Vijf doorbraakprojecten voor energiewijken
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Gids <strong>voor</strong> de versnelling van de<br />
energietransitie in stadswijken<br />
en dorpskernen<br />
VIJF<br />
VOOR<br />
DOORBRAAK-<br />
PROJECTEN<br />
ENERGIE-<br />
WIJKEN
INLEIDING<br />
VIJF DOORBRAAKPROJECTEN<br />
2<br />
8<br />
NARRATIEVEN<br />
A<br />
Openbare gebouwen als ankerpunten van een wijkstrategie<br />
1 INTERACTIEVE KAART, Limerick<br />
2 RUIMTE VOOR BUURTINITIATIEVEN, Barcelona<br />
3 WIJKDYNAMIEK ALS SOKKEL, Vil<strong>voor</strong>de<br />
4 GEDEELD ZONNEDAK, Rotterdam<br />
5 KADER VOOR ENERGIEDELEN, Brussel<br />
14<br />
B<br />
Iedereen aan boord <strong>voor</strong> duurzame appartementsgebouwen<br />
6 VERTROUWEN OPBOUWEN, Rotterdam<br />
7 TOEWERKEN NAAR MEDE-EIGENAARSCHAP, Brussel<br />
8 RENOVATIECOACHES, Antwerpen<br />
9 TIJDELIJKE WARMTEPOMPEN, Antwerpen<br />
24<br />
C<br />
Het emissievrije bouwblok<br />
10 ERFGOEDRENOVATIE, Brugge<br />
11 BEO-VELD IN HET BOUWBLOK, Gent<br />
12 GEDEELDE WARMTE-INFRASTRUCTUUR, Wenen<br />
13 ROLLEND FONDS, Gent<br />
34<br />
D<br />
Versnellen in de verkaveling<br />
14 RENOVATIEONDERSTEUNING, Genk<br />
15 BUURTBATTERIJ, Oud-Heverlee<br />
16 BUURTHUB, Rotterdam<br />
17 GEDEELDE INVESTERING, Genk<br />
18 BREDE RENOVATIESTRATEGIE, Leuven<br />
42<br />
E<br />
Uitwisselingen in de multifunctionele buurt<br />
19 CARTOGRAFIE VAN HET WIJKPOTENTIEEL, Gent<br />
20 COÖPERATIEVE AANPAK, Gent<br />
21 COMBINATIE VAN WARMTEBRONNEN, Leuven<br />
22 BUURTKRACHT, Brugge<br />
23 RESTWARMTENET, Mortsel<br />
24 CASCADEREN VAN WARMTE, Antwerpen<br />
52<br />
LIVING LABS & EXPERIMENTEN<br />
64
INLEIDING<br />
gericht op deze vier werkvelden neemt snel toe. De community van<br />
ondernemende lokale overheden, energiebedrijven, coöperaties en<br />
burgerinitiatieven groeit in hetzelfde tempo. En het beleidskader<br />
dat elke gemeente zal verplichten om een concreet, stapsgewijs<br />
energietransitieplan <strong>voor</strong> de bebouwde omgeving te ontwikkelen,<br />
wordt momenteel afgerond in het Europees Parlement (Europese<br />
Energie-Efficiëntierichtlijn). We staan vandaag op een kantelpunt.<br />
De toekomst begint hier!<br />
In 2050 draaien onze stadswijken en dorpskernen op groene en hernieuwbare<br />
energiebronnen en zijn alle woningen goed geïsoleerd.<br />
Het zijn gezonde leefomgevingen waar de straten omgetoverd zijn<br />
tot ontharde en weelderig beplante sociale ruimtes die helpen bij het<br />
reguleren van de temperatuur. Auto’s en bakfietsen staan verzameld<br />
in de mobiliteitshub, waar opladen en delen worden gefaciliteerd.<br />
Halverwege de jaren 2020 werd een doorbraak in de energietransitie<br />
bereikt, toen steden een wijk-per-wijkbenadering omarmden<br />
en gedeelde energie-infrastructuur tot absolute prioriteit maakten.<br />
Het potentieel van daken (<strong>voor</strong> elektriciteitsproductie) en van<br />
bodem, rioolwater, rivieren en kanalen (als warmtebronnen) werd<br />
geactiveerd in wijkenergieprojecten. Investeringen in lokale sociale<br />
dynamieken en buurtcentra laten bewoners en ambtenaren toe tips<br />
en tricks te delen en samen te werken aan energiemaatregelen, renovatiepakketten<br />
en toekomstplannen <strong>voor</strong> de wijken. Dit betekende<br />
een volgende fase in het ontzorgen en in de actieve deelname aan<br />
de energietransitie. De <strong>voor</strong>bije 25 jaar konden alle huishoudens –<br />
inclusief die met beperkte financiële middelen – aantakken op een<br />
kostenefficiënt en flexibel energiesysteem en zagen ze hun wijk een<br />
sprong maken in levenskwaliteit.<br />
Dit klinkt momenteel misschien als een verre droom. Maar onze<br />
bebouwde omgeving is de drijvende kracht en de sleutel om deze<br />
energie- en klimaatvisie werkelijkheid te maken. De bebouwde<br />
omgeving is verantwoordelijk <strong>voor</strong> 35% van alle energiegerelateerde<br />
broeikasgasemissies. Die moeten we verminderen met 40% in de<br />
komende 25 jaar. Dit vereist gelijktijdige actie op vier fronten: het<br />
veranderen van ons gedrag en consumptiepatronen, het verbeteren<br />
van de energieprestaties van alle huizen en andere gebouwen, ze<br />
aansluiten op 100% hernieuwbare warmtebronnen en het maximaliseren<br />
van lokale elektriciteitsproductie (zon, wind). We zijn vandaag<br />
bijna halverwege de jaren 2020. Het aantal lokale experimenten<br />
2<br />
GROEIEND BEWUSTZIJN, MAAR TRAGE VOORTGANG<br />
De veranderingen die nodig zijn <strong>voor</strong> de energietransitie hebben<br />
invloed op het dagelijks leven van een breed scala aan bewoners<br />
en levensstijlen. Het belang van energie in het leven van mensen<br />
wordt steeds duidelijker. Kijk bij<strong>voor</strong>beeld naar de energiecrisis<br />
en de exploderende energierekeningen die mensen van alle generaties<br />
hebben gemobiliseerd om op straat te komen en steun te<br />
eisen. Tegenwoordig maken mensen zich steeds meer zorgen over<br />
Energieprestatiecertificaten (EPC’s) die van invloed zijn op de waarde<br />
van hun woning. Maar het feit dat het bewustzijn en de impact toenemen,<br />
betekent niet dat mensen een duidelijk idee hebben van hoe<br />
ze kunnen handelen. Welke oplossingen zijn het meest geschikt <strong>voor</strong><br />
hun specifieke situatie, hoe ver moeten ze gaan met de renovatie van<br />
hun woning, van wie moeten ze advies en <strong>voor</strong>stellen aanvaarden en<br />
volgen? Veel huiseigenaren beschikken ook niet over de financiële<br />
middelen om energie-efficiëntiemaatregelen uit te voeren. Niet elk<br />
gebouw heeft de juiste fysieke kenmerken om zijn eigen energie op<br />
te wekken, zoals ruimte <strong>voor</strong> geothermische boringen of een ideale<br />
dakoriëntatie <strong>voor</strong> zonnepanelen. De energietransitie van onze<br />
bestaande wijken en dorpskernen is inderdaad complex en multidimensionaal.<br />
En de sociale en financiële capaciteit, de kennis en de<br />
mogelijkheden zijn ongelijk verdeeld.<br />
Om de overgang van de huidige situatie naar de visie <strong>voor</strong> 2050 te<br />
maken, moeten we deze obstakels aanpakken en overwinnen. En<br />
liefst zo snel mogelijk! Vandaag loopt de bebouwde omgeving achter<br />
in de energietransitie. Om fossielvrij te zijn tegen 2050, moeten we<br />
95.000 woningen per jaar renoveren, of beter nog, elf woningen per<br />
uur! Hoe versnellen we en beginnen we met het implementeren van<br />
de noodzakelijke transitiegolf? Hoe mobiliseren en cultiveren we<br />
in onze dorpen en steden voldoende capaciteit om het <strong>voor</strong>touw<br />
te nemen in de energietransitie? Welke concrete maatregelen, projecten<br />
en ondersteuningsmechanismen moeten we prioriteit geven<br />
om de transformatie van onze gebouwde omgeving te stimuleren<br />
en niemand achter te laten? We zullen onze collectieve creatieve<br />
capaciteit nodig hebben om van grote uitdagingen naar een<br />
golf van concrete, werkbare acties over te gaan.<br />
3
ONTZORGEN, WONING PER WONING…<br />
Vlaanderen richt zich vandaag op het ontzorgen en stimuleren<br />
van een huis-per-huis-energietransitie, bestaande uit renovatiemaatregelen<br />
en de installatie van zonnepanelen en warmtepompen.<br />
Regulering, one-stop shops en steunmaatregelen bevorderen<br />
individuele actie van huiseigenaren. Dit leidt tot een eerste golf van<br />
energie-efficiëntiemaatregelen en private elektriciteits- en warmteproductie.<br />
Vandaag zien we in bijna elke straat dat verschillende<br />
huishoudens stappen hebben gezet in de energietransitie. Maar we<br />
zien ook dat de buren hun enkelglasramen niet hebben vervangen,<br />
het dak of de gevel niet hebben geïsoleerd. De rokende schoorsteen<br />
laat zien dat het huis nog steeds wordt verwarmd met fossiele<br />
brandstoffen. De huidige stimuli bereiken alleen huishoudens die<br />
al in staat zijn om de investeringen <strong>voor</strong>af te betalen. Het vereist<br />
immers aanzienlijke investeringen om een huis of appartement op<br />
een niveau van energie-efficiëntie te brengen dat de vervanging<br />
van de stookolie- of gasboiler door een (duurdere) warmtepomp<br />
mogelijk maakt. Het huidige ondersteuningsmechanisme slaagt<br />
er onvoldoende in om diegenen te helpen die zich dit niet kunnen<br />
veroorloven, of diegenen die een huis huren of <strong>voor</strong> andere, zoals<br />
bij<strong>voor</strong>beeld sociaaleconomische uitdagingen staan.<br />
LIVING LABS & EXPERIMENTS<br />
1. Georgian quarter,<br />
Limerick, IE<br />
2. Citizens Asset Program,<br />
Barcelona, ES<br />
3. Zennelab,<br />
Vil<strong>voor</strong>de, BE<br />
4. Delfshaven Energie Coöperatie,<br />
Bospolder-Tussendijken, Rotterdam, NL<br />
5. Nos Bambins, Ganshoren,<br />
Brussel, BE<br />
6. De Verbindingkamer, Gijsingflats,<br />
Rotterdam, NL<br />
7. SunSud,<br />
Brussel, BE<br />
8. Linkeroever,<br />
Antwerpen, BE<br />
9. Tijdelijke Warmtepompen,<br />
Linkeroever, Antwerpen, BE<br />
10. De Schipjes,<br />
Brugge, BE<br />
11. Standaard Muide,<br />
Muide-meulestede, Gent, BE<br />
12. Smart Block Geblergasse,<br />
Wenen, AT<br />
13. Dampoort KnapT OP!,<br />
Gent, BE<br />
10<br />
22<br />
14. Stebo,<br />
Genk, BE<br />
15. Buurtbatterij,<br />
Oud-heverlee, BE<br />
16. Zelfregiehuis,<br />
Rotterdam, NL<br />
17. oPEN lab,<br />
Genk, BE<br />
18. Tuinwijk Ter Elst,<br />
Leuven, BE<br />
19. Muide-meulestede,<br />
Gent, BE<br />
20. Nieuwe dokken,<br />
Gent, BE<br />
21. Vaartwarmte Marie Thumas,<br />
Leuven, BE<br />
1<br />
22. Buurtkracht, Sint Gillis,<br />
Brugge, BE<br />
23. Warmte verzilverd,<br />
Mortsel, BE<br />
2<br />
24. Warmtenet Noord,<br />
Antwerpen, BE<br />
11 19 20<br />
13<br />
12<br />
16<br />
4 6<br />
24<br />
8<br />
9 23<br />
3<br />
5 7<br />
21<br />
18<br />
15<br />
14<br />
17<br />
Vandaag wordt de energietransitie georganiseerd en ervaren als een<br />
persoonlijke last en winst, eerder dan als een gedeelde uitdaging en<br />
kans. De huis-per-huisstrategie beperkt zich tot de energiebalans en<br />
-waarde van elke individuele wooneenheid en ze activeert of verbindt<br />
de investeringen in de energietransitie niet met de verbetering van<br />
de levenskwaliteit, comfort of sociale dynamieken in de alledaagse<br />
leefomgeving. Vanuit technisch oogpunt dragen individuele warmteen<br />
elektriciteitsproductiesystemen niet bij aan het meest flexibele<br />
en kostenefficiënte energiesysteem: grotere systemen op het niveau<br />
van een bouwblok, appartementencomplex of wijk vereisen minder<br />
vermogen en staan toe om verschillende energiebronnen te combineren.<br />
Als we iedereen willen laten deelnemen aan de energietransitie<br />
terwijl we toekomstbestendige en flexibele energiesystemen realiseren,<br />
moeten we aanvullende strategieën <strong>voor</strong> ontzorging activeren.<br />
4<br />
… EN DANKZIJ COLLECTIEVE ENERGIEPROJECTEN<br />
In heel Europa wordt getimmerd aan methodieken om de uitdagingen<br />
van de energietransitie op wijkniveau aan te pakken, waarbij<br />
individuele en collectieve acties worden gecombineerd. Deze aanpak<br />
zorgt <strong>voor</strong> een betere afstemming tussen energieaanbod en -vraag en<br />
bevordert de implementatie van verschillende collectieve technische<br />
oplossingen op wijkniveau. Het gaat onder meer om decentrale geothermiesystemen,<br />
collectieve zonnedaken (PV) of gedeelde buurtbatterijen.<br />
Deze overwinnen obstakels zoals het gebrek aan individuele<br />
ruimte <strong>voor</strong> lokale energieproductie, en ze verhogen de efficiëntie<br />
van de elektriciteits- en warmtesystemen, zowel technisch als op<br />
vlak van kostprijs. Dit gaat hand in hand met de ontwikkeling<br />
van diverse financiële ondersteuning en beleidskaders, zoals 5
premies die collectieve renovatie en energiesystemen aanmoedigen<br />
en financiële modellen die sociaaleconomische verschillen tussen<br />
bewoners overbruggen. Op die manier ontstaan er nieuwe vormen<br />
van collectieve organisatie en aanpak: van sociale dynamieken (het<br />
opbouwen van gedeelde waarden op wijkniveau, het delen van kennis)<br />
tot nieuwe eigendomsstructuren (zoals lokale energiecoöperaties,<br />
energiegemeenschappen) en vormen van actieve participatie<br />
(burgergroepen die deelnemen aan het formele besluitvormingsproces).<br />
Zo wordt de energietransitie een gedeelde uitdaging in plaats<br />
van een persoonlijke last. En nog belangrijker: het is een kans om ook<br />
sociale cohesie en dynamieken, sociaaleconomische ontwikkeling<br />
en levenskwaliteit in onze stadswijken en dorpskernen te versterken.<br />
Een meer collectieve aanpak maakt het mogelijk om te kiezen <strong>voor</strong><br />
de meest energie- en kostenefficiënte systemen, terwijl meerdere<br />
maatschappelijke winsten worden geactiveerd.<br />
EEN OPERATIONEEL KADER: VIJF DOORBRAKEN<br />
Zijn deze vijf type-projecten recepten? Neen, elke specifieke plek<br />
vraagt om een project dat is aangepast aan de lokale omstandigheden.<br />
Het activeren van de opgebouwde lessen die worden verzameld<br />
in deze en andere publicaties vereist meer dan het selecteren en<br />
toepassen van bepaalde bouwstenen. Het is niet de heel concrete<br />
uitwerking, maar wel de onderliggende logica en samenhang van<br />
elk van deze energieprojecten die in vele contexten kunnen worden<br />
