BILBAO Deze foto: Ernie Enkelaar 089
ONTMOET De Verdwaalde Jongens Met zijn reisb<strong>ed</strong>rijfje De Verdwaalde Jongens organiseert de N<strong>ed</strong>erlandse Jos Oosterbroek (34) avontuurlijke, instapklare roadtrips door het Centraal-Aziatische Kirgizië. Er staat een busje voor je klaar en je krijgt instructies mee. De rest is aan jou. Jos: ‘Voor mij is rijden op gevoel en verdwalen dé formule voor ultiem geluk. Deze manier van reizen levert altijd de beste verhalen op.’ Wat maakt voor jou de ideale roadtrip? ‘In 2012 de<strong>ed</strong> ik met een vriend mee aan de Amsterdam-Dakar Challenge, een autorally van zevenduizend kilometer naar Senegal en Gambia. De ervaring zelf was te gek, maar de organisatie had er in mijn ogen veel meer uit kunnen halen. Sindsdien speel ik in mijn hoofd met het idee om zelf zulke roadtrips te organiseren. Ik heb al mijn ervaringen gebundeld en probeer er nu met De Verdwaalde Jongens op mijn eigen manier invulling aan te geven. Ik vind het belangrijk om tijdens een roadtrip nog écht verrast te worden. Tegenwoordig is alles te googelen. Maar het is veel leuker om op de kaart te kijken hoe de hoofdweg van A naar B loopt, en dan het smalle witte omweggetje te nemen als alternatief. Verdwalen is mijn formule voor ultieme geluk. En bovendien levert deze manier van reizen de beste verhalen op. Een ander belangrijk element is de manier waarop. Een roadtrip in een super-de-luxe Toyota Landcruiser met daktent, gps-telefoon en koffiezetapparaat is voor mij <strong>geen</strong> roadtrip. Rijden in een koekblik op wielen en hopen dat je de eindstreep haalt, is dat wel.’ Hoe gaat zo’n roadtrip met De Verdwaalde Jongens eraan toe? ‘We trappen af met een kick-off party in de hoofdstad Bisjkek. Er staat eten, wodka en een karaokeset klaar, en dan hopen we dat je het meteen al gezellig hebt met andere deelnemers. De dag erna haal je je autobusje op bij het meeting point in de stad en ontvang je je road book. Hierin staat per dag beschreven hoeveel kilometers je gaat rijden en op welke coördinaten je aan het eind van de dag moet zijn. Verder krijg je van ons een simkaart met beltego<strong>ed</strong> en internet erop, zodat je route-apps als Maps.me en Google Maps kunt raadplegen. Overdag mag je van ons gaan en staan waar je wilt. Vorig jaar zaten er bijvoorbeeld mensen bij die autorijden heerlijk vonden. Ze namen willekeurige zandweggetjes en klopten aan bij herdersfamilies. Anderen rijden juist liever direct naar het eindpunt, zodat er tijd over blijft om te ontspannen. Wij zorgen aan het eind van de dag voor een barbecue en koelboxen met bier. Als deelnemer neem je zelf je tent en slaapzak mee. Meestal wordt er gekampeerd, maar soms zit er een hostel of yurt tussen, zodat je je kunt douchen. De wegen in Kirgizië zijn trouwens prima. Oké, het is <strong>geen</strong> A2, maar de asfalt- en zandwegen zijn go<strong>ed</strong> te doen. World’s most dangerous roads met afgronden ernaast ga je er niet vinden.’ Er gaat vast weleens iets mis. Toch? ‘Túúrlijk! Dat is ook het mooie aan onze roadtrips. Gaat er iets verkeerd en ben je alleen? Dan ben je op jezelf aangewezen. Vrijwel niemand in Kirgizië spreekt Engels. En zelfs als je een beetje Russisch kent, ben je nog niet verzekerd van succes. Je kunt zomaar herders tegenkomen die alleen maar Kirgizisch of Pamir spreken. Dit overkwam ons ook al eens. Ons busje hield het bergop voor gezien. Op een gegeven moment tufte een Ladaatje, een auto uit het Sovjettijdperk, over dezelfde berg omhoog. Er stapte een stel uit dat eruitzag alsof ze i<strong>ed</strong>er een jaar of 140 oud waren. De man trok de motorkap open en begon te wijzen naar een onderdeel. ‘Water, water,’ beval hij. Wij dachten: als het onderdeel moet worden schoongemaakt, dan heeft hij misschien benzine nodig. Dus wij reageerden met: ‘benzien, benzien?’ ‘Njet, njet, njet,’ riep hij weer. Daarop besloot hij om het heft in eigen handen te nemen. Hij trok de deuren van onze bus open, vond een fles water, scheurde een stuk van een shirt af, en bond dat natte stukje stof om het oververhitte onderdeel heen. ‘Ga maar!’ gebaarde hij vervolgens. En wat denk je? We startten ons busje en r<strong>ed</strong>en probleemloos de berg op, dankzij een lapje stof en een plens water. Dit soort situaties maak je niet mee als er een servicenummer in je auto staat.’ Stel, de auto van een deelnemer gaat kapot. Wat gebeurt er dan? ‘In eerste instantie probeer je het inderdaad zelf op te lossen. Wij vergo<strong>ed</strong>en de reparaties, mits het gaat om een mankement waar je zelf niets aan kunt doen. Het busje zit simpel in elkaar, dus de ervaring leert dat er in elk dorp wel iemand is die hem binnen een dag kan repareren. Wij hebben onze bus al eens laten maken door een jongetje van elf. De vorige keer ging na een week rijden een schokbreker van een van de auto’s kapot. Die gasten stapten uit en gingen een voetbal hoog- 124