Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Ongehoord</strong> <strong>Bruckner</strong><br />
Festival 8-<strong>10</strong> nov <strong>2019</strong><br />
Oerversies van zijn grootse symfonieën<br />
De Oostenrijker Anton <strong>Bruckner</strong> (1824 - 1896) geldt als een van de grootste symfonische<br />
componisten. Het Noord Nederlands Orkest, Residentie Orkest Den Haag en Het Gelders<br />
Orkest spelen in één weekend de oerversies van <strong>Bruckner</strong>s Derde, Vierde en Achtste<br />
symfonie. Deze ‘Originalfassungen’ zijn grilliger, romantischer en spontaner dan de latere<br />
versies van deze symfonische werken. In Nederland maken we voor het eerst kennis met<br />
de oorspronkelijke gedachten van <strong>Bruckner</strong>.<br />
Vr 8 nov<br />
19.15 - 19.45 uur / Foyerdeck 1<br />
Inleiding op <strong>Ongehoord</strong> <strong>Bruckner</strong> door Joep Stapel<br />
Muziekjournalist Joep Stapel vertelt over de ontstaansgeschiedenis van de symfonieën van<br />
Anton <strong>Bruckner</strong>.<br />
19.45 - 20.00 uur / Entreehal<br />
<strong>Bruckner</strong> Brass pop-up<br />
Door CvA Brass onder leiding van Pierre Volders<br />
20.15 - 21.45 uur / Grote Zaal<br />
Noord Nederlands Orkest<br />
<strong>Bruckner</strong>s Achtste<br />
Za 9 nov<br />
15.00 - 16.00 uur / Grote Zaal<br />
Dudok Quartet + Lilli Maijala<br />
<strong>Bruckner</strong>s Strijkkwintet<br />
19.45 - 20.00 uur / Entreehal<br />
<strong>Bruckner</strong> Brass pop-up<br />
Door CvA Brass onder leiding van Pierre Volders<br />
20.15 - 22.00 uur / Grote Zaal<br />
Residentie Orkest Den Haag<br />
<strong>Bruckner</strong>s Vierde<br />
2
Zo <strong>10</strong> nov<br />
<strong>11</strong>.00 - 12.00 uur / Kleine Zaal<br />
Ere Lievonen<br />
<strong>Bruckner</strong>s orgelwerken<br />
13.30 - 14.30 uur / Foyerdeck 1<br />
Panelgesprek <strong>Bruckner</strong> Ongecensureerd<br />
<strong>Bruckner</strong>-kenners Aart van der Wal en Maarten Brandt in<br />
gesprek met initiatiefnemer Frank Teunissen. Moderator is<br />
Huib Ramaer.<br />
14.30 - 14.45 uur / Entreehal<br />
<strong>Bruckner</strong> Brass pop-up<br />
Door CvA Brass onder leiding van Raymond Munnecom<br />
15.00 - 16.50 uur / Grote Zaal<br />
Het Gelders Orkest & Orkest van het Oosten<br />
<strong>Bruckner</strong>s Derde<br />
3
De verborgen erfenis van <strong>Bruckner</strong><br />
Over de oerversie van Symfonie 3, 4 & 8<br />
Kolossaal is de erfenis van Anton <strong>Bruckner</strong>. Zijn symfonieën vormen een massief in het<br />
orkestrepertoire waar niemand omheen kan. Na Beethoven – en op een heel andere manier<br />
dan zijn tijdgenoot Johannes Brahms – ontgon <strong>Bruckner</strong> nieuw terrein voor de negentiendeeeuwse<br />
symfonie: het genre werd in zijn handen mystiek, monumentaal, architectonisch.<br />
Zonder <strong>Bruckner</strong> is het werk van Mahler, zijn leerling, nauwelijks denkbaar.<br />
Toch is ons beeld van <strong>Bruckner</strong> nog altijd<br />
incompleet. Pas de laatste decennia<br />
komt er voorzichtig aandacht voor zijn<br />
oorspronkelijke artistieke visie en blijkt<br />
<strong>Bruckner</strong> grilliger en revolutionairder, ‘avantgardistischer’<br />
zelfs, dan lang voor mogelijk<br />
werd gehouden. Tijdens dit festival staan de<br />
schijnwerpers, voor het eerst in Nederland,<br />
gericht op deze onderbelichte kant van zijn<br />
oeuvre: de <strong>Bruckner</strong> van de oerversies.<br />
Minderwaardigheidscomplex<br />
Anton <strong>Bruckner</strong> (1824 - 1896) werd geboren<br />
in de buurt van Linz in het noorden van<br />
Oostenrijk. Hoewel hij al op jonge leeftijd<br />
getuigde van grote muzikale aanleg was hij<br />
voorbestemd om in de voetsporen van zijn<br />
vader, een schoolmeester, te treden. Dat<br />
<strong>Bruckner</strong> toch beroepsmusicus werd, had<br />
hij te danken aan zijn fenomenale talent als<br />
improvisator aan het orgel. Hij kreeg een<br />
aanstelling als vaste organist bij de abdij van<br />
Sankt Florian en later aan de Dom van Linz. In<br />
1868 vestigde hij zich in Wenen om daar aan<br />
het conservatorium te doceren. Maar ergens<br />
bleef <strong>Bruckner</strong> altijd die hulponderwijzer uit<br />
de provincie, heen en weer geslingerd tussen<br />
geloof in eigen kunnen en een geweldig<br />
minderwaardigheidscomplex.<br />
Pas op relatief hoge leeftijd – hij was bijna<br />
veertig – componeerde <strong>Bruckner</strong> zijn eerste<br />
serieuze werken, waaronder een symfonie.<br />
Een enkeling herkende zijn uitzonderlijke<br />
scheppingskracht, maar succes bleef uit.<br />
Het vrome boertje <strong>Bruckner</strong>, met zijn platte<br />
accent en onmodieuze kleding, kreeg in<br />
Wenen vernedering op vernedering te<br />
verduren. Omdat hij idolaat was van Richard<br />
Wagner (die hij consequent aansprak met<br />
‘Meester’) plaatste men <strong>Bruckner</strong>s muziek<br />
tegenover die van Wagners opponent<br />
Brahms en verwierf hij de vijandschap van de<br />
gevreesde criticus en Brahms-adept Eduard<br />
Hanslick. In feite is de tegenstelling wat<br />
gratuit: <strong>Bruckner</strong>s werk lijkt niet werkelijk<br />
op Wagners kosmische muziekdrama’s en<br />
heeft juist wel formele overeenkomsten met<br />
Brahms’ ‘l’art-pour-l’art-symfonieën’.<br />
Avant-gardistisch<br />
De Israëlische dirigent Eliahu Inbal was<br />
de eerste die de oerversies van <strong>Bruckner</strong>s<br />
symfonieën op cd zette met het Frankfurt<br />
Radio Symfonieorkest in 1983. Van een<br />
vertegenwoordiger van muziekuitgeverij<br />
Bärenreiter kreeg hij een partituur in handen<br />
gedrukt. ‘Wat is dit? Ik dacht dat ik naar<br />
Stravinsky zat te kijken’, blikt Inbal terug op<br />
die kennismaking. Het bleek de oerversie van<br />
<strong>Bruckner</strong>s Vierde symfonie.<br />
Inbal had toentertijd nooit eerder <strong>Bruckner</strong><br />
gedirigeerd, dus hij leerde diens symfonische<br />
4
De verborgen erfenis van <strong>Bruckner</strong><br />
oeuvre kennen via de oerversies; met als<br />
gevolg dat de latere versies hem af en toe saai<br />
en wat gepolijst voorkwamen. ‘De oerversies<br />
bevatten elementen die heel modern zijn,<br />
avant-gardistisch, gericht op de toekomst’,<br />
zegt Inbal. ‘Als <strong>Bruckner</strong> een dirigent was<br />
geweest met de persoonlijkheid van Wagner of<br />
Mahler, dan had hij zijn visie kunnen opleggen<br />
aan orkesten. Maar hij had een heel ander<br />
karakter, en daar hebben mensen misbruik van<br />
gemaakt.’<br />
Ingewikkelde onstaansgeschiedenis<br />
De uitgaven van <strong>Bruckner</strong>s muziek<br />
weerspiegelen de ingewikkelde<br />
ontstaansgeschiedenis van zijn symfonieën.<br />
Tussen 1930 en 1944 was musicoloog Robert<br />
Haas de hoofdredacteur van het project, dat<br />
de Alte Gesamtausgabe wordt genoemd.<br />
Zijn opvolger was musicoloog Leopold<br />
Nowak, die tussen 1951 en 1989 aan het<br />
hoofd stond van de Neue Gesamtausgabe.<br />
Beide uitgaves bevatten meerdere versies<br />
van de Derde, Vierde en Achtste symfonie,<br />
maar de verschillen tussen beide edities zijn<br />
aanzienlijk, waarbij Haas gezien wordt als<br />
de inventievere, maar ook minder ‘zuivere’<br />
redacteur, terwijl Nowak zakelijker en<br />
letterlijker te werk ging. Sinds 20<strong>11</strong> wordt<br />
er gewerkt aan een derde editie, de Anton<br />
<strong>Bruckner</strong> Gesamtausgabe, die de huidige<br />
stand van het onderzoek incorporeert.<br />
<strong>Bruckner</strong>s temperament is een van de<br />
oorzaken van dit zogeheten ‘versieprobleem’.<br />
Gevoelig voor kritiek en onzeker als hij was,<br />
onderwierp hij vrijwel al zijn symfonieën aan<br />
grondige revisies, soms jaren of zelfs decennia<br />
na voltooiing. Sommige revisies zou je nog<br />
oppervlakkig kunnen noemen – wel of geen<br />
bekken bij een climax, twee- of driedubbele<br />
bezetting van de houtblazers –, maar in<br />
enkele gevallen waren ze zo grondig dat lange<br />
passages of zelfs complete delen werden<br />
geschrapt of vervangen, met het Scherzo<br />
van de Vierde symfonie als voornaamste<br />
voorbeeld.<br />
Overigens zijn er wel vraagtekens te zetten<br />
bij <strong>Bruckner</strong>s befaamde onzekerheid. Volgens<br />
musicoloog Benjamin Korstvedt is dit<br />
beeld een constructie van Haas, die erin de<br />
verklaring zocht voor het feit dat <strong>Bruckner</strong> had<br />
toegestaan dat een gemankeerde editie van de<br />
Vierde symfonie werd gepubliceerd. Korstvedt<br />
voert aan dat verschillende tijdgenoten<br />
beweerden dat <strong>Bruckner</strong> juist buitengewoon<br />
koppig was en zich maar moeilijk iets uit het<br />
hoofd liet praten als het aankwam op zijn<br />
muziek, soms zelfs tegen beter weten in.<br />
Totstandkoming <strong>Bruckner</strong> Festival<br />
De bedenker en initiatiefnemer van het<br />
<strong>Bruckner</strong> Festival is Frank Teunissen.<br />
Teunissen heeft geen achtergrond als musicus<br />
(hij werkte bij elektronicafirma’s als Philips<br />
en high end-speakerfabrikant Sonos), maar<br />
is een liefhebber met grote kennis van zaken.<br />
Hoewel hij een zwak heeft voor hedendaagse<br />
componisten als György Ligeti, Wolfgang Rihm<br />
en Helmut Lachenmann luistert hij naar ‘alles<br />
vanaf Beethoven’. Met door de jaren heen als<br />
constante: <strong>Bruckner</strong>.<br />
Jaren geleden ontdekte Teunissen via de<br />
opnames van dirigent Inbal de ‘oerversies’<br />
5
De verborgen erfenis van <strong>Bruckner</strong><br />
van enkele <strong>Bruckner</strong>-symfonieën en raakte<br />
onmiddellijk gefascineerd. Met name in<br />
de Derde, Vierde en Achtste symfonie<br />
bleek <strong>Bruckner</strong> dusdanige wijzigingen<br />
te hebben aangebracht dat je bijna kunt<br />
spreken over nieuwe symfonieën. Maar<br />
deze ‘verbeteringen’, steeds onder druk van<br />
dirigenten en orkesten die zijn werk afwezen,<br />
waren bepaald niet allemaal ten goede. De<br />
oerversies, demonstreerde Inbal, hadden een<br />
eigen bestaansrecht. Dit was wat <strong>Bruckner</strong><br />
oorspronkelijk voor ogen had gestaan: muziek<br />