ingezet. Dwars doorheen de vijf energieprojecten formuleert en<br />
gebruikt deze gids daarom ook een operationeel kader waarmee<br />
ook u uw lokale energieprojecten kunt opzetten. Vanuit een analyse<br />
en vergelijking van de vele experimenten stellen we vast dat<br />
geïntegreerde energieprojecten enkel kunnen worden gerealiseerd<br />
wanneer ze gelijktijdige en samenhangende doorbraken realiseren<br />
op vijf verschillende fronten:<br />
VIJF OPKOMENDE ENERGIEDOORBRAAKPROJECTEN<br />
Is dit slechts een mooie theorie of kunnen we al concrete en praktische<br />
<strong>voor</strong>beelden zien van dergelijke ontzorgingsstrategieën via<br />
collectieve projecten? Ja, dat kunnen we! Verschillende innovatieve<br />
experimenten en living labs in Vlaanderen en andere delen van<br />
Europa bieden ons een rijk palet aan inzichten en doorbraken. Bij het<br />
doorzoeken van de vele en diverse experimenten, identificeren we<br />
vijf opkomende energieprojecten die overeenkomen met typische<br />
delen van onze steden en dorpen:<br />
SOCIAAL<br />
JURIDISCH<br />
geïntegreerde<br />
energieprojecten<br />
BELEIDSMATIG<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
Openbare gebouwen als ankerpunten <strong>voor</strong> een wijkstrategie<br />
Iedereen aan boord <strong>voor</strong> duurzame appartementsgebouwen<br />
Het emissievrije bouwblok<br />
Versnellen in de verkaveling<br />
Uitwisselingen in de multifunctionele buurt<br />
FINANCIEEL<br />
TECHNISCH<br />
De verschillende experimenten leveren de bouwstenen om de puzzel<br />
te leggen <strong>voor</strong> elk van deze vijf geïntegreerde ‘type-projecten’. Dat<br />
is wat deze gids doet: ze documenteert inspirerende praktische<br />
lessen en werkmethoden en integreert ze in vijf duidelijke projectstrategieën.<br />
Deze gids heeft tot doel om lokale initiatiefnemers te<br />
stimuleren en in staat te stellen de energietransitie in hun dorpen<br />
en steden te initiëren, te leiden of te begeleiden. Maar ze is ook een<br />
uitnodiging om <strong>voor</strong> de vijf energieprojecten structureel ruimte te<br />
maken in ons innovatiebeleid, in onze beleidsaanpak en in de ontzorging<br />
(lokaal en bovenlokaal). Die inzet is een belangrijk vliegwiel<br />
<strong>voor</strong> de verdere ontwikkeling en uitrol van deze (en andere) energieprojecten<br />
in elk van onze steden en gemeenten, net zoals dat het<br />
geval is bij de huis-per-huisbenadering.<br />
Om het belang van deze doorbraakfronten en hun onderlinge afhankelijkheden<br />
te illustreren, wordt elk van de vijf type-projecten en elk<br />
van hun bouwstenen geanalyseerd door deze lens. Dit stelt u in staat<br />
om dit kader te gebruiken bij het opzetten van concrete projecten<br />
in uw wijk, dorp of stad. En dit onthult ook de ontzorgingsstrategieën<br />
en beleidskaders die nodig zijn om de energietransitie aan te<br />
pakken als een collectieve inspanning, met meerdere maatschappelijke<br />
<strong>voor</strong>delen. We zijn halfweg de jaren 2020 en kijken uit naar<br />
een verdere vermenigvuldiging van deze vijf energieprojecten<br />
6 richting 2050! ●<br />
7
Openbare gebouwen als<br />
ankerpunten <strong>voor</strong> een wijkstrategie<br />
A<br />
KENMERKEN<br />
– Openbare gebouwen<br />
bevinden zich meestal<br />
centraal in een wijk, omgeven<br />
door residentiële bebouwing.<br />
– Openbare gebouwen hebben<br />
vaak een groot dak en/of<br />
buitenruimte beschikbaar.<br />
– Openbare gebouwen<br />
hebben meestal een<br />
specifiek, <strong>voor</strong>spelbaar<br />
energieritme: scholen zijn<br />
bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong>namelijk<br />
op weekdagen in gebruik,<br />
terwijl ze ’s avonds, in het<br />
weekend en op feestdagen<br />
geen energie verbruiken.<br />
Bejaardentehuizen<br />
hebben een constante (en<br />
eerder hoge) energie- en<br />
warmte<strong>voor</strong>ziening nodig.<br />
Ziekenhuizen vereisen een<br />
hoge energie<strong>voor</strong>ziening,<br />
maar hebben constant een<br />
overschot aan warm water<br />
beschikbaar.<br />
– Openbare gebouwen hebben<br />
een publiek karakter: ze<br />
worden gebruikt door een<br />
gemeenschap, er heerst<br />
al een vorm van collectief<br />
eigendom.<br />
URGENTIE Het potentieel <strong>voor</strong><br />
energieproductie en renovatie is ongelijk<br />
verdeeld in onze wijken en samenleving. Het<br />
delen van ruimte, infrastructuur, energie,<br />
renovatiekosten, kennis en inspanningen<br />
kan de aanzet zijn om dit potentieel gelijker<br />
te verdelen. Maar de kaders om dit te doen<br />
staan nog niet op punt. Openbare gebouwen<br />
kunnen dienen als ankerpunten en hefboom<br />
van nieuwe collectieve projecten.<br />
DOOR-<br />
BRAAK-<br />
PROJECTEN<br />
KENMERKEN,<br />
URGENTIE<br />
KANSEN 9<br />
EN<br />
VIJF<br />
KANSEN Wanneer een lokale overheid<br />
eigenaar is van een gebouw of nauw<br />
betrokken is bij het beheer ervan, is ze in<br />
staat hoge ambities en een langetermijnvisie<br />
te implementeren. Een investering in extra<br />
infrastructuur kan ook ten goede komen<br />
aan de omliggende buurt of het beschikbaar<br />
stellen ervan kan ruimte bieden aan<br />
maatschappelijke organisaties. Openbare<br />
gebouwen kunnen <strong>voor</strong>beeldprojecten<br />
worden en tonen hoe ambitieuze energieen<br />
renovatieprojecten worden uitgevoerd<br />
als proeftuinen <strong>voor</strong> nieuw financieel,<br />
energetisch of sociaal beleid.<br />
9
Iedereen aan boord <strong>voor</strong> duurzame<br />
appartementsgebouwen<br />
B<br />
Het emissievrije bouwblok<br />
C<br />
KENMERKEN<br />
– Appartementsgebouwen<br />
zijn over het algemeen al<br />
behoorlijk energiezuinig door<br />
hun relatieve compactheid<br />
ten opzichte van het aantal<br />
wooneenheden.<br />
– In een appartementsgebouw<br />
is er al een zekere mate<br />
van organisatie aanwezig<br />
om collectieve beslissingen<br />
en werkzaamheden te<br />
ondersteunen en te maken:<br />
de syndicus, de RME (raad<br />
van mede-eigendom) en<br />
de VME (vereniging van<br />
mede-eigenaars). Hoewel<br />
deze organen niet altijd<br />
optimaal functioneren of<br />
nog niet klaar zijn <strong>voor</strong><br />
een ambitieuze taak als<br />
de energietransformatie,<br />
vormen ze wel een startpunt<br />
<strong>voor</strong> overleg.<br />
– In een appartementsgebouw<br />
kan al een collectief<br />
verwarmingssysteem<br />
aanwezig zijn (maar<br />
dat is niet altijd het<br />
geval), wat relatief<br />
eenvoudig kan worden<br />
omgeschakeld naar een<br />
collectieve hernieuwbare<br />
warmtebron of installatie.<br />
URGENTIE Veel appartementsgebouwen<br />
werden gebouwd in de jaren 1960 en<br />
1970 en worden nu geconfronteerd met<br />
problemen in hun structuur en binnenklimaat:<br />
slechte isolatie, betonrot, vocht, schimmel.<br />
Nieuwe huisvestingsnormen stellen<br />
hogere eisen op het vlak van binnenruimte,<br />
daglichttoetreding, brandveiligheid en<br />
buitenruimte. De interventies om hieraan<br />
tegemoet te komen, kunnen een hefboom<br />
zijn <strong>voor</strong> een geheelrenovatie van het<br />
appartementsgebouw.<br />
KANSEN Appartementsgebouwen<br />
hebben hun eigen logica, die vaak over<br />
het hoofd wordt gezien in regelgeving en<br />
ondersteunings- en financieringsregelingen.<br />
De maatregelen en regelgeving focussen<br />
sterk op de individuele woning als Vlaamse<br />
standaard. In appartementsgebouwen<br />
is er echter geen andere optie dan de<br />
collectieve. Zo worden ze interessante<br />
testomgevingen <strong>voor</strong> een gezamenlijke<br />
aanpak, waar uiteindelijk van kan worden<br />
geleerd op andere niveaus zoals de straat,<br />
het bouwblok of de wijk.<br />
KENMERKEN<br />
– Bouwblokken bestaan<br />
vaak uit rijhuizen uit de<br />
negentiende en twintigste<br />
eeuw, die beschermd zijn<br />
of een bepaalde waarde<br />
hebben als architecturaal<br />
erfgoed of ensemble.<br />
– Zowel de woningen als hun<br />
bewoners kennen een grote<br />
diversiteit. Sommige huizen<br />
zijn perfect georiënteerd<br />
naar de zon, andere zijn<br />
volledig ingesloten. Jonge,<br />
goed opgeleide gezinnen<br />
wonen naast nieuwkomers<br />
of oudere koppels die al hun<br />
hele leven in de wijk wonen.<br />
– Binnen een bouwblok zijn<br />
de onderlinge afstanden<br />
kort. Een micro-warmtenet<br />
in de binnenplaats van een<br />
bouwblok vereist relatief<br />
weinig lengte aan leidingen<br />
om alle huishoudens te<br />
bereiken.<br />
URGENTIE De negentiende- en twintigsteeeuwse<br />
gordels van onze steden zijn<br />
dichtbebouwd, vaak met rijen individuele<br />
woningen. Ze zijn toe aan vernieuwing, maar<br />
de verschillende eigendomsvormen (eigenaarbewoners,<br />
huurders, sociale woningen),<br />
het (beschermde) erfgoed en de kleine<br />
binnenruimtes maken dit een uitdagende taak.<br />
Momenteel richten beleidsmaatregelen zich<br />
op individuele renovaties en energiesystemen,<br />
wat leidt tot een ruimtelijke en sociale<br />
kloof tussen buren die wel of niet kunnen<br />
renoveren. De schaal van het bouwblok kan<br />
een interessant niveau zijn om een meer<br />
collectieve benadering te verkennen.<br />
KANSEN Het bouwblok is een beheersbaar<br />
niveau om lokaal geproduceerde<br />
warmtesystemen op lage temperatuur<br />
te testen, samen met de bijbehorende<br />
collectieve renovatie. Experimenten in<br />
binnenkoeren en tuinen leiden tot lessen die<br />
later toegepast kunnen worden in openbare<br />
straten, pleinen en parken. Deze geleidelijke<br />
transformatie-aanpak heeft het potentieel om<br />
uit te monden in een volledige wijkstrategie.<br />
10 11
Versnellen in de verkaveling<br />
D<br />
Uitwisselingen in de<br />
multifunctionele buurt<br />
E<br />
KENMERKEN<br />
– Verkavelingen bestaan<br />
meestal uit grotere huizen<br />
met een lagere dichtheid.<br />
Ze zijn vaak rond dezelfde<br />
periode gebouwd, wat<br />
resulteert in een meer<br />
homogene en volledig<br />
residentiële omgeving.<br />
– De typische verkaveling<br />
trekt financieel sterkere<br />
huishoudens aan die op<br />
zoek zijn naar een rustige,<br />
groene woonomgeving.<br />
Maar veel verkavelingen zijn<br />
ook gebouwd door sociale<br />
huisvestingsmaatschappijen<br />
en in sommige gevallen later<br />
(gedeeltelijk) verkocht aan<br />
particuliere eigenaren.<br />
– De grotere schaal van<br />
de huizen biedt ruimte<br />
<strong>voor</strong> de installatie van<br />
energiemaatregelen, zowel<br />
binnen (technische ruimte,<br />
warmtepomp), op het dak<br />
(zonnepanelen of PVT-<br />
panelen) als in de tuinen<br />
(BEO-veld).<br />
URGENTIE Hoewel de effecten van de<br />
energietransitie hier minder merkbaar zijn,<br />
zijn verkavelingen belangrijke spelers in<br />
de transitie van de gebouwde omgeving.<br />
Vrijstaande, grotere huizen zijn minder<br />
energiezuinig, hun ligging buiten de stad<br />
vergroot de afhankelijkheid van auto’s en<br />
hun ruimtebeslag heeft een grotere impact<br />
op ecosysteemdiensten. Het transformeren<br />
van (goed gelegen) verkavelingen tot meer<br />
energiezuinige wijken kan meerdere van deze<br />
uitdagingen tegelijk aanpakken.<br />
KANSEN Verkavelingen zullen vanwege<br />
de lage dichtheid van mogelijke afnemers<br />
hoofdzakelijk beroep moeten doen op<br />
individuele systemen. Collectieve winsten<br />
zullen op andere niveaus worden gezocht:<br />
het delen van een wijkidentiteit, opslag of<br />
speelplaatsen <strong>voor</strong> kinderen. Verkavelingen<br />
kunnen experimenten worden <strong>voor</strong> het<br />
combineren van de energietransitie met<br />
gemeenschapsvorming.<br />
KENMERKEN<br />
– Binnen wijken zijn er<br />
altijd verschillende<br />
energieproductie- en<br />
consumptiepatronen<br />
van gebruikers, naast<br />
verschillende potentiële<br />
energiebronnen.<br />
– Binnen wijken zijn er altijd<br />
verschillende stromen en<br />
systemen: van energie, afval,<br />
water en mobiliteit, die<br />
van elkaar gebruik kunnen<br />
maken.<br />
– De meeste wijken zullen<br />
nooit volledig tegelijk<br />
transformeren. Er zullen<br />
geleidelijke golven van<br />
renovatie zijn, van nieuwe<br />
energiesystemen en van<br />
wisselende wijkdynamieken.<br />
URGENTIE De verschillende behoeften en<br />
mogelijkheden binnen bestaande buurten<br />
zijn ongelijk verdeeld. Het potentieel <strong>voor</strong><br />
energiemaatregelen wordt bij<strong>voor</strong>beeld<br />
beïnvloed door de oriëntatie van de daken, de<br />
aanwezigheid van tuinen <strong>voor</strong> geothermische<br />
sondes of beschikbare technische ruimtes<br />
<strong>voor</strong> een warmtepomp, die sommige huizen<br />
wel hebben en andere niet. Uitwisselingen<br />
tussen gebouwen met een hoog en een laag<br />
potentieel kunnen deze onevenwichtigheid<br />
oplossen, maar de huidige kaders missen een<br />
structurerende en uitvoeringsgerichte logica<br />
om de verschillende potenties met elkaar te<br />
verbinden.<br />
KANSEN Een belangrijke opportuniteit<br />
binnen het Vlaamse landschap is de<br />
nauwe verwevenheid van industrie en<br />
woongebieden. De energievraag en -potentie<br />
van deze zones zijn vaak complementair.<br />
Door op een juiste manier gebruik te maken<br />
van deze nabijheid en diversiteit, kunnen deze<br />
contrasten omgezet worden tot synergieën.<br />
