04.12.2019 Views

2019 12 06-08 Weinberg Marathon

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

vr 6 – zo 8 dec<br />

‘ One of the greatest<br />

musical events of the year’<br />

– The Washington Post<br />

<strong>Weinberg</strong><br />

<strong>Marathon</strong><br />

Quatuor Danel speelt<br />

de zeventien strijkkwartetten<br />

van Mieczysław <strong>Weinberg</strong>


<strong>Weinberg</strong> <strong>Marathon</strong><br />

Vr 6 t/m zo 8 dec <strong>2019</strong><br />

Alle strijkkwartetten<br />

Mieczysław <strong>Weinberg</strong> (1919 - 1996) behoorde tot de voornaamste componisten van de<br />

Sovjet-Unie, samen met zijn vriend en mentor Dmitri Sjostakovitsj. Beiden componeerden<br />

grootse symfonieën en opera’s, maar waren minstens zo bedreven in het intiemste en<br />

diepgravendste van alle muziekgenres: het strijkkwartet. <strong>Weinberg</strong> componeerde er maar<br />

liefst zeventien. Dit weekend worden ze allemaal uitgevoerd, in vijf concerten, door de<br />

specialisten van het Quatuor Danel.<br />

Vr 6 dec<br />

19.15 - 19.45 uur / Foyerdeck 1<br />

Inleiding door Huib Ramaer<br />

‘A Survivor from Warsaw’<br />

20.15 - 21.45 uur / Grote Zaal<br />

Quatuor Danel<br />

<strong>Weinberg</strong>s oude ziel<br />

Za 7 dec<br />

14.00 - 14.30 uur / Foyerdeck 1<br />

Interview met de biografen van <strong>Weinberg</strong><br />

Door Huib Ramaer<br />

15.00 - 17.00 uur / Grote Zaal<br />

Quatuor Danel<br />

Vroege meesterproef<br />

19.15 - 19.45 uur / Foyerdeck 1<br />

Inleiding door Huib Ramaer<br />

‘Oezbeekse ontmoetingen – opera in Tasjkent’<br />

20.15 - 22.05 uur / Grote Zaal<br />

Quatuor Danel<br />

<strong>Weinberg</strong> tot de tien<br />

2


Zo 8 dec<br />

14.00 - 14.30 uur / Foyerdeck 1<br />

Interview met de biografen van <strong>Weinberg</strong><br />

Door Huib Ramaer<br />

15.00 – 16.30 uur / Grote Zaal<br />

Quatuor Danel<br />

Alleen op de wereld<br />

19.15 - 19.45 uur / Foyerdeck 1<br />

Inleiding door Huib Ramaer<br />

‘Voormalig Staatsvijand geïnviteerd op het Kremlin’<br />

20.15 – 22.15 uur / Grote Zaal<br />

Quatuor Danel<br />

De late <strong>Weinberg</strong><br />

3


Het eeuwfeest van <strong>Weinberg</strong><br />

Door Huib Ramaer<br />

Honderd jaar geleden werd Mieczysław <strong>Weinberg</strong> geboren op 8 december 1919. Het<br />

Quatuor Danel ontdekte zijn strijkkwartetten nog bij leven van de componist in 1994.<br />

De strijkers realiseerde zich direct een ontdekking te hebben gedaan die verplichtingen<br />

schept.<br />

Het kwartet openbaarde een volstrekt<br />

uniek repertoire. <strong>Weinberg</strong> had echter<br />

hechte banden met Dmitri Sjostakovitsj<br />

en zijn muziek is steeds tegen die van<br />

Sjostakovitsj afgezet, waarbij dan vaak<br />

gratuit wordt geschreven dat <strong>Weinberg</strong><br />

niet tegen de grote Sjostakovitsj op zou<br />

kunnen. <strong>Weinberg</strong>s muziek is echter<br />

fundamenteel anders. Bij hem geen ironie,<br />

geen sarcastische grijns en geen muzikaal<br />

theater. Is Sjostakovitsj de Beethoven van de<br />

Sovjet Unie, dan is <strong>Weinberg</strong> een in Moskou<br />

verdwaalde Schubert. Hartelijk welkom<br />

bij deze zwerftocht door zijn zeventien<br />

strijkkwartetten.<br />

Onbekend magistraal oeuvre<br />

Het leven van <strong>Weinberg</strong> toont op een<br />

verbijsterende manier hoe gevaarlijk<br />

het in Oost-Europa is geweest. Aan zijn<br />

tweede vrouw bekende <strong>Weinberg</strong> hoe<br />

hij zich voortdurend bewust was van de<br />

bijzonderheid van zijn overleving. ‘Het geeft<br />

me een soort van gevoel dat het onmogelijk<br />

is mijn schuld terug te betalen, dat geen<br />

vierentwintig uur per dag, geen zevendaagse<br />

week van keihard creatief werken me ook<br />

maar een centimeter verder brengt in wat ik<br />

zou moeten afbetalen.’<br />

Zijn grote talent en zijn koortsachtige<br />

werklust hebben tot een magistraal oeuvre<br />

in alle genres geleid. Behalve zijn eigen<br />

4<br />

bescheidenheid zijn meer buitenmuzikale<br />

redenen aan te wijzen waardoor <strong>Weinberg</strong>s<br />

muziek in het westen slechts sporadisch<br />

in het vizier van musici, concertzalen en<br />

muziekliefhebbers is gekomen. <strong>Weinberg</strong><br />

heeft geen publieke rol gespeeld en werd<br />

ook nooit de grens over gestuurd. Hij<br />

kende geen sensationele doorbraak in de<br />

oorlogsjaren, zoals Sjostakovitsj met diens<br />

Zevende symfonie. Hoewel <strong>Weinberg</strong> in de<br />

Sovjet-Unie aandacht en waardering ten<br />

deel vielen in de jaren zestig, verschoof de<br />

belangstelling in het Westen al snel richting<br />

de jongere generatie van Alfred Schnittke,<br />

Edison Denisov en Sofia Goebaidoelina. ‘Last<br />

but not least’ werd er over <strong>Weinberg</strong> amper<br />

geschreven, terwijl de omstreden memoires<br />

die Solomon Volkov in 1979 over Sjostakovitsj<br />

uitbracht in New York nu behoren tot de<br />

meest verkochte boeken over componisten<br />

aller tijden.<br />

De Pools-joodse roots van <strong>Weinberg</strong><br />

<strong>Weinberg</strong>s vader Samuel werkte van jongs af<br />

aan als muzikant in een reizend theater. Hij<br />

kwam uit Kisjinjov in Moldavië. De jongeman<br />

was bijtijds gevlucht, zijn grootvaders en<br />

twee overgrootvaders werden er vermoord<br />

in een pogrom op de paaszondag van<br />

1903. Polen leek een nieuwe veilige haven.<br />

Samuel arriveerde er met zijn theatergroep<br />

bij aanvang van de Eerste Wereldoorlog.<br />

Hij trouwde met Sara, geboren Kolitskaja.<br />

November 1918 werd Polen onafhankelijk.