die rauwer en energieker, contrastrijker klonk<br />
dan de meer gepolijste canonieke versies.<br />
En eigenlijk had het niet beter gekund dan<br />
dat <strong>Bruckner</strong>s oerversies nu tot klinken<br />
komen in hét Nederlandse huis voor nieuwe<br />
muziek. Want dat is het, nieuwe muziek,<br />
die de meeste muziekliefhebbers nog nooit<br />
gehoord hebben. De internationaal vermaarde<br />
<strong>Bruckner</strong>-kenner en -biograaf Cornelis van<br />
Zwol, groot oerversie-enthousiasteling,<br />
spreekt zelfs van ‘een wereldpremière’: nooit<br />
eerder werden de Derde, Vierde en Achtste<br />
symfonie in één weekend uitgevoerd in de<br />
‘Originalfassung’.<br />
De oerversies waren in<br />
Nederland nog nooit live te<br />
horen.<br />
Een schat voor ieder orkest, zou je denken.<br />
Toch worden de oerversies relatief weinig<br />
gespeeld. In Nederland waren ze zelfs, een<br />
uitzondering daargelaten, nog nooit live te<br />
horen. Daar wilde Teunissen verandering<br />
in brengen. Tien jaar lang zocht hij<br />
medestanders. Hij postte regelmatig bij de<br />
dirigentenkamer van Het Concertgebouw, de<br />
<strong>Bruckner</strong>-tempel bij uitstek, om beroemde<br />
maestro’s aan de tand te voelen over de<br />
oerversies. Sommigen waren sceptisch.<br />
Anderen deelden zijn enthousiasme, maar<br />
beriepen zich op de wens van het publiek<br />
om de bekende versies te horen. Uiteindelijk<br />
vond Teunissen in het Muziekgebouw een<br />
bevlogen partner om dit <strong>Bruckner</strong> Festival<br />
van de grond te krijgen.<br />
6
Portret Anton <strong>Bruckner</strong><br />
7
Programma<br />
Noord Nederlands Orkest<br />
<strong>Bruckner</strong>s Achtste<br />
Martin Sieghart dirigent<br />
Anton <strong>Bruckner</strong> (1824 - 1896)<br />
Symfonie nr. 8 in c WAB 1<strong>08</strong> (eerste versie, 1887)<br />
1. Allegro moderato<br />
2. Scherzo & Trio. Allegro moderato<br />
3. Adagio. Feierlich langsam, doch nicht schleppend<br />
4. Finale. Feierlich, nicht schnell<br />
<strong>Ongehoord</strong><br />
<strong>Bruckner</strong><br />
vr 8 nov <strong>2019</strong><br />
Grote Zaal<br />
20.15 - 21.45 uur<br />
ca. 90 minuten zonder pauze<br />
Inleiding<br />
Foyerdeck 1<br />
19.15 - 19.45 uur<br />
Muziekjournalist Joep Stapel<br />
vertelt over de ontstaansgeschiedenis<br />
van de symfonieën<br />
van Anton <strong>Bruckner</strong>.<br />
Voorprogramma<br />
Entreehal<br />
19.15 - 19.45 uur<br />
<strong>Bruckner</strong> Brass pop-up<br />
CvA Brass speelt onder<br />
leiding van Pierre Volders een<br />
hoogtepunt uit <strong>Bruckner</strong>s<br />
Achtste symfonie<br />
Dit concert wordt opgenomen<br />
door de NTR voor een latere<br />
uitzending op NPO Radio 4<br />
Bent u niet vergeten uw mobiele<br />
telefoon uit te zetten?<br />
Dank u wel.<br />
8
Toelichting<br />
De Achtste symfonie was de laatste symfonie die <strong>Bruckner</strong> voltooide, en de eerste die hij<br />
componeerde met de gemoedsrust die erkenning hem gebracht had. De première van zijn<br />
Zevende symfonie, in december 1884 in Leipzig, was een doorslaand succes geworden.<br />
Zowel het publiek als de critici, die altijd wat lacherig over hem hadden gedaan, waren<br />
ditmaal laaiend enthousiast.<br />
Eindelijk voelde <strong>Bruckner</strong> zich begrepen. Met<br />
een trots en welgemeend ‘Halleluja!’ stuurde<br />
hij in 1887 de partituur van de Achtste<br />
symfonie op naar zijn vriend Hermann Levi,<br />
de beroemde dirigent die enkele jaren eerder<br />
de eerste uitvoering van Richard Wagners<br />
Parsifal had geleid en die ook een succesvolle<br />
uitvoering van <strong>Bruckner</strong>s Zevende symfonie<br />
in München op zijn naam had staan, met het<br />
verzoek de première op zich te nemen.<br />
Het antwoord liet even op zich wachten en<br />
sloeg toen in als een bom: Levi vond het<br />
namelijk niks. <strong>Bruckner</strong> was er kapot van.<br />
De klap kwam volgens musicoloog Robert<br />
Haas zelfs zo hard aan dat <strong>Bruckner</strong> met<br />
de gedachte speelde een einde aan zijn<br />
leven te maken. Toch zette hij zich weer<br />
aan zijn bureau en begon aan een grondige<br />
herziening, die hij in 1890 zou voltooien. Veel<br />
van de typische uitbarstingen sneuvelden<br />
daarbij, contrasten werden geschrapt of<br />
afgezwakt en ook de instrumentatie paste<br />
<strong>Bruckner</strong> aan, op sommige plekken drastisch.<br />
Ingrijpende revisies<br />
Martin Sieghart, een internationaal<br />
gewaardeerd <strong>Bruckner</strong>-dirigent, heeft de<br />
Achtste symfonie al zo vaak uitgevoerd dat<br />
hij de partituur in zijn hoofd heeft zitten.<br />
Nu hij voor het eerst de oerversie op de<br />
lessenaar legt – waarover hij zeer enthousiast<br />
is – zegt Sieghart dat het bijna is alsof hij een<br />
nieuwe symfonie instudeert. De revisies, met<br />
andere woorden, zijn verre van cosmetisch.<br />
<strong>Bruckner</strong> heeft de oerversie van zijn Achtste<br />
nooit gehoord: die ging pas in 1973 in<br />
première bij de BBC. Daarmee is het niettemin<br />
de eerste van de drie oerversies in dit festival<br />
die ooit een uitvoering heeft gekregen. Er<br />
bestaan ook relatief veel opnames van, in<br />
navolging van de eerste opname van Eliahu<br />
Inbal uit 1983.<br />
De oerversie betekent voor<br />
dirigent Sieghart bijna het<br />
instuderen van een nieuwe<br />
symfonie.<br />
Over de Achtste symfonie is niettemin minder<br />
consensus dan over de Derde, waarvan vele<br />
kenners de oerversie hoger aanslaan. Volgens<br />
de Amerikaanse professor Bryan Gilliam is de<br />
herziene Achtste symfonie van 1890 korter<br />
en vlotter dan de oerversie, minder grillig,<br />
wat hij interpreteerde als een concessie aan<br />
de prevalerende burgerlijke voorkeur voor<br />
het geoliede werk van Brahms. De Britse<br />
musicoloog Deryck Cooke daarentegen<br />
vond de Achtste symfonie de enige symfonie<br />
die in de eerste versie nog niet helemaal<br />
9
vrijdag 8 november | 20.15 uur<br />
geslaagd was. Daarom kan volgens Cooke,<br />
‘er geen sprake zijn van terugkeren’ naar die<br />
oerversie. Vanavond kunt u daarover zelf<br />
oordelen.<br />
Fortissimo en verstilling<br />
Een van de ingrijpendste wijzigingen zit aan<br />
het slot van het eerste deel. Waar de muziek<br />
in de courante versie wegsterft in verstilling<br />
– wat in de <strong>Bruckner</strong>-folklore vaak in verband<br />
is gebracht met een voorgevoel van de<br />
dood dat de componist zou hebben gehad –<br />
volgen er in de oerversie na een korte stilte<br />
nog tientallen maten fortissimo. ‘Alsof er een<br />
dieseltrein langs dendert’, in de woorden van<br />
Frank Teunissen, de geestelijk vader van<br />
dit <strong>Bruckner</strong> Festival, ‘het gaat maar door.’<br />
Teunissen vroeg ook dirigent Sieghart naar<br />
zijn ideeën over dit radicaal andere slot van<br />
het openingsdeel, dat de hele perceptie<br />
ervan op z’n kop zet. Iedere dag probeerde<br />
hij de betekenis ervan te doorgronden,<br />
antwoordde Sieghart, maar dat was hem nog<br />
altijd niet helemaal gelukt. Fascinerend blijft<br />
het.<br />
Geruchtmakend is ook een prachtig<br />
verstilde passage in de aanloop naar de<br />
grootse climax van het Adagio, ingeklemd<br />
tussen twee voorbereidende climaxen.<br />
<strong>Bruckner</strong> schrapte de passage bij zijn<br />
herziening, maar musicoloog Robert Haas,<br />
de redacteur van de ‘oude’ Gesamtausgabe<br />
van <strong>Bruckner</strong>s werken, vond het kennelijk<br />
zo’n mooi stukje dat hij het tóch in zijn<br />
editie van de 1890-versie verwerkte, die<br />
daarom bekendstaat als een ‘mengvorm’.<br />
Om de verwarring nog wat te vergroten.<br />
Het is inderdaad een schitterende en in de<br />
dramatische opbouw zeer effectieve luwte,<br />
maar de enige plek waar deze maten echt<br />
thuishoren is in <strong>Bruckner</strong>s oorspronkelijke<br />
versie van 1887.<br />
Luistertips<br />
Initiatiefnemer Frank Teunissen noemt<br />
desgevraagd zijn favoriete momenten in<br />
de oerversie van de Achtste symfonie. Het<br />
eerste is de ‘doorwerking’ van het eerste<br />
deel, de passage die in de traditionele<br />
symfonievorm volgt op de introductie van<br />
de hoofdthema’s, waar de componist zijn<br />
materiaal verder ontwikkelt. Dit moment<br />
komt na ongeveer zeven minuten. ‘<strong>Bruckner</strong><br />
zoekt zijn weg en blijft maar moduleren.<br />
De muziek lijkt tussen twee werelden in te<br />
hangen. Wanneer de verlossing eindelijk<br />
komt is het alsof er licht begint te schijnen’,<br />
aldus Teunissen. Eenzelfde moment doet<br />
zich voor in de doorwerking van het Adagio,<br />
waar <strong>Bruckner</strong> met extreme modulaties de<br />
uithoeken van het tonale spectrum opzoekt.<br />
Een ander hoogtepunt zit aan het slot van<br />
de symfonie. De aanloop naar de coda is in<br />
vergelijking met de herziene versie in de<br />
oerversie zowel rauwer als lieflijker, aldus<br />
Teunissen: ‘Het koper lijkt uit de oergronden<br />
te komen, terwijl de strijkers naar de hemel<br />
reiken.’ Bijzonder is ook dat <strong>Bruckner</strong> aan<br />
het begin van de climax een paar maten<br />
gas terugneemt, waarna de muziek met<br />
hernieuwde kracht wordt opgestuwd naar<br />
het einde.<br />
zie voor biografieën pag. 35-39<br />
<strong>10</strong>
vrijdag 8 november | 20.15 uur<br />
Noord Nederlands Orkest<br />
Martin Sieghart<br />
foto: Goran Andric<br />
<strong>11</strong>
Programma<br />
Dudok Quartet + Lilli Maijala<br />
<strong>Bruckner</strong>s Strijkkwintet<br />
<strong>Ongehoord</strong><br />
<strong>Bruckner</strong><br />
za 9 nov <strong>2019</strong><br />
Grote Zaal<br />
15.00 - 16.00 uur<br />
ca. 60 minuten zonder pauze<br />
Dudok Quartet:<br />
Judith van Driel viool<br />
Marleen Wester viool<br />
Marie-Louise de Jong altviool<br />
David Faber cello<br />
Lilli Maijala altviool<br />
Peter Vigh (1987)<br />
Strijkkwartet nr. 1 (<strong>2019</strong>)<br />
1. (Dis)appearing I<br />
2. Quarreling<br />
3. Waltzing (on the moon)<br />
4. Nocturne<br />
5. Song of frustration<br />