– De meeste verkavelingen<br />
hebben grote of zelfs<br />
overgedimensioneerde<br />
open ruimtes en ruimte <strong>voor</strong><br />
mobiliteit, die herontworpen<br />
kunnen worden.<br />
12<br />
13
A<br />
OPENBARE<br />
GEBOUWEN ALS<br />
De stedelijke omgeving in Vlaanderen en België is dicht bezaaid<br />
met openbare gebouwen zoals scholen, overheidskantoren,<br />
sociale woningen, bibliotheken of gemeenschapscentra. Veel van<br />
deze gebouwen worden niet optimaal benut of zijn aan renovatie<br />
toe. Ze kunnen een belangrijke rol spelen in het creëren van<br />
<strong>energiewijken</strong> door lokale renovatieprojecten te versnellen<br />
of ruimte te bieden <strong>voor</strong> het delen van energie. Daken van<br />
scholen kunnen worden gebruikt <strong>voor</strong> collectieve zonnepanelen,<br />
onverharde zones van parken of straten kunnen dienen <strong>voor</strong><br />
geothermische boringen en woningen kunnen zich aansluiten<br />
op de warmtepomp van een nieuw stadhuis. Hoewel het delen<br />
van energie een veelbelovende strategie is, bestaan er vandaag<br />
nog veel onduidelijkheden over de regelgeving, met name rond<br />
nettarieven en vergoedingen <strong>voor</strong> opgewekte energie. Bovendien<br />
verschilt de regelgeving tussen de verschillende regio’s in België.<br />
Omdat energiedeling nog in haar kinderschoenen staat, is er een<br />
grote behoefte aan duidelijkheid in de regelgeving.<br />
ANKERPUNTEN<br />
VAN EEN<br />
WIJK-<br />
STRATEGIE 15<br />
15
Openbare gebouwen zijn eigendom van<br />
de overheid en dat maakt ze tot geschikte<br />
plekken <strong>voor</strong> experiment. Die experimenten<br />
kunnen dienen als startpunt <strong>voor</strong> bredere<br />
wijkstrategieën. Openbare gebouwen worden<br />
op die manier vaandeldragers van de ambitieuze<br />
klimaatdoelstellingen.<br />
Lokale en bovenlokale overheden spelen een sleutelrol<br />
in het activeren van openbare gebouwen als<br />
hefboom <strong>voor</strong> energieprojecten.<br />
De eerste stap is het in kaart<br />
brengen van alle openbare<br />
gebouwen 1 . De inventaris<br />
beschrijft hun huidige gebruik<br />
en toekomstig potentieel en<br />
geeft aan welke gebouwen<br />
eerst gerenoveerd worden.<br />
De gebouwen die prioriteit<br />
hebben <strong>voor</strong> energieprojecten<br />
worden gemarkeerd.<br />
De renovatie van deze openbare gebouwen is een aanleiding om<br />
ook eigenaren binnen hetzelfde bouwblok te betrekken bij<br />
de renovatieprojecten. Op die manier komen burgers meer<br />
te weten over belasting<strong>voor</strong>delen en renovatiepremies,<br />
bespreken ze hoe ze samen kunnen werken en beslissen<br />
ze om zich aan te sluiten bij de renovatiegolf. Het patrimonium<br />
wordt via een oproep naar gebruikers 2<br />
gedeeltelijk beschikbaar gesteld aan<br />
gemeenschapsprojecten en<br />
lokale organisaties, zodat<br />
niet alleen publieke en private<br />
organisaties er gebruik van<br />
kunnen maken.<br />
P<br />
P<br />
C<br />
1<br />
INTERACTIEVE KAART, +CitiesXChange, Limerick<br />
Publieke gebouwen als hefboom om de wijkstrategie te versnellen<br />
In een van haar eerste experimenten gebruikte de stad Limerick een<br />
overheidsgebouw als startpunt <strong>voor</strong> de renovatie van de omliggende<br />
gebouwen. Nadat dit succesvol bleek, organiseerde het stadsbestuur<br />
een uitgebreide enquête bij bewoners en eigenaren om de algemene<br />
interesse en bereidheid <strong>voor</strong> renovatie te peilen. De input diende als<br />
basis om te bepalen welke volgende gebouwen collectief gerenoveerd<br />
konden worden. Om de ontwikkeling van de energiewijk verder te coordineren,<br />
is een interactieve kaart gepubliceerd waarop het volledige<br />
historische centrum van de stad in 3D te zien is. Op de kaart wordt<br />
een energiesimulatie uitgevoerd <strong>voor</strong> alle gebouwen, waarbij zowel<br />
hun huidige energieverbruik als het effect van een grondige renovatie<br />
getoond worden. Openbare gebouwen zijn gemarkeerd als mogelijke<br />
startpunten <strong>voor</strong> dergelijke initiatieven.<br />
BELEIDSMATIG, TECHNISCH<br />
16<br />
2<br />
RUIMTE VOOR BUURTINITIATIEVEN, Citizen Assets Program, Barcelona<br />
Van publiek erfgoed naar gemeenschappelijke stedelijke activa<br />
BELEIDSMATIG, SOCIAAL<br />
Het Citizen Assets Program vertrekt van het idee dat openbare infrastructuren<br />
en diensten gedeelde hulpbronnen of commons kunnen<br />
worden. Dit houdt een nieuwe vorm van samenwerking in tussen lokale<br />
overheden en burgerinitiatieven, waarbij lokale verenigingen het recht<br />
krijgen om onderbenutte openbare ruimtes te gebruiken <strong>voor</strong> hun<br />
activiteiten. Het startpunt van dit nieuwe beheer is een uitgebreide<br />
catalogus van het publiek beheerd patrimonium. Een interne stadsdienst<br />
coördineert vervolgens de overdracht van deze ruimtes aan<br />
non-profitorganisaties. De beslissingen worden genomen op basis van<br />
<strong>voor</strong>gestelde projecten, hun connectie met de locatie, de sociale impact,<br />
democratische en participatieve aspecten van het project en de zorg<br />
<strong>voor</strong> sociale interacties en het milieu.<br />
17
Later kunnen deze organisaties, op basis van een<br />
ondersteuningspakket 3 door de stadsdiensten, de<br />
energieprojecten verder ontwikkelen en vormgeven. Om die<br />
ondersteuning te bieden en deze projecten te begeleiden,<br />
<strong>voor</strong>ziet de lokale overheid extra capaciteit. Het aantal<br />
energieprojecten en wijkdynamieken in buurten groeit zo<br />
snel aan. Een nieuw energieprogramma van de stad ondersteunt<br />
het delen van energie op het niveau van hele bouwblokken.<br />
Lokale energiecoöperaties plaatsen binnen dit programma<br />
bij<strong>voor</strong>beeld zonnepanelen op de daken<br />
van scholen. Omdat scholen meestal<br />
grote dakoppervlakken hebben,<br />
zijn ze erg geschikt <strong>voor</strong> grote<br />
PV-installaties. Bovendien verbruiken<br />
scholen <strong>voor</strong>namelijk energie<br />
overdag, terwijl ze in het<br />
weekend en tijdens vakanties<br />
vaak leeg staan.<br />
3 WIJKDYNAMIEK ALS SOKKEL, Zennelab, Vil<strong>voor</strong>de<br />
Renovatiestrategieën vanuit buurtopbouwwerk<br />
Als gevolg van de vastgoeddruk in de hoofdstad trekken veel mensen<br />
naar de Vlaamse rand. Onder hen zijn er veel ‘noodkopers’, mensen<br />
die net genoeg financiële middelen hebben om een woning te kopen,<br />
maar niet genoeg om die woning, die vaak in zeer slechte staat is, te<br />
renoveren. Vanuit een tijdelijk buurtcentrum, de Loods, werkt Zennelab<br />
aan een breder sociaal-ruimtelijk project dat de wijkdynamiek versterkt<br />
en het eigenaarschap van bewoners over de toekomst van hun wijk<br />
vergroot. Door de inzet op de wijkdynamiek groeit een vertrouwen<br />
tussen burgers onderling en ten aanzien van de Loods, Zennelab en<br />
zelfs de lokale overheid. Dat vertrouwen is een cruciale springplank<br />
<strong>voor</strong> een van de belangrijke werven: het ondersteunen van noodkopers<br />
bij hun renovatie. Aan de sociale dynamiek wordt een technische<br />
ondersteuning gekoppeld. De financiële draagkracht wordt versterkt<br />
door middel van een noodkoopfonds, subsidies en renovatieleningen.<br />
De noodkopers stappen zo mee in een collectief verhaal en aanpak<br />
binnen de bouwblokrenovatie. Het werken vanuit vertrouwen leidde<br />
tot een renovatiegraad van circa 30%, zowat driemaal meer dan bij<br />
SOCIAAL, FINANCIEEL<br />
andere ontzorgingsprojecten.<br />
18<br />
19
De energiecoöperatie en haar leden investeren samen in<br />
de PV-installatie. In ruil <strong>voor</strong> het beschikbaar stellen van<br />
haar dak ontvangt de school groene energie. De overtollige<br />
energie wordt aan het net verkocht, wat een financieel<br />
rendement oplevert <strong>voor</strong> de coöperatie. Een deel van de<br />
inkomsten gaat naar de coöperanten die mee investeerden<br />
in de installatie. Een ander deel komt terecht in een<br />
wijkinvesteringsfonds<br />
4 dat duurzame lokale projecten in<br />
de buurt ondersteunt.<br />
Buurtbewoners hebben ook de mogelijkheid om vrijwillig deel<br />
te nemen aan het energiedeelproject door als coöperantverbruikers<br />
5 lid te worden van de coöperatie. In plaats van<br />
een financieel rendement verbruiken de deelnemers zelf de<br />
opgewekte stroom.<br />
Dit werd mogelijk doordat<br />
de overheid een<br />
duidelijk kader uitwerkte<br />
<strong>voor</strong> het betalen van<br />
nettarieven binnen de<br />
energiegemeenschap.<br />
4<br />
GEDEELD ZONNEDAK, Delfshaven Energie Coöperatie, Rotterdam<br />
Winsten delen met de buurt<br />
5<br />
KADER VOOR ENERGIEDELEN, Nos Bambins, Brussel<br />
Een van de eerste energiegemeenschappen in Brussel<br />
De Delfshaven Energie Coöperatie is een Rotterdamse wijkcoöperatie<br />
die verschillende PV-installaties in de wijk Bospolder-Tussendijken beheert.<br />
Een deel van de opbrengst van deze installaties gaat naar een<br />
buurtfonds, waardoor het energieproject een positieve impact heeft op<br />
de lokale gemeenschap. Buurtbewoners en lokale organisaties kunnen<br />
<strong>voor</strong>stellen indienen <strong>voor</strong> duurzame projecten die gefinancierd worden<br />
via dit buurtfonds. De raad van bestuur van de coöperatie maakt een<br />
selectie van de <strong>voor</strong>stellen en beheert de projecten. Het buurtbudget<br />
is al gebruikt om een schoolplein te vergroenen en een educatief programma<br />
over duurzaamheid te organiseren <strong>voor</strong> kinderen in de buurt.<br />
In 2020 werden 122 zonnepanelen geïnstalleerd op het dak van<br />
kleuter- en basisschool Nos Bambins in Ganshoren. De installatie<br />
wordt beheerd door een energiegemeenschap, die opgericht is om<br />
de opgewekte stroom te delen. De gemeenschap bestaat uit zes<br />
buurtbewoners en de gemeente, die eigenaar is van het schoolgebouw.<br />
Via Brussel Leefmilieu nam ook het Gewest deel aan het consortium<br />
achter het project. Samen met de energieregulator stelden<br />
ze een vrijstelling van de regelgeving op om het experiment mogelijk<br />
te maken. Door vraag en aanbod te combineren en elektriciteit te<br />
delen, kunnen meer mensen profiteren van hernieuwbare energie.<br />
FINANCIEEL, SOCIAAL<br />
20<br />
FINANCIEEL, JURIDISCH, BELEIDSMATIG<br />
21
1. IN KAART BRENGEN VAN ALLE OPENBARE GEBOUWEN<br />
A<br />
3. ONDERSTEUNINGSPAKKET<br />
P<br />
P<br />
C<br />
5. COÖPERANT-VERBRUIKERS<br />
2. OPROEP NAAR GEBRUIKERS<br />
4. WIJKINVESTERINGSFONDS<br />
Openbare gebouwen<br />
als ankerpunten <strong>voor</strong><br />
een wijkstrategie
IEDEREEN<br />
AAN BOORD<br />
VOOR<br />
DUURZAME<br />
B<br />
De stadsuitbreidingen in de jaren 1960 leidden tot de bouw van<br />
appartementsgebouwen die nu een integraal onderdeel zijn van<br />
onze stedelijke omgeving. Deze middelhoge tot hoge gebouwen<br />
huisvesten een diverse bevolking. Ook de eigendomsstructuur van<br />
deze woningen is zeer gevarieerd, waarbij sommige gebouwen<br />
volledig in handen zijn van sociale woningmaatschappijen, terwijl<br />
andere een mix hebben van eigenaar-bewoners en huurders.<br />
De meeste appartementen scoren redelijk goed op het vlak van<br />
energieverbruik, zelfs als ze nog niet gerenoveerd zijn. Dit komt<br />
doordat de wooneenheden vaak kleiner zijn dan vrijstaande<br />
huizen en ze minder oppervlakte aan de buitenschil hebben,<br />
waardoor warmteverliezen beperkter zijn. Daarnaast hebben<br />
ze verschillende indirecte <strong>voor</strong>delen. Het compact stapelen van<br />
woningen zorgt <strong>voor</strong> een veel beperkter ruimteverbruik met<br />
minder nood aan verharding. Daarnaast bevinden appartementen<br />
zich vaak in dichtbevolkte stedelijke gebieden, waardoor het<br />
gemakkelijker is om gebruik te maken van openbaar vervoer en<br />
andere duurzame mobiliteitsoplossingen. De afgelopen decennia<br />
hebben de meeste van deze gebouwen al een of meerdere<br />
kleine opknapbeurten doorgemaakt. Nu is de tijd rijp <strong>voor</strong><br />
een grondige renovatie.<br />
EPC<br />
EPC<br />
APPARTEMENTS<br />
-GEBOUWEN<br />
25
In eerste plaats komt het erop aan om de verschillende<br />
bewoners en eigenaars van een appartementsgebouw te<br />
leren kennen. Een samenwerking tussen de lokale overheid<br />
en een burgerorganisatie kan bij<strong>voor</strong>beeld helpen om<br />
vertrouwen 6 op te bouwen en het energievraagstuk<br />
openlijk te bespreken met de bewoners.<br />
Op die manier kan men inzicht<br />
krijgen in hun behoeftes, vragen<br />
en urgenties. De alledaagse<br />
bekommernissen van bewoners<br />
liggen vaak ver af van<br />
de grote ambities van<br />
de energietransitie.<br />
Structurele problemen, betonrot en de noodzaak om<br />
balkons en gevels aan te passen aan veiligheidsnormen en<br />
regelgeving, creëren een zekere urgentie. Ook de nood<br />
om over te schakelen op duurzame warmtebronnen kan<br />
aanleiding zijn <strong>voor</strong> een grondige renovatie. Het betrekken van<br />
alle eigenaars en bewoners bij een renovatieproject is vaak<br />
een uitdaging. Zelfs met een vereniging van mede-eigenaars<br />
(VME) is het besluitvormingsproces complex. Bewoners en<br />
huurders hebben vaak uiteenlopende financiële middelen,<br />
wat het proces bemoeilijkt. Ook verschilt de motivatie<br />
