Moorselbaan gaat failliet en de<br />

omgeving van de Moorselbaan gaat<br />

gebukt onder het functie –en betekenisverlies<br />

door het toenemende aantal<br />

leegstaande woningen en gesloten<br />

handelszaken.<br />

C. STEDELIJKE ONTWIKKELINGEN<br />

1. Interstedelijke migratie naar<br />

industrieel weefsel<br />

De de-industrialisatie heeft haar<br />

stempel gedrukt op <strong>Rechteroever</strong>. De<br />

dalende tewerkstelling die volgde uit<br />

het sluiten van de fabrieken lag aan de<br />

basis van een sterke pendelarbeid<br />

waarbij Brussel een bestemming voor<br />

velen wordt. Deze evolutie zal alleen<br />

nog maar versterkt worden door het<br />

GEN-netwerk, wat een kortere pendeltijd<br />

en een betere verbinding mogelijk<br />

maakt. Er doet zich ook een omgekeerde<br />

evolutie voor: het laagkwalitatieve<br />

woning –en handelspatrimonium<br />

nabij het station vormt door haar<br />

bereikbaarheid en lage aankoopprijs<br />

een aantrekkingspool voor migranten<br />

uit Brussel.<br />

Dit leidt tot een geheel nieuwe dynamiek<br />

in de wijk met een vernieuwende<br />

demografische context. De inwijkelingen<br />

zijn meestal jonge gezinnen, met<br />

een lage tewerkstellings –en scholingsgraad.<br />

Tegelijkertijd vormen zij het<br />

sociale kapitaal van de wijk. Voor deze<br />

mensen is er momenteel echter een<br />

groot tekort aan groenvoorzieningen,<br />

speelruimte, aan zuurstof voor de wijk.<br />

Rondom de Varkensmarkt brengen<br />

deze inwijkelingen een eigen fragiele<br />

economie met zich mee, die neerstrijkt<br />

tussen de bestaande handelszaken.<br />

8


2. Ontwikkelingscontext: een wijk<br />

tussen grote stadsprojecten<br />

In navolging van enerzijds het masterplan<br />

Albrechtlaan, en anderzijds het<br />

RUP Tragel zijn er twee grote ontwikkelingspolen<br />

langs het projectgebied te<br />

vinden. Enerzijds wordt de wijk rond het<br />

Onze-Lieve-Vrouweziekenhuis ontwikkeld<br />

tot een zorgcluster, waar de stad<br />

wenst in te zetten op ouder worden en<br />

revalideren in wijkverband.<br />

Daarnaast is er nog het masterplan<br />

‘Filatures and Urban Fabrics’ dat in de<br />

Dender –en stationsomgeving van<br />

kracht is. Doordat de zorgwoonwijk<br />

Mijlbeek een nieuwe fase heeft aangevangen,<br />

en ook het Onze-Lieve-<br />

Vrouweziekenhuis van plan is om uit te<br />

breiden met een nieuw cardiologisch<br />

centrum wordt <strong>Kern</strong> <strong>Rechteroever</strong><br />

momenteel tussen twee grootschalige<br />

ontwikkelingen opgespannen, en dient<br />

ze daartussen een positie te zoeken.<br />

Hoe maken we van de Denderomgeving<br />

en de Moorselbaan twee<br />

assen die voor een betere doorbloeding<br />

zorgen in plaats van bloedafsnijdend<br />

te werken? Welke positie neemt<br />

de handelskern vervolgens in als<br />

knooppunt op de assen en tussen de<br />

verschillende nieuwe ontwikkelingen<br />

en de bestaande kern?<br />

Hoe bewaren we en ondersteunen we<br />

de bestaande productiviteit op<br />

<strong>Rechteroever</strong>. En op welke manier<br />

bundelen we de verschillende dynamieken<br />

en processen die in de wijk<br />

lopende zijn? En maken we van<br />

<strong>Rechteroever</strong> een bestemming én een<br />

samenhangend stadsdeel zonder het<br />

wijkniveau uit het oog te verliezen?<br />

9


A<br />

R<br />

PRODUCTIEVE STAD<br />

VOORZIENENDE STAD<br />

STERK WOONWEEFSEL<br />

<strong>Aalst</strong> maakt als middelgrote stad deel uit van een ruimer<br />

stadslandschap dat zich opspant tussen Brussel en Gent. Nadenken<br />

over <strong>Rechteroever</strong> kan dus nooit losgekoppeld worden van<br />

nadenken op bovenlokale schaal. Een succesvol toekomstverhaal<br />

voor <strong>Rechteroever</strong> dient ook de lokale schaal maximaal te<br />

integreren en vertrekt idealiter van de bouwstenen die reeds in het<br />

weefsel aanwezig zijn, voegt ze samen zodat ze versterkend werken.<br />

10


VISIE & AMBITIE<br />

<strong>Aalst</strong> staat niet op zichzelf maar maakt<br />

deel uit van een ruimer stedelijk<br />

weefsel dat van Brussel tot Gent loopt.<br />

Dit stadslandschap wordt vormgegeven<br />

en bepaald door overkoepelende<br />

structuren zoals mobiliteits-, water- en<br />

groennetwerken, maar haalt haar<br />

lokale en socio-culturele eigenheid uit<br />

het de onmiddellijke context: de<br />

kwaliteit van het leefweefsel, de<br />

werkgelegenheid, de demografische<br />

samenstelling, het (industriële)<br />

erfgoed,etc …<br />

De uitdaging waarvoor <strong>Rechteroever</strong> in<br />

de toekomst staat is in dit opzicht<br />

vergelijkbaar met andere middelgrote<br />

steden, ook in Mechelen, Dendermonde,<br />

Sint-Niklaas, … doen zich<br />

stedelijke evoluties rond stationswijken<br />

voor die in spanning komen te staan<br />

met de oorspronkelijke context. Eigen<br />

aan <strong>Aalst</strong> is wel de sterke en identiteitsverlenende<br />

speler van de carnavalswerking.<br />

<strong>Rechteroever</strong> beschikt over<br />

een mix van ingrediënten die –<br />

wanneer ze op de juiste manier op<br />

elkaar afgestemd worden –als een<br />

uitzonderlijke katalysator kunnen<br />

werken, waarbij de volkse buurt door<br />

middel van draagkrachtige (groot)<br />

stedelijke functies een aantrekkingspool<br />

wordt voor <strong>Aalst</strong>.<br />

In de kern van <strong>Rechteroever</strong> zijn de<br />

ingrediënten voor een geslaagde mix<br />

zeker en vast aanwezig om bovenlokale<br />

functies te voorzien die een<br />

positieve neerslag hebben op<br />

wijkniveau: een handelsapparaat dat<br />

zowel op regionale schaal als op<br />

buurtniveau werkt, het verenigingsleven<br />

binnen de carnavalswerking met<br />

een aantrekkingskracht tot ver daarbuiten,<br />

etc …<br />

Om tot een ambitieus stadslandschap<br />

te komen zijn er drie werkvelden waarin<br />

<strong>Rechteroever</strong> zich nu al onderscheidt,<br />

en waarop er tegelijkertijd nog veel<br />

winsten te boeken zijn: het productief<br />

weefsel, het voorzienend weefsel en het<br />

sterk woonweefsel.<br />

A. PRODUCTIEF WEEFSEL<br />

Het productieve weefsel is historisch<br />

gezien de belangrijkste onderlegger<br />

van de wijk. <strong>Rechteroever</strong> is de productieve<br />

oever, de oever van de fabrieken<br />

en de arbeiders, waar de bevolking<br />

hoofdzakelijk een technisch profiel<br />

heeft. Het opleidingsniveau is eerder<br />

laag, vele leerlingen volgen een<br />

beroeps –of technische opleiding in de<br />

technische scholen van <strong>Aalst</strong>.<br />

Maar ook ondernemerschap zit in het<br />

DNA van de wijk. De arbeidersoever<br />

bouwde een handelsapparaat uit op<br />

maat van de wijk, en vandaag is de<br />

Varkensmarkt een hoogdynamische<br />

omgeving, waar er enerzijds veel zaken<br />

sluiten, maar deze anderzijds worden<br />

vervangen door nieuwe vormen van<br />

– soms fragiel – ondernemerschap.<br />

Ruimtelijk toont deze productiviteit zich<br />

langs de straat, maar een groter deel<br />

van de productie zit verborgen in<br />

tuinhuisjes, garageboxen, oude<br />

industriële hallen en loodsen. Er zijn<br />

ook de vakmannen zoals de pottenbakker,<br />

de goudsmid, en de panden<br />

waar nieuwe creatieve economieën<br />

ruimte vinden.<br />

Tot slot is er ook nog de cultuurproductie<br />

op Vlaams niveau in Netwerk. En de<br />

carnavalsproductie die voor een<br />

jaarlijkse opstoot van creativiteit en<br />

productie in het stadsdeel zorgt.<br />

Sommige spin-offs van de carnavalswerking<br />

groeien zelfs uit tot ondernemingen<br />

van (inter)nationaal niveau.<br />

Nog belangrijker dan de productie in<br />

de werkhallen is de vrijwillige inzet<br />

voor de kostumering, grimage, … die<br />

zich in veranda’s en tuinen voltrekt.<br />

B. VOORZIENEND WEEFSEL<br />

Het industriële verleden ligt voor een<br />

groot deel aan de basis van het grote<br />