6. Trauerandante To Friedemann Weigle<br />
7. (Dis)appearing II In memoriam Szabi Vigh<br />
Anton <strong>Bruckner</strong> (1824 - 1896)<br />
Strijkkwintet in F WAB <strong>11</strong>2 (1878-1879)<br />
1. Gemässigt<br />
2. Scherzo. Schnell - Trio. Langsamer<br />
3. Adagio<br />
4. Finale. Lebhaft bewegt<br />
Bent u niet vergeten uw mobiele<br />
telefoon uit te zetten?<br />
Dank u wel.<br />
12
Toelichting<br />
Het oeuvre van Anton <strong>Bruckner</strong> bestaat grotendeels uit werken voor orkest of koor:<br />
symfonieën, missen, requiems en andere religieuze muziek. Kamermuziek schreef<br />
<strong>Bruckner</strong> amper. De belangrijkste uitzondering vormt het Strijkkwintet in F uit 1879, dat<br />
tot zijn voldragen meesterwerken moet worden gerekend.<br />
Het veelzijdige Dudok Quartet plaatst<br />
tegenover <strong>Bruckner</strong>s kwintet een<br />
wereldpremière: het Eerste strijkkwartet<br />
van de jonge componist Peter Vigh, dat<br />
hij speciaal voor het Dudok Quartet heeft<br />
geschreven.<br />
Peter Vigh<br />
Strijkkwartet nr. 1<br />
Het Eerste strijkkwartet van de<br />
Nederlands-Hongaarse componist Peter<br />
Vigh heeft een lange en bijzondere<br />
geschiedenis.<br />
Behalve componist is Vigh ook saxofonist en<br />
medeoprichter van het Berlage Saxophone<br />
Quartet. Daarmee studeerde hij in 2015<br />
bij het beroemde Artemis Quartett in<br />
Berlijn, een van de meest vooraanstaande<br />
strijkkwartetten wereldwijd. Artemis<br />
schreef indertijd een compositiewedstrijd<br />
uit – anoniem – en Vigh, die zijn docenten<br />
natuurlijk goed kende, besloot mee te<br />
doen. In die periode maakte de altviolist<br />
van Artemis, Friedemann Weigle, een einde<br />
aan zijn leven. De impact was enorm. De<br />
compositiewedstrijd raakte begrijpelijkerwijs<br />
tijdelijk op de achtergrond, hoewel Vigh<br />
uiteindelijk wel doordrong tot de finaleronde.<br />
Het materiaal bleef liggen – tot hij het een<br />
jaar geleden met het Dudok Quartet weer<br />
oppakte. Maar hoewel het basismateriaal<br />
hetzelfde was, ontdekte Vigh dat hij het stuk<br />
helemaal opnieuw moest concipiëren.<br />
Opnieuw sloeg het noodlot toe, toen Vighs<br />
vader in mei van dit jaar ziek werd en in<br />
korte tijd overleed. Het laatste deel, (Dis)<br />
appearing II, is aan hem opgedragen. Vigh<br />
beschrijft het als een ‘uitgekleed koraal’:<br />
‘warme drieklanken die verschijnen en weer<br />
verdwijnen in mist van clusters. Hoewel dat<br />
materiaal al bestond, is het nauw verbonden<br />
geraakt met de warmte die ik toen heb<br />
ervaren. Allerlei lagen vielen weg, mijn<br />
vader werd heel ‘zichtbaar’ in zijn laatste<br />
periode.’ Zo raakte Vighs Eerste strijkkwartet<br />
onontkoombaar verknoopt met de dood. Het<br />
voorlaatste stuk, het Trauerandante – ‘dat<br />
altijd al Trauerandante heette’ – droeg hij op<br />
aan Friedemann Weigle.<br />
Het kwartet bestaat uit zeven contrasterende<br />
delen, met elk een eigen karakter, al zijn<br />
er ook duidelijke verwantschappen. Het<br />
eerste en het laatste deel zijn ‘weidse<br />
verdwijnpunten’. Delen 2 en 5 zijn wilde,<br />
zelfs agressieve stukken: in deel 2 vliegt het<br />
kwartet elkaar bekvechtend in de haren, deel<br />
5 is een heftige uitbarsting van frustratie.<br />
Deel 3 ontspint zich als ‘een walsje met heel<br />
weinig zwaartekracht’. En deel 4 vormt het<br />
verstilde centrum, dat Vigh zich voorstelt als<br />
13
zaterdag 9 november | 15.00 uur<br />
‘een vlucht door de nacht’: er zit een motortje<br />
in de begeleiding, hoog daarboven zweeft de<br />
melodie, die gaandeweg van de eerste viool<br />
afdaalt naar de cello.<br />
Met <strong>Bruckner</strong> heeft Vigh geen speciale<br />
band, al wijst hij erop dat ze allebei stevig<br />
geworteld zijn in de traditie. ‘Het Dudok<br />
Quartet heeft deze combinatie bedacht’, zegt<br />
Vigh, die een boeiend contrast verwacht. ‘Ik<br />
zie het als een soort blind date.’<br />
Anton <strong>Bruckner</strong><br />
Strijkkwintet in F<br />
<strong>Bruckner</strong> componeerde dit werk op<br />
verzoek van violist en componist Joseph<br />
Hellmesberger, die als directeur van het<br />
Weense conservatorium lange tijd zijn baas<br />
was geweest.<br />
Hellmesberger vroeg om een strijkkwartet,<br />
en dat was ook wat <strong>Bruckner</strong> voor ogen<br />
stond toen hij in december 1878 begon met<br />
componeren. Maar een half jaar later lag er<br />
in plaats daarvan een strijkkwintet, met een<br />
extra altviool.<br />
Aanvankelijk wees Hellmesberger het<br />
Scherzo af als te moeilijk. Ter vervanging<br />
schreef <strong>Bruckner</strong> een luchtig Intermezzo.<br />
Maar Hellmesberger stelde zijn mening bij<br />
en voerde het werk een paar jaar later uit<br />
inclusief het oorspronkelijke Scherzo. Wel<br />
had <strong>Bruckner</strong> inmiddels de middendelen<br />
omgedraaid: het Scherzo was het tweede<br />
in plaats van het derde deel geworden. Het<br />
ontroerende Andante quasi allegretto had hij<br />
omgedoopt tot Adagio. Voor <strong>Bruckner</strong>, wiens<br />
symfonieën zo weinig werden gespeeld,<br />
betekende het Strijkkwintet een uniek<br />
succes: tijdens zijn leven kwam het tot ruim<br />
twintig uitvoeringen.<br />
Het Strijkkwintet betekende<br />
voor <strong>Bruckner</strong> een uniek<br />
succes.<br />
De kritiek was echter niet onverdeeld<br />
enthousiast, de gevreesde Eduard Hanslick<br />
voorop. Sommige critici noemden het kwintet<br />
een ‘symfonie voor vijf strijkers’, maar<br />
die sneer zal eerder zijn ingegeven door<br />
<strong>Bruckner</strong>s reputatie als symfonieënman dan<br />
door de klinkende muziek, die nergens de<br />
indruk wekt een aftreksel te zijn. Integendeel,<br />
in het Strijkkwintet in F slaagde <strong>Bruckner</strong><br />
erin zijn oceanische muziekverbeelding<br />
in een kleine bezetting onder te brengen.<br />
De sfeer is onmiddellijk herkenbaar maar<br />
overwegend intiem, met het magistrale<br />
Adagio als hoogtepunt.<br />
Wel is het zo dat allerlei stijlkenmerken van<br />
<strong>Bruckner</strong> ook in het Strijkkwintet aanwezig<br />
zijn. De orgelende Finale van het eerste<br />
deel is kenmerkend, net als het fluisterende<br />
tremolo waarmee het slotdeel begint – die<br />
technieken hoor je ook in zijn symfonieën.<br />
Anderzijds opent het werk met een duidelijk<br />
melodisch profiel, waar de symfonieën<br />
doorgaans een introductie hebben. Ook in<br />
14
zaterdag 9 november | 15.00 uur<br />
het Adagio zet de eerste viool het zwierige<br />
thema zonder omhaal of voorbereiding in.<br />
Tijdgenoten waren eveneens onder de<br />
indruk van dit romantische langzame deel; de<br />
<strong>Bruckner</strong>-gunstig gezinde criticus Theodor<br />
Helm vond zelfs dat het Adagio zo uit de<br />
nalatenschap van Beethoven leek te komen<br />
en noemde het ‘een van de edelste, meest<br />
verlichte, tederste en mooist klinkende<br />
stukken van deze tijd’. De twintigste-eeuwse<br />
componist en <strong>Bruckner</strong>-kenner Robert<br />
Simpson noemde het kwintet als geheel ‘een<br />
van de meest idiosyncratische, maar diepste<br />
kamermuziekwerken sinds Beethoven.’<br />
Hoewel het kwintet vaak vergeleken is met<br />
Beethovens late strijkkwartetten, beweerde<br />
<strong>Bruckner</strong> – die Beethoven vereerde – ze niet<br />
te kennen toen hij het componeerde.<br />
Peter Vigh<br />
zie voor biografieën pag. 35-39<br />
Dudok Quartet<br />
foto: Marco Borggreve<br />
Lilli Maijala<br />
15
Programma<br />
Residentie Orkest Den Haag<br />
<strong>Bruckner</strong>s Vierde<br />
Nicholas Collon dirigent<br />
Ronald Brautigam piano<br />
Wolfgang Amadeus Mozart (1756 - 1791)<br />
Pianoconcert nr. 20 in d KV 466 (1785)<br />
1. Allegro<br />
2. Romance<br />
3. Allegro assai<br />
<strong>Ongehoord</strong><br />
<strong>Bruckner</strong><br />
za 9 nov <strong>2019</strong><br />
Grote Zaal<br />
20.15 - 22.<strong>10</strong> uur<br />
ca. 40 minuten voor de pauze<br />
ca. 60 minuten na de pauze<br />
Voorprogramma<br />
Entreehal<br />
19.45 - 20.00 uur<br />
<strong>Bruckner</strong> Brass pop-up<br />
CvA Brass speelt onder<br />
leiding van Pierre Volders een<br />
hoogtepunt uit <strong>Bruckner</strong>s<br />
Vierde symfonie<br />
Pauze<br />
Anton <strong>Bruckner</strong> (1824 - 1896)<br />
Symfonie nr. 4 ‘Romantische’ in Es WAB <strong>10</strong>4<br />
(eerste versie, 1874)<br />
1. Allegro<br />
2. Andante quasi allegretto<br />
3. Scherzo. Sehr schnell - Trio: im gleichen Tempo<br />
4. Finale (Allegro moderato) *<br />
* zonder tempoaanduiding in het origineel; toegevoegd door<br />
Leopold Nowak<br />
Dit concert wordt opgenomen<br />
door de NTR voor een latere<br />
uitzending op NPO Radio 4<br />
Bent u niet vergeten uw mobiele<br />
telefoon uit te zetten?<br />
Dank u wel.<br />
16
Toelichting<br />
Tegenwoordig is de Vierde symfonie misschien wel <strong>Bruckner</strong>s populairste symfonie.<br />
De bijnaam ‘Romantische’ is de enige bijnaam voor een van zijn symfonieën die bij de<br />
componist vandaan komt en zegt iets over de sfeer: onstuimig, groots, met diepe emoties,<br />
de natuur en het leven vierend. Het werk is ontstaan toen <strong>Bruckner</strong> vijftig was, in 1874, en<br />
betekende uiteindelijk zijn eerste echte publiekssucces als componist.<br />
Maar dat succes kwam niet vanzelf en liet<br />
jaren op zich wachten. Hoewel <strong>Bruckner</strong> erg<br />
tevreden was over zijn nieuwe werk, achtten<br />
anderen het namelijk onspeelbaar. Zijn Derde<br />
symfonie was onlangs terugverwezen naar<br />
de tekentafel en zou pas in 1877, in ernstig<br />
verknipte vorm, in première gaan. Om zijn<br />
Vierde symfonie te horen moest <strong>Bruckner</strong><br />
nog langer geduld uitoefenen: pas in 1881<br />
werd het werk voor het eerst uitgevoerd. In<br />
de tussenliggende jaren had hij de symfonie<br />
nagenoeg helemaal herschreven – en niet<br />
voor het laatst. Tot ver in de twintigste eeuw<br />
gold de nogmaals herziene versie van 1888<br />
als de ‘definitieve versie’ van de Vierde. De<br />