Het eeuwfeest van <strong>Weinberg</strong><br />

Pianist Ignacy Jan Paderewski was in 1919<br />

voor korte tijd premier, in het geboortejaar<br />

van Mieczysław. Zijn ouders kregen er ook<br />

hun dochter Esther. Het gezin woonde aan de<br />

Zelazna straat in het centrum van Warschau,<br />

waar toen een rijk joods leven was.<br />

<strong>Weinberg</strong> ontpopte zich al vroeg tot musicus<br />

en speelde op elfjarige leeftijd al piano met<br />

zijn vader in het theater. Als kind krabbelde<br />

hij spontaan noten op muziekpapier. Na vooral<br />

zichzelf de muziek te hebben bijgebracht,<br />

volgde hij pianolessen bij een mevrouw aan<br />

een muziekschool in Warschau. Zij herkende<br />

zijn talent en stuurde hem snel door naar het<br />

conservatorium van Warschau. Vanaf 1932 had<br />

<strong>Weinberg</strong> daar les van Józef Turczyński. Deze<br />

zou zich vanaf 1939 in Zwitserland vestigen<br />

en samen met Paderewski een nieuwe uitgave<br />

verzorgen van de pianowerken van Chopin.<br />

In 1938 liet Turczyński zijn jonge pupil<br />

voorspelen bij de befaamde virtuoos Josef<br />

Hofmann, toen deze tijdens een tournee<br />

concerten gaf in Polen. Razend enthousiast<br />

over <strong>Weinberg</strong>s talent nodigde Hofmann hem<br />

uit te komen studeren aan het Curtis Institute<br />

of Music in Philadelphia waarvan Hofmann<br />

van 1924 tot 1938 directeur was. Voor het<br />

eerst en meteen voor het laatst ging er voor<br />

<strong>Weinberg</strong> even een luik open richting het vrije<br />

Westen. Op 1 september 1939 raasden Duitse<br />

troepen Polen binnen.<br />

Voortdurend op de vlucht<br />

Huiveringwekkend is <strong>Weinberg</strong>s relaas van<br />

zijn vlucht richting de Sovjet-Unie, zeventien<br />

dagen lang, praktisch zonder eten. Hem lukt<br />

wel wat een collega als Ervín Schulhoff niet<br />

is gelukt. Schulhoff werd nog tijdens zijn<br />

vlucht naar de Sovjet-Unie gegrepen door<br />

de nazi’s, werd geïnterneerd in slot Wülzburg<br />

en bezweek er 48 jaar oud op 28 augustus<br />

1942 onder ellendige omstandigheden aan<br />

tuberculose. <strong>Weinberg</strong> haalde de overkant<br />

wel en wist zelfs zijn opleiding te vervolgen<br />

aan het conservatorium van Minsk. Hij<br />

kwam er in de compositieklas van Vladislav<br />

Zolotarjov, ooit nog leerling van Nikolaj<br />

Rimsky-Korsakov en Mili Balakirev. Zijn<br />

eindexamenconcert werd er gedirigeerd<br />

door niemand minder dan Ilja Moesin, de<br />

latere dirigentenkweker van grootheden als<br />

Valeri Gergjev. Onder deze Moesin speelde<br />

het Philharmonisch Orkest van Minsk zijn<br />

Symfonisch gedicht op. 6. Het was zaterdag<br />

21 juni 1941. Hij ontving tijdens het concert<br />

zijn diploma. Een paar uur later vielen de<br />

nazi’s de Sovjet-Unie binnen. <strong>Weinberg</strong>,<br />

Moesin en hun collega’s hoorden het op de<br />

radio bij monde van minister Molotov en<br />

moesten er als een haas vandoor.<br />

Het lukte <strong>Weinberg</strong> te ontkomen naar<br />

Tasjkent in Oezbekistan. Cruciaal was daar<br />

de ontmoeting met de familie Vovsi‐Michoëls.<br />

Vader Solomon gebruikte Michoëls als<br />

artiestennaam. Hij was een belangrijk<br />

regisseur en leidsman in het joods-Russische<br />

theater. <strong>Weinberg</strong> trouwde zijn dochter<br />

Natalja.<br />

Vriendschap Sjostakovitsj<br />

Zijn schoonvader moedigde hem aan de<br />

partituur van zijn Eerste symfonie naar<br />

Sjostakovitsj te sturen. Goede vriend Joeri<br />

5


Het eeuwfeest van <strong>Weinberg</strong><br />

Levitin, een leerling van Sjostakovitsj,<br />

fungeerde als boodschapper (<strong>Weinberg</strong><br />

zou later zijn Zevende én zijn Veertiende<br />

strijkkwartet aan Levitin opdragen).<br />

Sjostakovitsj was direct enthousiast en<br />

regelde voor <strong>Weinberg</strong> een visum om naar<br />

Moskou te komen. Voor <strong>Weinberg</strong>s vrouw<br />

Natalja was het terug van weggeweest. ‘We<br />

woonden in hetzelfde appartement aan de<br />

Tverskoj boulevard dat mijn familie had<br />

verlaten voor de evacuatie.’<br />

Tijdens de Tweede<br />

Wereldoorlog maakt<br />

<strong>Weinberg</strong> een forse sprong<br />

in zijn ontwikkeling.<br />

Aan de piano speelde <strong>Weinberg</strong> zijn symfonie<br />

aan Sjostakovitsj voor. Een vriendschap en<br />

muzikale uitwisseling voor het leven was<br />

geboren. De vriendschap met Sjostakovitsj<br />

verdiept zich aan de vleugel, bij de thee<br />

en met hun gezinnen aan het diner. Heeft<br />

een van twee een manuscript voltooid, dan<br />

vieren ze het wapenfeit met een goed glas<br />

wodka. Typerend voor <strong>Weinberg</strong> is hoe hij<br />

altijd naar de volle kant van het glas kijkt.<br />

‘Ik beschouwde mijzelf als een gelukkig<br />

man, gezien ik mijn werken kon laten zien<br />

aan de beste componist van de twintigste<br />

eeuw.’ Deze eer vormt die jaren een enorme<br />

stimulans voor zijn componeren. Tijdens de<br />

oorlog maakt <strong>Weinberg</strong> een forse sprong in<br />

zijn ontwikkeling. Bovendien weet hij zich in<br />

Moskou gesteund door fantastische musici.<br />

Stalins regime<br />

Sergej Prokofjev, Sjostakovitsj en vele anderen<br />

werden na de bevrijding in 1948 tijdens het<br />

beruchte Congres van Sovjetmuziek onder<br />

leiding van minister van cultuur Zjdanov<br />

beschimpt als ‘formalisten’. Componisten<br />

kregen onder meer de opdracht lofliederen op<br />

Stalin te componeren.<br />

Jozef Stalin bracht zijn antisemitische<br />

haatcampagne tot een hoogtepunt met het<br />

beruchte ‘Dokters Complot’. De beste artsen,<br />

waaronder een oom van <strong>Weinberg</strong>s vrouw,<br />

waren ineens ‘moordenaars in witte jassen’,<br />

begaafde Joodse wetenschappers en artiesten<br />

‘wortelloze kosmopolieten’. Prokofjev blies zijn<br />

laatste adem uit op dezelfde dag als Stalin,<br />

5 maart 1953. De straten stroomden vol na<br />

Stalins dood. Uit angst zullen velen geveinsde<br />

krokodillentranen hebben geplengd. In het<br />

gedrang werden mensen vertrapt en vielen<br />

wederom slachtoffers op het conto van Stalin.<br />

Het Sovjetrijk dompelde zich drie dagen lang in<br />

rouw. Het Borodin Kwartet speelde zowel op de<br />

begrafenis van Stalin als op die van Prokofjev.<br />

<strong>Weinberg</strong> crepeerde intussen in de beruchte<br />

Loebjanka gevangenis. Zijn Sinfonietta nr. 1<br />

zou getuigen van ‘Joods nationalisme’. Verder<br />

zou hij hebben meegewerkt aan de stichting<br />

van een autonome Joodse gemeenschap op de<br />

Krim. Het idee was ooit gelanceerd door zijn<br />

intussen al in 1948 door de KGB vermoorde<br />

schoonvader. Valentin Berlinski, cellist van<br />

het Borodin Kwartet, noemt daarbij nog als<br />

oorzaak voor <strong>Weinberg</strong>s detentie het verraad<br />

door collega’s die zich graag verlost zagen van<br />

de concurrentie van <strong>Weinberg</strong>s talent.<br />

6


Het eeuwfeest van <strong>Weinberg</strong><br />

Vrijlating en aarzelende wederopstanding<br />

Sjostakovitsj schreef een vlammend pleidooi<br />

voor vrijlating van <strong>Weinberg</strong> aan Lavrenti<br />

Beria, door Stalin sarcastisch getypeerd als<br />

‘onze Heinrich Himmler’. De brief aan het<br />

hoofd van de geheime dienst werd gelezen<br />

door Kliment Vorosjilov, president van de<br />

opperste Sovjet, die daarop het bevel gaf<br />

<strong>Weinberg</strong> vrij te laten. <strong>Weinberg</strong> kwam op 25<br />