aandeel aan voorzieningen gericht op<br />

kansarme groepen in de wijk. Als een<br />

gevolg van de werkloosheid die volgde<br />

uit de-industrialisatie heeft<br />

<strong>Rechteroever</strong> zich immers moeten<br />

uitbouwen als wijk voor bewoners met<br />

een minder kapitaalkrachtig profiel.<br />

Vele voorzieningen en vzw’s zijn actief<br />

in het weefsel, van voedselbedeling tot<br />

wijkwerkingen, …<br />

Daarnaast zijn er de plannen om in de<br />

toekomst een woon –en zorgcluster uit<br />

te bouwen aan het Onze-Lieve-<br />

Vrouwziekenhuis. Het masterplan heeft<br />

er de ambitie om een pilootproject voor<br />

Vlaanderen te zijn, waarbij het woonzorgprogramma<br />

als een geïntegreerde<br />

wijkvernieuwing gezien wordt, in de<br />

plaats van een geïsoleerde campusontwikkeling<br />

voor één doelgroep.<br />

C. STERK WOONWEEFSEL<br />

Hoewel de woningen op <strong>Rechteroever</strong><br />

van een gemiddeld lage kwaliteit zijn,<br />

liggen ze relatief goed in de marktomwille<br />

van de lage aankoopprijs gecombineerd<br />

met de centrale ligging.<br />

<strong>Rechteroever</strong> kent dan ook een gemiddeld<br />

hoog percentage eigenaars. De<br />

voorzieningen in de wijk zijn echter nog<br />

niet afgestemd op de bestaande en<br />

verwachte bevolkingsaangroei.<br />

Nochtans biedt <strong>Rechteroever</strong> hier zeker<br />

ruimte voor, in de kern zijn er voldoende<br />

grote percelen die op korte termijn vrij<br />

komen en langs de Moorselbaan zijn<br />

de bouwblokken overgedimensioneerd<br />

en de percelen erg diep, wat toegevoegde<br />

functies binnen het bouwblok<br />

mogelijk maakt.<br />

Momenteel zij er in de wijk al een<br />

aantal initiatieven lopende die de<br />

kwaliteit van het woonweefsel trachten<br />

op te waarderen. De 'prikkelprojecten'<br />

zijn bijvoorbeeld punctuele interventies<br />

in het woonweefsel, ondermeer door<br />

woningen in slechte staat of op een<br />

strategische plek op te komen, te<br />

renoveren en terug te verkopen.<br />

11


WERKGROEP INRICHTING PUBLIEKE RUIMTE<br />

Gewenste verkeerscirculatie en impact op publiek domein<br />

Eén leidende visie wordt voorgesteld die wenst in te zetten op<br />

productieve, voorzienende en sterke woonlandschappen. Deze<br />

wordt de kern in <strong>Rechteroever</strong> en in het woongebied langs de<br />

Moorselbaan, op twee specifieke manieren concreet gemaakt, aan<br />

de hand van twee structurerende ingrepen.<br />

12


RUIMTELIJKE HEFBOMEN<br />

A. INZETTEN OP STRUCTURERENDE<br />

INGREPEN VOOR WIJK & KERN<br />

As 1: Moorselbaan<br />

In de omgeving van de Moorselbaan<br />

wordt het laagdynamische karakter in<br />

de verf gezet door in te zetten op sterke<br />

woonomgevingen, waarbij poreuze<br />

bouwblokken en zachte verbindingen<br />

de nodige zuurstof moeten geven aan<br />

de wijk. De Moorselbaan werkt als<br />

structurerende as binnen het Oostelijke<br />

deel van <strong>Rechteroever</strong>. Vandaag<br />

functioneert deze ruggegraat uitsluitend<br />

als een toegangspoort tot<br />

Linkeroever.<br />

Deze evolutie dreigt nog versterkt te<br />

worden door de geplande stadsontwikkelingen<br />

rond de Stationsomgeving en<br />

Mijlbeek ten Oosten en Westen van de<br />

Moorselbaan, die een dynamiek zullen<br />

veroorzaken die de idee van <strong>Kern</strong><br />

<strong>Rechteroever</strong> als doorstromingsgebied<br />

alleen nog maar zullen bestendigen, en<br />

zonder bijkomende maatregelen zelfs<br />

zullen versterken.<br />

De organisatie van de verkeersstromen<br />

is echter een belangrijke hefboom voor<br />

de ontwikkeling van een stad en haar<br />

stadsdelen. Daarom dient de mobiliteitskeuze<br />

bij het herdenken van de<br />

Moorselbaan de mobiliteitstechnische<br />

randvoorwaarden te respecteren, maar<br />

is het minstens even belangrijk om deze<br />

keuze dienend ten opzichte van de<br />

stedenbouwkundige ambitie en logica<br />

te nemen.<br />

Omwille van bovenstaande reden<br />

wordt er eenrichtingsverkeer geadviseerd.<br />

De Moorselbaan is als historische<br />

invalsweg met handelsweefsel<br />

stelselmatig geëvolueerd tot een<br />

woonstraat. Het is daarom wenselijk<br />

dat de toekomstige inrichting van het<br />

openbaar domein deze evolutie<br />

maximaal ondersteunt. Dit door zowel<br />

in parkeerplaatsen voor bewoners te<br />

voorzien als ook door de zwakke<br />

weggebruiker de nodige ruimte te<br />

geven. In de huidige situatie, met<br />

twee-richtingsverkeer, is die ruimte er<br />

niet. De bovenvermelde doelstellingen<br />

13<br />

zijn gezien het smalle profiel van de<br />

Moorselbaan enkel te verwezenlijken<br />

indien er gekozen wordt voor<br />

éénrichtingsverkeer.<br />

Daarnaast lijkt het binnen het kader<br />

van de conceptvisie noodzakelijk om<br />

complementair op de stadsprojecten<br />

rond de stationsomgeving en Mijlbeek<br />

in te zetten op het weefsel ten noorden<br />

en ten zuiden van de Moorselbaan,<br />

opdat <strong>Rechteroever</strong> ook de omgevingskwaliteiten<br />

bekomt en behoudt om als<br />

kwalitatieve woonomging te<br />

functioneren.<br />

Tegengesteld aan de zeer lage kwaliteit<br />

langs de Moorselbaan is de<br />

kwaliteit aan de binnenzijde van de<br />

bouwblokken immers erg groot. De<br />

achtergevels geven uit op de binnenzijde<br />

van overmaatse bouwblokken die<br />

een gamma aan andere functies<br />

bevatten: scholen, kinderdagverblijfjes,<br />

atelierruimtes, garages, … Deze<br />

voorzieningen leveren een belangrijke<br />

toegevoegde waarde aan de


woonkwaliteit van <strong>Rechteroever</strong>, de<br />

ambitie is dan ook om dergelijke<br />

programma’s in het bouwblok verder<br />

aan te moedigen en te ondersteunen.<br />

Anders dan in menige Vlaamse steden<br />

lijkt het daarom geen goed idee om de<br />

bouwblokken te ontpitten (hun binnengebied<br />

groen maken, en de rand van<br />

het bouwblok sterker uit bouwen), maar<br />

wel om de doorwaardbaardheid te<br />

versterken zodat de beschikbare<br />

ruimtes terug inzetbaar worden voor<br />

nieuwe activiteiten en programma’s.<br />

AS 2: <strong>Kern</strong> <strong>Rechteroever</strong><br />

Omdat <strong>Kern</strong> <strong>Rechteroever</strong> daarentegen<br />

een hogere densiteit en verscheidenheid<br />

kent dan het woonweefsel<br />

langs de Moorselbaan, wordt er feller<br />

ingezet op bovenlokale functies met<br />

productieve inslag. <strong>Kern</strong> <strong>Rechteroever</strong><br />

ambieert op deze manier meer te<br />

worden dan een lokaal centrum langs<br />

de Moorselbaan, namelijk een nieuw<br />

productief centrum voor <strong>Aalst</strong>. Binnen<br />

de kern van <strong>Rechteroever</strong> worden de<br />

ambities gestructureerd en<br />

gerealiseerd langs een zachte as die<br />

dwars op de Moorselbaan staat.<br />

Dergelijke verbinding is essentieel om<br />

van de kern niet alleen een plek van<br />

doorstroom, maar ook een bestemming<br />

te maken, en de omgeving de nodige<br />

zuurstof te geven.<br />

Deze zachte, dwarse as is reeds latent<br />

aanwezig in de kern. Van carnavalshallen<br />

tot Pierre Corneliskaai worden<br />

open ruimtes via zachte doorsteken<br />

reeds aan elkaar geschakeld. Deze<br />

doorsteken zijn nooit zo bedacht<br />

geweest, ze zijn veeleer een toevallige<br />

constructie, maar toch bieden ze een<br />

parallelle wereld aan, die de nodige<br />

ruimte voorziet voor zachtere<br />

programma’s.<br />

Omwille van de vele ingrediënten die<br />

reeds in de wijk aanwezig zijn, zoals de<br />

grote leegstaande percelen, de carnavalsproductie,<br />

de handelskern, de<br />

hogere densiteit, de bevolkingstoename<br />

waarvoor er te weinig voorzieningen<br />

bestaan… wordt er ter<br />

14<br />

verwezenlijking van een ambitieus<br />

landschap in KRO de klemtoon gelegd<br />

op het uitbouwen van het productief en<br />

voorzienend weefsel.


