Primeur | Dénivelé Challenge tief geheugen van de wielersport een enorme plaats in, maar figureert tegenwoordig nog maar zelden in profkoersen. Tussen 2000 en 2009 maakte de berg elf keer zijn opwachting in de Tour en de Dauphiné, in de decennia daarvoor tientallen keren in verschillende koersen. Vandaag is het echter pas de derde keer sinds 2009 dat de berg in een profkoers wordt beklommen. “Ik heb gehoord dat wanneer het peloton in het bos breekt, het ongeveer gaat zoals bij waaiers”, luidt Dombrowski’s analyse uit de tweede hand. “Als je er dan niet bij zit, wordt het erg lastig om weer voorin te komen.” Dombrowski’s ploegleider Jonathan Vaughters had ooit het record van de snelste Ventoux-klimtijd in handen, gevestigd tijdens een tijdrit in de Dauphiné van 1999. De kroon op zijn wielercarrière, zou je denken, maar Vaughters omschreef het later als een lege huls, omdat ook hij was gezwicht voor de epopandemie die destijds in het wielrennen heerste. Op nog geen drie meter van Dombrowski staat Geoff Brown, de ervaren mechanieker die in 2000 samen met Johan Bruyneel in de wagen van US Postal zat toen Lance Armstrong op de top van de Ventoux de zege aan Marco Pantani liet. Brown is vriendelijk, maar ook – het is haast een tweede natuur geworden – terughoudend. Dat is natuurlijk een bijproduct van een carrière die voor een groot deel in de directe omgeving van Armstrong is doorgebracht. BOVEN: Renners aan de voet van de Mont Ventoux, met in de verte een beeld van wat hen te wachten staat. ONDER: Bij de start van de koers in Vaison-la-Romaine draait het allemaal om Romain Bardet, de grote favoriet. Voor een veteraan als Brown houden de vragen nooit op. Dombrowski lijkt zich niet druk te maken over wat hem vandaag te wachten staat. Misschien komt het door de ontspannen sfeer en de aangename omgeving, maar renners van het huidige, hypergetrainde peloton, rijdend op ultralichte, met een zeer klein verzet uitgeruste fietsen, worden ook niet zo snel meer bang van bergen en hun statistieken – in dit geval 21,3 kilometer tegen 7,4 procent gemiddelde stijging. Het is niet zozeer de klim die bepalend is, benadrukt Dombrowski, maar wat de renners ermee doen. Vandaag rijden de meeste teams met een 30 als grootste achtertandwiel. Volgens Brown moest Armstrong het hier in 2000 doen met een 25. Bron van inspiratie Ondanks de prima klimfietsen beschikt de Ventoux nog altijd over genoeg wapens om schade aan te richten. Als het de hellingsgraad niet is, dan zijn het wel de weersomstandigheden die je pijnigen. De extreme hitte die van de witte stenen afstraalt, de gierende mistralwind die auto’s doet kantelen en rotsblokken naar beneden slingert. In november 1967 mat het weerstation een windsnelheid van 320 kilometer per uur, nog altijd een record in Frankrijk. Vandaag is het met 27 graden en een licht briesje gelukkig kalmer. De koers is echter gejaagd: door de aanwezigheid van Brice Feillu van Arkéa krijgt de kopgroep van vijf renners nooit meer ruimte dan een miezerige twee minuten. Feillu won tien jaar geleden een Touretappe met aankomst bergop in Andorra Arcalís. Dat jaar reden de Tourrenners op de voorlaatste dag ook de Mont Ventoux op. Rabo-renner Juan Manuel Gárate won, vanuit de vroege vlucht. Op de lager gelegen hellingen woedde destijds een brand waar blushelikopters aan te pas moesten komen. Het is gebruikelijk dat wie over de Ventoux schrijft Petrarca’s 14de-eeuwse verhandeling over de berg citeert, die hij schreef na een kennelijk levensveranderende klim naar de top, of Roland Barthes’ essay over de Ventoux: Een God van het kwaad. Of de aartsvader van de Tourverslaggeving Antoine Blondin, die de berg een heksenketel noemde, of Frédéric Mistral, die de reus in 1866 in een gedicht een formidabele vesting noemde. Het vermogen van 70 PROCYCLING | FIETS » NOVEMBER 2019
De Mont Ventoux neemt in het collectief geheugen van de wielersport een enorme plaats in, maar figureert tegenwoordig nog maar zelden in profkoersen NOVEMBER 2019 « FIETS | PROCYCLING 71