<strong>voor</strong> een collectief renovatieproject vaak binnen hetzelfde<br />
gebouw, afhankelijk van de locatie van het appartement.<br />
Appartementen die grenzen aan een zijgevel of onder het<br />
dak liggen, verliezen meer warmte dan appartementen die<br />
aan alle zijden ingesloten zijn. In Vlaanderen en België zijn er<br />
vandaag reeds een aantal instrumenten en experimenten die<br />
het collectieve renovatietraject in VME’s ondersteunen.<br />
Deze kunnen de springplank zijn <strong>voor</strong> een structureel kader<br />
en bijbehorende steunmaatregelen.<br />
26<br />
6<br />
SOCIAAL<br />
VERTROUWEN OPBOUWEN, De Verbindingskamer, Rotterdam<br />
Buren en projecten verbinden<br />
De Verbindingskamer is een sociale organisatie die bruggen bouwt<br />
tussen bewoners van de Gijsingflats en het renovatieteam, maar ook<br />
tussen de bewoners onderling. De eerste stap was een huis-aan-huisronde<br />
door de blokken, waarbij nog geen concrete vragen werden<br />
gesteld, maar bewoners werden begroet met bloemen om een eerste<br />
contact te leggen. Dit eenvoudige gebaar opende deuren die anders<br />
nooit geopend zouden zijn. Deze eerste momenten van verbinding<br />
vormden de basis <strong>voor</strong> het opzetten van een bewonersnetwerk. Pas<br />
in een tweede fase, toen er wekelijks bewonersbijeenkomsten werden<br />
gehouden, werd het energievraagstuk onderdeel van het gesprek. Dit<br />
gebeurde geleidelijk: in eerste instantie werden dringende zorgen zoals<br />
vocht of energierekeningen aangepakt. Pas later in het project werden<br />
de vraag naar renovatie en de behoeften en wensen van de bewoners<br />
meegenomen in de gesprekken.<br />
27
Dit is <strong>voor</strong>al belangrijk <strong>voor</strong> gezinnen in minder be<strong>voor</strong>rechte<br />
situaties. Als zij niet worden betrokken, bestaat het risico<br />
dat alleen diegenen die het zich kunnen veroorloven toegang<br />
krijgen tot energiecomfort en hernieuwbare energie. In veel<br />
grootschalige renovatieprojecten hebben bewoners het gevoel<br />
dat de renovatie boven hun hoofden gebeurt in plaats van<br />
samen met hen. Lokale organisaties of gemeenschapscentra<br />
bieden daarom een traject aan dat bewoners in staat stelt te<br />
leren over de noodzaak, de kansen en de te maken keuzes.<br />
Dit laat hen toe om een steeds actievere positie in te nemen<br />
in de transitie. Een organisatie die<br />
vertrouwen geniet, kan<br />
stapsgewijs bouwen aan<br />
een gevoel van mede-<br />
eigenaarschap 7<br />
bij bewoners.<br />
Om de renovatie van appartementsgebouwen te versnellen,<br />
worden er strategieën ontwikkeld die eigenaars en bewoners<br />
ondersteunen. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd <strong>voor</strong><br />
renovatiecoaches 8 . Soms zijn dit medewerkers van de lokale<br />
overheid, soms zijn ze actief vanuit middenveldorganisaties.<br />
Ze gaan van deur tot deur en ondersteunen de bewoners<br />
met technische oplossingen en financiële omkadering.<br />
Ook maken ze de koppeling tussen de nodige interventies in<br />
het gebouw en grotere transformatieplannen op stads- of<br />
wijkniveau. Om bewoners aan boord<br />
te krijgen, is een verbetering van de<br />
woonkwaliteit in de appartementen<br />
doorslaggevend. Een complete<br />
renovatie biedt mogelijkheden <strong>voor</strong><br />
nieuwe of grotere terrassen of<br />
<strong>voor</strong> grotere ramen die meer licht<br />
binnenlaten. Als scharnierpunt tussen<br />
bewoners en ontwerpers kunnen de<br />
coaches deze wensen integreren in<br />
de plannen.<br />
JAAR 1-5 JAAR 6-10 JAAR 10-20<br />
7<br />
TOEWERKEN NAAR MEDE-EIGENAARSCHAP, SunSud, Brussel<br />
Sociale cohesie en energie-initiatieven versterken elkaar<br />
Samen met de bewoners van een sociaal huurblok in Brussel doorliep<br />
City Mine(d) een traject dat uiteindelijk leidde tot de installatie en het<br />
collectief beheer van een PV-installatie op het dak. De opgewekte elektriciteit<br />
wordt in eerste instantie gebruikt om de elektriciteitskosten<br />
van de gemeenschappelijke ruimtes te verlagen. Energieoverschotten<br />
bieden huurders de kans om hernieuwbare elektriciteit te gebruiken<br />
aan een lager tarief dan <strong>voor</strong>heen. City Mine(d) organiseerde ook<br />
workshops waar huurders leerden hoe ze optimaal gebruik kunnen<br />
maken van zonne-energie, waardoor ze energie konden besparen.<br />
Tegelijkertijd versterkten de workshops de sociale cohesie tussen de<br />
bewoners. Er ontstond een soort collectief eigenaarschap over zowel<br />
de energieproductie als de gemeenschap binnen het gebouw. Het resultaat<br />
was onder andere de oprichting van het ‘SunSud Comité’, dat de<br />
bewoners vertegenwoordigt bij het beheer van hun energie-installatie.<br />
8<br />
RENOVATIECOACHES, Linkeroever, Antwerpen<br />
Verzoenen van de behoeften van bewoners en projectambities<br />
De renovatiecoaches van de stad Antwerpen begeleiden alle betrokkenen<br />
bij het complexe proces van een collectief renovatieproject. Ze<br />
stellen een expertbureau aan dat verenigingen van mede-eigenaars<br />
(VME’s) kan begeleiden bij verschillende renovatiemogelijkheden en<br />
zoeken mee naar de subsidies die hieraan gekoppeld kunnen worden.<br />
Ze vergemakkelijken gesprekken tussen eigenaars en energie-experts,<br />
architecten en ambtenaren. Tijdens de discussies worden verschillende<br />
renovatiescenario’s verkend en hun <strong>voor</strong>delen en nadelen besproken.<br />
De coaches helpen bij het begrijpelijk maken van de vaak complexe<br />
technische terminologie en regelgeving.<br />
SOCIAAL<br />
28<br />
BELEIDSMATIG, SOCIAAL<br />
29
De coaches stippelen samen met de VME en experts het<br />
proces en de strategie <strong>voor</strong> de renovatie uit. Ze ontwikkelen<br />
een masterplan op schaal van het gebouw. Het is een<br />
langetermijnstrategie <strong>voor</strong> de nodige werkzaamheden die<br />
opgedeeld kan worden in een reeks behapbare en haalbare<br />
stappen. Samenwerkingen worden geformaliseerd tussen<br />
eigenaars, bewoners, overheden, experts, bouwbedrijven<br />
en middenveldorganisaties. De coaches helpen minder<br />
kapitaalkrachtige eigenaars bij het vinden van de juiste financiële<br />
ondersteuning, zodat ook zij mee in het project kunnen stappen.<br />
Ze zoeken bij<strong>voor</strong>beeld mee naar groene leningen of wijzen de<br />
weg naar subsidies en andere steunmaatregelen.<br />
Niet alleen de gebouwschil van de<br />
appartementsgebouwen wordt vernieuwd,<br />
ook de energiebron waarmee ze verwarmd<br />
worden, wordt vervangen. Er wordt gekeken<br />
naar de mogelijkheden van energieproductie<br />
op wijkniveau. In een ‘wijkenergieplan’ worden<br />
duurzame energiebronnen geïdentificeerd,<br />
haalbaarheidsstudies uitgevoerd om<br />
specifieke technische oplossingen<br />
te onderzoeken en wordt een<br />
plan opgesteld <strong>voor</strong><br />
een gefaseerde<br />
uitvoering.<br />
Verschillende<br />
stadsdiensten<br />
bundelen hun<br />
krachten om<br />
hun toekomst-<br />
plannen, concrete<br />
projecten en hun timing<br />
op elkaar af te stemmen.<br />
30<br />
Ondanks deze planmatige aanpak volgen de renovatiestrategieën<br />
van appartementsgebouwen hun eigen logica en timing. Zo<br />
kan het zijn dat er een hoge urgentie is <strong>voor</strong> de renovatie van<br />
appartementsgebouwen, terwijl het geplande stadswarmtenet<br />
zich nog in de ontwikkelingsfase bevindt. Dit stelt de eigenaars<br />
binnen het gebouw <strong>voor</strong> een dilemma. Moeten ze investeren<br />
in een nieuw verwarmingssysteem op fossiele brandstoffen,<br />
hun eigen warmtepomp installeren, of moeten ze enkele jaren<br />
wachten tot ze kunnen aantakken op het warmtenet? De eerste<br />
twee oplossingen zijn duurder op de lange termijn, en<br />
leiden ertoe dat eigenaars minder geneigd zijn<br />
om zich aan te sluiten op het warmtenet,<br />
eens dit er ligt. Ze hebben immers<br />
zojuist zelf geïnvesteerd in een ander<br />
verwarmingssysteem. Dit heeft op zijn<br />
beurt een invloed op de haalbaarheid<br />
van het warmtenet, omdat het aantal<br />
mogelijke aansluitingen daalt. In dit geval<br />
kunnen tijdelijke oplossingen binnen een<br />
langetermijnstrategie 9 soelaas bieden.<br />
9<br />
TIJDELIJKE WARMTEPOMPEN, Linkeroever, Antwerpen<br />
Planningskloven overbruggen<br />
In de Antwerpse wijk Linkeroever zijn veel modernistische flatgebouwen<br />
uit de jaren 1960 en 1970 dringend aan renovatie toe. Zowel<br />
de gebouwschil als de verwarmingssystemen hebben het einde van<br />
hun levensduur bereikt. Tegelijkertijd plant de stad de uitrol van een<br />
warmtenet op schaal van dit stadsdeel. Het probleem is dat de gebouwen<br />
snel een oplossing nodig hebben en niet kunnen wachten tot het<br />
warmtenetwerk over vijf jaar operationeel is. Om deze kloof te overbruggen,<br />
worden tijdelijke warmtepompen ingezet. Het zijn mobiele<br />
units op containerformaat die worden aangesloten op gerenoveerde<br />
appartementencomplexen. Ze <strong>voor</strong>zien de gebouwen van fossielvrije<br />
warmte totdat de aansluiting op het warmtenetwerk is gerealiseerd.<br />
Daarna kunnen de mobiele warmtepompen eenvoudig naar een ander<br />
gebouw worden verplaatst om hetzelfde proces te herhalen.<br />
TECHNISCH, BELEIDSMATIG<br />
31
EPC<br />
B<br />
VME<br />
8. RENOVATIECOACH<br />
JAAR 1-5 JAAR 6-10 JAAR 10-20<br />
EPC<br />
9. TIJDELIJKE OPLOSSING BINNEN LANGETERMIJNSTRATEGIE<br />
7. GEVOEL VAN MEDE-EIGENAARSCHAP<br />
6. VERTROUWEN<br />
Iedereen aan boord<br />
<strong>voor</strong> duurzame<br />
appartementsgebouwen
C<br />
HET<br />
-VRIJE<br />
BOUWBLOK<br />
EMISSIE<br />
Historische gebouwen en architectuur geven identiteit aan onze<br />
steden en woonomgevingen. Vaak zijn die gebouwen beschermd<br />
of onderhevig aan strikte regelgeving, zodat het verbeteren<br />
van hun energie-efficiëntie een complexe uitdaging vormt.<br />
Kenmerkende bakstenen gevels, prachtige glas-in-loodramen en<br />
houten kozijnen dragen allemaal bij aan het karakter van onze<br />
steden en willen we graag behouden. De renovatie van dergelijke<br />
gebouwen is echter vaak complex en kostbaar. Ingrepen mogen<br />
langs de buitenzijde vaak niet zichtbaar zijn, waardoor renovaties<br />
een grote impact hebben op de binnenruimtes. Maar ook oudere<br />
arbeiderswoningen of klassieke rijwoningen maken deel uit van ons<br />
historisch patrimonium. Ze hebben vaak beperkte binnenruimtes<br />
en plafondhoogtes, wat weer andere uitdagingen met zich<br />
meebrengt. Ook het integreren van hernieuwbare energiebronnen<br />
in bestaande gebouwen is een grote uitdaging. Vaak is er te<br />
weinig ruimte <strong>voor</strong> nieuwe installaties, waardoor zonnepanelen,<br />
warmtepompen of vloerverwarming moeilijk te installeren zijn.<br />
Dit leidt er vaak toe dat eigenaars investeren in beperkte (maar<br />
nog steeds dure) maatregelen, zoals het vervangen van het dak<br />
of raamkozijnen, in plaats van een totaalrenovatie. Bovendien<br />
zijn deze buurten vaak bewoond door verschillende soorten<br />
bewoners, variërend van oudere koppels die er hun hele leven<br />
hebben gewoond, tot nieuwkomers die worden aangetrokken<br />
door de unieke kansen van stedelijke omgevingen. Zowel <strong>voor</strong><br />
lokale overheden<br />
als eigenaren is het<br />
van cruciaal belang<br />
om een strategie<br />
te hebben om<br />
de renovatie<br />
van dergelijke<br />
gebouwen te<br />
versnellen.<br />
35
Een ‘bouwblokstrategie’ grijpt de specifieke kansen van<br />
deze omgeving aan vanuit een collectieve aanpak: het<br />
delen van infrastructuur en kosten en het bieden van een<br />
gestructureerde aanpak <strong>voor</strong> renovatie en energieproductie.<br />
Een aanpak op bouwblokniveau laat toe om stapsgewijs te<br />
werken. Zo vormen de collectieve systemen per bouwblok<br />
op termijn een groter warmtenet.<br />
Het erfgoedvraagstuk en het bewaren en versterken van<br />
kenmerkende gebouwtypes en ensembles in onze steden<br />
en dorpen vraagt om technologische innovaties. Nieuw<br />
onderzoek leidt tot innovatieve isolatiematerialen en<br />
-technieken, die een goede energieprestatie combineren<br />
met weinig of geen visuele impact. Door clusters<br />
van gebouwen in één keer te renoveren,<br />
ontstaat ook de mogelijkheid om te<br />
kiezen <strong>voor</strong> een collectieve installatie, in<br />
in<br />
plaats van een individuele installatie per<br />
gerenoveerde woning. Op die manier is minder ruimte<br />
nodig <strong>voor</strong> de installatie en krijgen we een betaalbaarder<br />
en efficiënter warmtesysteem.<br />
Zo’n geïntegreerde renovatiestrategie 10 laat toe om energieefficiëntie<br />
en duurzame verwarming te verzoenen met de<br />
stedenbouwkundige regelgeving <strong>voor</strong> de bescherming van<br />
erfgoed en stads- of dorpsgezichten.<br />
Verschillende scenario’s <strong>voor</strong> het delen van energie worden<br />
onderzocht. Het delen van installaties biedt <strong>voor</strong>delen: het<br />
is efficiënter om te bedienen en te onderhouden, het<br />
totale benodigde vermogen is lager dan de som<br />
van individuele installaties, en niet iedereen hoeft<br />
dezelfde infrastructuurwerken uit te voeren.<br />
Vanuit praktisch oogpunt betekent dit<br />
bij<strong>voor</strong>beeld dat de logge machines<br />