B . INZETTEN OP EEN<br />

COMPLEMENTAIR EN PRODUCTIEF<br />

CENTRUM VOOR AALST<br />

De echte ambitie van deze conceptsubsidie<br />

is om van kern <strong>Rechteroever</strong> niet<br />

alleen een plaats van doorstroom,<br />

maar ook een bestemming te maken,<br />

dit door de beweging richting Dender<br />

die enkele jaren geleden door het<br />

stadsbestuur werd ingezet verder aan<br />

te moedigen en te versterken.<br />

Hierbij wordt de onmiddellijke omgeving<br />

rond de Sint-Annabrug verder<br />

opgewaardeerd als centraliteit door de<br />

investeringen die reeds werden<br />

gemaakt – NAC, werfplein - of<br />

gemaakt zullen worden – achterzijde<br />

stationsomgeving, fietsersbrug – aan<br />

elkaar te rijgen en te sluiten met behulp<br />

van een aaneenschakeling van<br />

publieke ruimtes op <strong>Rechteroever</strong>.<br />

eigenschap die tot op vandaag haar<br />

identiteit verleent heeft aan het omliggende<br />

stadslandschap. Dit ruwe<br />

industriële karakter is tegengesteld aan<br />

het historische centrum, waar er net<br />

zoals in andere steden erg ingezet<br />

wordt op behoud en restauratie van<br />

wat bestaat en als een fraaie, onberispelijke<br />

winkel-wandelzone wordt<br />

geprogrammeerd.<br />

Dit kan nooit de identiteit van<br />

<strong>Rechteroever</strong> zijn. Dit knooppunt langs<br />

een oude industriële as is ruw, vrij voor<br />

interpretatie, volks, eerlijk en eigentijds.<br />

Beide kernen – de historische en de<br />

productieve – zullen op deze manier<br />

nooit met elkaar in concurrentie gaan.<br />

Ze zijn op elkaar afgestemd, complementair,<br />

wat een verweving tussen<br />

beide oevers vergroot.<br />

Wat <strong>Aalst</strong> immers uniek maakt is dat<br />

de productie altijd al tot diep in het<br />

centrum van de stad heeft gezeten, een<br />

15


De buik van <strong>Rechteroever</strong> bestaat uit drie verschillende werelden<br />

die naast elkaar bestaan: het Hoveniersplein met de carnavalswerkhallen,<br />

de handelskern, en de Pierre Corneliskaai. Tegelijk zijn<br />

er enorm grote percelen die kansen bieden voor toekomstige<br />

ontwikkelingen. Als deze werelden en individuele percelen apart<br />

worden ontwikkeld, dan is dat een gemiste kans op een coherente<br />

ontwikkeling van de kern van <strong>Rechteroever</strong>.<br />

16


ACTUELE SITUATIE<br />

A<br />

A. DRIE PARALLELLE WERELDEN<br />

1. Carnavalshallen<br />

Omdat het voornamelijk mensen van<br />

buiten <strong>Rechteroever</strong> zijn die deelnemen<br />

aan de carnavalsproductie en de stoet<br />

hoofdzakelijk op Linkeroever doorgaat,<br />

vormt de carnavalswerking een eiland<br />

binnen <strong>Rechteroever</strong>. De productie<br />

gebeurt er in een gesloten box, en wordt<br />

vanuit de wijk vaak geassocieerd met<br />

geluids – en verkeersoverlast. Over het<br />

toekomstig gebruik van de carnavalshallen<br />

werden reeds een aantal ideeën<br />

gelanceerd in het masterplan voor de<br />

Albrechtlaan. Een veelvoorkomende<br />

ambitie hierbij is om de hallen in<br />

sterkere mate te betrekken bij de buurt.<br />

2. Handelskern<br />

Het handelsweefsel aan de 1 Meistraat<br />

en Varkensmarkt wordt gekarakteriseerd<br />

door een gemengd handelsapparaat<br />

dat zowel op regionale als<br />

lokale schaal werkt. Binnen de wijk is er<br />

een dubbele evolutie aan de gang,<br />

waarbij enerzijds veel handelszaken<br />

B<br />

hun deuren sluiten en anderzijds<br />

vervangen worden door een fragielere<br />

vorm van ondernemen, een dynamiek<br />

die een identiteitsshift binnen de wijk<br />

met zich meebrengt.<br />

3. Pierre Corneliskaai<br />

De industrie en groothandel langs de<br />

Dender verdwijnt stelselmatig, waardoor<br />

er veel productieruimtes leeg<br />

komen te staan. Deze productieruimtes<br />

bezetten momenteel veel grote percelen<br />

met een strategische positie langs<br />

de Dender. De stad heeft de ambitie om<br />

middels een RUP de bouwblokken<br />

langs de Dender te herontwikkelen tot<br />

een ‘Dansende Denderwand’, waarbij<br />

men een filosofie van wonen op een<br />

stedelijke plint nastreeft.<br />

B. VEELHEID AAN BESCHIKBARE<br />

RUIMTE<br />

In de buik van <strong>Rechteroever</strong> komen er<br />

veel grote aaneengesloten percelen<br />

binnen afzienbare tijd vrij door de<br />

verplaatsing van de groothandelaars<br />

en KMO’s langs de Pierre Corneliskaai<br />

naar het Sieseghem bedrijventerrein of<br />

de Albrechtlaan. Hierdoor wordt er veel<br />

nieuwe ruimte beschikbaar in de<br />

omgeving van de drie deelgebieden,<br />

grote aaneengesloten percelen, die de<br />

ambities voor een ambitieus stadslandschap<br />

kunnen helpen realiseren.<br />

17


<strong>Kern</strong> <strong>Rechteroever</strong> toont zich als een specifieke wijk met een dense<br />