oorspronkelijke versie uit 1874 heeft tijdens<br />
<strong>Bruckner</strong>s leven nooit geklonken en beleefde<br />
zijn première pas ruim een eeuw later, in<br />
München in 1975.<br />
Bij geen andere <strong>Bruckner</strong>-symfonie zijn de<br />
verschillen tussen de versies zo groot als bij<br />
de Vierde. Doorgaans worden er drie versies<br />
onderscheiden, maar sommige daarvan<br />
bestaan op hun beurt weer in varianten,<br />
zodat er volgens sommige specialisten<br />
in feite sprake is van maar liefst zeven<br />
onderling verschillende versies. <strong>Bruckner</strong><br />
herzag zijn eigen revisies, schrapte hele<br />
delen, verving ze nogmaals, plaatste ze<br />
– in herziene vorm – weer terug… Het is<br />
om tureluurs van te worden. Met dezelfde<br />
thema’s componeerde <strong>Bruckner</strong> in feite<br />
verschillende symfonieën. ‘Het <strong>Bruckner</strong>probleem’<br />
wordt dit in de vakliteratuur<br />
genoemd.<br />
Het <strong>Bruckner</strong>-probleem:<br />
verschillende symfonieën<br />
met dezelfde thema’s.<br />
Wederom was het de onmogelijkheid om zijn<br />
symfonie uitgevoerd te krijgen die <strong>Bruckner</strong><br />
noopte tot herziening van de partituur. Bij<br />
het reviseren kwam <strong>Bruckner</strong> echter zoveel<br />
obstakels tegen dat hij de symfonie als<br />
het ware opnieuw moest concipiëren: de<br />
innerlijke samenhang zorgde ervoor dat<br />
iedere revisie twee andere uitlokte, alsof hij<br />
streed met de mythische Hydra van Lerna.<br />
Compleet ander Scherzo<br />
Uiteindelijk herschreef <strong>Bruckner</strong> het<br />
werk vanuit een heel nieuw concept. Dat<br />
concept stelde hij gaandeweg bovendien<br />
meermaals bij. De herziene versies van de<br />
Vierde symfonie zijn dankzij deze grondige<br />
werkwijze over het algemeen geslaagder<br />
dan de revisies van de Derde, waar <strong>Bruckner</strong><br />
zich overwegend beperkte tot knippen<br />
en schrappen. Op onderdelen, zoals het<br />
beroemde Jacht-Scherzo, zijn de revisies<br />
17
zaterdag 9 november | 20.15 uur<br />
van de Vierde zelfs superieur te noemen aan<br />
de oerversie, al kan men hierover uiteraard<br />
twisten. In ieder geval doet het niets af aan<br />
de kracht en innerlijke logica van <strong>Bruckner</strong>s<br />
oorspronkelijke visioen, dat ten onrechte<br />
nauwelijks gehoord wordt.<br />
De grootste wijziging die <strong>Bruckner</strong><br />
aanbracht geldt het al genoemde Scherzo:<br />
hij componeerde het namelijk helemaal<br />
opnieuw. De oerversie bevat dus een Scherzo<br />
dat noot voor noot compleet anders is<br />
dan het bekende Jacht-Scherzo, met de<br />
galopperende koperfanfare. Dirigent Nicholas<br />
Collon noemt het oer-Scherzo ‘manische<br />
en eerlijk gezegd nogal angstaanjagende<br />
muziek’.<br />
Interessant is overigens dat Collon nooit<br />
eerder een <strong>Bruckner</strong>-symfonie dirigeerde,<br />
in tegenstelling tot de andere dirigenten in<br />
dit festival, de veteranen Martin Sieghart en<br />
Claus Peter Flor. Collon debuteert dus, net<br />
als wegbereider Eliahu Inbal ruim vijfendertig<br />
jaar geleden, met een oerversie.<br />
Luistertips<br />
Frank Teunissen, de bedenker van het<br />
<strong>Bruckner</strong> Festival, wijst desgevraagd op<br />
twee van zijn favoriete momenten in de<br />
oerversie van de Vierde. Het eerste komt<br />
halverwege het Andante, waar de violen<br />
een dansante, maar fluisterzachte melodie<br />
inzetten. Teunissen vindt het onbegrijpelijk<br />
dat <strong>Bruckner</strong> dit pareltje geschrapt heeft: ‘Ik<br />
weet zeker dat hij het zelf ook prachtig vond.<br />
Voor mij is dit het allermooiste moment in<br />
de hele symfonie.’ Wellicht tekent de ingreep<br />
<strong>Bruckner</strong>s onzekerheid in deze moeilijke<br />
periode, waarin afwijzing volgde op afwijzing:<br />
hij was dermate ontvankelijk voor kritiek<br />
dat hij bij het reviseren zijn oorspronkelijke<br />
ideeën compromitteerde.<br />
Het tweede moment komt helemaal aan<br />
het einde: de coda van de Finale. ‘Hier zal<br />
nog wel over worden nagesproken’, zegt<br />
Teunissen. In tegenstelling tot de devote,<br />
plechtige sfeer van de canonieke versie<br />
bruist deze coda van de energie. ‘Het is een<br />
frontale aanval’, aldus Teunissen. De kritiek<br />
van ‘onspeelbaarheid’ is hier trouwens wel<br />
enigszins te begrijpen, want met name de<br />
violen hebben het lastig: hun partij is zwaar<br />
gesyncopeerd en vereist dat ze lange tijd<br />
in hoog tempo steeds net ná de tel moeten<br />
spelen – bepaald niet eenvoudig.<br />
Wolfgang Amadeus Mozart<br />
Pianoconcert nr. 20<br />
Voorafgaand aan <strong>Bruckner</strong>s Vierde<br />
symfonie klinkt een van Mozarts<br />
meest geliefde pianoconcerten, het<br />
Twintigste. Solist Ronald Brautigam is een<br />
internationaal vermaard specialist in dit<br />
repertoire.<br />
Tamelijk uitzonderlijk is dat Mozart<br />
dit concert componeerde in een<br />
mineurtoonsoort – dat deed hij slechts in één<br />
ander pianoconcert (nr. 24). De toonsoort,<br />
d mineur, gebruikte hij ook voor duistere,<br />
diepgravende werken als het Requiem en de<br />
18
zaterdag 9 november | 20.15 uur<br />
opera Don Giovanni. Het werk opent met een<br />
krachtig thema dat een indruk van rusteloze<br />
dadendrang geeft. Na de lyrische Romanze<br />
– met een onstuimige ‘storm’-sectie vol<br />
parelende notencascades van de piano –<br />
volgt de finale in de vorm van een rondo,<br />
met een terugkerend refrein. Bij de première<br />
zat Mozart zelf aan het klavier. Volgens zijn<br />
vader, die bij hem bezoek was, had Mozart<br />
het laatste deel van tevoren niet eens<br />
kunnen doorspelen, omdat hij het kopiëren<br />
van de partijen moest overzien. Niettemin<br />
was de uitvoering een groot succes.<br />
zie voor biografieën pag. 35-39<br />
Ronald Brautigam<br />
foto: Marco Borggreve<br />
Nicholas Collon<br />
Residentie Orkest Den Haag<br />
foto: Maarten Fleskens<br />
19
Programma<br />
Ere Lievonen<br />
<strong>Bruckner</strong>s orgelwerken<br />
<strong>Ongehoord</strong><br />
<strong>Bruckner</strong><br />
zo <strong>10</strong> nov <strong>2019</strong><br />
Kleine Zaal<br />
<strong>11</strong>.00 - 12.00 uur<br />
ca. 60 minuten zonder pauze<br />
Ere Lievonen Fokker-orgel<br />
Anton <strong>Bruckner</strong> (1824 - 1896)<br />
Vorspiel und Fuge in c WAB 131 (1847)<br />
Richard Wagner (1813 - 1883)<br />
Vorspiel zu Tristan und Isolde (1856-1859)<br />
arr. Alexander Wilhelm Gottschalg<br />
Anton <strong>Bruckner</strong><br />
Episoden uit delen 1 en 4 van Symfonie nr. 3 WAB <strong>10</strong>3<br />
(1872-1889) arr. Sigfrid Karg-Elert<br />
Andante aus der Symphonie nr. 0 WAB <strong>10</strong>0 (1869)<br />
arr. Erwin Horn<br />
Fuge in d WAB 125 (1861)<br />
Sigfrid Karg-Elert (1877 - 1933)<br />
Uit 33 Portraits op. <strong>10</strong>1<br />
··<br />
Adagio (alla <strong>Bruckner</strong>)<br />
Anton <strong>Bruckner</strong><br />
Präludium in C WAB 129 (1884)<br />
Episoden uit delen 2 en 4 van Symfonie nr. 7 WAB <strong>10</strong>7<br />
(1881-1883) arr. Sigfrid Karg-Elert<br />
Nachspiel in d WAB 126/1 (1852)<br />
Bent u niet vergeten uw mobiele<br />
telefoon uit te zetten?<br />
Dank u wel.<br />
20
Toelichting<br />
Wij kennen Anton <strong>Bruckner</strong> als de schepper van een van de belangrijkste symfonische<br />
oeuvres in de muziekgeschiedenis. Maar in zijn eigen tijd, de negentiende eeuw, vergaarde<br />
<strong>Bruckner</strong> vooral roem als organist. Hij concerteerde in de Notre Dame van Parijs en in de<br />
Royal Albert Hall en in 1890 speelde hij zelfs op de bruiloft van Keizer Frans Jozefs jongste<br />
dochter Valerie.<br />
Ere Lievonen, de vaste bespeler van het<br />
Fokkerorgel in de Kleine Zaal van het<br />
Muziekgebouw, wijdt een programma aan<br />
deze minder bekende kant van <strong>Bruckner</strong> –<br />
een programma dat Lievonen voor twee flinke<br />
uitdagingen stelt.<br />
Improvisator<br />
Op het eerste oog is het vreemd dat een<br />
orgelster als <strong>Bruckner</strong> nauwelijks voor het<br />
orgel heeft gecomponeerd. Maar hij was<br />
vooral een befaamd improvisator, en hoewel<br />
er wel enkele schetsen zijn overgeleverd,<br />
zette hij voor zijn improvisaties zelden iets op<br />
papier. Kennelijk vond <strong>Bruckner</strong> het na een<br />
handvol jeugdwerken niet nodig nog voor zijn<br />
eigen instrument te componeren. ‘Jammer’,<br />
vindt Lievonen. ‘Waarschijnlijk voelde hij dat<br />
hij symfonieën moest schrijven.’<br />
<strong>Bruckner</strong> was een befaamd<br />
orgelimprovisator en<br />
schreef zelden voor orgel.<br />
Vier van de vijf stukken die met zekerheid<br />
aan <strong>Bruckner</strong> zijn toegeschreven heeft<br />
Lievonen opgenomen in zijn programma. Hij<br />
opent met een Vorspiel und Fuge en eindigt,<br />
toepasselijk, met een Nachspiel. Het zijn<br />
korte stukken die mogelijk als studieopdracht<br />
tot stand zijn gekomen of bedoeld waren<br />
voor in de kerk. Een uitzondering vormt<br />
het Präludium in C WAB 129 uit 1884. Dit<br />
stukje van nog geen twee minuten stamt<br />
uit <strong>Bruckner</strong>s rijpe periode en draagt het<br />
trefzekere stempel van een volgroeid stilist,<br />
met opvallende harmonische wendingen en<br />
een etherische, bedwelmende sfeer.<br />
Digitale registers en bewerkingen<br />
Lievonens eerste uitdaging betreft de<br />
omvang van het instrument: <strong>Bruckner</strong><br />
speelde op grote romantische orgels, met<br />
een enorme dynamische bandbreedte – die<br />
trapsgewijze benadering van dynamiek<br />
en klankkleur, alsof je verschillende<br />
orgelregisters opentrekt, zie je ook terug in<br />
zijn symfonieën. Het bescheiden Fokkerorgel<br />
heeft geen zwelkast, waarmee je het geluid<br />
kunt laten aanzwellen, en slechts een beperkt<br />
aantal registers. Lievonen ondervangt dit<br />
probleem door een aantal digitale registers<br />
toe te voegen: klanken die dus niet uit een<br />
pijp, maar uit de computer komen. Het<br />
Fokkerorgel is een historisch instrument,<br />
maar kan dankzij zulke technische innovaties<br />