die nodig zijn <strong>voor</strong> het boren van<br />
geothermische boorgaten slechts<br />
eenmaal toegang nodig hebben tot<br />
de binnenkant van het bouwblok.<br />
De compacte schaal van het<br />
bouwblok maakt energiedelen ook<br />
interessanter: als gebouwen dichter bij elkaar<br />
staan zijn er ook minder lange aan- en afvoerleidingen nodig.<br />
Gedeelde warmte-infrastructuur 11 maakt het tegelijk mogelijk<br />
om schommelingen in de energievraag op te vangen.<br />
10 ERFGOEDRENOVATIE, De Schipjes, Brugge<br />
Verzoenen van erfgoed en ambitieuze energiedoelen<br />
TECHNISCH<br />
De twaalf hospicewoningen in de Peterseliestraat werden meer dan<br />
honderd jaar geleden gebouwd om onderdak te bieden aan minder<br />
welgestelde schippers en dokwerkers. Door de jaren heen hebben de<br />
huizen verschillende renovaties ondergaan, maar onlangs is er een<br />
grootschalige renovatie uitgevoerd. De huizen zijn nu zo energiezuinig<br />
mogelijk gemaakt met een collectief verwarmingssysteem, een<br />
zonneboiler, een warmtenetwerk en een geavanceerd ventilatiesysteem.<br />
Daarnaast zijn alle gevels gerestaureerd, zijn er nieuwe ramen<br />
geplaatst en zijn de muren bekleed met speciale isolerende aerogelpleister.<br />
Deze pleister maakt het mogelijk om historische gebouwen,<br />
waarbij de beschermde buitenmuren niet kunnen worden aangepast,<br />
toch te isoleren. De vloeren van de huisjes zijn geïsoleerd met speciale<br />
vacuümisolatiepanelen. Het leerproces achter De Schipjes werd vergemakkelijkt<br />
doordat de verschillende gebouwen eigendom zijn van één<br />
enkele organisatie en op hetzelfde perceel liggen. Dit betekende dat het<br />
delen van technische installaties zoals PV-panelen en een warmtepomp<br />
kon worden onderzocht, zonder de juridische obstakels van gedeeld<br />
eigendom of eigendomsgrenzen.<br />
36<br />
11 BEO-VELD IN HET BOUWBLOK, Muide-Meulestede, Gent<br />
Gedecentraliseerde aanpak <strong>voor</strong> warmtenetten<br />
In het living lab in de Gentse wijk Muide-Meulestede zijn hefboomprojecten<br />
geselecteerd om de energietransitie op wijkniveau te realiseren.<br />
Er wordt hier<strong>voor</strong> gekeken naar warmtenetten op bouwblokniveau.<br />
Telkens wordt een installatie <strong>voor</strong>zien waarop verschillende gebruikers,<br />
waaronder ook bestaande individuele woningen, kunnen aansluiten.<br />
Een <strong>voor</strong>beeld hiervan is een grootschalig BEO-veld (Boorgat Energie<br />
Opslag) onder het voetbalveld van de lokale sportvereniging. Om<br />
voldoende energieafname te garanderen bij een BEO-project, wordt<br />
er steeds gezocht naar een grote afnemer. In dit geval zal een sociale<br />
woonwijk naast het voetbalveld op het systeem worden aangesloten,<br />
zodat de haalbaarheid en rentabiliteit in de eerste fase is gegarandeerd.<br />
Vervolgens kunnen ook private woningen aansluiten.<br />
FINANCIEEL, TECHNISCH<br />
37
Het <strong>voor</strong>deel van een aanpak op bouwblokniveau<br />
is dat deze stapsgewijs kan worden uitgebreid<br />
en vermenigvuldigd. Door met een<br />
blok-per-<br />
blokstrategie<br />
12 te werken, verzoenen we een<br />
behapbare projectomvang op schaal van<br />
het bouwblok met grotere<br />
stadsvernieuwingsambities<br />
De aansluiting op een<br />
warmtenet vereist in<br />
de meeste gevallen een<br />
renovatie van de individuele<br />
woning. Voor minder<br />
welgestelde gezinnen is<br />
zo’n renovatie een grote<br />
financiële uitdaging.<br />
Om financiële steun te bieden aan huiseigenaren die zich<br />
geen renovatie kunnen veroorloven, richt de gemeente in<br />
samenwerking met publieke organisaties en instellingen een<br />
rollend fonds 13 op. Het fonds verstrekt het kapitaal dat<br />
nodig is <strong>voor</strong> de renovatie, met de afspraak dat dit op langere<br />
termijn wordt terugbetaald, bij<strong>voor</strong>beeld wanneer het huis<br />
over tien tot twintig jaar wordt verkocht. Op die manier kan<br />
de overheid het geïnvesteerde kapitaal terugverdienen,<br />
samen met een interest als gevolg van het<br />
waardebehoud of waardestijging<br />
van de woning. Het kapitaal kan<br />
vervolgens opnieuw worden<br />
geïnvesteerd in volgende<br />
renovaties.<br />
12<br />
GEDEELDE WARMTE-INFRASTRUCTUUR, Geblergasse, Wenen<br />
Geothermie met groeimarge in een bestaand bouwblok<br />
FINANCIEEL, TECHNISCH, JURIDISCH<br />
In de Geblergasse in Wenen zijn twee appartementsgebouwen gerenoveerd<br />
en losgekoppeld van de gas<strong>voor</strong>ziening. In de binnenplaatsen<br />
van de bouwblokken werden achttien geothermische sondes geboord<br />
tot een diepte van 110 meter. Deze <strong>voor</strong>zien de appartementen van<br />
warmte op lage temperatuur. De werken en installaties werden uitgevoerd<br />
door een lokaal energiebedrijf dat zijn investeringen terugverdient<br />
via de verkoop van warmte. Het systeem is zo ontworpen<br />
dat het in de toekomst kan worden uitgebreid naar de omliggende<br />
appartementsgebouwen. Omdat de nodige boringen en installaties al<br />
zijn uitgevoerd in functie van een hogere capaciteit, hoeven de grootste<br />
ingrepen niet opnieuw te worden gedaan bij de volgende renovatie.<br />
Het project maakt via een sneeuwbaleffect een incrementele transitie<br />
van de wijk mogelijk. Het project gaf aanleiding tot een uitgebreider<br />
onderzoek naar het potentieel van dergelijke projecten door ÖGUT, het<br />
Oostenrijks platform <strong>voor</strong> milieu en technologie. Uit dit onderzoek naar<br />
een uitgebreid ‘anergienet’, een lokaal geothermisch warmtenet op<br />
lage temperatuur, blijkt dat een groot deel van de stedelijke warmtevraag<br />
kan worden <strong>voor</strong>zien via zulke systemen, tegen een vergelijkbare<br />
prijs als het huidige gasnetwerk. Hier<strong>voor</strong> zullen op termijn niet alleen<br />
de binnenplaatsen van bouwblokken moeten worden gebruikt,<br />
maar ook delen van het publieke domein. De wettelijke kaders<br />
om dit mogelijk te maken, moeten nog worden ontwikkeld.<br />
38<br />
13<br />
ROLLEND FONDS, Dampoort KnapT OP!, Gent<br />
Toegang tot renovatie vergroten<br />
Dampoort KnapT OP! is een initiatief van toenmalig OCMW Gent en stad<br />
Gent. Het heeft tot doel om mensen die niet over voldoende financiële<br />
middelen beschikken, toch de mogelijkheid te bieden hun woningen te<br />
renoveren. Er is een rollend fonds opgezet waarmee het OCMW en stad<br />
Gent geld investeren zonder terugbetalingstermijn. Het geïnvesteerde<br />
bedrag wordt terugbetaald aan het fonds wanneer het pand wordt<br />
verkocht of in geval van overlijden van de eigenaar. Vervolgens kan<br />
de overheid weer andere mensen in dezelfde situatie ondersteunen.<br />
In de eerste fase van het project werden tien huizen in een bouwblok<br />
gerenoveerd. Elk betrokken gezin ontving een toelage van 30.000 euro.<br />
FINANCIEEL, SOCIAAL<br />
€€ €<br />
39
13. ROLLEND FONDS<br />
C<br />
€<br />
€<br />
€<br />
12. BLOK-PER-BLOKSTRATEGIE<br />
x 100<br />
11. GEDEELDE WARMTE-INFRASTRUCTUUR<br />
Het emissievrije<br />
bouwblok<br />
10. GEÏNTEGREERDE RENOVATIESTRATEGIE
IN DE<br />
D<br />
VERSNELLEN<br />
Vlaanderen behoort tot de meest dichtbebouwde regio’s van<br />
Europa. Tegelijk ligt de bebouwing erg verspreid over het<br />
territorium. Verkavelingen met vrijstaande of geschakelde<br />
woningen met tuinen zijn typerend <strong>voor</strong> deze gebieden tussen<br />
stadskernen en het echte platteland. De verspreide bebouwing<br />
maakt het moeilijk om collectieve energiesystemen zoals een<br />
warmtenet toe te passen. De afstanden tussen de woningen zijn<br />
te groot, waardoor zo’n systeem niet efficiënt kan functioneren.<br />
In deze wijken bestaat vandaag al een trend richting individuele<br />
renovatiemaatregelen, met onder meer zonnepanelen,<br />
warmtepompen en gebouwschilrenovatie. Toch heeft iedere<br />
bewoner verschillende financiële capaciteiten, prioriteiten,<br />
behoeften en vragen. De individuele aanpak maakt het moeilijk<br />
om de kwaliteit van de maatregelen te evalueren, de <strong>voor</strong>tgang<br />
te monitoren of een samenhangende strategie te formuleren om<br />
het transformatieproces te versnellen. De elektrificatie van deze<br />
woon- en levenswijze leidt echter tot bijkomende uitdagingen.<br />
Gezinswagens, die erg belangrijk zijn in deze verkavelingen,<br />
zijn steeds vaker elektrisch. Woningen worden verwarmd met<br />
individuele warmtepompen. Opgeteld leidt dit tot grote pieken<br />
in de elektriciteitsconsumptie. Op andere momenten injecteren<br />
zonnepanelen<br />
belangrijke<br />
hoeveelheden stroom<br />
in de verouderde<br />
netwerken,<br />
VERKAVELING 43
wat leidt tot overbelasting en storingen. Het grondig isoleren<br />
en luchtdicht krijgen van de grote villa’s is bovendien een<br />
erg dure onderneming. Ook in deze gebieden is de huis-perhuisstrategie<br />
dus niet erg efficiënt. Alternatieve vormen van<br />
collectiviteit en ontzorging worden verkend om een aantal<br />
van deze drempels weg te werken. Ze bieden bovendien<br />
kansen om het gemeenschapsleven in de Vlaamse<br />
verkavelingswijken te herdenken. De energietransitie biedt<br />
mogelijkheden om buren opnieuw bij elkaar te brengen, de<br />
identiteit van de wijk te versterken en de weginfrastructuur<br />
te transformeren tot kwalitatieve publieke ruimtes.<br />
Verkavelingen zijn meestal gekenmerkt door een grote<br />
gelijkvormigheid. Vaak werd een stuk open ruimte in één<br />
beweging verkaveld, waardoor de woningen grotendeels<br />
van dezelfde leeftijd zijn.<br />
In sommige gevallen<br />
is die homogeniteit<br />
bewaard gebleven,<br />
maar vaak duiken<br />
er verschillen op.<br />
Sommige woningen worden nog steeds bewoond door de<br />
oorspronkelijke bewoner-bouwers, terwijl andere al meerdere<br />
keren van eigenaar zijn gewisseld. Terwijl sommige woningen<br />
nog enkel glas hebben, zijn andere ondertussen grondig<br />
gerenoveerd met isolatie, warmtepompen en zonnepanelen.<br />
Deze verschillen ontstaan vaak door verschillen in financiële<br />
mogelijkheden, door een gebrek aan ondersteuning, door een<br />
taalprobleem of door een gebrek aan toegankelijke informatie<br />
over renovatie en energiebesparende maatregelen. Om dit<br />
probleem aan te pakken, beslist de gemeente om een lokale<br />
organisatie in te schakelen die al actief is in de buurt. Ze helpt de<br />
bewoners om door de ingewikkelde wereld van energieregels,<br />
subsidies en technische oplossingen te navigeren.<br />
Via deur-aan-deur renovatieondersteuning 14 geeft de<br />
organisatie de bewoners een eerste inzicht in de nodige<br />
maatregelen en legt ze uit welke subsidies en premies<br />
beschikbaar zijn. Zodra bewoners bereidheid tonen om<br />
minstens een van de <strong>voor</strong>gestelde interventies, zoals<br />
een dakrenovatie of vervanging van de ramen, uit te voeren,<br />
begeleidt de organisatie hen door het hele proces tot aan de<br />
uitvoering. Op die manier worden bewoners die al overtuigd<br />
zijn maar nog niet beschikken over de juiste tools of kennis,<br />
gestimuleerd om hun woning te renoveren.<br />
44<br />
14 RENOVATIEONDERSTEUNING, Stebo, Genk<br />
Ontzorgen en geleidelijke renovatie<br />
In de wijk Waterschei in Genk bestaat er vaak een grote kloof tussen bewoners<br />
en de overheid. Taal- en financiële drempels maken het nog moeilijker<br />
om renovaties aan te pakken. Met een actieve informatiecampagne<br />
wil sociale organisatie Stebo deze kloof overbruggen. Haar campagne<br />
begint met het verspreiden van flyers en wordt gevolgd door aanwezigheid<br />
op buurtactiviteiten en op plekken waar veel bewoners samenkomen<br />
zoals parken en scholen. Vervolgens worden huis-aan-huisbezoeken<br />
georganiseerd om elke bewoner te bereiken. Tijdens de gesprekken staat<br />
renovatie niet meteen centraal, maar wordt geleidelijk aan besproken.<br />
Als er interesse wordt getoond, wordt een vervolgafspraak gemaakt<br />
om dieper in te gaan op de renovatievraagstukken.<br />
BELEIDSMATIG, SOCIAAL<br />
45
Het mobiliseren van individuele bewoners om actie te<br />
ondernemen, is een eerste stap richting versnelling, maar<br />
blijkt niet genoeg. Een strategie om de vermenigvuldiging<br />
van individuele acties te ondersteunen, is het aanbieden<br />
van collectieve energie-infrastructuur aan de hele buurt.<br />
Een buurtbatterij 15 of gemeenschappelijke zonnepanelen<br />
dienen als katalysator, waardoor hernieuwbare energie<br />
lokaal kan worden geproduceerd, opgeslagen en gebruikt.<br />
De energie die wordt opgewekt door een individuele<br />
installatie dient in de eerste plaats <strong>voor</strong> eigen verbruik. Een<br />
eventueel overschot aan energie wordt vervolgens efficiënt<br />
opgeslagen in de buurtbatterij, wat overbelasting van het<br />
lokale energienet <strong>voor</strong>komt. Dit opent deuren naar nieuwe<br />
vormen van samenwerking en solidariteit, waarbij<br />
overtollige energie wordt gedeeld met bewoners<br />
die geen eigen energiesysteem kunnen betalen.<br />
Daarom worden huishoudens gestimuleerd om meer<br />
zonnepanelen te installeren dan ze zelf nodig hebben,<br />
bij<strong>voor</strong>beeld door<br />
subsidies of een<br />
vergoeding <strong>voor</strong> de<br />
geproduceerde stroom.<br />
Op die manier wordt energie benaderd als een<br />