kern, die in twee gesneden wordt door de Moorselbaan. Met een<br />

sterke bevolkingsgroei in het vooruitzicht, maar een schaarste aan<br />

kwalitatieve open ruimte, lijkt het essentieel om binnen de<br />

conceptsubsidie in te zetten op een zachte verblijfsomgeving die<br />

dwars staat op de Moorselbaan. Een ontwikkelingsplatform.<br />

18


COMMON GROUND<br />

<strong>Kern</strong> <strong>Rechteroever</strong> is een hoogdynamische<br />

wijk. Dit is het gevolg van een<br />

metropolitane druk uit Brussel. De wijk<br />

kent een sterk toenemende bevolkingsaangroei,<br />

die een snel opeenvolgende<br />

uitwisseling van mensen en ideeën<br />

mogelijk maakt. Oude handelszaken<br />

sluiten hun deuren en worden vervangen<br />

door nieuwe ondernemingen met<br />

andere bedrijfsvoeringen, producten en<br />

cliënteel. Daarnaast zijn er ook fragmenten<br />

van een nieuw en creatief<br />

ondernemerschap: de oprichting van<br />

een creatieve cluster aan Hertshage, de<br />

pottenbakker, de carnavals spin-offs<br />

met internationale uitstraling, … Deze<br />

evoluties worden momenteel echter niet<br />

op elkaar afgestemd. Elke ondernemer<br />

richt zich op zijn eigen perceel, waardoor<br />

veel mogelijke kruisbestuivingen<br />

verloren gaan, en kansen worden<br />

gemist.<br />

EEN NIEUW LEVENSADER<br />

Een nieuwe publieke ruimte, de<br />

‘common ground’ (werktitel), wordt<br />

dwars doorheen die deelruimte en<br />

–projecten ingericht. Van de achterzijde<br />

van het station (pendelparking) tot aan<br />

de carnavalshallen ontstaat een<br />

levensader die de vele beschikbare<br />

ruimtes en de deelprojecten aan elkaar<br />

rijgt en inschrijft in één project voor <strong>Kern</strong><br />

<strong>Rechteroever</strong>.<br />

Samen vormen de Pierre Corneliskaai,<br />

het handelsweefsel en de Carnavalswerkhallen<br />

op het Hoveniersplein een<br />

aaneensluitend lint, een belangrijke<br />

levensader die doorheen de wijk<br />

<strong>Rechteroever</strong> loopt. Er bestaan reeds<br />

connecties tussen deze drie werelden<br />

via toevallige doorsteken en parkings,<br />

maar deze connecties zijn veeleer<br />

toevallig tot deze drie werelden via<br />

toevallige doorsteken en parkings,<br />

maar deze connecties zijn veeleer<br />

toevallig tot stand gekomen en allesbehalve<br />

zo bedacht. Hierdoor bestaat er<br />

een interessante en karakteristieke<br />

sequens binnen de wijk van voor –en<br />

achterkanten, formele en informele<br />

ruimtes, … die verder ontwikkeld en<br />

versterkt kan worden.<br />

Via de ontwikkeling van de ‘common<br />

ground’ en van de omliggende gebouwen<br />

en grote ruimtes wordt de wijk van<br />

een levensader en zuurstof voorzien:<br />

een centrale publieke ruimte voor jong<br />

en oud, meer ruimte voor sport en spel,<br />

ruimtes waar de creatieve kracht van<br />

carnaval en kunst worden ondersteund<br />

en waar ze zich tonen, een kern voor<br />

<strong>Rechteroever</strong> waar nieuwe ateliers<br />

ruimte en ondersteuning bieden aan<br />

het ontluikende vakmanschap.<br />

Deze levensader verloopt via de<br />

Carnavalshallen - Hoveniersstraat<br />

– Varkensmarkt – Moutstraat –<br />

Houtkaai tot aan de toekomstige<br />

fietsersbrug. Dit traject werd zodanig<br />

bepaald dat het een logische dwarse<br />

verbinding maakt tussen de<br />

carnavalshallen en de Pierre<br />

Corneliskaai, omdat de mogelijkheden<br />

en kansen langs dit traject liggen (dit in<br />

mindere mate bij traject dat via de<br />

hoek van de Binnenstraat door het<br />

bouwblok Vandenameele zou lopen).<br />

Toch is dit geen afgewerkt project of<br />

ultiem na te streven ideaalbeeld. De<br />

zachte as die verschillende werelden<br />

aan elkaar koppelt is belangrijk en<br />

moet geïntegreerd worden, het exacte<br />

traject moet dit niet.<br />

19


Wat wordt er mogelijk wanneer de publieke ruimte niet gezien<br />

wordt als een doelstelling op zich, maar als instrument om allianties<br />

te kweken? Een tijdelijk testplatform waarin maatschappelijke<br />

doelstellingen ruimte en draagvlak krijgen om zich te ontwikkelen<br />

en ontplooien, en zo een ruggegraat te vormen voor wijk en stad?<br />

20


ONTWIKKELINGSVISIE<br />

Om ruimte en processen beter op<br />

elkaar te kunnen afstemmen is het<br />

belangrijk om een overzicht te krijgen<br />

van wat al bestaat. Welke bouwstenen<br />

zijn er reeds aanwezig in het weefsel en<br />

welke koppelingen kunnen gemaakt<br />

worden opdat de verschillende elementen<br />

elkaar versterken?<br />

TWEE BOUWSTENEN<br />

1. Potentieel te<br />

(her)ontwikkelen ruimte<br />

De publieke ruimte binnen <strong>Kern</strong><br />

<strong>Rechteroever</strong> bestaat uit een aaneenschakeling<br />

van deelgebieden die van<br />

de carnavalshallen tot aan de Pierre<br />

Corneliskaai loopt (Carnavalshallen<br />

– Hoveniersstraat – Varkensmarkt<br />

– Moutstraat – Houtkaai). Hoewel deze<br />

open ruimtes een lage omgevingskwaliteit<br />

hebben, voegen ze toch aan de<br />

publieke ruimte een minimum aan<br />

kwaliteit toe door zachte verbindingen<br />

en doorsteken te realiseren dwars op de<br />

Moorselbaan.<br />

Zo is er de parkeerruimte aan de<br />

carnavalshallen, het parkeerterrein<br />

achter het advocatenkantoor, een<br />

overgedimensioneerde Varkensmarkt<br />

en percelen langs de Pierre<br />

Corneliskaai, de gronden boven het<br />

traject van de Molenbeek, het ingesloten<br />

perceel aan Vandenameele, … kort<br />

samengevat: <strong>Kern</strong> <strong>Rechteroever</strong><br />

beschikt over een veelheid aan open of<br />

bebouwde percelen die op korte<br />

termijn ter beschikking kunnen komen<br />

te staan.<br />

Binnen de conceptsubsidie werd er<br />

actief op zoek gegaan naar beschikbare<br />

ruimte in de omgeving van de<br />

zachte dwarse ruggegraat, een<br />

houding die in de toekomst verder moet<br />

worden volgehouden. Hiervoor is het<br />

noodzakelijk dat de beschikbare en<br />

waardevolle ruimte in kaart wordt<br />

gebracht en dit regelmatig geüpdatet<br />

wordt.<br />

2. Projecten & programma's<br />

Gelijkaardig als voor de percelen zijn<br />

er ook veel processen en acties lopende<br />

op <strong>Rechteroever</strong> die momenteel nog<br />

niet in kaart werden gebracht of op<br />

elkaar afgestemd. Zo zijn er de<br />

gesprekken met de groothandelaars<br />

langs de Pierre Corneliskaai. Er werd<br />

tevens een participatief traject ‘BAM<br />

Varkensmarkt’ opgestart, de wijk werd<br />

bevraagd en lijvig gerapporteerd door<br />

HoGent, … Maar tot op vandaag levert<br />

dit te weinig vruchtbare resultaten<br />

doordat de verschillende acties niet in<br />

staat bleken te zijn om een gecombineerd<br />

effect te realiseren. Dit maakt dat<br />

er door de Stad in de wijk al erg veel<br />

middelen werden geïnvesteerd, zonder<br />

er per defenitie rendement uit te halen.<br />

Wat wel continu doorloopt en een<br />

belangrijke positie inneemt zijn de<br />

initiatieven die genomen worden door<br />

de vele VZW’s, verenigingen en actoren<br />

in de wijk. Zij zorgen voor een vaste<br />

aanvoer van bottom-up acties, die het<br />

stadsdeel haar voorzienend karakter<br />

meegeven.<br />

Binnen de conceptsubsidie wordt<br />

daarom actief op zoek gegaan naar de<br />

verschillende lopende processen, en<br />

wordt er geprobeerd om door een<br />

goede afstemming tussen deze processen<br />

tot een gecombineerd resultaat te<br />

komen. Na afloop van de conceptsubsidie<br />

is het dan ook belangrijk om dit<br />

register up to date te houden en verder<br />

actief op zoek te gaan naar mogelijke<br />

acties, deze in kaart te brengen, en te<br />

koppelen.<br />

DE COMMON GROUND ALS<br />

KOPPELING & INSTRUMENT<br />

Wat wordt er mogelijk wanneer de<br />

publieke ruimte niet gezien wordt als<br />

doelstelling op zich, maar als instrument<br />

om allianties te kweken? Een<br />

tijdelijk testplatform waarin maatschappelijke<br />

doelstellingen ruimte en<br />

draagvlak krijgen om zich te ontwikkelen<br />

en ontplooien, en zo een ruggegraat<br />

te vormen voor een wijk en een<br />

stad?<br />

Om zowel ruimtelijke als niet-ruimtelijke<br />

uitdagingen te beantwoorden<br />

wordt een ruimteplatform opgericht. Dit<br />

21<br />

instrument vormt zowel een fysieke<br />

ruggegraat voor de wijk, die van de<br />

carnavalswerkhallen tot aan de Pierre<br />

Corneliskaai loopt, als een omgeving<br />

waarin aan een andere vorm van<br />

stadsontwikkeling wordt gedaan, één<br />

die gebaseerd is op participatie en<br />

ruimte voor eigen initiatieven, maar<br />

met een sterke regie van de stad<br />

bovenaf.


???<br />

VOKA<br />

school maakplatform<br />

carnaval<br />

OPENBAAR<br />

DOMEIN<br />

...<br />

SCHELFHOUT<br />

Spazio<br />

PRIKKEL<br />

PROJECTEN<br />

VANDENAMEELE<br />

VZW Parol<br />

KICK-OFF<br />

VISMIJN<br />

Netwerk<br />

Carnavalisten<br />

VTI<br />

PARAPLU<br />

Netwerk<br />

???<br />

masterplan<br />

communicatie/participatie<br />

financiering<br />

Om een herontwikkeling zo ambitieus als die van de kern<br />

<strong>Rechteroever</strong> tot een goed eind te brengen is het essentieel dat de<br />

stad <strong>Aalst</strong> de regierol op zich neemt. Als regisseur kan de Stad <strong>Aalst</strong><br />

immers de richting bepalen waarnaar de herontwikkeling van<br />

<strong>Rechteroever</strong> dient uit te gaan – en dit in functie van haar<br />