voor een breed repertoire worden ingezet.<br />
De overige <strong>Bruckner</strong>-muziek bestaat<br />
noodzakelijkerwijs uit bewerkingen.<br />
De kleurrijke organist, componist en<br />
harmoniumspeler Sigfrid Karg-Elert maakte<br />
21
zondag <strong>10</strong> november | <strong>11</strong>.00 uur<br />
een aantal ‘verkorte versies’ van <strong>Bruckner</strong>s<br />
symfonieën voor harmonium, die heel<br />
goed werken op het Fokkerorgel. Lievonen<br />
speelt delen uit de Derde en de Zevende<br />
symfonie. Karg-Elert componeerde ook<br />
een kort ‘portret’ van <strong>Bruckner</strong>, uit een<br />
bundel met 33 componistenportretten voor<br />
harmonium – het klinkt in dit programma<br />
als voorafschaduwing van het machtige<br />
Adagio uit de Zevende symfonie. In zijn<br />
bewerking van dat Adagio wenst Karg-Elert<br />
overigens dat het thema duidelijk minder<br />
traag gespeeld wordt dan tegenwoordig<br />
gebruikelijk is.<br />
Toch leek het Lievonen fijn om één<br />
compleet symfoniedeel te spelen.<br />
<strong>Bruckner</strong>s symfonieën zijn veelvuldig voor<br />
orgel bewerkt, maar de meeste van die<br />
bewerkingen vergen een enorm instrument.<br />
‘Die zouden misschien belachelijk klinken op<br />
het Fokkerorgel. Maar het langzame Andante<br />
uit de ‘Nullte’ werkt juist wel heel goed’, zegt<br />
Lievonen. De ‘Nullte’ was de derde symfonie<br />
die <strong>Bruckner</strong> componeerde; omdat hij er<br />
zelf geen nummer aan toekende, wordt ze<br />
doorgaans ‘nr. 0’ genoemd.<br />
Tristan-akkoord op 31-toonsorgel<br />
Een componist die niet mocht ontbreken<br />
was <strong>Bruckner</strong>s grote held Richard Wagner,<br />
ook al heeft die zelfs in het geheel niet voor<br />
orgel gecomponeerd. Lievonen onderzocht<br />
verschillende orgelarrangementen van<br />
Wagners muziek en koos uiteindelijk voor<br />
het Vorspiel van de opera Tristan und Isolde<br />
– wat je noemt een gewaagde keuze. Dat<br />
Vorspiel opent namelijk met het beroemdste<br />
akkoord ooit geschreven, het chromatische<br />
‘Tristan-akkoord’. En laat nou net chromatiek<br />
een razend ingewikkeld probleem vormen op<br />
het Fokkerorgel.<br />
Zie daar de tweede, nog grotere uitdaging:<br />
de stemming. Dat vergt enige uitleg over<br />
dit bijzondere instrument. Het Fokkerorgel<br />
staat in een 31-toonsstemming, waarbij<br />
het octaaf in 31 gelijke stapjes is verdeeld.<br />
Deze stemming is praktisch gezien volledig<br />
vergelijkbaar met de middentoonstemming,<br />
zoals die tijdens de barok in zwang was, en<br />
het Fokker-orgel is behalve voor microtonale<br />
muziek dan ook prima geschikt voor<br />
barokmuziek.<br />
<strong>Bruckner</strong> componeerde daarentegen op<br />
gelijkzwevend gestemde klavieren, die het<br />
octaaf in twaalf identieke stapjes opknippen.<br />
Zo zijn ook moderne piano’s gestemd: alle<br />
toonsverhoudingen zijn een klein beetje<br />
vals (wij horen dat allang niet meer), maar<br />
doordat alle intervallen precies even groot<br />
zijn, kun je wel eenvoudig naar heel ‘verre’<br />
toonsoorten moduleren, zonder dat het<br />
instrument schreeuwend vals gaat klinken<br />
– een mogelijkheid die harmoniegoochelaar<br />
<strong>Bruckner</strong> dankbaar benutte.<br />
Het probleem: de twaalf chromatische tonen<br />
zijn op een 31-toonsorgel níet allemaal even<br />
groot. Lievonen heeft per stuk, per noot<br />
een keuze moeten maken; die keuzes heeft<br />
hij in de computer geprogrammeerd, zodat<br />
hij het Fokkerorgel voor deze gelegenheid<br />
met een ‘gewoon’ twaalftoonsklavier kan<br />
bespelen. De eigenaardigheid van het<br />
22
zondag <strong>10</strong> november | <strong>11</strong>.00 uur<br />
Tristan-akkoord is dat het bij Wagner telkens<br />
een andere functie heeft en steeds oplost<br />
naar een andere toonsoort. Afhankelijk<br />
van de tonale context heeft Lievonen het<br />
akkoord op verschillende manieren ‘vertaald’<br />
naar 31-toonsstemming. Op het Fokker-orgel<br />
klinkt het Tristan-akkoord vandaag dus<br />
in drie of vier gedaantes, die allemaal nét<br />
anders zijn.<br />
zie voor biografieën pag. 35-39<br />
Ere Lievonen<br />
Gravure Anton <strong>Bruckner</strong><br />
Siegfried Karg-Elert<br />
23
Programma<br />
Panelgesprek <strong>Bruckner</strong><br />
Ongecensureerd<br />
<strong>Ongehoord</strong><br />
<strong>Bruckner</strong><br />
zo <strong>10</strong> nov <strong>2019</strong><br />
Foyerdeck 1<br />
13.30 - 14.30 uur<br />
<strong>Bruckner</strong>-kenners Aart van der Wal en Maarten Brandt<br />
gaan in gesprek met Frank Teunissen, de initiatiefnemer<br />
van <strong>Ongehoord</strong> <strong>Bruckner</strong>. Moderator van dit panelgesprek<br />
is Huib Ramaer.<br />
Aart van der Wal en Maarten Brandt zijn de auteurs van<br />
de website opusklassiek.nl, een ware encyclopedie van<br />
artikelen en recensies over klassieke muziek, componisten<br />
en concerten. Ter voorbereiding op dit festival <strong>Ongehoord</strong><br />
<strong>Bruckner</strong> schreef Aart van der Wal drie zeer lezenswaardige,<br />
uitgebreide artikelen over de Derde, Vierde en Achtste<br />
symfonie op opusklassiek.nl.<br />
Bent u niet vergeten uw mobiele<br />
telefoon uit te zetten?<br />
Dank u wel.<br />
24
Anton <strong>Bruckner</strong> in zijn werkkamer<br />
25
Programma<br />
Het Gelders Orkest &<br />
Orkest van het Oosten<br />
<strong>Bruckner</strong>s Derde<br />
Claus Peter Flor dirigent<br />
Quirine Viersen cello<br />
Joseph Haydn (1732 - 1809)<br />
Celloconcert nr. 1 in C Hob.VIIb:1 (1761-1765)<br />
1. Moderato<br />
2. Adagio<br />
3. Allegro molto<br />
<strong>Ongehoord</strong><br />
<strong>Bruckner</strong><br />
zo <strong>10</strong> nov <strong>2019</strong><br />
Grote Zaal<br />
15.00 - 16.50 uur<br />
ca. 25 minuten voor de pauze<br />
ca. 65 minuten na de pauze<br />
Voorprogramma<br />
Entreehal<br />
14.30 - 14.45 uur<br />
<strong>Bruckner</strong> Brass pop-up<br />
CvA Brass speelt onder leiding<br />
van Raymond Munnecom een<br />
hoogtepunt uit <strong>Bruckner</strong>s<br />
Derde symfonie<br />
Pauze<br />
Anton <strong>Bruckner</strong> (1824 - 1896)<br />
Symfonie nr. 3 in d WAB <strong>10</strong>3 (eerste versie 1873)<br />
1. Gemäßigt, misterioso<br />
2. Adagio. Feierlich<br />
3. Scherzo. Ziemlich schnell<br />
4. Finale. Allegro Dit concert wordt live<br />
uitgezonden door de NTR op<br />
NPO Radio 4<br />
26<br />
Bent u niet vergeten uw mobiele<br />
telefoon uit te zetten?<br />
Dank u wel.
Toelichting<br />
Waarschijnlijk gierden de zenuwen Anton <strong>Bruckner</strong> door het lijf, toen hij in september 1873<br />
zijn partituren voorlegde aan Richard Wagner. De twee hadden elkaar acht jaar eerder<br />
ontmoet bij de première van Wagners opera Tristan und Isolde in München. <strong>Bruckner</strong><br />
bewonderde Wagner ten zeerste en wilde graag een werk aan hem opdragen. Of Meester<br />
Wagner maar wou kiezen: de Tweede symfonie, of toch de onvoltooide Derde?<br />
Het verhaal gaat dat beide heren die avond<br />
dusdanig veel bier innamen, dat <strong>Bruckner</strong><br />
zich de volgende dag niet meer kon<br />
herinneren welke symfonie Wagner gekozen<br />
had. Hij schreef hem een briefje: ‘Die in d<br />
mineur, waar de trompet het thema inzet?’<br />
‘Ja!’ schreef Wagner terug. En noemde zijn<br />
nieuwe vriend voortaan ‘de trompet’.<br />
Slopende revisiegeschiedenis<br />
Wagner koos dus de Derde symfonie, tot<br />
<strong>Bruckner</strong>s vreugde. Na de gedenkwaardige<br />
ontmoeting toog hij met hernieuwde energie<br />
aan het werk en voltooide zijn symfonie<br />
op oudjaarsnacht. In allerlei opzichten<br />
was het een doorbraakwerk: <strong>Bruckner</strong>s<br />
beheersing van de symfonievorm, maar<br />
ook zijn ideeënrijkdom bereikten nieuwe<br />
hoogten. Groot was dan ook de deceptie<br />
toen de Wiener Philharmoniker, die het stuk<br />
al gerepeteerd had, besloot dat het toch niet<br />
geschikt was voor uitvoering.<br />
Zo begon de slepende en letterlijk slopende<br />
revisiegeschiedenis van de Derde symfonie.<br />
<strong>Bruckner</strong> herzag het werk, waarna het<br />
opnieuw werd afgewezen. Hij herzag het<br />
nogmaals en pas in deze gedaante kwam het<br />
in 1877 tot een première. Maar weer sloeg het<br />
noodlot toe: de beoogde dirigent overleed<br />
kort van tevoren en een vervanger werd niet<br />
gevonden. In de inmiddels tamelijk kolderieke<br />
uitvoeringsgeschiedenis van zijn Derde<br />
nam <strong>Bruckner</strong> toen zelf de baton maar ter<br />
hand. Het ontbrak <strong>Bruckner</strong> aan natuurlijk<br />
leiderschap en hij werd vierkant uitgelachen<br />
door de musici van de Wiener Philharmoniker,<br />
die bovendien expres vals speelden of rare<br />
noten bij hun partij improviseerden. Het<br />
publiek liep weg. De symfonie die zijn eerste<br />
triomf had moeten worden, nota bene met<br />
Wagners zegen, ontaardde in zijn grootste<br />
publieke vernedering.<br />
<strong>Bruckner</strong>s beoogde eerste<br />
triomf ontaardde in een<br />
publieke vernedering.<br />
Zinderende oerversie<br />
Er volgden nog meerdere revisies, zodat er<br />
allerlei verschillende versies van de Derde<br />
bestaan. De meest uitgevoerde is de laatste,<br />
in 1890 uitgegeven versie. De oerversie<br />
werd pas in 1978 voor het eerst uitgevoerd,<br />
in Australië, en in 1983 opgenomen door<br />
pionier Eliahu Inbal. Componist en <strong>Bruckner</strong>kenner<br />
Robert Simpson was erg kritisch<br />
over de Derde symfonie, tot hij de oerversie<br />
leerde kennen: die noemde hij ‘een groots<br />
werk’ met een ‘majesteitelijk momentum’<br />
dat de latere revisies ‘geheel vernietigd’<br />
hadden. Frank Teunissen, de initiatiefnemer<br />
27
zondag <strong>10</strong> november | 15.00 uur<br />
van het <strong>Bruckner</strong> Festival, sprak met veel<br />
dirigenten over de oerversies en over<br />
de Derde symfonie waren ze het vrijwel<br />
allemaal eens: in de latere versies hoor je<br />
gewoonweg de ‘knipmomenten’, het knakken<br />
van de spanningsboog, de wakken. Maestro<br />