collectief vraagstuk. Dit schept nieuwe mogelijkheden<br />
<strong>voor</strong> collectieve buurt<strong>voor</strong>zieningen.<br />
Een buurtenergiecentrum 16 dient als een hub<br />
<strong>voor</strong> bewoners die informatie zoeken<br />
over renovaties of ondersteuning nodig<br />
hebben om energiemaatregelen in hun<br />
huizen te <strong>voor</strong>zien.<br />
15 BUURTBATTERIJ, Th!nk E, Oud-Heverlee<br />
Collectieve infrastructuur <strong>voor</strong> energieopslag<br />
Elektrische auto’s, warmtepompen en zonnepanelen leggen een steeds<br />
grotere druk op het elektriciteitsnet in landelijke gebieden. Om overbelasting<br />
van het net te <strong>voor</strong>komen, heeft Th!nk E, met steun van de<br />
Europese Commissie, de eerste wijkbatterij in Vlaanderen geïnstalleerd.<br />
Deze batterij kan genoeg energie opslaan om negen gezinnen een dag<br />
lang van stroom te <strong>voor</strong>zien. Wanneer er overdag veel zonne-energie<br />
wordt opgewekt, slaat de batterij deze op, zodat ze ’s avonds kan<br />
worden gebruikt wanneer mensen thuiskomen, hun elektrische auto<br />
opladen en beginnen te koken.<br />
TECHNISCH, JURIDISCH<br />
46<br />
16 BUURTHUB, Zelfregiehuis, Rotterdam<br />
Integratie van buurtwaarde<br />
SOCIAAL<br />
Als onderdeel van de transformatiestrategie ‘BOTU 2028’ (opgemaakt<br />
in 2018) is het gelijkvloers van een overheidsgebouw omgetoverd tot<br />
een gemeenschapshuis. De burgercoöperatie ‘Delfshaven Coöperatie’<br />
ondersteunt en faciliteert de werking van deze ruimte, waardoor de<br />
echte drijfveren en initiatieven vanuit buurtbewoners kunnen komen.<br />
De gesprekken richten zich op kwesties zoals zorg, economie en energie,<br />
en de impact daarvan op hun leven. Binnen deze gedeelde ruimte<br />
vinden kwetsbare groepen ruimte en steun om hun toekomst zelf mee<br />
in handen te nemen, samen met experts en lokale beleidsmakers. Deze<br />
vorm van ondernemerschap stimuleert de ontwikkeling van sociale<br />
netwerken, politiek bewustzijn en economische onafhankelijkheid.<br />
Door bewoners te empoweren geeft het hen ook de tools om andere<br />
maatschappelijke uitdagingen aan te gaan, en bouwt het aan lokale<br />
veerkracht en mede-eigenaarschap over de transitie van de wijk.<br />
47
Het is ook de plek waar mensen kunnen aankloppen <strong>voor</strong><br />
solidariteitsinitiatieven, hun behoeften en vragen kunnen<br />
bespreken, en samen kunnen werken aan een verbeterde<br />
toekomst <strong>voor</strong> hun buurt. Hoge renovatiekosten vormen<br />
een drempel <strong>voor</strong> de energietransitie. Gediversifieerde<br />
subsidies en steunmaatregelen 17 kunnen renovatie breder<br />
toegankelijk maken. Een publiek fonds kan bij<strong>voor</strong>beeld<br />
een deel van de renovatiekosten op zich nemen, in<br />
de vorm van subsidies of andere steunmaatregelen.<br />
Tegelijkertijd werkt de gemeente aan een brede<br />
strategie op wijkniveau.<br />
50%<br />
50%<br />
De komende jaren zijn er infrastructuurwerken<br />
gepland, zoals de vernieuwing van de riolering.<br />
Dit biedt een kans om een het energievraagstuk<br />
te integreren in de heraanleg van het<br />
publiek domein 18 . Ingrepen zoals<br />
rioleringswerken, de aanleg van een<br />
warmtenet onder de straten of een<br />
nieuw mobiliteitsplan, bieden immers de<br />
mogelijkheid om de openbare ruimte<br />
in de buurt opnieuw in te richten. Het<br />
creëren van meer waterinfiltratie of<br />
meer groene ruimtes om het hitteeilandeffect<br />
te bestrijden, leidt tot een<br />
meer duurzame en leefbare wijk. De<br />
projecten worden in samenwerking met<br />
de bewoners gepland en uitgevoerd,<br />
zodat de transformatie kan<br />
gebruikt worden als manier<br />
om de gemeenschap te<br />
versterken.<br />
17 GEDEELDE INVESTERING, oPEN lab, Genk<br />
Kosten en verantwoordelijkheid van renovatie delen<br />
18 BREDE RENOVATIESTRATEGIE, Ter Elst, Leuven<br />
Integratie van energie, duurzaamheid en erfgoed<br />
FINANCIEEL<br />
In Waterschei in Genk delen huiseigenaren de renovatiekosten met<br />
de partners van het living lab. De huiseigenaren zorgen zelf <strong>voor</strong> het<br />
isoleren van hun ramen, dak en muren. De partners van het living lab<br />
financieren vervolgens een plug-and-play technische box met een<br />
warmtepomp die rechtstreeks op de woning wordt aangesloten. Ook<br />
het bijbehorende vloerverwarmingssysteem wordt door hen bekostigd.<br />
Afgezien van een kleine jaarlijkse servicekost is deze installatie gratis.<br />
Als wederdienst <strong>voor</strong> deze installatie zoeken de partners van het living<br />
lab niet naar financieel rendement. In plaats daarvan stemmen de<br />
huiseigenaren ermee in om gedurende een periode van vijftien jaar<br />
de energiegegevens van hun huis te laten opvolgen en analyseren.<br />
48<br />
JURIDISCH, BELEIDSMATIG<br />
In tuinwijk Ter Elst wordt de energierenovatie van de woningen gekoppeld<br />
aan het behoud van erfgoed en andere duurzaamheidsmaatregelen,<br />
zoals het ontharden van private en openbare ruimte en het<br />
bestrijden van het hitte-eilandeffect. Door deze kwesties met elkaar te<br />
verbinden, kunnen verschillende <strong>voor</strong>delen binnen één project worden<br />
gerealiseerd, waardoor de financiële drempels <strong>voor</strong> veel bewoners<br />
worden verlaagd. Een <strong>voor</strong>beeld hiervan is het verwijderen van parkeerplaatsen<br />
in <strong>voor</strong>tuinen. Het schept extra leefruimte in <strong>voor</strong>malige<br />
garages, biedt ruimte <strong>voor</strong> fietsenstallingen, maakt de installatie van<br />
gedeelde warmtepompen mogelijk en zorgt <strong>voor</strong> een aanzienlijke ontharding<br />
van de bodem.<br />
49
14. DEUR-AAN-DEUR RENOVATIEONDERSTEUNING<br />
50% 50%<br />
D<br />
17. GEDIVERSIFIEERDE SUBSIDIES EN STEUNMAATREGELEN<br />
Versnellen in<br />
de verkaveling<br />
16. BUURTENERGIECENTRUM<br />
18. INTEGREREN IN DE HERAANLEG VAN HET PUBLIEK DOMEIN<br />
15. BUURTBATTERIJ
UIT-<br />
WISSELINGEN<br />
IN DE<br />
MULTI-<br />
FUNCTIONELE<br />
E<br />
BUURT<br />
De schaal van de wijk biedt kansen om in te zetten op<br />
uitwisselingen tussen energiebronnen en energiegebruikers.<br />
De verschillende functies in een wijk hebben verschillende<br />
verwarmings- en koelingsbehoeften, en dat op verschillende<br />
tijdstippen van de dag. Terwijl woningen verwarming nodig<br />
hebben, vragen kantoren vaak koeling. In en rond wijken bevinden<br />
zich bovendien vaak verschillende warmtebronnen. Denk aan<br />
restwarmte van industriële processen, warmte van rioolwater<br />
of natuurlijke warmtebronnen zoals aardwarmte, aquathermie<br />
of zonne-energie. Die kunnen worden geoogst en gedeeld met<br />
aanpalende gebruikers. Anders dan elektriciteit kan warmte<br />
immers niet over grote afstanden getransporteerd worden.<br />
De mix van functies speelt een cruciale rol bij het optimaliseren<br />
van energie-uitwisseling in een buurt. Voor een energiestrategie<br />
op wijkniveau is het essentieel om een goed beeld te krijgen van<br />
de types van warmtebronnen die in een buurt bestaan en de<br />
functies die moeten worden bediend. Een ‘energiescan’ vormt<br />
de basis om technische oplossingen uit te tekenen, na te denken<br />
over de organisatie van warmte-uitwisselingen en modellen te<br />
bedenken <strong>voor</strong> het eigendom van de bijbehorende infrastructuur.<br />
Hier<strong>voor</strong> zijn nieuwe rolverdelingen en samenwerkingen nodig<br />
tussen overheid, burgers en private en civiele organisaties.<br />
53
Muide Meulestede<br />
waterwegen<br />
publiek groen<br />
autowegen<br />
publiek privé-eigendom<br />
openbaar domein<br />
privaat domein<br />
Verschillende steden in Vlaanderen en België starten projecten op<br />
<strong>voor</strong> de duurzame renovaties van volledige wijken. Deze wijken<br />
dienen als proeftuinen <strong>voor</strong> innovatieve oplossingen op het<br />
gebied van warmte-uitwisseling en energiegemeenschappen.<br />
Het gaat over de transformatie van oude<br />
industriële terreinen naar nieuwe wijken<br />
met diverse functies zoals wonen,<br />
winkelen en werken. Maar ook<br />
over bestaande woonwijken<br />
met rijhuizen, (<strong>voor</strong>malige)<br />
ateliers, buurtcentra,<br />
scholen, sport<strong>voor</strong>zieningen<br />
en openbare ruimtes.<br />
De basis <strong>voor</strong> elk<br />
herontwikkelingsplan is een<br />
gestapelde wijkkaart 19 .<br />
Deze wijkkaart brengt de verschillende functies,<br />
leeftijden van gebouwen en potentieel <strong>voor</strong> de<br />
opwekking van warmte en elektriciteit in kaart.<br />
Door deze verschillende lagen te overlappen en te<br />
kruisen, kunnen mogelijke synergieën en verbindende<br />
projecten in beeld worden gebracht.<br />
Wanneer een of meerdere energie-uitwisselingsprojecten<br />
geïdentificeerd zijn, wordt gezocht naar de meest passende<br />
eigendomsstructuur en financieel model. De gemeente speelt<br />
hierin een belangrijke rol. Soms neemt ze het initiatief en soms<br />
ondersteunt ze de vorming van een lokale coalitie tussen de<br />
netbeheerder, de projectontwikkelaar, het energiebedrijf en de<br />
wijkorganisaties. Een lokale energiecoöperatie kan bij<strong>voor</strong>beeld<br />
mede-eigenaar worden van het warmtenet. De bewoners<br />
die lid zijn van deze<br />
een deel van de<br />
coöperatie bezitten dan<br />
warmte-infrastructuur en<br />
ontvangen een rendement<br />
op hun investering.<br />
Na een tijd verbreedt de<br />
coöperatie haar werkveld.<br />
Naast het leveren van warmte<br />
neemt ze ook het beheer van<br />
water- en afvalstromen op zich.<br />
Op die manier ontstaat een circulaire<br />
wijkcoöperatie 20 . Deze heeft niet alleen<br />
het mandaat om energie te produceren, te<br />
COOP<br />
verdelen en te verkopen, maar neemt ook een rol<br />
op als structurele partner in de transformatie<br />
van de wijk.<br />
19<br />
CARTOGRAFIE VAN HET WIJKPOTENTIEEL, Muide Meulestede, Gent<br />
In kaart brengen van de heterogeniteit van de wijk<br />
De wijk Muide-Meulestede is een van de twee pilootprojecten ‘fossielvrije<br />
wijken’ van stad Gent. In de eerste fase van het project is<br />
er een studie uitgevoerd om mogelijke energie-scenario’s te onderzoeken.<br />
Vervolgens wordt er een kaartanalyse gemaakt met vijf<br />
relevante informatielagen: de geografische kenmerken van de wijk,<br />
het energiepotentieel, de wijkdynamiek, een stakeholderanalyse en<br />
een overzicht van geplande investeringen en infrastructuurwerken.<br />
Dankzij deze kaartanalyse kunnen hotspots worden geïdentificeerd<br />
waar potentiële energieprojecten voet aan de grond kunnen krijgen.<br />
Daarnaast wordt duidelijk welke projecten op meerdere plekken <strong>voor</strong>komen<br />
en dus reproduceerbaar zijn. Drie projecten zijn geselecteerd<br />
als hefboomprojecten.<br />
20<br />
COÖPERATIEVE AANPAK, De Nieuwe Dokken, Gent<br />
Coöperatief beheer van energiesystemen<br />
De Nieuwe Dokken in Gent is een woonwijk die gebouwd is op een<br />
<strong>voor</strong>malig havenindustrieterrein. De warmte <strong>voor</strong> de 400 appartementen<br />
wordt geleverd door het coöperatief beheerde warmtenet, dat<br />
zijn energie haalt uit restwarmte van een nabijgelegen fabriek (66%)<br />
en lokaal gerecupereerde rioolwarmte (33%). Daarnaast zijn er op<br />
zoveel mogelijk gebouwen zonnepanelen geïnstalleerd. Dankzij een<br />
wijkbatterij wordt er continu stroom geleverd aan gemeenschappelijke<br />
warmtepompen en laadstations <strong>voor</strong> auto’s. Door een woning te kopen<br />
in de Nieuwe Dokken, worden bewoners automatisch coöperant van de<br />
lokale energie-infrastructuur. Ze delen in de winsten van de investering<br />
in de vorm van lagere energieprijzen.<br />
JURIDISCH, BELEIDSMATIG, TECHNISCH<br />
54<br />
JURIDISCH, FINANCIEEL, TECHNISCH<br />
55
Zowel bestaande als nieuwe gebouwen worden verwarmd<br />
met lokaal geproduceerde en duurzame energie. Na het in<br />
kaart brengen van de verschillende aanwezige warmtebronnen,<br />
presenteert het wijkenergiebedrijf een <strong>voor</strong>stel <strong>voor</strong> een<br />
wijkwarmtenet met geschakelde lokale<br />
energiebronnen 21 . Het warmtenet<br />
maakt zowel gebruik van aquathermie,<br />
geothermie als zonne-energie. Water in<br />
de buurt wordt gebruikt <strong>voor</strong> warmte<br />
en koeling. Zonne-energie <strong>voor</strong>ziet<br />
de installaties van elektriciteit. En de<br />
thermische zonnepanelen maken<br />
het mogelijk om aardwarmte te<br />
regenereren: na een winterseizoen<br />
brengt de zonnewarmte de<br />
ondergrond weer op temperatuur.<br />
Een groep bewoners komt samen om ideeën te formuleren<br />
<strong>voor</strong> het versneld renoveren van alle woningen in hun buurt.<br />
Ze richten een lokaal renovatiecomité 22 op. Met steun van<br />
de gemeente helpt het comité bewoners bij het <strong>voor</strong>bereiden<br />
van hun renovaties. Ze bundelen hun krachten om ook andere<br />
verbeteringen in de buurt <strong>voor</strong> te stellen. Ze vinden een lokale<br />
warmtebron en vragen aan de stad om te onderzoeken of het<br />
mogelijk is om van daaruit een warmtenet uit te bouwen.<br />
Lokale initiatieven kunnen een<br />
krachtige hefboom vormen<br />
om bestaande woningen en<br />
<strong>voor</strong>zieningen aan te sluiten op<br />