stedenbouwkundige visie – en de diverse deelprojecten op elkaar<br />

af te stemmen, dit zowel inhoudelijk als qua timing.<br />

22


STAD ALS REGISSEUR<br />

A. STAD ALS REGISSEUR<br />

De herontwikkeling van de kern<br />

<strong>Rechteroever</strong> van de stad <strong>Aalst</strong> zoals<br />

deze hier wordt voorgesteld is een<br />

uitdagende en complexe opdracht. De<br />

herontwikkeling zal zich geleidelijk<br />

realiseren via een groot aantal diverse<br />

deelprojecten. Hierbij zijn zeer verschillende<br />

actoren betrokken zowel actoren<br />

van binnen de overheid als van actoren<br />

uit de private markt. Deze hebben allen<br />

een andere insteek, een ander belang<br />

en eigen financiële (on)mogelijkheden.<br />

De realisatie van dit project in al zijn<br />

deelaspecten vergt een belangrijke<br />

investering van overheid én privé. De<br />

herontwikkeling zal vele mensen niet<br />

onberoerd laten; bewoners, handelaars,<br />

eigenaars, carnavalliefhebbers,<br />

kunstenaars, … .<br />

Om een herontwikkeling zo ambitieus<br />

als die van <strong>Kern</strong> <strong>Rechteroever</strong> tot een<br />

goed eind te brengen is het essentieel<br />

dat de stad <strong>Aalst</strong> de regierol op zich<br />

neemt. Als regisseur kan de stad <strong>Aalst</strong><br />

immers:<br />

- De richting mee bepalen waarnaar de<br />

herontwikkeling van de <strong>Rechteroever</strong><br />

dient uit te gaan en dit in functie van<br />

haar stedenbouwkundige visie.<br />

- De diverse deelprojecten op elkaar<br />

afstemmen en dit zowel inhoudelijk als<br />

qua timing.<br />

- Op die manier kruisbestuiving in de<br />

hand werken tussen de projecten en<br />

ervoor zorgen dat 1 + 1 = 3 of anders<br />

gezegd dat de diverse deelprojecten<br />

een katalyserend effect hebben.<br />

- Alle actoren betrekken die de stad<br />

<strong>Aalst</strong> nuttig acht op de manier en op<br />

het moment de stad het wenst.<br />

Het belang om de regie in handen te<br />

houden van de stad wordt ook door de<br />

hogere overheden erkend en meer nog,<br />

vaak als voorwaarde – impliciet of<br />

expliciet – opgelegd voor het bekomen<br />

van eventuele subsidies. De kosten<br />

voor deze regie zijn een subsidiabele<br />

kost wanneer in een volgende fase<br />

eventueel subsidies van Vlaanderen of<br />

Europa worden toegekend. Voor de<br />

herontwikkeling van de kern<br />

<strong>Rechteroever</strong> kan men uitgaan van een<br />

fulltime projectregisseur/-leider voor<br />

een periode van 4 jaar en een fulltime<br />

projectassistent.<br />

De projectregisseur is de spilfiguur van<br />

het project maar uiteraard niet de enige<br />

die dit project ten uitvoer brengt. Hij/zij<br />

kan rapporteren aan een stuurgroep<br />

waarin onder andere politieke afgevaardigden<br />

zetelen en hij/zij kan zijn/<br />

haar werk voorbereiden samen met een<br />

plangroep (ambtelijke groep) die<br />

bestaat uit administratieve verantwoordelijken<br />

en verantwoordelijken<br />

van vooraanstaande partners. In<br />

functie van het deelproject kan een<br />

afzonderlijke werkgroep worden<br />

opgericht (bvb. scholen – VOKA<br />

– carnaval) maar evengoed – om niet<br />

nodeloos te vervallen in zware organisatiestructuren<br />

– kan de projectregisseur<br />

gewoon via bilateraal contact<br />

afstemmen over een bepaald<br />

deelproject.<br />

Het verdient aanbeveling om bij de<br />

oplevering van deze studie onmiddellijk<br />

een projectregisseur/-leider aan te<br />

stellen en dit om de ontstane dynamiek<br />

binnen stad en partners verder te<br />

ontplooien tot concrete (deel)projecten.<br />

Met deze aanstelling en het werk dat<br />

de projectregisseur kan doen de<br />

komende maanden, zal de kans op<br />

toekenning van een Vlaamse en/of<br />

Europese subsidie alleen maar<br />

verhogen.<br />

B. VISIE = MASTERPLAN<br />

Om de herontwikkeling te kunnen<br />

sturen is het noodzakelijk om als stad<br />

een duidelijke en concrete visie te<br />

hebben. De stad <strong>Aalst</strong> nam hierin al<br />

een belangrijke stap door voorliggende<br />

opdracht te gunnen en alzo een eerste<br />

visie voor <strong>Kern</strong> <strong>Rechteroever</strong> uit te<br />

tekenen. Met dit resultaat zal de stad<br />

<strong>Aalst</strong> een concreet stadsproject kunnen<br />

lanceren, inclusief het ruimtelijk<br />

uitvoeringsplan dat als kader voor de<br />

beoordeling van stedenbouwkundige<br />

vergunningsaanvragen in dit deel van<br />

de stad zal dienen.<br />

23<br />

C. FINANCIERING<br />

Zo complex het project op zich is, zo<br />

complex is ook de financiering.<br />

Hiermee wordt bedoeld dat diverse<br />

deelprojecten op andere wijzen kunnen<br />

gefinancierd worden en dat er financiering<br />

nodig zal zijn van diverse actoren,<br />

zowel publieke als private actoren.<br />

We houden het in dit algemeen<br />

overzicht op de financiering vanuit de<br />

zijde van de overheid. Dat de overheid<br />

mede investeert in zulke projecten is<br />

een onontbeerlijk gegeven en dit voor<br />

een aantal redenen:<br />

-Het opnemen van de regisseursrol is<br />

een kost die de overheid logischerwijze<br />

zelf dient te financieren.<br />

-De aanleg van het openbaar domein<br />

langs de Common Ground is hét<br />

hefboom-deelproject van de herontwikkeling<br />

van de kern <strong>Rechteroever</strong>. Deze<br />

aanleg is reguliere taak en dus een<br />

evidente kost voor de overheid.<br />

-De noodzakelijke communicatie- en<br />

participatietrajecten waarin het project<br />

landing vindt bij alle gebruikers is een<br />

kost die bij de overheid terecht komt.<br />

-Het is vaak ómdat de overheid start<br />

met investeringen dat ook de privé<br />

volgt. Met andere woorden investeringen<br />

vanuit overheidszijde hebben een<br />

hefboomeffect op investeringen vanuit<br />

de privé. Dit is niet onlogisch, wanneer<br />

de privé ziet dat de overheid investeert<br />

zijn de risico’s om zelf te investeren in<br />

een (‘slechte’ of ‘mindere’) buurt ineens<br />

een stuk kleiner geworden.<br />

Heel expliciet werd in de vorige<br />

paragraaf gesproken over investeringen<br />

vanuit ‘de overheid’. Dit betekent<br />

dat de stad <strong>Aalst</strong> wel zelf mede zal<br />

dienen te investeren in de herontwikkeling<br />

van de kern <strong>Rechteroever</strong> maar dat<br />

zij er niet alleen voor staat.<br />

De stad kan het project indienen voor<br />

subsidiëring bij andere overheden. De<br />

meest voor de hand liggende is het<br />

Vlaams Stadsvernieuwingsfonds. Een<br />

andere mogelijkheid is het Europees<br />

Fonds voor Regionale Ontwikkeling<br />

(EFRO 2014–2020).


1. Vlaams Stadsvernieuwingsfonds<br />

De stad <strong>Aalst</strong> kreeg alvast een<br />

conceptsubsidie van het Vlaams<br />

Stadsvernieuwingsfonds voor de<br />

opmaak van een visie en een aanpak<br />

over de herontwikkeling van<br />

<strong>Rechteroever</strong>. Een logische volgende<br />

stap is het project in te dienen voor een<br />

projectsubsidie binnen het stadsvernieuwingsfonds.<br />

Dit is een subsidie van<br />

maximaal 5 mio euro voor projecten die<br />

‘een ingrijpende en duurzame vernieuwing<br />

van de stedelijke gebouwde<br />

ruimte koppelen aan initiatieven van<br />

samenlevingsopbouw en dat verwezenlijken<br />

door coproductie tussen<br />

publieke, private en civiele partners’.<br />

Voor een volledige uitleg over het<br />

opzet, de criteria en het verloop van<br />

deze subsidie-aanvraag verwijzen we<br />

naar www.thuisindestad.be (onder de<br />

rubriek ‘Stadsvernieuwing’ is zowel een<br />

algemene toelichting te vinden als een<br />

aanvraagformulier).<br />

Hier beperken we ons tot enkele grote<br />

criteria waaraan het project moet<br />

voldoen om kans te maken op de<br />

subsidie:<br />

- Kwaliteitsvolle ruimtelijke planning<br />

en ontwerp: Het project genereert een<br />

duidelijke verbetering op het vlak van<br />

de gebruiks-, belevings- en omgevingswaarde<br />

van het nieuwe of vernieuwde<br />

stadsgedeelte.<br />

- Integrale duurzaamheid: Het project<br />

dient bij te dragen tot de ecologische<br />

duurzaamheid, de sociale én de<br />

economische duurzaamheid.<br />

- Het project heeft een totaalkarakter,<br />

behelst multifunctionaliteit en creëert<br />

synergie.<br />

- Coproductieve ontwikkeling:<br />

* publiek-publieke samenwerking:<br />

subsidiariteit en horizontale samenwerking<br />

tussen publieke actoren.<br />

* publiek-private samenwerking:<br />

minimaal 30 % van het totale investeringsproject<br />

(bvb. in casu de volledige<br />

herontwikkeling van de kern rechteroever<br />

in al zijn deelaspecten met<br />

openbaar domein, bouwblok<br />

Schelfhout, carnavalshallen, drankencentrale<br />

…) wordt door private partijen<br />

gefinancierd.<br />

* samenwerking met de civiele maatschappij:<br />

communicatie, samenspraak<br />

en samenwerking tussen de stad, de<br />

huidige en toekomstige bewoners,<br />

actieve maatschappelijke groepen.<br />

De herontwikkeling van de <strong>Kern</strong><br />

<strong>Rechteroever</strong> te <strong>Aalst</strong> heeft alles in zich<br />