Herbert Blomstedt noemde de revisies<br />
zelfs ‘verminkingen’. <strong>Bruckner</strong>s originele<br />
symfonie zindert van opwinding en bezit<br />
een onweerstaanbare urgentie, die door de<br />
afgedwongen, uit onzekerheid voortgekomen<br />
knievallen ernstig is afgezwakt.<br />
Invloed Wagner<br />
De Derde symfonie is niet alleen opgedragen<br />
aan Wagner, de ‘Meester uit Bayreuth’ is ook<br />
klinkend aanwezig in de partituur. <strong>Bruckner</strong><br />
citeert onder meer uit Die Walküre (onder<br />
andere in het Adagio) en uit Tristan und<br />
Isolde en Rienzi (in het slotdeel). De oerfinale<br />
bevat bovendien een ‘catalogus’ van de<br />
thema’s uit de eerdere delen, vergelijkbaar<br />
met Beethovens werkwijze in het slotdeel<br />
van diens Negende symfonie. De gevreesde<br />
criticus Eduard Hanslick schreef na de<br />
première, in een vileine en veelgeciteerde<br />
uitspraak, ‘dat we [<strong>Bruckner</strong>s] gigantische<br />
symfonie niet begrepen hebben. Noch zijn<br />
poëtische bedoelingen werden ons duidelijk<br />
– misschien een visioen waarin Beethovens<br />
Negende vriendschap sluit met Wagners<br />
Walkuren en uiteindelijk onder de hoeven van<br />
hun paarden terechtkomt –, noch kregen wij<br />
greep op de zuiver muzikale samenhang.’<br />
Luistertips<br />
Frank Teunissen noemt twee van zijn<br />
favoriete momenten in de oerversie van de<br />
Derde symfonie. Allereerst is dat de coda van<br />
het eerste deel, waar <strong>Bruckner</strong> onder meer<br />
uit zijn eigen Tweede symfonie én Wagners<br />
Walküre citeert. Deze veelkleurige passage<br />
bevat ook een ‘schitterende dissonant’, die in<br />
de gecanoniseerde versie is gladgestreken,<br />
maar laat horen hoe vooruitstrevend<br />
<strong>Bruckner</strong> dacht.<br />
Het tweede moment doet zich halverwege<br />
de finale voor, met wat Teunissen ‘<strong>Bruckner</strong>s<br />
meest expressionistische climax’ noemt. De<br />
muziek dreigt, stuwt, aarzelt en struikelt naar<br />
een hamerend hoogtepunt, een explosie van<br />
onontkoombaar orkestgeweld. Na nauwelijks<br />
een paar seconden valt de muziek abrupt<br />
stil, om zich vervolgens te hernemen met een<br />
lieflijk cantabile, alsof er niets is gebeurd –<br />
en dan volgt nogmaals die mokerslag. Veel<br />
rauwer kunnen twee uitersten niet op elkaar<br />
gemonteerd zijn.<br />
Joseph Haydn<br />
Celloconcert<br />
<strong>Bruckner</strong>s Derde symfonie wordt<br />
voorafgegaan door het Celloconcert in C<br />
van Joseph Haydn, met Quirine Viersen<br />
als solist. Waar <strong>Bruckner</strong> vaak jaren met<br />
zijn werk moest leuren om het uitgevoerd<br />
te krijgen, zat Haydn in een totaal andere<br />
situatie.<br />
Haydn was in dienst van de Eszterházy’s, een<br />
cultuur-minnende adellijke familie, en voor<br />
het hoforkest van Paleis Eszterházy schreef<br />
28
zondag <strong>10</strong> november | 15.00 uur<br />
hij het ene na het andere werk. Haydn<br />
kreeg alle ruimte om dingen uit te proberen.<br />
Een voorbeeld daarvan is dit Celloconcert,<br />
dat hij componeerde voor zijn vriend<br />
Joseph Franz Weigl, eerste cellist van het<br />
Eszterházy-orkest. De cello was halverwege<br />
de achttiende eeuw nog altijd primair een<br />
begeleidingsinstrument, maar Haydn bewees<br />
dat het solistisch potentieel bezat. De muziek<br />
is virtuoos, maar melodisch inventief en<br />
bovendien zeer idiomatisch – Haydns kennis<br />
van het instrument was duidelijk groot.<br />
Claus Peter Flor<br />
zie voor biografieën pag. 35-39<br />
Quirine Viersen<br />
foto: Jelmer Haas<br />
Het Gelders Orkest<br />
foto: René Knoop<br />
29
Anton <strong>Bruckner</strong> en zijn Symfonieën<br />
Anton <strong>Bruckner</strong> wordt op 4 september<br />
geboren in Ansfelden, Oostenrijk. Zijn<br />
vader was daar schoolmeester. Hij was de<br />
oudste van elf kinderen.<br />
Krijgt zijn eerste orgellessen van zijn<br />
vader en zijn neef Johann Baptist Weiss.<br />
Eerste compositiepogingen.<br />
<strong>Bruckner</strong>s vader overlijdt en hij wordt<br />
naar het Augustijns klooster in Sankt<br />
Florian gestuurd, waar hij koorknaap<br />
werd. Ook kreeg hij viool- en orgellessen.<br />
Volgt een opleiding tot schoolmeester.<br />
Verschillende aanstellingen, eerst als<br />
schoolassistent (Windhaag), daarna als<br />
leraar in Kronstorf en vanaf 1845 in St.<br />
Florian als algemeen en muziekleraar.<br />
1824 1835 1837 1840 - 1841 1841 - 1850<br />
Organist in Sankt Florian. <strong>Bruckner</strong><br />
legt zijn eerste contact met Wenen via<br />
hofkapelmeester Ignaz Assmayr.<br />
Begint als organist in de Dom van Linz.<br />
1850<br />
1855<br />
Volgt in Wenen lessen harmonie,<br />
contrapunt en orgel bij Simon Sechter.<br />
Doet toelatingsexamen voor het<br />
conservatorium in Wenen.<br />
1855 -1861<br />
1860<br />
30
Anton <strong>Bruckner</strong> en zijn symfonieën<br />
Studeert vormleer en instrumentatie bij<br />
Otto Kitzler.<br />
Bezoekt op aanraden van Kitzler de<br />
première van Tristan und Isolde van<br />
Richard Wagner.<br />
Volgt Sechter op als professor<br />
harmonie, contrapunt en orgel aan het<br />
conservatorium van Wenen.<br />
1861 - 1863 1863<br />
1865 1865 - 1866<br />
1868<br />
Studiesymfonie in f<br />
Symfonie nr. 1 in c ‘Linzer Fassung’<br />
Verblijft twee keer in kuuroord<br />
Bad Kreuzen wegens<br />
gezondheidsproblemen.<br />
1867 - 1868 1869<br />
Symfonie nr. 0 in d, door <strong>Bruckner</strong><br />
‘geannuleerd’ en pas na zijn dood voor<br />
het eerst gespeeld.<br />
Geeft orgelconcerten in Londen (Royal<br />
Albert Hall, Chrystal Palace). Zijn zusje<br />
Maria Anna, die voor hem zorgde,<br />
overlijdt aan tuberculose.<br />
1871 1871- 1872<br />
Symfonie nr. 2 in c eerste versie<br />
31
Anton <strong>Bruckner</strong> en zijn symfonieën<br />
1872- 1873<br />
Symfonie nr. 3 in d eerste versie<br />
Bezoekt Richard Wagner in Bayreuth.<br />
1873<br />
herziening Tweede symfonie<br />
1874<br />
Symfonie nr. 4 in Es eerste versie<br />
Doceert harmonie en contrapunt aan<br />
de Universiteit van Wenen. <strong>Bruckner</strong><br />
voelde zich echter niet thuis in Wenen,<br />
waar het muzikale leven werd bepaald<br />
door muziekcriticus Eduard Hanslick,<br />
die geen voorstander was van de<br />
muziek van Wagner.<br />
1875 1875 - 1876<br />
Symfonie nr. 5 in Bes<br />
1876<br />
1876 - 1878<br />
1877<br />
herziening Tweede symfonie<br />
Symfonie nr. 3 in d tweede versie<br />
Symfonie nr. 2 in c tweede versie<br />
1877 - 1878<br />
herziening Vijfde symfonie<br />
1877-1889<br />
Symfonie nr. 3 in d derde versie<br />
32
Anton <strong>Bruckner</strong> en zijn symfonieën<br />
1878-1880<br />
Symfonie nr. 4 in Es tweede versie<br />
1879-1881<br />
Symfonie nr. 6 in A<br />
Reis door Zwitserland.<br />
Maakt de Ringtheaterbrand mee in<br />
Wenen waarbij veel doden vielen.<br />
<strong>Bruckner</strong>s huis bevond zich in dezelfde<br />
straat.<br />
1880<br />
1881 1881-1883<br />
Symfonie nr. 7 in E<br />
1884 - 1887<br />
Symfonie nr. 8 in c eerste versie<br />
Speelt orgel bij het requiem voor<br />
Franz Liszt in Bayreuth. Ontvangt een<br />
onderscheiding van keizer Frans Josef I.<br />
1886 1887 - 1889<br />
Symfonie nr. 4 in Es derde versie<br />
1887 - 1890<br />
Symfonie nr. 8 in c tweede versie<br />
33
Anton <strong>Bruckner</strong> en zijn symfonieën<br />
1887 - 1894<br />
Symfonie nr. 9 in d<br />
1890 - 1891<br />
Symfonie nr. 1 in c ‘Wiener Fassung’<br />
Ontvangt eredoctoraat van de<br />
Universiteit van Wenen. Gaat met<br />
pensioen als professor.<br />
Laatste bezoek aan de Bayreuther<br />
Festspiele.<br />
Laatste college op de Universiteit.<br />
Wordt ernstig ziek en overlijdt op <strong>11</strong><br />
oktober. Op 14 oktober vindt de dienst<br />
in de Karlskirche plaats en wordt hij<br />
overgebracht naar Sankt Florian. Hier is<br />
zijn laatste rustplaats in een sarcofaag<br />
onder het grote orgel.<br />
1891 1892 1894 1895 - 1896 1896<br />
Onvoltooide Finale Symfonie nr. 9 in d<br />
34
Biografieën<br />
Overige componisten<br />
Za 9 nov<br />
Peter Vigh (1987) studeerde bij Arno<br />
Bornkamp aan het Conservatorium<br />
van Amsterdam, waar hij in 20<strong>10</strong> zijn<br />
bacheloropleiding afsloot. Momenteel<br />
studeert hij in Lyon bij Jean-Denis Michat.<br />
Peter Vigh speelde in het Ricciotti Ensemble,<br />
het JongNBE en het Nationaal Jeugd<br />
Orkest en is naast saxofonist ook actief als<br />
componist. Zijn stukken werden gespeeld<br />
door onder meer het Nederlands Blazers<br />
Ensemble, het Orion Ensemble, Orkest De<br />
Ereprijs en Ensemble Multifoon. Hij won<br />
prijzen bij het Prinses Christina Concours,<br />
voor zowel compositie als saxofoon, en de<br />
eerste prijs tijdens de compositiewedstrijd<br />
van de VSB Poëzieprijs.<br />
Wolfgang Amadeus Mozart (1756 - 1791)<br />
werd van de rebel van Salzburg de held van<br />
het klassieke Wenen. Onder de vleugels van<br />
zijn vader Leopold reisde Mozart van zijn<br />
zesde tot zijn 23e jaar als componerend,<br />
viool- en pianospelend wonderkind Europa<br />
door, voor een groot deel samen met zijn<br />
oudere zus Nannerl. In Salzburg was hij<br />
aanvankelijk als hofmusicus in dienst van<br />
de aartsbisschop, maar in 1781 kwam het<br />
tot een breuk en Mozart vestigde zich in<br />
Wenen als eerste zelfstandige musicus in<br />
de geschiedenis. Daar werd hij beroemd<br />
en rijk maar gaf het geld te makkelijk uit,<br />
zodat hij toch altijd krap bij kas zat. Met zijn<br />
soloconcerten, zijn symfonieën, zijn opera’s<br />
en zijn kamermuziek wist hij twee soorten<br />
publiek te bedienen: het grote, niet speciaal<br />
onderlegde publiek, en de ‘kenners’.<br />
Zo <strong>10</strong> nov<br />
Richard Wagner (1813 - 1883) groeide op in<br />
Dresden. Op school las hij Goethe, Schiller<br />
en Shakespeare en was bezeten van de<br />
Griekse treurspelen, maar zijn passie voor<br />
Beethoven trok hem in de richting van de<br />
muziek. Korte tijd studeerde hij piano, viool<br />
en muziektheorie. Zijn verdere ontwikkeling<br />
had hij echter uitsluitend aan zichzelf te<br />