april 1953 thuis, fysiek gebroken maar levend,<br />

met dank aan de moed van Sjostakovitsj en de<br />

sterfelijkheid van Stalin.<br />

Voor enkele jaren houdt <strong>Weinberg</strong> zich<br />

voor zijn doen relatief koest met tegen het<br />

sociaal realisme aanleunend lichter werk met<br />

folkloristische ingrediënten. Met de dooi onder<br />

Chroestjov getuigt het Zevende strijkkwartet<br />

uit 1957 van zijn wederopstanding, terwijl<br />

het eind jaren veertig verboden Zesde<br />

strijkkwartet nog lang in de bureaulade zal<br />

blijven. Het Vierde strijkkwartet kreeg in<br />

1963 als eerste van de reeks musicologische<br />

aandacht, in een studie over uitvoeringen van<br />

instrumentale kamermuziek in de Sovjet-Unie<br />

van 1917 tot 1964 (uitgegeven in Leningrad).<br />

Musicoloog Lev Raaben kwam daarin tot<br />

de voor een arbeidersstaat opmerkelijke<br />

conclusie dat het strijkkwartet in al die jaren<br />

het meest gespeelde genre in de kamermuziek<br />

was geweest.<br />

Gevierd componist van de Sovjet-Unie<br />

De jaren zestig en zeventig bloeien voor<br />

<strong>Weinberg</strong>. Hij geniet tot op het laatst van zijn<br />

vriendschap met Sjostakovitsj, componeert<br />

vele werken en vindt er uitvoerders voor.<br />

Vanaf 1967 begint hij zich tevens te profileren<br />

als componist van muziektheater. In<br />

engagement zoekt hij de grenzen van het voor<br />

de opperste Sovjet toelaatbare met de opera<br />

De Passagier, opgedragen aan de slachtoffers<br />

van Auschwitz.<br />

In de jaren tachtig trekt <strong>Weinberg</strong> zich<br />

steeds meer terug. Hij bezoekt minder<br />

vaak concerten en sluit zich af van de<br />

buitenwereld. Goede vrienden zijn gestorven<br />

of vertrokken naar het Westen. Geplaagd door<br />

een chronische darminfectie (de ziekte van<br />

Crohn) verslechtert zijn lichamelijke conditie.<br />

Publiek en kritiek keren hem intussen de rug<br />

toe in het voordeel van de jongere avantgarde.<br />

Componisten als Alfred Schnittke en<br />

Sofia Goebaidoelina komen boven drijven<br />

en trekken toenemende aandacht. Oudleerlingen<br />

van Sjostakovitsj als Levitin en<br />

Venjamin Basner spelen nog eigen werk voor.<br />

Desgevraagd werpt hij zo nu en dan een blik<br />

op een hem voorgelegde partituur van een<br />

jong componist als Aleksandr Raskatov. ‘Mijn<br />

gezin vormt mijn belangrijkste basis’, zegt<br />

<strong>Weinberg</strong> zelf over deze periode.<br />

De ineenstorting van het Sovjetrijk in 1990<br />

heeft voor <strong>Weinberg</strong> desastreuze gevolgen.<br />

Hij verliest zijn vaste inkomen en met de<br />

medische zorg is het slechter gesteld dan ooit.<br />

De eerste reddende engelen van zijn oeuvre<br />

dienen zich aan uit het Westen, waaronder<br />

de Zweedse rechter Tommy Persson. In 1992<br />

breekt <strong>Weinberg</strong> zijn heup door een val in huis.<br />

Zijn tweede vrouw Olga Joelijevna verzorgt<br />

hem op zijn sterfbed. Zesenzeventig jaar oud<br />

overlijdt <strong>Weinberg</strong> in Moskou op 26 februari<br />

1996.<br />

7


Programma<br />

Quatuor Danel<br />

<strong>Weinberg</strong>s oude ziel<br />

Quatuor Danel:<br />

Marc Danel viool<br />

Gilles Millet viool<br />

Vlad Bogdanas altviool<br />

Yovan Markovitch cello<br />

<strong>Weinberg</strong><br />

<strong>Marathon</strong><br />

vr 6 dec <strong>2019</strong><br />

Grote Zaal<br />

20.15 - 21.45 uur<br />

ca. 40 minuten voor de pauze<br />

ca. 30 minuten na de pauze<br />

Inleiding<br />

Foyerdeck 1<br />

19.15 - 19.45 uur<br />

Inleiding door Huib Ramaer:<br />

‘A Survivor from Warsaw’<br />

Mieczysław <strong>Weinberg</strong> (1919 - 1996)<br />

Strijkkwartet nr. 1 in C op. 2 (1937, bewerkt in 1985)<br />

I. Allegro commodo<br />

II. Andante tranquillo<br />

III. Allegro molto<br />

Strijkkwartet nr. 3 in d op. 14 (1944)<br />

I. Presto attacca<br />

II. Andante sostenuto attacca<br />

III. Allegretto<br />

Pauze<br />

Strijkkwartet nr. 2 in G op. 3 (1939-40, bewerkt in 1986)<br />

I. Allegro<br />

II. Andante<br />

III. Allegretto<br />

IV. Presto<br />

Bent u niet vergeten uw mobiele<br />

telefoon uit te zetten?<br />

Dank u wel.<br />

8


Toelichting<br />

Schreef de ons welbekende Dmitri Sjostakovitsj haastig zijn Eerste strijkkwartet in de<br />

zomer van 1938, Mieczysław <strong>Weinberg</strong>, vanaf 1943 diens jongere hartsvriend, voltooide<br />

zijn eersteling een jaar eerder. Student was hij nog, en veelbelovend pianotalent in<br />

Polen. Het Eerste strijkkwartet van <strong>Weinberg</strong> is opgedragen aan Józef Turczyński, de<br />

pianopedagoog die hem onder zijn hoede nam aan het conservatorium van Warschau.<br />

Turczyński beschouwde <strong>Weinberg</strong> als een van zijn beste studenten.<br />