om een geslaagd stadsvernieuwingsproject<br />

te worden. Wat de vereiste<br />

private investering betreft kan ingebracht<br />

worden dat het bouwblok<br />

Schelfhout door een private partij<br />

(eventueel na verkoop onder voorwaarden<br />

door de stad <strong>Aalst</strong>) zal ontwikkeld<br />

worden en op de markt gebracht.<br />

Uitgaande van bvb 6.000 m2, heeft het<br />

bouwblok Schelfout een projectkost van<br />

meer dan +/- 7,5 mio euro. Op die<br />

manier komt men ruimschoots aan 30%<br />

private financiering van het totaalproject,<br />

wetende dat de heraanleg van het<br />

openbaar domein langs de Common<br />

Ground 20.000 m 2 omvat en kan<br />

gebudgetteerd worden op 4 mio euro.<br />

Deze kost kan de stad <strong>Aalst</strong> inbrengen<br />

ter subsidiëring door het Vlaams<br />

stadsvernieuwingsfonds.<br />

2. Andere<br />

Wat Europese fondsen betreft, diende<br />

de Belgische overheid recent een<br />

zogenaamde ‘partnerschapsovereenkomst’<br />

in bij de Europese Unie. Dit is<br />

een voorstel van overeenkomst in<br />

dewelke België aangeeft hoe ze de<br />

Europese Structuur- en<br />

Investeringsfondsen (met o.a. het<br />

Europees Fonds voor Regionale<br />

Ontwikkeling, kortweg EFRO) zal<br />

inzetten in de periode 2014-2020.<br />

Een definitief programma inclusief<br />

definitieve modaliteiten voor de<br />

besteding van deze fondsen is met<br />

andere woorden nog niet voorhanden.<br />

Dat maakt dat het op moment van<br />

opmaak van deze nota, niet mogelijk is<br />

met zekerheid te zeggen of dit project<br />

(en/of deelprojecten) in aanmerking<br />

komt voor Europese subsidies. Eind<br />

2014 komt hierover duidelijkheid.<br />

24<br />

Projecten kunnen voor subsidieaanvraag<br />

worden ingediend vanaf<br />

2015.<br />

D. COMMUNICATIE & PARTICIPATIE<br />

Naast de diverse deelprojecten zelf, de<br />

noodzakelijke rol van de regisseur, een<br />

visie onder de vorm van een masterplan,<br />

middelen ter financiering van het<br />

project is de laatste cruciale factor een<br />

goed communicatie- en<br />

participatietraject.<br />

Het project gaat over het creëren van<br />

een vernieuwde woon-, werk-, leefomgeving<br />

van vele burgers, handelaars,<br />

passanten, gebruikers, … . De herontwikkeling<br />

kan alleen maar slagen<br />

wanneer deze het project zullen<br />

ervaren als een absolute meerwaarde.<br />

Dit vergt van bij het begin van het<br />

project een doorgedreven communicatie<br />

én participatietraject, afgestemd op<br />

diverse doelgroepen, bvb. bewoners,<br />

handelaars, creatieve actoren uit<br />

cultuur- en evenementsector (carnavalsorganisatie,<br />

Netwerk, …). Ook de<br />

hogere overheden hechten veel belang<br />

aan communicatie en participatie.<br />

Kosten die hiermee gepaard gaan<br />

kunnen ingediend worden binnen een<br />

eventueel goedgekeurd<br />

subsidieproject.<br />

E. STAD ALS REGISSEUR EN STAD<br />

ALS ONTWIKKELAAR<br />

Zoals aangehaald, krijgt de herontwikkeling<br />

van de kern rechteroever vorm<br />

door een samenspel van diverse<br />

deelprojecten.<br />

De rol die de stad <strong>Aalst</strong> kan opnemen<br />

in deze deelprojecten verschilt. Ofwel<br />

treedt de stad op als regisseur en stuurt<br />

zij vanuit een passieve rol het deelproject<br />

in de gewenste richting van het<br />

masterplan. Ofwel neemt de stad een<br />

meer actieve rol op en wordt zij als het<br />

ware ‘ontwikkelaar’ van een deelproject.<br />

Dit houdt in dat de stad mede<br />

investeert (al dan niet met verworven<br />

subsidies van hogere overheden), alzo


een risico draagt in de realisatie van<br />

het project en de uitvoering ervan mee<br />

in de hand heeft.<br />

1. Schelfhout<br />

Wat de ontwikkeling van het bouwblok<br />

Schelfhout betreft bijvoorbeeld, wordt<br />

hier dieper ingegaan op een potentiële<br />

verdere aanpak. De ontwikkeling van<br />

dit bouwblok kan beschouwd worden<br />

als een erg belangrijk deelproject van<br />

de herontwikkeling van de kern<br />

rechteroever en dit dankzij zijn strategische<br />

ligging aan de Dender en de<br />

ruimtelijke impact op de omgeving. Dat<br />

het bouwblok nagenoeg in handen is<br />

van één eigenaar, die daarenboven te<br />

kennen gaf – gedeeltelijk – te willen<br />

verhuizen naar een andere locatie is<br />

daarenboven een extra troef om als<br />

stad hier ten volle de herontwikkeling<br />

te sturen.<br />

Een voor de hand liggende aanpak is<br />

dat de stad <strong>Aalst</strong> de eigendom van<br />

Schelfhout koopt en het zelf op de markt<br />

brengt onder voorwaarden (cfr. Infra).<br />

Dit vergt een investering van de stad<br />

<strong>Aalst</strong>, nl. de aankoop van de eigendommen,<br />

maar mits stedenbouwkundige<br />

voorwaarden afgetoetst aan de<br />

(vastgoed)markt en mits een actief<br />

projectleiderschap moet het mogelijk<br />

zijn dat de return uit de verkoop de<br />

kosten voor onder andere de aankoop<br />

terugverdient. Eens de stad <strong>Aalst</strong> de<br />

eigendommen heeft aangekocht, dient<br />

zij vervolgens een oproep op te maken<br />

voor een verkoop onder voorwaarden.<br />

Dit houdt in dat op dat moment alle<br />

aspecten aan de herontwikkeling van<br />

het bouwblok grondig dienen doordacht<br />

te worden.<br />

a. Een eventueel op te leggen<br />

specifieke invulling:<br />

Is er een specifieke invulling die de<br />

stad <strong>Aalst</strong> aan een deel van het<br />

bouwblok wil opleggen (bvb. kinderopvang,<br />

kunst- en cultuurcentrum, … )?<br />

Hiervoor kan men eerst nagaan aan<br />

welke functie er behoefte is (in deze<br />

wijk) en welke functie hier een meerwaarde<br />

zou bieden. Met de bepaling<br />

van een eventuele specifieke invulling<br />

dient volgende voor ogen te worden<br />

gehouden. Indien men deze oplegt als<br />

verplicht programma, heeft dit een<br />

‘prijs’ voor de weerhouden private<br />

partner. Dit zal ofwel verrekend worden<br />

in (een lager) bod aan de stad <strong>Aalst</strong><br />

ofwel later rechtstreeks worden aangerekend<br />

onder vorm van een huur- of<br />

verkoopprijs.<br />

b. Stedenbouwkundige randvoorwaarden<br />

aan de herontwikkeling van het<br />

bouwblok:<br />

Deze randvoorwaarden worden<br />

grotendeels aangeleverd door voorliggende<br />

studie. De stad <strong>Aalst</strong> dient te<br />

beslissen welke voorwaarden, bestemming,<br />

kwaliteiten, … zij als verplicht<br />

kader zal opleggen aan de kandidaat<br />

kopers van het bouwblok.<br />

c. Milieutechnische randvoorwaarden<br />

voor het te bouwen programma:<br />

De stad <strong>Aalst</strong> zal een uitspraak dienen<br />

te doen in de bevragingsbundel over<br />

de eventuele milieutechnische eisen<br />

die zij al dan niet wenst op te leggen<br />

(E70,passief, gebruik van groendaken,<br />

….)<br />

d. Financiële randvoorwaarden:<br />

Voor de herontwikkeling van dit<br />

bouwblok dient vooraf een financieel<br />

plaatje te worden opgemaakt met<br />

kosten en inkomsten. Elk van bovengenoemde<br />

punten (evt. specifieke functie,<br />

stedenbouwkundige en milieutechnische<br />

randvoorwaarden) hebben<br />

invloed op het financieel plaatje. Zoals<br />

aangehaald lijkt het mogelijk om met<br />

een voorgesteld ontwikkelbaar volume<br />

van +/- 5.000m² op het bouwblok<br />

Schelfhout een ‘zero project’ te maken<br />

nl. een project waarbij opbrengsten<br />

voor de stad <strong>Aalst</strong> opwegen tegen de<br />

kosten.<br />

Voor de oproep en dus voor de kandidaat<br />

private partners is het belangrijk<br />

mee te geven wat zij op financieel vlak<br />

kunnen verwachten van de stad <strong>Aalst</strong>,<br />

wat van hen verwacht wordt, hoe hun<br />

offerte zal beoordeeld worden, … Bij de<br />

opmaak van de oproep is het erg<br />

belangrijk dat een duidelijk kader<br />

wordt meegegeven aan de kandidaat<br />

private partners zodat duidelijk is wat<br />

25<br />

van hen verwacht wordt, wat mogelijk<br />

is, wat de bijdrage van de stad is, hoe<br />

hun offerte zal beoordeeld worden, …<br />

Met een duidelijk kader en dus een<br />

heldere bevragingsbundel kan de<br />

oproep gelanceerd worden en in een<br />

volgende fase gejureerd. Na een korte<br />

onderhandelingsperiode kan dan een<br />

samenwerkingsovereenkomst en<br />

overeenkomst tot overdracht gesloten<br />

worden tussen de stad <strong>Aalst</strong> en de<br />

private ontwikkelaar.<br />

2. Vandenameele<br />

Wat de eigendommen van de drankencentrale<br />

betreft, verdient het aanbeveling<br />

een informeel gesprek aan te gaan<br />

met de eigenaar over zijn toekomstplannen<br />

en over de visie van de stad<br />

over de kern rechteroever. Mogelijks is<br />

de eigenaar geïnteresseerd om op<br />

middellange termijn toch te verhuizen<br />

naar een andere locatie (afhankelijk<br />

van opbrengst huidige locatie en<br />

afhankelijk uiteraard van beschikbaarheid<br />

nieuwe –aantrekkelijke – locatie).<br />

In dit geval kan een aankoop door de<br />

stad overwogen worden, hoewel dit een<br />

veel groter investeringsproject zal zijn.<br />

Een andere optie is om als stad via<br />

verkaveling en stedenbouwkundige<br />

vergunning een hand te houden in de<br />

herontwikkeling hiervan.