danken. Vanaf zijn twintigste werkte Wagner<br />
als operadirigent aan verschillende Duitse<br />
theaters. In 1840-41 woonde hij in Parijs en<br />
ontdekte hij dat hij ‘de meest Duitse Duitser’<br />
was. Hij begon zich te verdiepen in de<br />
Germaanse mythologie en vanaf dat moment<br />
had hij zijn thema gevonden. Hij schreef<br />
grootse opera’s waarvan hij steeds zijn eigen<br />
libretto’s maakte. Zowel met zijn muziek als<br />
met zijn visie op ‘totaal theater’, de eenheid<br />
van tekst, muziek en toneelbeeld, werd hij<br />
de grootste hervormer van de negentiende<br />
eeuw.<br />
Sigfrid Karg-Elert (1877 - 1933), Duits<br />
componist, organist en muziekpedagoog,<br />
studeerde aan het conservatorium van<br />
Leipzig. Hij kreeg in 1901 een aanstelling als<br />
pianodocent in Magdeburg, maar keerde<br />
snel terug naar Leipzig om compositie te<br />
studeren en schreef in eerste instantie enkel<br />
voor piano. In 1904 kreeg hij interesse voor<br />
het harmonium en tot zijn dood schreef<br />
hij belangrijke werken voor dit instrument,<br />
35
Biografieën<br />
waaronder 33 portretten, studies, gebaseerd<br />
op werken van componisten variërend<br />
van Giovanni Pierluigi da Palestrina tot<br />
Schönberg. In 1919 werd hij aangesteld als<br />
docent muziektheorie en compositie aan<br />
het conservatorium van Leipzig. Zijn muziek<br />
werd in Duitsland genegeerd en hij verwierf<br />
enige bekendheid in het Verenigd Koninkrijk<br />
en de Verenigde Staten. Na een desastreuze<br />
concertreis in Amerika keerde hij terug naar<br />
Leipzig en stierf op 55-jarige leeftijd.<br />
Joseph Haydn (1732 - 1809) werd op<br />
achtjarige leeftijd sopraan in het knapenkoor<br />
van de Stephansdom in Wenen. Omdat hij de<br />
baard in de keel kreeg en maar kattenkwaad<br />
bleef uithalen, werd hij door de dirigent uit<br />
het koor gezet. Haydn besloot componist<br />
te worden. In 1755 kreeg hij een vaste<br />
betrekking als kapelmeester aan het hof<br />
van graaf von Morzin in Lukawitz en trad<br />
in 1761 in dienst van de familie Esterházy<br />
in Eisenstadt, waar hij tot 1790 zou blijven.<br />
Haydn kreeg er volop de gelegenheid<br />
muzikaal te experimenteren en stond aan<br />
de wieg van de sonatevorm, de klassieke<br />
symfonie en het strijkkwartet. In de laatste<br />
jaren van zijn leven schreef hij vooral<br />
religieuze muziek.<br />
Uitvoerenden<br />
Vrijdag 8 nov<br />
De Oostenrijkse dirigent en cellist Martin<br />
Sieghart (1951) is wereldwijd gevraagd<br />
als docent, oprichter en directeur van<br />
verschillende festivals, was cellist van de<br />
Wiener Symphoniker, organist, repetitor en<br />
orkestleider aan de piano in verschillende<br />
opera- en orkestprojecten. In Wenen<br />
studeerde Sieghart cello, piano, orgel<br />
en directie. In 1985 werd hij benoemd<br />
tot opvolger van de legendarische chefdirigent<br />
Karl Münchinger bij het Stuttgart<br />
Kamerorkest. In 1992 werd hij chef-dirigent<br />
bij <strong>Bruckner</strong> Orchester Linz en de Opera van<br />
Linz. Hij doceerde aan het conservatorium<br />
van Graz tot 2015. In 2003 werd hij chefdirigent<br />
bij het Gelders Orkest en was<br />
directeur van het internationale kamerorkest<br />
‘Spirit of Europe’ bestaande uit internationale<br />
musici. In 2012 organiseerde Sieghart het<br />
EntArteteOpera Festival om werken, die in<br />
de periode van de Tweede Wereldoorlog<br />
door de nazi’s waren verboden weer onder<br />
de aandacht te brengen. Hij schreef het<br />
boek Anleitung zum Unglucklichsein eines<br />
Dirigenten met ervaringen uit zijn loopbaan.<br />
Het Noord Nederlands Orkest bestaat uit<br />
zo’n 75 vaste orkestleden van verschillende<br />
nationaliteiten en biedt ook ruimte aan jong<br />
talent. Vanaf concertseizoen 2015/2016<br />
is Antony Hermus vaste gastdirigent bij<br />
het orkest, Michel Tabachnik is emeritus<br />
dirigent. Vooraanstaande dirigenten als<br />
Viktor Liberman, Jean Fournet, Han-Na<br />
Chang, Stefan Vladar, Alexander Vedernikov<br />
en Susanna Mälkki stonden bij het NNO op<br />
de bok. Het NNO werkte met topsolisten<br />
als Diana Damrau, Piotr Beczala, Eva-Maria<br />
Westbroek, Vadim Repin, Louis Lortie,<br />
Shlomo Mintz, Alexander Gavrylyuk en<br />
Gautier Capuçon. Prominente, hedendaagse<br />
36
Biografieën<br />
internationale componisten staan regelmatig<br />
centraal en zo kwamen Terry Riley, Arvo Pärt,<br />
Philip Glass, Laurie Anderson en Steve Vai<br />
naar Groningen voor de uitvoering van hun<br />
muziek.<br />
Za 9 nov<br />
Het Dudok Quartet studeerde bij<br />
het Alban Berg Quartett in Keulen en<br />
vervolgens twee jaar aan de Nederlandse<br />
Strijkkwartet Academie bij Marc Danel,<br />
waar ze in 2013 afstudeerden met de<br />
hoogste onderscheidingen. In 2014 ontving<br />
het kwartet de Kersjes Prijs en in 2018<br />
als eerste Nederlandse ensemble ooit de<br />
prestigieuze Borletti-Buitoni Trust Award.<br />
Hun eerste album Metamorphoses werd<br />
in 2015 internationaal lovend ontvangen,<br />
onder andere met een Editor’s Choice in The<br />
Gramophone. Hun tweede album Labyrinth<br />
kreeg een vijf sterren-recensie in BBC<br />
Music Magazine. Vorige maand brachten<br />
ze de cd Haydn: String Quartets Opus 20,<br />
Volume 1 uit. Het Dudok Quartet Amsterdam<br />
is regelmatig te gast in zowel Het<br />
Concertgebouw als in het Muziekgebouw in<br />
Amsterdam en treedt op in zalen door heel<br />
Europa.<br />
De Finse altvioliste Lilli Maijala trad voor<br />
het eerst op als solist toen ze zeventien jaar<br />
oud was, met het symfonisch orkest van<br />
haar geboorteplaats Oulu. Ze studeerde in<br />
Helsinki en Detmold en won diverse prijzen,<br />
bijvoorbeeld van het ARD Concours in<br />
München. Inmiddels musiceerde de altvioliste<br />
met tal van gezelschappen, waaronder<br />
het Filharmonisch Orkest van Helsinki,<br />
Tapiola Sinfonietta, Sinfonia Lahti en de<br />
Camerata Salzburg. Als docent is Lilli Maijala<br />
verbonden aan de Sibelius Academie in<br />
Helsinki.<br />
Pianist Ronald Brautigam (1954)<br />
heeft in ruim dertig jaar een reputatie<br />
opgebouwd als een van Nederlands meest<br />
toonaangevende en veelzijdige musici.<br />
Naast zijn reguliere concertpraktijk,<br />
waarin hij moderne instrumenten bespeelt,<br />
ontwikkelde hij zich tot een vooraanstaand<br />
fortepianist en groeide hij uit tot een<br />
internationaal gewaardeerd solist zowel<br />
bij conventionele orkesten als oudemuziekgezelschappen.<br />
Ronald Brautigam<br />
studeerde in Amsterdam bij Jan Wijn, in<br />
Groot-Brittannië bij John Bingham en in de<br />
Verenigde Staten bij Rudolf Serkin. In 1984<br />
kreeg hij de Nederlandse Muziekprijs. Als<br />
docent is hij sinds 20<strong>11</strong> verbonden aan de<br />
Musikhochschule in Basel.<br />
De in Londen geboren Nicholas Collon<br />
(1983) studeerde aan Clare College in<br />
Cambridge. Na twee jaar vaste dirigent is<br />
hij sinds de zomer van 2018 chef-dirigent<br />
en artistiek adviseur van het Residentie<br />
Orkest. Tevens is hij vaste gastdirigent van<br />
het Gürzenich-Orchester in Keulen. Nicholas<br />
is oprichter en dirigent van het Aurora<br />
Orchestra waarmee hij uitdagend repertoire<br />
uit de 20ste en 21ste eeuw combineert<br />
met meesterwerken uit de klassieke<br />
en romantische periode. Hij dirigeerde<br />
verder o.m. Philharmonia, DSO Berlin, Oslo<br />
Philharmonic en London Philharmonic.<br />
37
Biografieën<br />
Residentie Orkest Den Haag is het orkest<br />
van, voor, in, en vanuit Den Haag. Het<br />
orkest zet actief klassieke muziek in om<br />
alle inwoners en bezoekers in Den Haag te<br />
verbinden en te prikkelen. Het Residentie<br />
Orkest verzorgt concerten in thuisbasis<br />
het Zuiderstrandtheater in Scheveningen,<br />
maar zal vanaf 2021 in het nieuwe gebouw in<br />
het hart van Den Haag gehuisvest zijn. Het<br />
orkest is opgericht in 1904 door eerste chefdirigent<br />
dr. Henri Viotta. Als gastdirigenten<br />
traden onder anderen Arturo Toscanini,<br />
Bruno Walter, Leonard Bernstein en Hans<br />
Knappertsbusch op. Van 1949 tot 1973 was<br />
Willem van Otterloo chefdirigent die werd<br />
opgevolgd door Jean Martinon, Ferdinand<br />
Leitner, Hans Vonk, Evgenii Svetlanov, Jaap<br />
van Zweden en Neeme Järvi. Het Residentie<br />
Orkest is veelvuldig te horen in diverse<br />
belangrijke concertzalen wereldwijd. Op dit<br />
moment is Nicholas Collon chef-dirigent<br />
en artistiek adviseur. Vanaf de zomer<br />
van 2021 wordt Anja Bihlmaier de nieuwe<br />
chef-dirigent. Richard Egarr blijft vaste<br />
gastdirigent en daarnaast is ook Jun Märkl<br />
benoemd tot vaste gastdirigent.<br />
Zo <strong>10</strong> nov<br />
De Finse toetsenist Ere Lievonen studeerde<br />
aan de Sibelius Academy in Helsinki, en<br />
vervolgde in 1997 zijn studie in Nederland,<br />
met specialisaties in orgel, klavecimbel en<br />
vroege piano’s. Hij legde zich toe op vroege<br />
en hedendaagse muziek. In 20<strong>11</strong> richtte<br />
hij Salon Eusebius op, een ensemble dat<br />
muziek uit de achttiende en negentiende<br />
eeuw uitvoert. Hij is lid van de hedendaagse<br />
muziekensembles Hexnut en Scala en<br />
vormt een duo met pianist Anne Veinberg.<br />
In Finland richtte hij Ensemble Ambrosius<br />
op. Lievonen heeft speciale belangstelling<br />
voor microtonale muziek en is sinds 2009 is<br />
vaste bespeler van het 31-toons Fokkerorgel<br />
in onze Kleine Zaal. Ook is hij actief als<br />
componist.<br />
Celliste Quirine Viersen (1972) studeerde bij<br />
haar vader, Yke Viersen, bij Jean Decroos,<br />
Dmitri Ferschtman en tenslotte bij Heinrich<br />
Schiff die haar vertrouwd maakte met de<br />
strijktechniek van zijn leraar André Navarra.<br />
Quirine won verschillende prestigieuze<br />
prijzen, onder andere bij het Rostropovitsj<br />
Concours in 1990, het Tsjaikovsky Concours<br />
in 1994, de Nederlandse Muziekprijs<br />
ook in 1994, en in 2000 de Young Artist<br />
Award. Na een vruchtbare, bijna 20-jarige<br />
samenwerking in concerten en opnamen<br />
met Silke Avenhaus, is Viersen nieuwe<br />