Ruim na de dood van Sjostakovitsj, in 1985,<br />

besloot <strong>Weinberg</strong>, oud en wijs, deze voor<br />

buitenstaanders haast onleesbare schetsen<br />

vol doorhalingen opnieuw te bekijken en<br />

te redigeren. Met de scherpe blik van zijn<br />

meesterschap werkte <strong>Weinberg</strong> 48 jaar na<br />

dato vooral aan een betere uitkristallisering<br />

van zijn toenmalige opzet en ideeën. Her en<br />

der in overmoed verdicht stemmenweefsel<br />

werd gesnoeid en verhelderd. Minder<br />

sorteert immers meestal meer effect, wist<br />

de meester intussen uit ervaring. Ook het<br />

Tweede strijkkwartet werd door <strong>Weinberg</strong> in<br />

de jaren tachtig herzien. Waarom waren zijn<br />

eerstelingen hem zo dierbaar? Waren het<br />

voor hem echo’s uit de goede tijd, waarin zijn<br />

dierbare zus Esther, zijn vader en zijn moeder<br />

nog in leven waren, voordat ze als ontelbare<br />

aan de agressie van de nazi’s ten prooi<br />

vielen? Opvallend hoe <strong>Weinberg</strong> met die<br />

bewerking als het ware een strik legde rond<br />

zijn oeuvre, rond zijn leven. Het zeventiende<br />

en laatste kwartet ontstond na 1985, toen<br />

Gorbatsjov de term ‘glasnost’ muntte als<br />

richtsnoer voor nieuwe openheid voor de in<br />

al haar voegen krakende Sovjet-Unie.<br />

Strijkkwartet nr. 1<br />

<strong>Weinberg</strong>-biograaf David Fanning typeert<br />

het later bijgeslepen Eerste strijkkwartet<br />

als een mengvorm tussen jeugdige<br />

inspiratie en rijpe techniek. Het cliché<br />

van het opbloeiend talent dat relatief<br />

eenvoudig begon alvorens complex te gaan<br />

schrijven, kan direct van tafel.<br />

De witte-toetsen-toonsoort C-groot, noch<br />

het opusnummer 2 blijken hier keurmerk<br />

voor lichte kost. <strong>Weinberg</strong> maakt zijn entree<br />

binnen het chique genre met een schurende,<br />

zoekende, beladen, verdichte taal. Uit welke<br />

intenties werd dit werk geboren? Aan de<br />

westkant van Polen rolden de tanks al over<br />

Hitlers snelwegen.<br />

<strong>Weinberg</strong> wilde zich meten<br />

met Béla Bartók.<br />

Maar de onderhuidse spanning waarvan<br />

dit Eerste strijkkwartet getuigt, valt niet<br />

in biografische termen te verklaren, noch<br />

vanuit de maatschappelijke context van<br />

die tijd. Waarschijnlijker is dat de jongeman<br />

zich zelfbewust begon te meten met de<br />

baanbrekende strijkkwartetten van Béla<br />

Bartók. De befaamde nachtmuzieken van de<br />

Hongaar, voor strijkers én voor piano, zouden<br />

bijvoorbeeld een bron van inspiratie kunnen<br />

zijn geweest voor het Andante tranquillo.<br />

9


vrijdag 6 december | 20.15 uur<br />

Dempers gaan daar op de snaren voor een<br />

nachtlied met expressionistische lading.<br />

Opgegroeid met het reizend theater van zijn<br />

vader, toont <strong>Weinberg</strong> direct dramaturgisch<br />

talent. De deken van dissonanten waarachter<br />

het C-majeur verdwijnt in het openingsdeel,<br />

wordt pas opgelicht in de finale. Na lang<br />

uitstel, bevestigt en viert de finale de<br />

hoofdtoonsoort alsnog, met een bevrijdende<br />

motorische drive. <strong>Weinberg</strong>s voorliefde<br />

voor etnische muziek dient zich hier al aan.<br />

Een geniale vondst in de slotmaten is de<br />

spagaat tussen stoer geplukte snaren en in ijl<br />

vervliegende flageoletten.<br />

Strijkkwartet nr. 3<br />

Het Derde strijkkwartet is ontstaan in 1944.<br />

Van een eerste uitvoering bij leven van<br />

<strong>Weinberg</strong> ontbreekt elke spoor. Notities op<br />

het manuscript van een graveur verraden<br />

dat een uitgave kennelijk op stapel stond,<br />

al is het er destijds niet van gekomen.<br />

<strong>Weinberg</strong>s derde kwartet pakt je direct bij<br />

de kraag en neemt je met overdonderend<br />

kracht in hoog tempo op sleeptouw. Vrijwel<br />

zeker zal Sjostakovitsj deze noten van zijn<br />

boezemvriend hebben gelezen, hetgeen hem<br />

mogelijk heeft geïnspireerd tot zijn puntig<br />

verende opening van zijn latere Strijkkwartet<br />

nr. 3 uit 1946.<br />

Al na een paar minuten lijkt het alsof<br />

<strong>Weinberg</strong> je op een denkbeeldige heuvel<br />

dropt, waar we pas op de plaats maken om<br />

bedachtzaam rond te kijken, zij het voor even.<br />

Het Andante sostenuto zet direct stevig in<br />

met donkere kleuren. Het kent momenten<br />

van een Schubertiaanse intimiteit, waarin de<br />

strijkers elkaar prachtig bijvallen of tijdelijk<br />

samen optrekken. <strong>Weinberg</strong> koos hier voor<br />

een doorontwikkelde liedvorm. Motieven van<br />

het eerste couplet (A) en het meer statische<br />

vanuit de cello opgestuwde tweede couplet<br />

(B) worden in het derde couplet vervlochten<br />

tot een aangrijpend nieuw geheel. Er<br />

ontstond een bewerking van dit strijkkwartet<br />

in 1987: de Kamersymfonie nr. 2 op. 147. Dit<br />

Andante sostenuto verschoof <strong>Weinberg</strong><br />

daarin naar het eind van de finale waardoor<br />

die orkestversie in verstilling eindigt. Maar<br />

hier volgt zonder dralen de innige opening<br />

van het afsluitend Allegretto, rijk aan<br />

intieme ontboezemingen, toevertrouwd aan<br />

gedempte snaren. Het tweede motief krijgt<br />

swing door geplukte noten in de begeleiding<br />

en mondt uit in een climax. Het beginmotief<br />

keert in een uitgerekte, bedachtzamer<br />

vorm terug. Schitterend omlijst door de<br />

omringende kwartetleden brengt de altviool<br />

een laatste vertederende melodie, voor een<br />

afsluitend vaarwel in geplukte noten.<br />

Strijkkwartet nr. 2<br />

In het Tweede strijkkwartet winnen plezier,<br />

muzikaal genot en de lust voor avontuur<br />

het pleit van de grimmige agressie die zich<br />

anno 1939-40 ontpopt buiten de muren van<br />

<strong>Weinberg</strong>s verbeelding. Het is ontstaan in<br />

de Wit-Russische SSR, de deelstaat van de<br />

Sovjet-Unie waar <strong>Weinberg</strong> na zijn vlucht<br />

uit Polen voor twee jaar een veilige haven<br />

vond aan het conservatorium van Minsk.<br />

10


vrijdag 6 december | 20.15 uur<br />

Notenbalken fungeren hier als toeverlaat<br />

en spirituele vluchtheuvel. Vloeiend, los en<br />

luchtig spelend lijkt de primarius aanvoerder<br />

van een hemels rijtuig waarmee we door<br />

Arcadië lijken te snellen. Ruimte voor het<br />

grote gebaar biedt het Andante, waarin<br />

een snorrende altviool de toon zet. Elke<br />

strijker krijgt volop de kans zijn hart te laten<br />

spreken. <strong>Weinberg</strong> waakt voor een overdosis<br />

larmoyante sentimentaliteit. Plots volgt<br />

een frenetieke versnelling naar een speels<br />

dansante passage. Schijnbaar argeloos<br />

ontspint zich uit die energizer de reprise van<br />

het lyrische materiaal.<br />

stijl van Ludwig van Beethoven en stuift er<br />

direct vandoor. Pizzicato-dialogen wisselen<br />

zich af met scanderende passages waarna<br />

de muziek weer flitsend terugkeert naar de<br />

swing van het begin. De vorm is tot in de<br />

puntjes afgewerkt met originele akkoorden<br />

in de slotmaten. Enkele laatste wijzigingen<br />

zijn aangebracht in de jaren tachtig, parallel<br />

aan de bewerking van dit kwartet voor<br />

strijkorkest, voltooid in 1987 en uitgebracht<br />

als <strong>Weinberg</strong>s Kamersymfonie nr. 1 op. 145.<br />

In het tussenliggende jaar 1986 had<br />

<strong>Weinberg</strong> inmiddels ook zijn Zeventiende<br />

strijkkwartet voltooid.<br />

In het Andante zou je een klaagzang<br />

kunnen horen over de teloorgang van<br />

positieve energie, het vrije denken en het<br />

vooruitgangsgeloof dat de mond werd<br />

gesnoerd door Hitler en Stalin. Evengoed<br />

kun je deze muziek haar werk laten doen<br />

als spiegel van je eigen leven. <strong>Weinberg</strong>s<br />

dramaturgische plan? Door het Andante<br />

een stoot energie te geven, weet hij het<br />

Allegretto van haar traditionele scherzoverplichtingen<br />

te bevrijden. Daardoor<br />

ontstaat in dat elegante derde deel ruimte<br />

voor intense contemplatie. Het verfijnde<br />

kleurgebruik, de gedempte verstilling en de<br />

charmante zwier wekken associaties met<br />

Claude Debussy en Albert Roussel. Was de<br />

jonge <strong>Weinberg</strong> op de hoogte van Franse<br />

muziek door Karol Szymanowski? Zijn Poolse<br />

voorganger die zich in de vrije jaren twintig<br />

had gelaafd aan Parijs?<br />

De triomfantelijke Presto-finale opent met<br />

klappen om je oren in de revolutionaire<br />

11


Programma<br />

Quatuor Danel<br />

Vroege meesterproef<br />

Quatuor Danel:<br />

Marc Danel viool<br />

Gilles Millet viool<br />

Vlad Bogdanas altviool<br />

Yovan Markovitch cello<br />

Mieczysław <strong>Weinberg</strong> (1919 - 1996)<br />

Strijkkwartet nr. 4 in Es op. 20 (1945)<br />

I. Allegro commodo<br />

II. Moderato assai<br />

III. Largo marciale<br />

IV. Allegro moderato<br />

<strong>Weinberg</strong><br />

<strong>Marathon</strong><br />

za 7 dec <strong>2019</strong><br />

Grote Zaal<br />

15.00 - 17.00 uur<br />

ca. 65 minuten voor de pauze<br />

ca. 35 minuten na de pauze<br />

Inleiding<br />

Foyerdeck 1<br />

14.00 - 14.30 uur<br />

Huib Ramaer interviewt<br />

David Fanning en Michelle<br />

Assay, coauteurs van de<br />

nieuwste <strong>Weinberg</strong>-biografie.<br />

Strijkkwartet nr. 5 in Bes op. 27 (1945)<br />

I. Melodia. Andante sostenuto<br />

II. Humoreska. Andantino<br />

III. Scherzo. Allegro molto<br />

IV. Improvisation. Lento<br />

V. Serenata. Moderato con moto<br />

Pauze<br />

Strijkkwartet nr. 6 in e op. 35 (1946)<br />

I. Allegro semplice<br />

II. Presto agitato<br />

III. Allegro con fuoco<br />

IV. Adagio<br />

V. Moderato commodo<br />

VI. Andante maestoso<br />

Bent u niet vergeten uw mobiele<br />

telefoon uit te zetten?<br />

Dank u wel.<br />

<strong>12</strong>


Toelichting<br />

Vanaf het Vierde strijkkwartet heeft Mieczysław <strong>Weinberg</strong> het genre volledig in de<br />

vingers. Trefzeker doorbreekt hij met ingang van het Vijfde strijkkwartet de klassieke<br />

grenzen met vijf in plaats van drie of vier delen en geeft hij ze titels als betrof het een<br />

reeks karakterstukken. Vrijheid lijkt troef. De swingende opening van de Humoreska<br />

(deel 2 van kwartet vijf) is een speelse omkering van het ritme waarmee Antonín Dvorák<br />

de zevende Humoresque van zijn pianocyclus Opus 101 begint, ongetwijfeld bekend bij<br />

<strong>Weinberg</strong>, zelf een voortreffelijk pianist. Het Zesde strijkkwartet kreeg zes delen.<br />