Een succesvolle ontwikkeling van een wijk heeft meer dan een plan<br />

nodig. Het is pas als de kennis, de energie en de mogelijkheden van<br />

verschillende actoren – zowel stadsdiensten, verenigingen,<br />

economische partijen als burgers – kunnen worden geactiveerd<br />

binnen één mobiliserend toekomstproject, dat een ambitieuze<br />

ontwikkelingsvisie in stappen en deelprojecten kan worden<br />

gerealiseerd.<br />

26


CO-PRODUCTIEF PROCES<br />

Gedurende de eerste helft van 2014 is<br />

een ‘Atelier <strong>Kern</strong> <strong>Rechteroever</strong>’ ingericht.<br />

De verschillende actoren hebben<br />

rond verschillende (samen)werktafels<br />

meegebouwd aan de strategische visie<br />

voor <strong>Kern</strong> <strong>Rechteroever</strong>. Tegelijk<br />

hebben zij hun diverse ambities en<br />

noden vertaald in mogelijke eerste<br />

stappen en grote deelprojecten die de<br />

ontwikkeling van <strong>Kern</strong> <strong>Rechteroever</strong><br />

concreet en snel gestalte kunnen geven.<br />

Via dit co-productief proces kan nu van<br />

de schetsfase naar concrete acties en<br />

projecten worden verder gewerkt, om<br />

zowel op heel korte termijn (najaar<br />

2014) als op middellange termijn (tot<br />

2019) tijdelijke en permanente acties,<br />

projecten en transformaties te realiseren.<br />

DEELNEMERS WORKSHOPS &<br />

ATELIERS<br />

Stadsdiensten:<br />

- Dirk Auwelaert (dienst Mobiliteit en<br />

openbare werken)<br />

- Bart Backaert (dienst Onderhoud<br />

openbaar domein - Groen)<br />

- Els Bonnarens (team Planning en<br />

stadsvernieuwing)<br />

- Bart Broeckhove (AGSA projectleider<br />

- Gunnar Callebaut (team Cultuur,<br />

evenementen en infrastructuur, De<br />

Brug)<br />

- Jan De Mette (dienst Mobiliteit en<br />

openbare werken)<br />

- Magda De Wolf (directeur Ruimtelijke<br />

ordening, wonen, economie en milieu)<br />

- Karolien Dezeure (directeur Interne<br />

ondersteuning)<br />

- Bernadette Fortuin (team Cultuur,<br />

evenementen en infrastructuur,<br />

carnavalshallen)<br />

- Lien Grootvriendt (dienst Cultuur,<br />

jeugd en sport)<br />

- Liesbeth Longueville (team Wonen)<br />

- Hannes Raes (team Strategische<br />

planning & EISW - gebiedsgerichte<br />

werking)<br />

- Nico Rottiers (directeur Mobiliteit en<br />

openbaar domein)<br />

- Jo Saeys (dienst Economie en<br />

landbouw)<br />

- Sabine Smet (dienst Economie en<br />

landbouw)<br />

- Tineke Stockman (dienst Economie en<br />

landbouw)<br />

- Eddy Thijs (dienst Mobiliteit en<br />

openbare werken)<br />

- Sarah Van Cromphaut (team Planning<br />

en stadsvernieuwing)<br />

- Arnoud Van Der Straeten (team<br />

Cultuur, evenementen en infrastructuur)<br />

- Joke Van de Velde (dienst<br />

Samenleving en integrale veiligheid,<br />

gebiedsgerichte werking)<br />

- Gwen Vreven (algemeen directeur,<br />

AGSA)<br />

Lokale experten en actoren:<br />

- Adriana Barcenas (<strong>Aalst</strong> Mixt)<br />

- Yusuf Bilge (Turkse Moskee<br />

Binnenstraat)<br />

- Lander Claeys (Parol vzw,<br />

buurtwerker)<br />

- Paul Lagring (Netwerk)<br />

- Liesbeth Lissens (Parol vzw,<br />

buurtwerker)<br />

- Inge Poppe (Don Bosco BUSO)<br />

- Bart Van Den Driessche<br />

(beleidsondersteuning)<br />

- Luc Vermeiren (toezichter<br />

carnavalwerkhallen)<br />

- Annie Van Hoorick (Netwerk)<br />

- Tom Vints (Mint)<br />

- Frederik Wolumona (Afrik’<strong>Aalst</strong>)<br />

Stedenbeleid, Vlaamse Overheid:<br />

- Karim Cherroud (Vlaamse Overheid,<br />

team Stedenbeleid)<br />

- Thierry Goossens (Vlaamse Overheid,<br />

team Stedenbeleid)<br />

- Stijn Oosterlynck (Universiteit<br />

Antwerpen, lid regieteam<br />

stedenbeleid)<br />

27


Het <strong>Concept</strong> <strong>Stadsproject</strong> bestaat uit een visie, een duidelijke<br />

werkmethodiek en een eerste palet van acties en projecten voor de<br />

ontwikkeling van <strong>Rechteroever</strong>. De energie en ambitie van de<br />