een warmtenet.<br />
21 COMBINATIE VAN WARMTEBRONNEN, Vaartwarmte Marie Thumas, Leuven<br />
22<br />
Integratie van geothermie, aquathermie en zonne-energie<br />
JURIDISCH, TECHNISCH<br />
De oude Marie Thumas-fabriek ligt langs het kanaal net buiten het<br />
stadscentrum van Leuven. Ze wordt herontwikkeld tot een gemengd<br />
complex met woningen, winkels en culturele <strong>voor</strong>zieningen. Het<br />
energieconcept <strong>voor</strong> de site integreert de vier natuurelementen in<br />
de omgeving, en combineert die om de hoogst mogelijke efficiëntie<br />
te bereiken. Warmte en koude worden gewonnen uit het kanaalwater.<br />
Indien nodig kunnen lucht-lucht warmtepompen extra warmte leveren.<br />
De ondergrond wordt gebruikt <strong>voor</strong> de opslag van warmte in de zomer,<br />
die vervolgens in de winter kan worden gebruikt. Zonnepanelen leveren<br />
de elektriciteit <strong>voor</strong> al deze systemen. Het systeem is ontworpen zodat<br />
het later ook kan dienen als een energiehub waaraan extra gebruikers<br />
en energiebronnen kunnen worden aangesloten. Om dit energieproject<br />
te ontwikkelen en te beheren, richtten Kelvin Solutions, burgercoöperatie<br />
ECoOB en stad Leuven een nieuw, lokaal energiebedrijf op,<br />
‘Vaartwarmte’ genaamd.<br />
56<br />
SOCIAAL<br />
BUURTKRACHT, Sint-Gillis, Brugge<br />
Burgercollectief als startmotor <strong>voor</strong> wijkrenovatie<br />
De buurtvereniging in de wijk Sint-Gillis, deel van het historische stadscentrum<br />
van Brugge, benaderde haar stadsdiensten met de vraag hoe<br />
ze hun wijk op een alomvattende manier konden verduurzamen, met<br />
als doel om de eerste ‘klimaatwijk’ van Brugge te worden. De stad<br />
schreef een verkenningsopdracht uit om de stappen te bepalen die<br />
zowel de stad als de bewoners moeten nemen <strong>voor</strong> de transformatie tot<br />
een fossielvrije buurt. De buurtvereniging ontving een burgerbudget<br />
om te investeren in het ontharden en vergroenen van de omgeving,<br />
regenwaterbeheer, elektrische deelmobiliteit en groepsaankopen <strong>voor</strong><br />
isolatie en duurzame verwarming. Parallel voert de stad samen met<br />
experts een haalbaarheidsstudie uit <strong>voor</strong> een lokaal warmtenet dat<br />
gebruikmaakt van de restwarmte van de enzymenfabriek net buiten<br />
de buurt. Deze samenwerking en krachtenbundeling tussen stad,<br />
buurtcomité en externe experts dient nu als model <strong>voor</strong> de aanpak<br />
van wijkrenovaties in de stad.<br />
57
Daarnaast stelt het renovatiecomité <strong>voor</strong> om <strong>voor</strong>tuinen te<br />
ontharden en in de openbare ruimte plaats te maken <strong>voor</strong> waterdoorlatende<br />
zones en biodiversiteit. Ze trekken aan de kar om van<br />
de buurt een echte klimaatwijk te maken.<br />
De nabijheid tussen industrie en woongebieden leidt soms tot<br />
overlast, maar biedt ook mogelijkheden <strong>voor</strong> synergieën. Sommige<br />
industriële processen hebben zoveel warmte nodig dat er nadien<br />
grote hoeveelheden restwarmte in de atmosfeer<br />
wordt geloosd.<br />
Dit biedt kansen om een warmte-uitwisselingsproject<br />
met de buurt op te tuigen. Om de haalbaarheid van het<br />
project te beoordelen, werkt de gemeente samen met het<br />
energiebedrijf. In samenwerking met een lokale organisatie<br />
wordt een bevraging uitgevoerd om de verwarmings- en<br />
koelbehoeften van de bewoners in kaart te brengen. Tegelijk<br />
wordt geverifieerd of de industriële restwarmte er ook nog zal<br />
zijn nadat het productieproces verduurzaamd is en nadat de<br />
restwarmte door de fabriek zelf wordt geconsumeerd.<br />
Op basis hiervan blijkt dat het restwarmteuitwisselingsproject<br />
23 wel mogelijk<br />
is. De lokale overheid en het bedrijf<br />
investeren samen in het ontwikkelen<br />
en realiseren van het warmtenet.<br />
Er wordt een contract opgesteld<br />
tussen het lokaal energiebedrijf<br />
en de burgers dat de warmte<br />
aan een vast tarief aanbiedt.<br />
Gezien de bokkensprongen die<br />
de energieprijzen maken, kan die<br />
garantie op een vast tarief veel<br />
burgers in de buurt overtuigen.<br />
58<br />
23 RESTWARMTENET, Warmte Verzilverd, Mortsel<br />
Restwarmtenet als energiebron <strong>voor</strong> bestaande wijken<br />
Twee energiecoöperaties en een energie-ontwikkelaar beheren samen<br />
een warmtenetwerk dat de industriële restwarmte van Agfa-Gevaert<br />
gebruikt. ‘Warmte Verzilverd’ levert in een eerste fase warmte aan<br />
nabijgelegen industriële gebouwen en aan een nieuwe woonwijk<br />
(Minerve). In een volgende fase worden ook twee grote warmteverbruikers,<br />
een school en een rust- en verzorgingstehuis, aangesloten.<br />
Aangezien er potentieel is om nog meer warmte uit de schoorstenen<br />
van de fabriek te verdelen, wordt momenteel een derde uitbreiding onderzocht,<br />
deze keer naar een bestaande buurt. Als de lichten op groen<br />
staan, kunnen zo’n 300 huishoudens en woningen in de omliggende<br />
straten aangesloten worden op het net.<br />
TECHNISCH, JURIDISCH<br />
59
Een getrapte aanpak en systeem 24 laten toe om te <strong>voor</strong>zien<br />
in de diverse warmtebehoeften van lokale industrie, grote<br />
publieke gebouwen en bestaande en nieuwe woningen.<br />
Een warmtenet levert eerst aan nabijgelegen bedrijven,<br />
een school en een ziekenhuis. Op die manier is de warmteafname<br />
gewaarborgd, waardoor de aanleg van het<br />
warmtesysteem gefinancierd kan worden. Vervolgens gaat<br />
het warme water, nu op iets lagere temperatuur, naar de<br />
woonwijken. De bestaande woningen in de<br />
buurt zijn nog niet diepgaand gerenoveerd<br />
en gebruiken nog hun oorspronkelijke<br />
radiatoren. De geleverde warmte<br />
moet daarom minstens een middentemperatuur<br />
hebben van 65 tot<br />
70 graden.<br />
Daarna gaat het water via een zeer-lage-temperatuurnet<br />
naar nieuwbouwwoningen, die dankzij hun hoge energieefficiëntie<br />
genoeg hebben aan een watertemperatuur van 30<br />
graden <strong>voor</strong> hun verwarming. Deze ‘cascade’ van gebruikers<br />
en temperatuurniveaus gebruikt de diversiteit van de<br />
bebouwde omgeving als een troef. De beschikbare warmte<br />
gaat langs verschillende warmtevragers en rendeert zo<br />
maximaal. Naarmate meer woningen gerenoveerd worden<br />
en dus op lage of zeer lage temperatuur verwarmd kunnen<br />
worden, wordt het energiesysteem uitgebreid naar nog<br />
andere woningen en afnemers.<br />
24 CASCADEREN VAN WARMTE, Warmtenet Noord, Antwerpen<br />
Lage en hoge warmtevragen slim combineren<br />
TECHNISCH<br />
Ten noorden van het stadscentrum van Antwerpen wordt een grootschalig<br />
warmteproject <strong>voor</strong>bereid. Warmte wordt onttrokken aan de<br />
grote hoeveelheden afvalwater die door een zuiveringsinstallatie seert. De warmte wordt vervolgens geleverd aan publieke <strong>voor</strong>zieninpasgen,<br />
bestaande wijken en nieuwbouwgebieden. Vanwege de specifieke<br />
warmtevragen van elk van deze afnemers, waarbij sommige hogere<br />
en andere lagere verwarmingstemperaturen vereisen, is een getrapt<br />
warmtenet ontworpen. Het warme water verlaat de warmtewisselaar<br />
bij de zuiveringsinstallatie op een hoge temperatuur. Het stroomt naar<br />
bestaande wijken en publieke <strong>voor</strong>zieningen in de buurt, die op hoge<br />
temperatuur verwarmd worden. Hierna heeft het water een lagere<br />
temperatuur, die echter nog steeds voldoende is <strong>voor</strong> de verwarming<br />
van nieuwe woningen op de Slachthuissite.<br />
60<br />
61
Uitwisselingen<br />
in de multifunctionele<br />
buurt<br />
24. GETRAPTE AANPAK EN SYSTEEM<br />
E<br />
23. RESTWARMTEUITWISSELINGSPROJECT<br />
COOP<br />
22. LOKAAL RENOVATIECOMITÉ<br />
21. GESCHAKELDE LOKALE ENERGIEBRONNEN<br />
20. CIRCULAIRE WIJKCOÖPERATIE<br />
19. GESTAPELDE WIJKKAART
LIVING LABS & EXPERIMENTEN<br />
BOSPOLDER-TUSSENDIJKEN,<br />
Rotterdam, NL<br />
p. 20, 27 & 47<br />
De naoorlogse wijk Bospolder-Tussendijken is de thuisbasis van minder be<strong>voor</strong>rechte<br />
Rotterdammers. In het dagelijks leven van de wijk is er een grote betrokkenheid van<br />
mensen met verschillende nationaliteiten en er heerst een sterk gemeenschapsgevoel.<br />
Ondersteund door het nationale plan om van fossiele brandstoffen af te stappen<br />
heeft de gemeente Rotterdam het programma Nieuwe Energie <strong>voor</strong> Rotterdam<br />
opgestart, waarbij Bospolder-Tussendijken is aangewezen als een van de zes pilootgebieden.<br />
Hier wordt gezocht naar een collectieve oplossing <strong>voor</strong> het delen en<br />
produceren van warmte en elektriciteit. Grootschalige, top-downinitiatieven zoals<br />
een wijkwarmtenet worden gecombineerd met bottom-upinitiatieven <strong>voor</strong> collectieve<br />
renovatie, lokale werkgelegenheid en energiecoöperaties, zoals de Delfshaven<br />
Energie Coöperatie.<br />
GEORGIAN QUARTER<br />
RENOVATION,<br />
Limerick, IE<br />
p. 16<br />
Limerick neemt deel aan een project gefinancierd door het Horizon 2020-programma<br />
van de EU. Dit project heeft tot doel slimme positieve <strong>energiewijken</strong> te creëren. In<br />
het Georgian district ligt de focus op het verminderen van het energieverbruik in<br />
combinatie met erfgoedbescherming. Verschillende experts zullen samenwerken<br />
om oplossingen te ontwikkelen waarmee gebouwen in de wijk meer energie kunnen<br />
genereren dan ze verbruiken. De overtollige energie zal worden teruggevoerd naar<br />
het net via een lokale beheersstructuur.<br />
BUURTKRACHT,<br />
Brugge, BE<br />
p. 57<br />
Buurtvereniging ’t Zilletje klopte in 2022 aan bij de stad Brugge met de vraag hoe ze<br />
hun buurt konden verduurzamen en de eerste ‘klimaatwijk’ van Brugge worden. De<br />
stad gaf opdracht <strong>voor</strong> een studie om de nodige stappen te bepalen, zowel <strong>voor</strong> de<br />
stad als de burgers. Naast deze studie, met plannen <strong>voor</strong> duurzame verwarming en<br />
hernieuwbare energie, ontving de buurt ook een burgerbudget om te investeren in<br />
ontharding, vergroening, regenwaterbeheer, elektrische deelmobiliteit en groepsaankopen<br />
<strong>voor</strong> isolatie en duurzame verwarming.<br />
LINKEROEVER,<br />
Antwerpen, BE<br />
p. 29 & 31<br />
Antwerpen Linkeroever bestaat uit een mix van historische en modernistische architectuur.<br />
In het midden van de twintigste eeuw onderging het gebied een opmerkelijke<br />
transformatie van industriezone naar woongebied. De wijk is geselecteerd<br />
als een van de pilootwijken van Antwerpen om tegen 2030 koolstofneutraal te zijn.<br />
Naast lokale energieproductie en een mobiliteitsshift zal Linkeroever zich richten<br />
op de aanleg van warmtenetten en de collectieve renovatie van appartementen en<br />
openbare gebouwen. Omwille van de mix van eigendom tussen sociale huisvestingsmaatschappijen<br />
en individuele eigenaren is er nood aan strategieën om alle<br />
bewoners tegelijk aan boord te krijgen.<br />
CITIZEN ASSETS PROGRAM,<br />
Barcelona, ES<br />
p. 17<br />
Het Citizen Assets Programma in Barcelona is een gemeenschapsinitiatief om publieke<br />
ruimtes nieuw leven in te blazen en wijkcohesie te versterken. Bewoners dragen<br />
zelf bij aan de ontwikkeling en het onderhoud van parken, tuinen en recreatiegebieden.<br />
Door burgers te betrekken bij collectieve projecten bevordert het programma<br />
milieubewustzijn en sociale cohesie<br />
MUIDE-MEULESTEDE,<br />
Gent, BE<br />
p. 37 & 54<br />
De wijk Muide-Meulestede ligt op een schiereiland in de haven van Gent en biedt<br />
plaats aan zowel wonen als havenactiviteiten. Muide-Meulestede is een pilootproject<br />
waarmee Gent de overstap wil maken naar een fossielvrije wijk. Op basis van<br />
studies stelt de stad een actieplan op. Dat bevat, behalve technische oplossingen,<br />
ook maatregelen <strong>voor</strong> hoe bewoners, verhuurders en de bouwindustrie ondersteund<br />
kunnen worden om over te stappen naar fossielvrij wonen. Het plan focust op lokale<br />
betrokkenheid, burgerparticipatie en op het overwinnen van praktische en financiële<br />
barrières. De belangen en behoeften van de bewoners zijn het uitgangspunt van<br />
toekomstige interventies.<br />
DAMPOORT KNAPT OP!,<br />
Gent, BE<br />
p. 39<br />
Dampoort KnapT OP! is een pilootproject in de wijk Dampoort in het oosten van<br />
Gent, gelanceerd in 2015. Het project biedt een subsidie <strong>voor</strong> noodkopers via een<br />
rollend fonds. Het rollend fonds houdt in dat het OCMW en stad Gent geld uitlenen<br />
<strong>voor</strong> een renovatie zonder terugbetalingstermijn. Het geleende bedrag wordt pas<br />
terugbetaald wanneer het pand wordt verkocht of in geval van overlijden van de<br />
eigenaar. Het project is het resultaat van een samenwerking tussen het OCMW, stad<br />
Gent, Community Land Trust (CLT) en SAAMO Gent, evenals twee lokale non-profitverenigingen,<br />
vzw SIVI en Domus Mundi vzw.<br />
NIEUWE DOKKEN,<br />
Gent, BE<br />
p. 55<br />
De Nieuwe Dokken in Gent is een woonwijk aan de oostzijde van het Handelsdok.<br />
De wijk is hoofdzakelijk bestemd <strong>voor</strong> de hogere middenklasse, maar <strong>voor</strong>ziet ook<br />
twintig procent sociale woningen en twintig procent budgetwoningen. De Nieuwe<br />
Dokken heeft een interessant energiemodel. Een coöperatie beheert een netwerk<br />