Deze drie meesterwerken zijn ontstaan in<br />

de jaren 1945-46. De oorlog leek voorbij<br />

maar Stalin was achterdochtiger dan<br />

ooit. Je kunt het je bijna niet voorstellen,<br />

maar drie jaar na de Holocaust laaide het<br />

antisemitisme onder Stalin weer op. Het zou<br />

vooral <strong>Weinberg</strong> treffen, gezien de hechte<br />

banden met zijn schoonfamilie. De dag van<br />

13 januari 1948 werd zijn schoonvader, de<br />

theatermaker Salomon Michoëls, in de val<br />

gelokt door de geheime dienst en vermoord.<br />

Het was de aftrap van een hele reeks valse<br />

beschuldigingen aan het adres van joodse<br />

prominenten, gevolgd door arrestaties en<br />

executies.<br />

Terugkijkend kun je stellen dat Sovjetcomponisten<br />

tijdens de oorlogsjaren relatief<br />

veel vrijheid genoten. Om te beginnen<br />

werden ze – voor de oprukkende Duitse<br />

troepen uit – zorgvuldig in veiligheid<br />

gebracht met transporten naar het<br />

verre Oosten, waar <strong>Weinberg</strong> zijn grote<br />

liefde ontmoette in Tasjkent. De stad<br />

waar zijn dan kersverse schoonvader<br />

hem aanmoedigde zijn Eerste symfonie<br />

toch vooral naar Moskou op te sturen,<br />

geadresseerd aan Sjostakovitsj. Waarop<br />

Sjostakovitsj hem vanaf 1943 levenslang<br />

vriendschap en collegialiteit bood in<br />

Moskou en er een appartement voor<br />

<strong>Weinberg</strong> wist te regelen. Daar in Moskou<br />

vond <strong>Weinberg</strong> snel zijn draai, terwijl de<br />

druk om toch vooral sociaal realistische<br />

blije stukjes ter ere van vadertje Stalin<br />

te componeren relatief laag was door<br />

de van interne besognes afleidende<br />

oorlogsinspanningen.<br />

Strijkkwartet nr. 4<br />

In smeuïge klank opent het Vierde<br />

strijkkwartet met een verende beweging.<br />

Het belandde in 1994-95 als eerste werk<br />

van <strong>Weinberg</strong> op de lessenaars van het<br />

Quatuor Danel.<br />

Uitwaaierende stijgende en dalende loopjes<br />

noden de primarius tot een eerste solo.<br />

Een stuiterbeweging leidt terug naar de<br />

waaierende loopjes en een herhaling van<br />

de expositie. Intens en met uitschieters<br />

in dynamiek storten de strijkers zich<br />

eensgezind in een harmonisch avontuur.<br />

Troefkaarten in de laatste passage zijn<br />

solistische bijdragen van altviool en cello.<br />

De laatste trekt al eerder in hoge positie de<br />

aandacht. In de slotmaten kiest <strong>Weinberg</strong><br />

weer voor de hem zo kenmerkende<br />

intimiteit en verstilling.<br />

13


zaterdag 7 december | 15.00 uur<br />

Een geweldige ritmische energie komt vrij<br />

in het razend spannende Moderato assai,<br />

rijk aan hoogst originele virtuoze vondsten<br />

die <strong>Weinberg</strong> hier uit zijn hoge hoed tovert.<br />

Het kent de drive van Sergej Prokofjevs<br />

motorische sonates met de elegantie die<br />

<strong>Weinberg</strong> zo typeert. De altviool bevraagt<br />

zijn collega’s in warm register en lokt ze uit<br />

tot een door stuiterende stokken begeleide<br />

elegie. Dan belanden we weer op de<br />

dansvloer van een boerendorp en gaat het<br />

woest en aards tekeer.<br />

Quatuor Danel bracht met<br />

het Vierde strijkkwartet<br />

de componist <strong>Weinberg</strong><br />

onder de aandacht bij het<br />

westerse publiek.<br />

Een buitengewoon succesvolle proeve<br />

van componeerkunst, vond kennelijk<br />

ook de meester zelf, gezien de terugkeer<br />

van citaten in zijn laatste voltooide<br />

Symfonie nr. 21. Dat opus 152 uit 1992<br />

werd opgedragen aan ‘diegenen die het<br />

leven lieten in het Getto van Warschau’.<br />

Het blijft speculatief, maar je zou eruit<br />

kunnen afleiden dat de ritmisch licht aan<br />

Chopin herinnerende begrafenismars van<br />

het Largo marciale eveneens een ode is<br />

aan de reddeloos verloren mensen in het<br />

getto van de stad waar <strong>Weinberg</strong> zijn eerste<br />

conservatoriumjaren doorbracht. Prachtige<br />

klankeffecten, gerealiseerd met stijgende<br />

gebroken akkoorden, lijken aan romantisch<br />

repertoire te herinneren in de finale. In ijl<br />

register klinkt een bijzonder soort tjiftjaf<br />

vogelmotief. Het is een zoekende, soms<br />

dreigende afsluiting die uiteindelijk z’n rust<br />

vindt in een atypisch en daarmee des te<br />

artistieker mineur.<br />

De strijkers van het Danel hadden er op<br />

het concertpodium gelijk succes mee en zo<br />

werd het Vierde strijkkwartet de aftrap van<br />

hun odyssee voor het onder de aandacht<br />

brengen van de, in de jaren negentig nog<br />

levende, maar in het Westen zeer marginaal<br />

bekende componist. Het Vierde strijkkwartet<br />

is opgedragen aan de leden van het Bolsjoj<br />

Theater Kwartet. Het kreeg op 19 januari<br />

1946 z’n vuurdoop in de kleine zaal van het<br />

Conservatorium van Moskou. Al liet de eerste<br />

uitgave nog tot 1959 op zich wachten, in druk<br />

was het toen wel de primeur van <strong>Weinberg</strong>s<br />

strijkkwartetten.<br />

Strijkwartet nr. 5<br />

Het Vijfde strijkkwartet werd snel na<br />

het Vierde voltooid. De vanaf het Derde<br />

strijkkwartet tot en met het Zesde<br />

strijkkwartet volgehouden expansie van<br />

het aantal delen van driedelig tot zesdelig<br />

beklemtoont de vlotte voortgang van<br />

<strong>Weinberg</strong>s ontwikkeling.<br />

Van zelfvertrouwen getuigt de kale textuur<br />

waarmee de componist op kousenvoeten<br />

durft te gaan in het zoekende openingsdeel<br />

Melodia. Pas later zou het een handelsmerk<br />

worden van collega Dmitri Sjostakovitsj.<br />

Stevigheid ontleent de broze constructie aan<br />

14


zaterdag 7 december | 15.00 uur<br />

de truc het violistenpaar tot duo te smeden.<br />

De aan Dvorák refererende Humoreska kent<br />

een korte spookachtig expressionistische<br />

passage. Dan volgt de tour de force van een<br />

adembenemend snel scherzo, dat wederom<br />

zielsverwantschap met Sjostakovitsj toont.<br />

Bezield en hartstochtelijk zijn de vrije<br />

solo’s boven een meeslepende, statische<br />

begeleiding in het langzame voorlaatste deel.<br />

Pizzicati openen de serenade, die het kwartet<br />

met een milde wiegende beweging besluit.<br />

Strijkkwartet nr. 6<br />

Het Zesde strijkkwartet heeft vermoedelijk<br />

tot 2007 in de bureaulade gelegen.<br />

<strong>Weinberg</strong> had weinig keus. Bruisend van<br />

vrijheid en lust tot experiment, werd het<br />

werk voorspelbaar genoeg op een lijst<br />

verboden werken geplaatst.<br />

De theatrale opening transformeert naar een<br />

vleug bezonken pathetiek.<br />

Het met een kleine acht minuten substantiële<br />

Adagio brengt rust. Een fuga ontvouwt zich<br />

gedecideerd. Zowel speels als hoog van<br />

dissonantiegraad is het Moderato commodo.<br />

De snaren worden daarin ook met het<br />

hout van de stokken bespeeld (col legno).<br />

Een cellosolo floreert bij een fascinerend<br />

fladderende begeleiding en in de slotmaten<br />

worden we verrast door flageoletten.<br />

Krachtig en fier opent het Andante<br />

maestoso. De muziek lijkt op te bloeien<br />

boven een smeulend zigeunervuur, gaat er<br />

op een hoekige begeleiding hectisch vandoor<br />

en besluit in overtuigende eendracht dit werk<br />

van symfonische allure.<br />

De campagne onder leiding van Zjdanov<br />

snoerde rond 1948 talentvolle eigengereide<br />

componisten meedogenloos de mond. In de<br />

concertzaal van de University of Manchester,<br />

waar biograaf David Fanning zijn aanstelling<br />

heeft, kreeg het Danel op 24 januari 2007<br />

de gelegenheid het vergeten werk aan een<br />

nieuw publiek te presenteren.<br />

De eerste drie delen leiden zonder<br />

onderbreking naar het Adagio, het hart waar<br />

het kwartet om draait. Volkse accenten uit<br />

de klezmer en traploos verglijdende tonen<br />

vitaliseren het lenige Allegro semplice,<br />

gevolgd door een woeste dans (het Presto<br />

agitato). Proportioneel gaat het met een nóg<br />

beknopter Allegro con fuoco steeds sneller.<br />

15


Programma<br />

Quatuor Danel<br />

<strong>Weinberg</strong> tot de tien<br />

Quatuor Danel:<br />

Marc Danel viool<br />

Gilles Millet viool<br />

Vlad Bogdanas altviool<br />

Yovan Markovitch cello<br />

<strong>Weinberg</strong><br />

<strong>Marathon</strong><br />

za 7 dec <strong>2019</strong><br />

Grote Zaal<br />

20.15 - 22.15 uur<br />

ca. 45 minuten voor de pauze<br />

ca. 55 minuten na de pauze<br />

Inleiding<br />

Foyerdeck 1<br />

19.15 - 19.45 uur<br />

Inleiding door Huib Ramaer:<br />

‘Oezbeekse ontmoetingen -<br />

opera in Tasjkent’<br />

Mieczysław <strong>Weinberg</strong> (1919 - 1996)<br />

Strijkkwartet nr. 7 in C op. 59 (1957)<br />

I. Adagio<br />

II. Allegretto<br />

III. Adagio – Allegro – Adagio<br />

Strijkkwartet nr. 8 in c op. 66 (1959)<br />

Adagio; poco andante; Adagio – Allegretto; Allegro – Adagio<br />

Pauze<br />

Strijkkwartet nr. 9 in fis op. 80 (1963)<br />

I. Allegro, attacca:<br />

II. Allegretto, attacca:<br />

III. Andante, attacca:<br />

IV. Allegro moderato<br />

Strijkkwartet nr. 10 in a op. 85 (1964)<br />

I. Adagio<br />

II. Allegro<br />

III. Adagio<br />

IV. Allegretto<br />

Bent u niet vergeten uw mobiele<br />

telefoon uit te zetten?<br />

Dank u wel.<br />

16


Toelichting<br />

Een gapende kloof van elf jaar tussen het Zesde en het Zevende strijkkwartet van<br />

Mieczysław <strong>Weinberg</strong> bewijst het ‘succes’ van de agressieve intimidatie door Stalins<br />

vazallen rond 1948. Na zijn gevangenschap in 1953 hield <strong>Weinberg</strong> zich enkele jaren koest,<br />

in die zin dat hij vooral muziek van het lichtere genre componeerde. Het genre van het<br />

strijkkwartet gold immers als ‘elitair’ en was daarmee per definitie verdacht. Bovendien<br />

kon <strong>Weinberg</strong> vermoedelijk op zijn vingers natellen dat hij een tweede arrestatie niet zou<br />