verschillende actoren die tijdens de ateliers en workshops in kaart<br />

werd gebracht, kan worden gemobiliseerd voor onmiddellijke acties<br />

en tijdelijke transformaties tijdens de zomer en kerst 2014, zomer<br />

2015, en verder. Binnen dezelfde filosofie worden deze 'quick-wins'<br />

op middellange termijn versterkt en ondersteund door<br />

daadwerkelijke transformaties van de publieke ruimte, door de<br />

implementatie van nieuwe programma's en gebouwen, etcetera.<br />

28


STAPSGEWIJZE IMPLEMENTATIE<br />

2016<br />

2019<br />

2017<br />

2015<br />

MAAKPLATFORM<br />

EXOTISCH<br />

ONDERNEMEN<br />

GEDEELDE<br />

RUIMTE<br />

DE PARAPLU<br />

VAN KRO<br />

2014<br />

2018<br />

KICK-OFF<br />

HOUTKAAI<br />

MOGELIJKE INRICHTING 2019<br />

METAALWORKSHOP<br />

Het stadsproject voor <strong>Rechteroever</strong><br />

bestaat uit een verzameling van acties<br />

die zowel op heel korte als lange<br />

termijn uitgetest en gerealiseerd<br />

kunnen worden langs de Common<br />

Ground. Er liggen immers een groot<br />

aantal quick wins voor het rapen,<br />

eenmalige kansen - van de verhuis van<br />

Kind & Gezin uit de Oude Vismijn tot<br />

het aflopen van de concessie van de<br />

cafetaria aan de carnavalshallen,<br />

enz… Indien deze momenten en<br />

kansen goed benut worden, kunnen ze<br />

quasi onmiddellijk voor een nieuwe<br />

dynamiek zorgen in het stadsdeel.<br />

Daarnaast kunnen er op korte termijn<br />

ook al een aantal tests uitgevoerd<br />

worden, om te onderzoeken wat de<br />

Common Ground is of kan zijn, wat<br />

gewenst is bij een definitieve realisatie,<br />

welke actoren hier voor –of nadelen bij<br />

ondervinden, en hoe het geheel beter<br />

op elkaar afgestemd kan worden. Op<br />

deze manier wordt een anderssoortig<br />

participatieproces tot stand gebracht,<br />

waarbij de buurt actief kan meewerken<br />

aan de constructie van het eigen<br />

publiek domein, waarbij eventuele<br />

weerstand of tegenkanting constructief<br />

omgevormd wordt tot een voorstel dat<br />

voor een algemeen enthousiasme zorgt.<br />

Sommige van deze tests zullen positief<br />

gewaardeerd worden, andere negatief,<br />

maar allemaal zullen ze in één cruciaal<br />

element slagen: namelijk aantonen dat<br />

er aan <strong>Rechteroever</strong> gewerkt wordt.<br />

Hierdoor wordt een hoopgevend<br />

verhaal opgebouwd voor de wijk en<br />

haar bewoners. Hiervoor zijn alle<br />

bovenstaande acties nodig, zowel de<br />

onmiddelijke als de ambitieuze, de ene<br />

om aan te tonen dat er aan de wijk<br />

gewerkt wordt, de andere om<br />

<strong>Rechteroever</strong> werkelijk op een hoger<br />

niveau te krijgen. Dit door verder te<br />

bouwen op wat gedurende de workshops<br />

al in gang werd gezet.<br />

29


1. HOUTKAAI<br />

Tijdens de zomer organiseert Netwerk<br />

een kunstkamp. Als kick-off voor het<br />

stadsproject slaan Netwerk, de jeugddienst,<br />

groendienst en mobiliteitsdienst<br />

de handen in elkaar. De ruimte aan de<br />

houtkaai wordt tijdelijk verkeersvrij<br />

gemaakt, en zowel de mobiele speelpleinwerking,<br />

de kunstkampen,<br />

tijdelijke pick-nic tafels, de groendienst,<br />

en anderen transformeren en gebruiken<br />

de vrijgekomen ruimte. Tijdens de<br />

zomer van 2014 wordt de Common<br />

Ground verbeeld.<br />

Jeugddienst + Netwerk (kunstkamp) +<br />

groendienst + toerisme (pick-nick) +<br />

mobiliteitsdienst + ...<br />

30


ZOMER / NAZOMER 2014<br />

2. POP-UP VANDENAMEELE<br />

Achter één van de muren van<br />

Vandenameele ligt er vandaag een<br />

perceel verborgen waarvan de grond<br />

eigenlijk eigendom is van de Stad<br />

<strong>Aalst</strong>. Door het openbreken van deze<br />

muur kan de publieke ruimte in<br />

afwachting van de definitieve aanleg<br />

van de Common Ground reeds vrijgegeven<br />

worden en er al tijdelijke initiatieven<br />

(zoals een pop-up bar, een<br />

filmavond, …) georganiseerd worden,<br />

en dit in samenwerking met de<br />

drankenhandelaar.<br />

Stad <strong>Aalst</strong> + Vandenameele<br />

+ Parol + ...<br />

31


3. VOEDSEL & HANDEL -<br />

KERSTMARKT 2014<br />

Aan de Varkensmarkt wordt er tijdens<br />

de kerstperiode een voedselproject op<br />

gang getrokken dat het eten uit de wijk<br />

in de kijker zet. Dit project vormt de<br />

aftrap voor een reeks aan korte<br />

kleinschalige initiatieven die allemaal<br />

één doel hebben: de handel en horeca<br />

rond de Varkensmarkt en de<br />

Hoveniersstraat op de kaart zetten.<br />

Handel op <strong>Rechteroever</strong> mag immers<br />

gezien worden, ze is eigenzinnig,<br />

veelzijdig en voortdurend in<br />

ontwikkeling.<br />

Dienst economie + Vereniging handelaars<br />

+ Schelfhout + ...


JAARWISSELING 2014-2015<br />

4. GROEN PERSPECTIEF<br />

Wanneer de gronden boven de oude<br />

loop van de Molenbeek overgedragen<br />

worden naar de stad opent dit letterlijk<br />

perspectieven. Door middel van een<br />

groen perspectief, dat aanvangt op de<br />

Houtkaai en doorloopt tot aan de<br />

Carnavalshallen ,wordt het traject van<br />

de oude loop in het groen gezet en een<br />

visueel perspectief in de dense kern<br />

opengebroken. Zo wordt het driehoekig<br />

perceel aan Vandenameele definitief<br />

tot een publieke tuin en ruimte getransformeerd,<br />

en ingehuldigd voor de<br />

kersmarkt 2014.<br />

Stad <strong>Aalst</strong> + Vandenameele<br />

+ Parol + groendienst + ...<br />

33


5. DE PARAPLU VAN KRO<br />

In 2015 is het dan tijd voor een eerste<br />

echte creatie. Er wordt een<br />

ontwerpwedstrijd uitgeschreven voor<br />

een grote, mobiele infrastructuur op de<br />

Houtkaai. Dit artistiek project,<br />

waarvoor men tijdens de productie over<br />

een specifieke technische en creatieve<br />

bagage moet beschikken, moet een<br />

gezicht geven aan <strong>Rechteroever</strong>, en de<br />

filosofie van de Common Ground<br />

officieel in gang zetten en verbeelden.<br />

Deze installatie is bijvoorbeeld een<br />

paraplu of parasol, die een mobiel dak<br />

boven de Houtkaai installeert. De stad<br />

staat in voor de afstemming en<br />

organisatie: gelden worden<br />

vrijgemaakt, participatietrajecten<br />

opgesteld. Netwerk verzorgt mee de<br />

kwaliteitsbewaking en zoekt een<br />

kunstenaar die in de jury zetelt. De<br />

carnavalisten en hun spin-offs<br />

verzorgen de productie.<br />

Carnavalswerking + Technische<br />

opleidingen + Netwerk + Stad <strong>Aalst</strong><br />

34


ZOMER 2015<br />

6. PLEIN EN PAVILJOEN VOOR<br />

RECHTEROEVER<br />

Wanneer Kind & Gezin naar het NAC<br />

verhuist, zoekt de Oude Vismijn op de<br />

Houtkaai naar een nieuwe invulling.<br />

Voka, Parol, Netwerk en andere actoren<br />

zetten er samen in op een laagdrempelig,<br />

informatief en recreatief centrum,<br />

waar er nagedacht wordt over de<br />

toekomst van het projectgebied waar<br />

het midden in ligt, maar ook over het<br />

woonweefsel langs de Moorselbaan.<br />

VOKA + Parol + Dienst economie +<br />

Dienst mobiliteit + Netwerk + Dienst<br />

Planning + ...<br />

35


7. NIEUWE LEVENSADER VOOR KRO<br />

Door de tijdelijke ingrepen op de<br />

Common Ground is het gedeeld<br />

gebruik op korte tijd ingeburgerd en<br />

geliefd geraakt bij de bewoners.<br />

<strong>Rechteroever</strong> wil deze nieuwe levensader<br />

bestendigen. De Stad vraagt bij<br />

Vlaanderen steun voor het stadsvernieuwingsproject<br />

aan om de Common<br />

Ground te realiseren. De naam van<br />

deze nieuwe ruimte wordt via een<br />

wedstrijd gekozen.<br />

Dienst Planning + Mobiliteit +<br />

Openbare Werken + Gebiedsgerichte<br />

werking + (evt) Schelfhout + ...<br />

36


2016—2017<br />

8. METAALWORKSHOP<br />

Aan de overzijde van het werfplein<br />

toont de nieuwe productieve kern haar<br />

gezicht. Op de kop van de gedeelde<br />

ruimte wordt een nieuwe metaalworkshop<br />

gerealiseerd. Aan de kade van de<br />

Dender, in het verlengde van de<br />

carnavalswerkhallen, wordt werkelijk<br />

geproduceerd, ontwikkeld en met<br />

jongeren gewerkt. Zo vormt deze<br />

metaalworkshop het sluitstuk van<br />

productieve paviljoenen: van de Oude<br />

Vismijn, via de pottenbakker, via de<br />

carnavalshallen tot de Dender.<br />

VOKA + Dienst economie +<br />

Carnavalswerking + Technische<br />

scholen + Dienst jeugd + ...<br />

37


9. CARNAVAL-CENTRUM:<br />

BELEVING & ONTWIKKELING<br />

De noodzakelijke uitbreiding van de<br />

carnavalshallen wordt gekoppeld aan<br />

een nieuw carnavalsmuseum. Eerder<br />

dan een plek waar de geschiedenis<br />

wordt getoond, is dit een plek waar de<br />

kracht van carnaval, van zijn humor,<br />

van zijn vakmanschap, en van zijn<br />

sociale functie centraal staan. Om dit<br />

ontwikkelplatform deel te maken van<br />

de wijk wordt het gerealiseerd als een<br />

nieuwe façade met luifel boven de<br />

Common Ground (rug aan rug met de<br />

bestaande woningen).<br />

Stad <strong>Aalst</strong> + Carnavalswerking +<br />

Technische scholen + Dienst Toerisme...<br />

38


2018—2019<br />

10. MAAKPLATFORM<br />

Om de carnavalswerking en haar<br />

spin-offs blijvend te innoveren en om<br />

die als stimulans voor nieuw vakmanschap<br />

in te kunnen zetten, richten<br />

ondernemers, scholen, en carnavalisten<br />

samen een maakplatform op. Atelierruimtes<br />

en juridische begeleiding voor<br />

studenten en starters worden voorzien.<br />

Deze trekker langs de gedeelde ruimte<br />

zet niet alleen in op produceren en<br />

ondernemen maar maakt ook een<br />

geste naar de wijk: een nieuwe<br />

publieke doorsteek naar de Dender.<br />

Carnavalswerking + Technische<br />

scholen + Netwerk + VOKA + Dienst<br />

economie + Dienst cultuur + ...<br />

39


“In de omgeving van dit nieuw<br />

productief centrum voor <strong>Aalst</strong> staan<br />

zin voor initiatief, creativiteit, een sterk<br />

handelsapparaat, culturele en volkse<br />

activiteiten, voorzienende<br />

programma’s en een sterkere<br />

woonomgeving centraal.”<br />

KERN RECHTEROEVER ALS CENTRUM VAN VOORZIENINGEN, CREATIVITEIT EN<br />

ONDERNEMERSCHAP VOOR WIJK, STAD EN REGIO<br />

“In de omgeving van dit nieuw productief centrum voor <strong>Aalst</strong> staan zin voor initiatief, creativiteit, een<br />

sterk handelsapparaat, culturele en volkse activiteiten, voorzienende programma’s en een sterkere<br />

woonomgeving centraal.”

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!