duoverbanden aangegaan en was ze in 2017<br />
samen met pianist Enrico Pace te horen in<br />
het Muziekgebouw. Quirine is getrouwd en<br />
is moeder van twee kinderen. ‘Mijn kinderen<br />
zijn een spiegel bij alles wat ik doe, waarover<br />
ik nadenk en wat ik voel. Dit heeft mijn<br />
manier om te communiceren door muziek<br />
vernieuwd en versterkt. Het is nu alsof ik niet<br />
meer speel; ik ben simpelweg.’<br />
Al weer enkele decennia behoort Claus<br />
Peter Flor (1953) tot de absolute top van<br />
de Duitse dirigenten die kan bogen op een<br />
indrukwekkende carrière. Na zijn studie<br />
bij onder anderen Rafael Kubelik en Kurt<br />
Sanderling, werd hij al op 31-jarige leeftijd<br />
38
Biografieën<br />
benoemd tot Generalmusikdirektor van het<br />
Konzerthausorchester Berlin. Daarna was<br />
hij jarenlang actief als gastdirigent bij onder<br />
meer de Berliner Philharmoniker, het Dallas<br />
Symphony Orchestra en in Nederland het<br />
Rotterdams Philharmonisch Orkest en het<br />
Koninklijk Concertgebouworkest. Zijn eerste<br />
optreden bij Het Gelders Orkest in februari<br />
2017 leidde tot een informele verbintenis<br />
bij het orkest. Van 20<strong>08</strong> tot 2014 was Claus<br />
Peter Flor chef-dirigent van het Maleisisch<br />
Filharmonisch Orkest. Sinds 2017 is hij<br />
chef-dirigent van het Orchestra Sinfonica<br />
di Milano Giuseppe Verdi, waarmee hij de<br />
afgelopen tijd een complete Mahler cyclus op<br />
cd heeft gezet. Ook als operadirigent heeft<br />
Flor veel belangrijke uitvoeringen op zijn<br />
naam staan in grote operahuizen in Berlijn,<br />
München, Houston en De Nationale Opera in<br />
Amsterdam.<br />
Het Gelders Orkest & Orkest van het Oosten<br />
zijn beide hoogwaardige symfonieorkesten<br />
met een lange bestaansgeschiedenis en<br />
een uitmuntende reputatie. Na een periode<br />
van intensieve samenwerking vormen<br />
beide orkesten vanaf 1 september <strong>2019</strong> één<br />
organisatie. Vanuit de standplaatsen Arnhem<br />
en Enschede verzorgen de orkesten live<br />
symfonische muziek in Gelderland, Overijssel<br />
en daarbuiten. Vanaf seizoen 2020-2021 gaan<br />
de orkesten verder onder de naam Phion,<br />
Orkest van Gelderland & Overijssel. Het<br />
Gelders Orkest & Het Orkest van het Oosten<br />
willen zoveel mogelijk mensen bereiken met<br />
live symfonische muziek. Daarom biedt het<br />
orkest een breed spectrum aan muzikale<br />
belevenissen.<br />
<strong>Bruckner</strong> Brass pop-up<br />
Pierre Volders (1972) studeerde trombone<br />
bij George Wiegel aan het Rotterdams<br />
Conservatorium, waar hij in 1988 cum laude<br />
afstudeerde. Sinds 1997 is hij solotrombonist<br />
bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest.<br />
Daarnaast speelt hij bij het New Trombone<br />
Collective waarvan hij tevens een van de<br />
oprichters is. Volders was hoofdvakdocent<br />
trombone aan het Conservatorium van<br />
Rotterdam en vanaf 20<strong>11</strong> studieleider<br />
van de klassieke koperafdeling van het<br />
Conservatorium van Amsterdam. Ook is<br />
Pierre actief als dirigent en is hij sinds juni<br />
2009 is hij dirigent van Amsterdam Brass.<br />
CvA-Brass is het groot koperensemble<br />
van het Conservatorium van Amesterdam<br />
en bestaat geheel uit studenten van het<br />
conservatorium. CvA-Brass kenmerkt<br />
zich door jonge, energieke en ambitieuze<br />
docenten en studenten die structureel<br />
op hoog niveau willen musiceren. Het<br />
Conservatorium van Amsterdam staat<br />
bekend om zijn grote orkestprojecten die<br />
ieder schooljaar georganiseerd worden.<br />
Ook is er iedere week een orkestklas waarin<br />
het gangbare symfonische werk wordt<br />
ingestudeerd als ervaring voor de studenten.<br />
Toch mist er voor de koperafdeling altijd iets<br />
in deze projecten. Trompetten, trombones,<br />
tuba en slagwerk worden in de gangbare<br />
orkestprojecten niet altijd voor de volle <strong>10</strong>0%<br />
benut. Daarom is CvA Brass in het leven<br />
geroepen.<br />
39
Colofon<br />
Inleiding en<br />
concerttoelichtingen:<br />
Joep Stapel<br />
Redactie:<br />
Nicole van Lint,<br />
Didi Visser, Joep Stapel,<br />
Frank Teunissen<br />
Ontwerp omslag:<br />
Silo<br />
Foto <strong>Bruckner</strong> omslag<br />
Universitätsbibliothek<br />
Johann Christian<br />
Senckenberg, Frankfurt am<br />
Main | S36_F<strong>08</strong>303<br />
Opmaak:<br />
Evert de Cock<br />
Druk:<br />
Drukwerkdeal<br />
Portret Anton <strong>Bruckner</strong> 1868<br />
bron: Stadtmuseum Linz<br />
40
Verwacht<br />
Quatuor Danel<br />
Alle 17 strijkkwartetten van<br />
Weinberg<br />
Mieczysław Weinberg (1919 - 1996) behoorde tot de<br />
voornaamste componisten van de Sovjet-Unie, samen met<br />
zijn vriend en mentor Sjostakovitsj. Beiden componeerden<br />
grootse symfonieën en opera’s, maar waren minstens<br />
zo bedreven in het intiemste en diepgravendste van alle<br />
muziekgenres: het strijkkwartet. Weinberg componeerde<br />
er maar liefst zeventien. Dit weekend worden ze allemaal<br />
uitgevoerd, in vijf concerten, door de specialisten van<br />
het Quatuor Danel. Het Muziekgebouw wijdde eerder<br />
spraakmakende marathons aan de strijkkwartetten van<br />
Sjostakovitsj, Bartók, Boulez, Schönberg en Beethoven.<br />
Voorafgaand aan de vijf concerten neemt musicoloog Huib<br />
Ramaer in drie lezingen en twee interviews het publiek<br />
mee langs episodes uit het bewogen leven van Mieczysław<br />
Weinberg. Deze door nazihordes en Stalin opgejaagde<br />
componist bleef onder alle omstandigheden met een<br />
onwaarschijnlijke werkkracht het innerlijk kompas van zijn<br />
‘kristalzuivere ziel’ volgen. Weinbergs verbijsterende odyssee<br />
krijgt contouren met beeld- en geluidsmateriaal.<br />
Weinberg<br />
Marathon<br />
Vr 6 t/m zo 8 dec <strong>2019</strong><br />
Grote Zaal<br />
20.15 uur<br />
Mieczysław Weinberg<br />
Met dank aan<br />
vr 6 dec / 20.15 uur / Weinbergs oude ziel (Strijkkwartet 1, 3 en 2)<br />
za 7 dec / 15.00 uur / Vroege meesterproef (Strijkkwartet 4, 5, en 6)<br />
za 7 dec / 20.15 uur / Weinberg tot de tien (Strijkkwartet 7, 8, 9 en <strong>10</strong>)<br />
zo 8 dec / 15.00 uur / Alleen op de wereld (Strijkkwartet <strong>11</strong>, 13 en 12)<br />
zo 8 dec / 20.15 uur / De late Weinberg (Strijkkwartet 14, 15, 16 en 17)<br />
41
Verwacht<br />
November<br />
zo <strong>10</strong> nov / 13.00 uur /<br />
Atriumzaal<br />
Workshop SoundLAB /<br />
Groove Special<br />
Voor kinderen (7+) met<br />
volwassenen. I.s.m. Bimhuis<br />
zo <strong>10</strong> nov / 20.30 uur<br />
Hiromi<br />
wo 13 nov / 20.00 uur /<br />
De School<br />
Moor Mother<br />
Muziekgebouw aan de Ring<br />
wo 13 nov / 20.15 uur<br />
Kreutzer vs. Kreutzer<br />
Amsterdam Sinfonietta +<br />
Orkater<br />
do 14 nov / 12.30 uur<br />
Elisabeth Hetherington<br />
Lunchconcert Dutch<br />
Classical Talent<br />
do 14 nov / 20.15 uur<br />
Asko|Schönberg + Wu Wei<br />
Zinsbegoocheling en<br />
mysterie<br />
vr 15 nov / 20.15 uur<br />
Kreutzer vs. Kreutzer<br />
Amsterdam Sinfonietta +<br />
Orkater<br />
za 16 nov / 20.15 uur<br />
Javier Perianes +<br />
Cuarteto Quiroga<br />
Ginastera, Granados en<br />
Brahms<br />
zo 17 nov / 12.00 uur /<br />
Entreehal<br />
Muziekgebouw Park<br />
Picknick<br />
wo 20 nov / 20.15 uur<br />
Calefax<br />
Het orgel de kerk uit!<br />
do 21 nov / 20.15 uur<br />
Het arsenaal der<br />
ongeleefde dingen<br />
Nieuw Amsterdams Peil<br />
vr 22 nov / 20.15 uur<br />
La chute de la maison<br />
Usher (1928)<br />
BL!NDMAN<br />
za 23 nov / 20.15 uur<br />
a nocte temporis +<br />
Reinoud Van Mechelen<br />
De charme van de hautecontre<br />
Kijk Muziek!<br />
zo 24 nov<br />
13.30 + 15.30 uur /<br />
Kleine Zaal<br />
KLANK (2-4)<br />
Dadodans<br />
zo 24 nov / 13.30 uur<br />
Tuinieren met slagwerk (6+)<br />
Slagwerk Den Haag<br />
WannaSwing<br />
Op de kade voor het<br />
Muziekgebouw staat de<br />
interactieve muziekinstallatie<br />
WannaSwing van theatermaakster<br />
Caecilia Thunissen<br />
en scenograaf Jan Boiten. Acht<br />
schommels sturen composities<br />
aan van hedendaagse<br />
componisten als Joey Roukens,<br />
Mayke Nas en Rob Zuidam.<br />
Zie voor meer informatie<br />
muziekgebouw.nl/wannaswing<br />
Huil van de Wolff<br />
Elke 22e van de maand<br />
klinkt om 20.00 uur het<br />
geluidsmonument Huil van de<br />
Wolff van Martijn Padding ter<br />
herinnering aan oprichter van<br />
het Muziekgebouw Jan Wolff<br />
(1941 - 2012). Zie voor meer<br />
informatie muziekgebouw. nl/<br />
huilvandewolfff<br />
Geheimtips<br />
Bijzondere concerten<br />
die je niet mag missen<br />
42
Foto: Erik van Gurp<br />
4’33 grand café<br />
Kom voor het concert eten in<br />
Grand café 4’33. Reserveren:<br />
020 788 2090 of 433grandcafe.nl.<br />
Bij de prijs inbegrepen<br />
Reververingskosten en garderobe<br />
zijn bij de kaartprijs inbegrepen.<br />
Ook een pauzedrankje, tenzij anders<br />
vermeld op uw concertkaartje.<br />
Bij concerten zonder pauze staan<br />
drankjes klaar na afloop van het<br />
concert.<br />
Rondom het concert<br />
- Na aanvang van het concert heeft<br />
u geen toegang meer tot de zaal.<br />
- Zet uw mobiele telefoon uit voor<br />
aanvang van het concert.<br />
- Het maken van beeld- of geluidsopnamen<br />
in de zaal alleen met<br />
schriftelijke toestemming.<br />
- Algemene Bezoekersvoorwaarden<br />
zijn na te lezen op muziekgebouw.nl<br />
Steun het Muziekgebouw<br />
Inkomsten uit kaartverkoop dekken<br />
ten dele onze kosten. Word vriend<br />
of doneer: met uw extra steun<br />
kunnen we concerten op het<br />
hoogste niveau blijven organiseren.<br />
Meer informatie:<br />
muziekgebouw.nl/steunons<br />
Op de hoogte blijven?<br />
Blijf op de hoogte van nieuw geboekte<br />
concerten of ander nieuws.<br />
Volg ons via onze e-nieuwsbrief<br />
(aanmelden op muziekgebouw.nl),<br />
Facebook, Twitter of Instagram.<br />
Dank!<br />
Wij kunnen niet zonder de steun van<br />
onze vaste subsidiënten en Vrienden<br />
van het Muziekgebouw. Wij zijn hen<br />
daarvoor zeer erkentelijk.<br />
Druk binnenwerk<br />
43