overleven.<br />

<strong>Weinberg</strong> stelt in deze vier kwartetten<br />

klassieke orde tegenover de chaos die zijn<br />

leven voor jaren heeft verstoord. In het<br />

Zevende strijkkwartet kiest hij voor een<br />

drieluik, in rijm met de vorm van zijn eerste<br />

en derde strijkkwartet. Het Achtste wordt<br />

aaneensluitend gespeeld, waarbij intern<br />

eveneens sprake is van een soort driedeling<br />

(langzaam, snel, sneller en weer terug naar<br />

langzaam). Het raamwerk van het Negende<br />

strijkkwartet uit 1963 rijmt met de klassieke<br />

indeling van vier delen, als in zijn Vierde<br />

strijkkwartet uit 1945. En juist in de dialoog<br />

met Sjostakovitsj overtuigt <strong>Weinberg</strong> in het<br />

intens bezielde Tiende strijkkwartet met zijn<br />

eigen unieke stem.<br />

Strijkkwartet nr. 7<br />

Met ‘de dooi’ onder leiding van de nieuwe<br />

leider Chroestjov breken vanaf 1956 betere<br />

tijden aan. Het Zevende strijkkwartet pakt<br />

de draad voorzichtig weer op.<br />

Het aangrijpende lyrische openingsdeel lijkt<br />

een vertaling van het gestaag herwinnen van<br />

zelfvertrouwen en geestkracht. Hoge puntige<br />

nootjes lijken de muziek uit het slop te<br />

trekken. De stuwkracht en vastberadenheid<br />

nemen stapvoets toe. Een meditatieve<br />

sfeer overheerst. Rasoptimist <strong>Weinberg</strong><br />

zoekt houvast en weet zich van één ding<br />

verzekerd: de steun van grote musici, het<br />

Borodin Kwartet voorop; Rostislav Doebinski<br />

en Jaroslav Aleksandrov waren destijds<br />

de violisten, Dmitri Sjebalin de altviolist en<br />

Valentin Berlinski de cellist.<br />

<strong>Weinberg</strong> heeft de steun<br />

van grote musici, het<br />

Borodin Kwartet voorop.<br />

Snellere figuraties in het Adagio lijken in<br />

het Zevende strijkkwartet een voorbode<br />

van flarden klezmer in het gedempte<br />

Allegretto. Een broos, lichtvoetig deel met<br />

geplukte snaren en korte streken, voorzichtig<br />

aftastend en kwetsbaar. Het Borodin Kwartet<br />

heeft zijn concerten vaak met succes<br />

afgesloten door dit met gedempte snaren te<br />

spelen Allegretto als toegift te serveren.<br />

Tegen het slot verrast een wending naar<br />

een meer uitgesproken expressie. Het deel<br />

eindigt lyrisch en hoopvol, als betrof het een<br />

weerzien van een lang verloren gewaande<br />

vriend. Zwaartepunt vormt het derde deel,<br />

dat zich in ruim dertien minuten ontvouwt.<br />

17


zaterdag 7 december | 20.15 uur<br />

Wat betreft de tempi is het een drieluik<br />

op zich. De langzame inleiding reflecteert<br />

op ideeën uit de voorafgaande delen. Dan<br />

ontplooit zich ‘a tempo allegro’ een reeks<br />

variaties van Beethoveniaanse omvang.<br />

Drieëntwintig keer werpt <strong>Weinberg</strong> nieuw<br />

licht op het door de altviool aangedragen<br />

thema. Het verloop is aanvankelijk vrij<br />

rustig, dan steeds experimenteler, tot de<br />

meest hectische tiende variatie. Vanaf de<br />

zeventiende variatie wordt de spanning<br />

weer afgebouwd, terwijl op briljante wijze<br />

de eerste helft variaties opnieuw de revue<br />

passeert, maar in omgekeerde volgorde, als<br />

in een palindroom. Zo voert een glijvlucht<br />

in afnemende luidsterkte ons naar het<br />

eerste adagio terug, waarna het werk met<br />

een fabelachtig en ferm akkoord in E-groot<br />

besluit. Opgedragen aan Joeri Levitin, een<br />

leerling van Sjostakovitsj, werd het op 22<br />

december 1957 in première gebracht door<br />

het Borodin Kwartet in de kleine zaal van het<br />

Conservatorium in Moskou.<br />

Strijkkwartet nr. 8<br />

Twee jaar later op 13 november 1959<br />

speelden de strijkers van het Borodin<br />

Kwartet in dezelfde kleine zaal het Achtste<br />

strijkkwartet, dat aan hen is opgedragen.<br />

Het bleef niet bij deze première, vele<br />

uitvoeringen in het Westen maakten het<br />

Achtste voor lange tijd tot <strong>Weinberg</strong>s<br />

bekendste strijkkwartet.<br />

Het werk volgt vergelijkbare cyclische<br />

patronen als het Zevende. Het opent<br />

eveneens in een langzaam tempo, al zijn<br />

donkerder kleuren in deze vanuit de cello<br />

opgebouwde aanloop het vertrekpunt.<br />

De zoekende muziek migreert vanuit<br />

een drieklank in C-groot naar hogere<br />

registers, wint aan intensiteit en krijgt na<br />

een kwetsbare vioolsolo meer beweging.<br />

In ‘tempo andante’ wordt boven geplukte<br />

snaren in melancholisch wandeltempo het<br />

hoofdthema geïntroduceerd. Hoogdravend<br />

ontplooit zich een climax waarna de<br />

introverte sfeer van de aanvangsmaten<br />

terugkeert. Dansant en boven een plukbas<br />

verschijnen daar ineens de coupletten van<br />

het allegretto in rondovorm. Het motief van<br />

het refrein is afgeleid uit het thema van het<br />

eerdere andante. Dan schakelt het kwartet<br />

over naar een allegro in rappe drie achtste<br />

maat waar percussieve effecten ruimte<br />

bieden aan een uitbundige ontlading van<br />

energie. Ten slotte worden alle motieven<br />

met elkaar verzoend in een briljante tombola<br />

waarna het in één adem gecomponeerde<br />

werk besluit met een terugblik over de<br />

schouders op het aanvangsthema. Of is<br />

dit werk met zijn referenties aan klezmer<br />

en zijn intens melancholieke afsluiting ook<br />

<strong>Weinberg</strong>s terugblik op de teloorgang van<br />

joodse cultuur en de bakermat van zijn<br />

jeugd?<br />

Strijkkwartet nr. 9<br />

Juli 1964 schrijft Dmitri Sjostakovitsj aan<br />

zijn vriend Isaak Glikman: ‘Een volgend<br />

kwartet, het Tiende, kwam gisteren af.<br />

Het is opgedragen aan Mosei <strong>Weinberg</strong>.<br />

Hij schreef negen kwartetten en haalde<br />

mij in met het laatste daarvan, gezien ik er<br />

18


zaterdag 7 december | 20.15 uur<br />

toen nog maar acht had. Daarom ging ik<br />

met mezelf de uitdaging aan om langszij te<br />

komen en <strong>Weinberg</strong> in te halen, wat ik nu<br />

heb gedaan.’<br />

Sjostakovitsj vervolgt: ‘Om die prestatie te<br />

vieren hielden we hier gisteren in goede oude<br />

stijl een drankgelag.’ Vergelijk de opening<br />

van het Adagio (deel drie) in Sjostakovitsj’<br />

Tiende strijkkwartet met het een jaar eerder<br />