met gesloten circuits <strong>voor</strong> warmte, water en afval. Door in de wijk een woning te<br />
kopen, worden bewoners automatisch mede-eigenaars van de lokale energie-infrastructuur.<br />
Dit stelt hen in staat om te delen in de winst van de coöperatie in de<br />
vorm van lagere energieprijzen.<br />
DE SCHIPJES,<br />
Brugge, BE<br />
p. 36<br />
De Schipjes in de Peterseliestraat in Brugge werden in 1908 gebouwd <strong>voor</strong> arme zeelieden<br />
en havenarbeiders. Vandaag zijn ze eigendom van Mintus, dat huisvesting biedt<br />
aan personen met een beperking. De woningen verkeerden in slechte staat en waren<br />
dringend aan renovatie toe. Mintus kreeg een verzoek van Boydens Engineering om<br />
het project als experiment te gebruiken binnen het onderzoek naar energetische<br />
renovatie binnen historische centra. Het project is een samenwerking tussen Mintus,<br />
De Schakelaar, Boydens Engineering, KU Leuven, UGent, Microtherm en Viessmann.<br />
NOS BAMBINS,<br />
Brussel, BE<br />
p. 21<br />
Het energiedeelproject rond de school Nos Bambins in Ganshoren is mogelijk gemaakt<br />
dankzij een samenwerking tussen Brussel Leefmilieu, Sibelga (de Brusselse<br />
elektriciteitsnetbeheerder) en een non-profit energiegemeenschap van vijftien<br />
bewoners en de gemeente. De Brusselse energieregulator Brugel verleende een<br />
vrijstelling om het experiment mogelijk te maken. Het is het eerste experiment in<br />
Brussel met lokaal energiedelen tussen consumenten en eigenaars van zonnepanelen.<br />
64<br />
65
LIVING LABS & EXPERIMENTEN<br />
OPEN LAB,<br />
Genk, BE<br />
p. 48<br />
Waterschei-Noord is een <strong>voor</strong>malige mijncité uit de jaren 1920. De nood aan renovatie<br />
en investeringen is er erg hoog. Naast de tuinwijk ligt de wijk Nieuw-Texas,<br />
die gebouwd is in de jaren 1990. Het oPEN Lab heeft tot doel om de twee wijken te<br />
transformeren tot Positieve Energiewijken. De maatregelen situeren zich zowel op<br />
gebouwniveau (energierenovatie, plug-and-play technische unit) als op wijkniveau,<br />
zoals een warmtenet op lage temperatuur en een lokaal gelijkstroom elektriciteitsnet.<br />
WARMTE VERZILVERD<br />
Mortsel, BE<br />
p. 59<br />
In Mortsel beheren twee energiecoöperaties en een energie-expert een warmtenet,<br />
gebaseerd op de restwarmte van een nabijgelegen fabriek. In eerste instantie werden<br />
nabijgelegen industriële gebouwen op het netwerk aangesloten, gevolgd door<br />
twee grote warmteverbruikers: een school en een rust- en verzorgingstehuis. Een<br />
derde uitbreiding van het net heeft tot doel om ongeveer 300 bestaande woningen<br />
in naburige straten op het warmtenet aan te sluiten.<br />
SMART BLOCK<br />
GEBLERGASSE,<br />
Wenen, AT<br />
p. 38<br />
Geblergasse is een collectief warmteproject, gekoppeld aan de renovatie van twee<br />
historische gebouwen in Wenen. Er werd een geothermische installatie geplaatst,<br />
samen met zonnepanelen, om te <strong>voor</strong>zien in de energiebehoefte van de twee gebouwen.<br />
Door een overcapaciteit te <strong>voor</strong>zien, kunnen in de toekomst ook andere<br />
gebouwen aansluiten op het systeem.<br />
WARMTENET NOORD,<br />
Antwerpen, BE<br />
p. 60<br />
In het noorden van Antwerpen zal een nieuw warmtenet afvalwater van een nabijgelegen<br />
zuiveringsinstallatie gebruiken om warmte te genereren. Deze warmte<br />
wordt verdeeld naar zowel bestaande als nieuwe woongebieden. Om tegemoet te<br />
komen aan de verschillende temperatuurbehoeften van deze gebieden, is een getrapt<br />
warmtenet ontwikkeld. Het water met hoge temperatuur van de zuiveringsinstallatie<br />
zal eerst de huizen in bestaande wijken verwarmen. Daarna stroomt het, op lagere<br />
temperatuur, verder naar nieuwbouwwijken. Door lage-temperatuurafgiftesystemen<br />
zoals vloerverwarming volstaat deze lagere temperatuur hier.<br />
SUNSUD,<br />
Brussel, BE<br />
p. 28<br />
City Mine(d) werkt met de bewoners van een sociaal huurcomplex aan de installatie<br />
en het beheer van een zonnepaneleninstallatie. Het project werd ontwikkeld door het<br />
SunSud Committee, waarin zowel City Mine(d), Energie Commune als de bewoners<br />
van het gebouw vertegenwoordigd zijn. Het project combineert financiële logica’s<br />
met sociale noden. Dankzij de opgewekte elektriciteit kan de gemeenschappelijke<br />
energierekening naar omlaag. De overschotten die gegenereerd worden, worden<br />
verbruikt door de bewoners tegen een lagere kost dan de nettarieven. Dit wordt<br />
gecombineerd met workshops waar huurders leren hoe ze het best gebruikmaken<br />
van zonne-energie. In de workshops leren ze energie besparen, maar het hoofddoel<br />
is om de sociale cohesie tussen de bewoners te versterken.<br />
WIJKBATTERIJ,<br />
Oud-Heverlee, BE<br />
p. 46<br />
De wijk rond de Ophemstraat in Oud-Heverlee heeft de laatste jaren veel gewerkt<br />
rond hernieuwbare energie. De vele zonnepanelen, elektrische auto’s en warmtepompen<br />
zijn het levende bewijs van deze inspanningen. Maar deze evoluties zorgen<br />
vaak <strong>voor</strong> een overbelasting van het verouderde elektriciteitsnet. Als oplossing<br />
installeerde Th!nk E, een adviesbureau gespecialiseerd in energietechnologie, er de<br />
eerste Belgische buurtbatterij. De batterij heeft de capaciteit om genoeg energie op<br />
te slaan om negen families een hele dag van stroom te <strong>voor</strong>zien. Het project werd gefinancierd<br />
door het Horizon 2020 programma van de EU <strong>voor</strong> onderzoek en innovatie.<br />
TUINWIJK TER ELST,<br />
Leuven, BE<br />
p. 49<br />
Stad Leuven start een pilootproject in de tuinwijk Ter Elst in Heverlee. Gedurende<br />
achttien maanden zal de stad samen met de bewoners onderzoeken hoe de erfgoedwijk<br />
duurzaam kan worden gemaakt zonder afbreuk te doen aan haar kenmerkend<br />
historisch karakter. Hier<strong>voor</strong> kan de stad rekenen op financiële steun en expertise<br />
van de Vlaamse overheid. De resultaten van het project kunnen vervolgens worden<br />
uitgebreid naar andere wijken met erfgoedwaarde.<br />
ZENNELAB,<br />
Vil<strong>voor</strong>de, BE<br />
p. 18<br />
Vil<strong>voor</strong>de, net zoals vele randgemeenten, voelt de groeiende invloed van de nabije<br />
grootstad. De stad werkt met SAAMO Vlaams-Brabant aan stadsvernieuwing om<br />
ook kwetsbare bewoners te helpen. Er zijn vier sporen <strong>voor</strong> een betere huisvesting<br />
en woonomgeving: samen met bewoners worden adviezen <strong>voor</strong> publieke ruimten<br />
ontwikkeld, een permanent buurtcentrum ondersteunt buurtinitiatieven, het<br />
Bouwblokrenovatieproject verbetert huisvesting met technische en sociale begeleiding,<br />
en het cocreatieve proces betrekt bewoners en de stad bij het bereiken van<br />
deze doelen.<br />
VAARTWARMTE<br />
MARIE THUMAS,<br />
Leuven, BE<br />
p. 56<br />
Op de site van de oude Marie Thumas-fabriek langs de Leuvense Vaart lanceren<br />
de stad Leuven, Revive, Kelvin Solutions en ECoOB een pilootproject <strong>voor</strong> een<br />
stadsverwarmingsnetwerk. Hierbij combineren ze aquathermie, geothermie en<br />
zonne-energie. Deze combinatie van energie uit water, bodem, lucht en zon kan er<br />
uiteindelijk <strong>voor</strong> zorgen dat zowel de site als de omliggende wijk klimaatneutraal<br />
kunnen verwarmen en koelen.<br />
66<br />
67
COLOFON<br />
De Grote Verbouwing 2020–2030 is een<br />
onafhankelijke leeromgeving, incubator<br />
en publieksprogramma. Ondernemende<br />
burgers, overheden, bedrijven, financiers,<br />
wetenschappers en organisaties timmeren<br />
mee aan concrete doorbraken en realisaties.<br />
Met de inzet van ontwerp en verbeeldingskracht<br />
vormen we coalities en formuleren<br />
we strategische werven die tussen nu en<br />
2030 gerealiseerd kunnen worden.<br />
www.degroteverbouwing.eu<br />
Architecture Workroom Brussels is een<br />
non-profit, onafhankelijk innovatiehuis <strong>voor</strong><br />
transformatie. Haar missie is het aandrijven<br />
van de transitie naar een solidair, duurzaam en<br />
circulair stadslandschap via ontwerp en cultuur.<br />
Het initieert en ondersteunt de ontwikkeling<br />
van nieuwe projecten, coalities en praktijken<br />
die een antwoord bieden op de belangrijke<br />
maatschappelijke opgaven en transities.<br />
www.architectureworkroom.eu<br />
De publicatie “<strong>Vijf</strong> <strong>doorbraakprojecten</strong> <strong>voor</strong><br />
<strong>energiewijken</strong>. Gids <strong>voor</strong> de versnelling van de<br />
energietransitie in stadswijken en dorpskernen” is<br />
een product van de Experimenteerruimte Energie,<br />
een innovatie- en intervisietraject opgezet binnen<br />
De Grote Verbouwing 2020–2030, als onafhankelijke<br />
leeromgeving, incubator en publieksprogramma.<br />
Vanuit en tussen lopende Living Labs en<br />
experimenten in Vlaanderen, Brussel en elders<br />
in Europa worden de lessen en doorbraken<br />
gestructureerd, gedocumenteerd en gedeeld. Zo<br />
voedt deze gids in omgekeerde richting diezelfde<br />
experimenten, terwijl ze ook handvaten biedt aan<br />
zowel lokale initiatiefnemers als <strong>voor</strong> bovenlokale<br />
initiatieven op vlak van beleid en innovatie.<br />
De Experimenteerruimte Energie is opgezet door<br />
onafhankelijk innovatiehuis <strong>voor</strong> transformatie<br />
Architecture Workroom Brussels en door VITO<br />
Nexus, partners van De Grote Verbouwing. Ze<br />
is een programma-onderdeel van stadsfestival<br />
FTI-Hasselt, getiteld “People Making Places” en<br />
ontwikkeld door VITO G-STIC. Dit is één van de<br />
regionale festivals binnen het Flanders Technology<br />
and Innovation Festival 2024, een initiatief van<br />
de Vlaamse Regering. Deze publicatie verschijnt<br />
naar aanleiding van de intervisie-conferentie “De<br />
energietransitie in onze bestaande stadswijken<br />
en dorpskernen versnellen” die op 18 maart 2024<br />
plaats vindt in Hasselt. Naast deze publicatie en<br />
conferentie biedt FTI, via de Experimenteerruimte<br />
Energie, ook steun aan het ‘Living Lab Muide<br />
Meulestede Fossielvrij’ in Gent. Dit Living Lab<br />
is opgezet vanuit een samenwerking tussen<br />
Architecture Workroom Brussels en Stad Gent –<br />
eveneens in het kader van De Grote Verbouwing.<br />
Coördinatie Experimenteerruimte Energie<br />
Dietrich Van der Weken (VITO G-STIC), Yves De Weerdt<br />
(VITO Nexus) en Joachim Declerck (AWB)<br />
Onderzoek, intervisie en publicatie<br />
Chiara Cicchianni, Arnaud Mewis, Leonie Martens,<br />
Sara Leroy, Hanne Mangelschots, Caroline Van<br />
Eccelpoel en Joachim Declerck (AWB) ism Yves De<br />
Weerdt (VITO Nexus)<br />
Programmatie intervisie-conferentie FTI-Hasselt<br />
Chiara Cicchianni, Arnaud Mewis, Hanne Mangelschots,<br />
Caroline Van Eccelpoel en Joachim Declerck (AWB),<br />
Yves De Weerdt (VITO Nexus) en Linda Boudry<br />
(Curator FTI-Hasselt)<br />
Met dank aan alle betrokkenen bij de Living Labs,<br />
experimenten en conferentie:<br />
Britt Berghs (Stad Antwerpen), Britt Verhesen<br />
(Stad Antwerpen), Dries Seuntjens (Circular, DuCoop),<br />
Filip Van De Velde (Stad Gent), Iris Van den Abbeel<br />
(Stad Gent), Jean Frippiat (Energy Commune),<br />
Liesbeth Bultinck (Stad Gent), Maarten De Groote<br />
(VITO Nexus), Selina Schepers (Stad Genk),<br />
Sofie Van Bruystegem (City Mine(d)), Stephanie Lieten<br />
(Stebo vzw), Robbert De Vrieze (Delfshaven Energie<br />
Coöperatie), Roeland Keersmaekers (Stad Gent),<br />
Ruben Kiewet (Gevelinzicht), Wim Boydens<br />
(Boydens Engineering part of SWECO)<br />
Tekstredactie<br />
Joeri De Bruyn, Public Space<br />
Grafisch ontwerp<br />
studio de Ronners<br />
Druk<br />
Antilope De Bie<br />
Uitgegeven door<br />
Architecture Workroom Brussels, 2024<br />
68<br />
VITO Nexus vertaalt transitietheorie naar<br />
handzame werkkaders <strong>voor</strong> het versnellen<br />
van duurzaamheidstransities in de praktijk.<br />
Het zet daarbij sterk in op systeemdenken,<br />
collectieve visievorming, reflexief monitoren<br />
en ontwerpen, en ontwerp en facilitatie van<br />
co-creatieprocessen.<br />
www.vito.be/nexus<br />
FTI Hasselt is onderdeel<br />
van Flanders Technology &<br />
Innovation, een initiatief van<br />
de Vlaamse Regering.
Vandaag richten we ons op het ontzorgen en stimuleren van een<br />
huis-per-huis-energietransitie. Dat leidt tot een eerste golf van<br />
renovaties, private zonnepanelen en warmtepompen. Maar we<br />
krijgen <strong>voor</strong>al kapitaalkrachtige huishoudens mee, en zijn nog<br />
niet op weg om de CO2-uitstoot tussen nu en 2050 voldoende te<br />
reduceren. Door de energietransitie als een invididuele opdracht<br />
te zien laten we de kans liggen om mee te bouwen aan een efficiënt<br />
en flexibel energiesysteem, en aan kwalitatieve, klimaatadaptieve<br />
en inclusieve wijken. Aanvullende strategieën zijn dringend nodig.<br />
Gelukkig lopen in Vlaanderen, Brussel en elders in Europa verschillende<br />
experimenten rond collectieve projecten en een aanpak wijkper-wijk.<br />
Uit de veelheid aan experimenten komen vijf innovatieve<br />
<strong>doorbraakprojecten</strong> <strong>voor</strong> <strong>energiewijken</strong> boven drijven. Deze gids<br />
documenteert praktische lessen, werkwijzen en bouwstenen zodat<br />
lokale initiatiefnemers met deze nieuwe soorten energieprojecten<br />
aan de slag kunnen.