gecomponeerd Negende strijkkwartet<br />

van <strong>Weinberg</strong> en je hoort de wiegende<br />

handreiking aan zijn vriend in een verwijzing<br />

naar de staart van de melodie waarmee<br />

<strong>Weinberg</strong> het Andante opent (hier eveneens<br />

deel drie).<br />

Fortissimo in scherp aangesneden streken,<br />

met pittige dissonanten en maatwisselingen<br />

stuiven de strijkers er in het opruiende<br />

Allegro, het eerste deel, eensgezind<br />

vandoor. Het gebeurde voor het eerst op<br />

27 maart 1964 tijdens de première door het<br />

Borodin Kwartet in de kleine zaal van het<br />

Conservatorium van Moskou. Onvergetelijk<br />

zijn de alarmerende, frenetiek herhaalde,<br />

priemende noten met aanzet van een perfect<br />

getimede pizzicatonoot. Binnen dit woeste<br />

concentraat volgt <strong>Weinberg</strong> het patroon van<br />

een klassieke sonatevorm met een expositie,<br />

doorwerking en reprise, alle drie herhaald.<br />

De coda bruist van lust opnieuw te willen<br />

beginnen en wordt abrupt afgekapt.<br />

Met de lichte in luidsterkte fraai afgewisselde<br />

pizzicati van het Allegretto volgt zonder<br />

onderbreking (attacca) een radicale omslag<br />

in sfeer. Het tweede gegeven van dit in<br />

driedelige zwier geknede scherzo is een<br />

gracieus thema, met voor even rap op de<br />

snaren geplaatste dempers gestreken.<br />

Flageoletten laten deze dans in ijle hoogten<br />

verstuiven in de slotmaten.<br />

Het Andante heeft kenmerken van een<br />

variatiereeks op het harmonisch fundament<br />

van een herhaalde baslijn, oftewel een<br />

passacaglia. Tussenspelen van wisselende<br />

lengte doorbreken de opzet van die barokke<br />

vorm. De spanning wordt tot een enorme<br />

intensiteit opgevoerd en dan geleidelijk weer<br />

tot aangrijpende verstilling afgebouwd.<br />

In het laatste deel is het alsof <strong>Weinberg</strong><br />

met ironie uit een album kinderliedjes<br />

citeert, maar dan als plaagstoot richting de<br />

autoriteiten: ‘ha, ha, wij gaan lekker door’. Het<br />

is wellicht dezelfde plagerig humoristische<br />

stijl die Sjostakovitsj overnam in zijn Elfde<br />

strijkkwartet. Een tweede passage voert naar<br />

een stuiterende uitbarsting van vreugde,<br />

waarin de altviool het eerste motief herhaalt.<br />

Het motief reist door alle registers, klinkt<br />

opnieuw in lage positie op de viool, dan weer<br />

kort aangebonden en fluisterzacht in hoge<br />

positie. Op spookachtig expressionisme volgt<br />

een krachtige coda waarmee het kwartet in<br />

optimistisch Fis-groot besluit.<br />

Strijkkwartet nr. 10<br />

Nu Sjostakovitsj hem voorbij was gestreefd,<br />

was de service aan <strong>Weinberg</strong> in de<br />

volgende game van hun kwartetcompetitie.<br />

Het lukte hem wonderwel al enkele<br />

maanden na de inhaalslag van Sjostakovitsj<br />

te reageren met dit Tiende strijkkwartet.<br />

19


zaterdag 7 december | 20.15 uur<br />

Een knipoog daarnaar schuilt in de<br />

tempoverdeling (langzaam-snel-langzaamsnel).<br />

De opening slaat met zijn brede<br />

stoere streken in lage positie echter een<br />

volkomen andere richting in dan de korte<br />

vragende gebaren waarmee Sjostakovitsj zijn<br />

tiende kwartet opent. Spanning is troef in<br />

<strong>Weinberg</strong>s openingsdeel waarin de strijkers<br />

al hun krachten lijken samen te ballen in<br />

hun strijd tegen de slagen van het noodlot.<br />

Typerend voor <strong>Weinberg</strong> is de intieme<br />

passage die volgt, soms balancerend op de<br />

grens van de stilte. Dan start de cellist direct<br />

een over de hele linie met dempers gespeeld<br />

scherzo (deel II). Alsof je door met ijsbloemen<br />

beslagen ramen naar een dorpsfeest kijkt,<br />

klinken zacht flarden etnische dansmuziek.<br />

Het Adagio legt het thema van de<br />

openingsmaten in de mond van primarius<br />

en cellist. De expressie is uitgesproken<br />

declamatorisch en krijgt reliëf door krachtige<br />

akkoorden waarmee de altviolist en tweede<br />

violist de dialoog ondersteunen. Een verstilde<br />

slotpassage eindigt met pizzicato-akkoorden<br />

van de tweede viool boven een des in de<br />

cello die enharmonisch transformeert naar<br />

een cis in het slotdeel. Wiegend introduceert<br />

de primarius pendelende noten in dat<br />

Allegretto die het kernmotief van het werk<br />

blijken te zijn. Alsof we met de acteurs van<br />

Samuel Beckett wachten op Godot, lijkt zich<br />

een wals aan te dienen die nooit komt. Niets<br />

is meer zeker en <strong>Weinberg</strong> bevindt zich in de<br />

vegende slotklanken op de drempel van een<br />

stijlwisseling.<br />

20


foto: Tommy Persson<br />

21


Programma<br />

Quatuor Danel<br />

Alleen op de wereld<br />

Quatuor Danel:<br />

Marc Danel viool<br />

Gilles Millet viool<br />

Vlad Bogdanas altviool<br />

Yovan Markovitch cello<br />

Mieczysław <strong>Weinberg</strong> (1919 - 1996)<br />

Strijkkwartet nr. 11 in F. op. 89 (1965-66)<br />

I. Allegro assai<br />

II. Allegretto<br />

III. Adagio semplice<br />

IV. Allegro leggiero<br />

<strong>Weinberg</strong><br />

<strong>Marathon</strong><br />

zo 8 dec <strong>2019</strong><br />

Kleine Zaal<br />

15.00 - 16.30 uur<br />

ca. 35 minuten voor de pauze<br />

ca. 35 minuten na de pauze<br />

Inleiding<br />

Foyerdeck 1<br />

14.00 - 14.30 uur<br />

Huib Ramaer interviewt<br />

David Fanning en Michelle<br />

Assay, coauteurs van de<br />

nieuwste <strong>Weinberg</strong>-biografie.<br />

Strijkkwartet nr. 13 op. 118 (1977)<br />

Pauze<br />

Strijkkwartet nr. <strong>12</strong> op. 103 (1969-70)<br />

I. Largo<br />

II. Allegretto<br />

III. Presto<br />

IV. Moderato<br />

Dit concert wordt opgenomen<br />

door de NTR voor een latere<br />

uitzending op NPO Radio 4<br />

Bent u niet vergeten uw mobiele<br />

telefoon uit te zetten?<br />

Dank u wel.<br />

22


Toelichting<br />

Het Elfde en Twaalfde strijkkwartet van <strong>Weinberg</strong> vallen nog onder zijn speelse<br />

strijkkwartetcompetitie met Sjostakovitsj. Ze getuigen van een verdere uitkristallisering<br />

van zijn stijl in een periode waarin <strong>Weinberg</strong> volop aandacht en uitvoeringen kreeg.<br />

Het uitbundige Elfde strijkkwartet is door<br />

<strong>Weinberg</strong> opgedragen aan zijn dochter<br />

Victoria. Het introvertere Dertiende<br />

strijkkwartet stamt van na de dood van<br />

Sjostakovitsj, waarna <strong>Weinberg</strong> nog meer zijn<br />

zijn positie zoekt in de nieuwe muziek van de<br />

jaren zeventig.<br />

Strijkkwartet nr. 11<br />

Het Elfde strijkkwartet werd in hetzelfde<br />

jaar voltooid als het elfde van Dmitri<br />

Sjostakovitsj.<br />

Het werk opent met vrolijk hun voer oppikkende<br />

kippen, alsof <strong>Weinberg</strong> dan juist<br />

La poule uit de Nouvelles suites de pièces<br />

de clavecin van Rameau op de lessenaar<br />

van zijn vleugel heeft staan. Transparantie<br />

van het stemmenweefsel is troef in dit<br />

werk. Schitterend van contrasten is het<br />

scherzo (Allegretto, deel twee). Een aan<br />

de opening verwant puntig motief wisselt<br />

zich af met het filmmuziekachtig craquelé<br />

van gedempte doorgezongen passages. Bij<br />

vlagen klinken de strijkers alsof ze samen<br />

een accordeon zijn. Gewaagd van opzet is<br />

het Adagio waarin <strong>Weinberg</strong> volledig durft<br />

te vertrouwen op een aaneenschakeling<br />

van kwetsbare sololijnen van altviool, eerste<br />

viool en cello. Slim in dramaturgische zin<br />

om hier de dempers van de snaren te laten,<br />

terwijl ze er in de omringende delen juist<br />

vaak op gaan. De balans blijft daarmee<br />

gewaarborgd. Het levert een concentratie<br />

op, die je als luisteraar alle ruimte biedt voor<br />

vrije associaties. Opmerkelijk hoe <strong>Weinberg</strong><br />

hier vooruit loopt op de kale uitgebeende<br />

stijl van de late Sjostakovitsj. Ook de finale<br />

is van structuur en dynamiek zo broos als<br />

borstplaat. Het is muziek in mineur die zich<br />

langzaam als een oester opent, waarop dit<br />

Allegretto ineens naar majeur migreert in<br />

een fragiele poppendans op het ritme van<br />

een aarzelende wals. Opgestuwd door de<br />

swingende cello zijn de dansante slotmaten<br />

even onbestemd als wonderschoon.<br />

Strijkkwartet nr. 13<br />

Sjostakovitsj sterft op 9 augustus 1975.<br />

De jaren daarna lijkt <strong>Weinberg</strong> zijn<br />

nagedachtenis te eren door opnieuw<br />

symfonieën (vier) en kwartetten te<br />

componeren, waarvan het Dertiende uit<br />

1977 de eerste is.<br />

Evenals zijn Achtste en zijn allerlaatste<br />

kwartet droeg <strong>Weinberg</strong> het werk op aan de<br />

strijkers van het Borodin Kwartet. In rijm met<br />

het dertiende kwartet van Sjostakovitsj is<br />

het een aaneengesloten werk, dat ‘wie aus<br />

einem Guß’ uit zijn pen lijkt te zijn gevloeid.<br />

Referenties aan het openingsthema en<br />

contemplaties op voorgaande motieven<br />

vormen de las tussen de verschillende<br />

secties. Het verloop volgt na de opening<br />

ongeveer de gang van ‘quasi een scherzo’<br />

23


zondag 8 december | 15.00 uur<br />

naar een desolaat langzaam deel en naar<br />

de finale. Een verrassend moment – na de<br />

eerste climax – is een unisono in gescheiden<br />

noten gescandeerde passage. Hierop volgt<br />

de langzame passage. Chromatische klusters<br />

in de slotmaten herinneren aan de stevige<br />

strijkerstaal van Béla Bartók. Het vertrouwde<br />

Italiaans voor tempoaanduidingen schuift<br />

<strong>Weinberg</strong> hier terzijde. Hij volstaat met<br />

metronoomcijfers en zou deze wijze van<br />

temponotatie ook in zijn veertiende en<br />

vijftiende kwartet volhouden. Eerder begon<br />

hij er al mee in zijn Dertiende symfonie. Het<br />

is aan de musici in alle vrijheid een eigen<br />

tempokarakter aan <strong>Weinberg</strong>s kwartetdelen<br />

toe te kennen.<br />

Door de tempoaanduiding<br />

in metronoomcijfers aan te<br />

geven geeft <strong>Weinberg</strong> de<br />

musici meer vrijheid.<br />

De jaren tussen het Twaalfde en het<br />

Dertiende strijkkwartet markeren een<br />

periode waarin <strong>Weinberg</strong> zich volledig op<br />

muziektheater stortte. Vier opera’s wist hij<br />

maar liefst te voltooien in de eerste helft<br />

van de jaren zeventig. Geen wonder dat er<br />

uit die jaren geen strijkkwartetten zijn, noch<br />

symfonieën.<br />

Strijkkwartet nr. <strong>12</strong><br />

Het Twaalfde strijkkwartet is opgedragen<br />

aan Venjamin Basner, een leerling van<br />

Sjostakovitsj. Vier strijkers uit het<br />

Kamerorkest van Moskou brachten het<br />

werk op 14 april 1971 in première in de<br />

kleine zaal van het conservatorium.<br />

Het werk flirt met reeksen van twaalf tot<br />

elkaar betrokken tonen binnen het octaaf.<br />

Hetzelfde deed Sjostakovitsj in zijn eigen<br />

twaalfde kwartet uit 1968 (<strong>Weinberg</strong> liep<br />

weer eens een beetje achter). Speelse<br />

reden zal voor beiden zijn geweest dat<br />

twaalf nu eenmaal twaalf is en daarmee<br />

een verplichting richting Arnold Schönberg<br />

behelst, de Weense uitvinder van de<br />

dodecafonie. In zijn opera De Passagier<br />

en in zijn Tiende symfonie heeft <strong>Weinberg</strong><br />

intenser gebruik gemaakt van reeksen.<br />

Belangrijker lijkt hier de identificatie met het<br />

strijkersidioom van Bartók en – bovenal in<br />

het derde deel – met de muziek voor strijkers<br />

van Poolse collega’s. Het in lugubere sfeer<br />

verlopende Largo is losjes gebouwd uit een<br />

verzameling van twaalf tonen. In dynamische<br />

zin blijft de muziek tussen fluisterzacht en<br />

piano. De opening lijkt een eerbetoon aan<br />

het Derde strijkkwartet van Bartók en heeft<br />

raakvlakken met het dertien jaar later [!]<br />

verschenen Derde strijkkwartet van Alfred<br />

Schnittke.<br />

Het tweede deel opent meer in de stijl van<br />

Bartóks Vierde strijkkwartet. De cellist<br />

schittert in hoge positie en oogst bijval van<br />

de andere strijkers. <strong>Weinberg</strong> strooit rijkelijk<br />

met effecten uit de school van Bartók zoals<br />

verglijdende pizzicati, boventonen en het<br />

‘col legno’ beroeren van de snaren met de<br />

houten zijde van de stok. De cellist brengt<br />

24


zondag 8 december | 15.00 uur<br />

een monoloog in de vorm van een recitatief.<br />

Het Presto (deel drie) ontvlamt uit het<br />

fosfor van een fel marsritme. Zich verliezend<br />

in heerlijk schurende samenklanken lijkt<br />

<strong>Weinberg</strong> hier met een enorm ritmisch elan<br />

aansluiting te vinden bij de nieuwe Poolse<br />

school van Witold Lutosławski en Krzysztof<br />

Penderecki. In die zin zou je dit even montere<br />

als ruige Presto ook kunnen beschouwen als<br />

een flitsend eerbetoon aan zijn geboortestad<br />

Warschau. Het motief waarmee de finale<br />

opent, in gematigd tempo boven een stevig<br />

stappende cello, straalt eveneens van<br />

optimisme en openheid.<br />

25


Programma<br />

Quatuor Danel<br />

De late <strong>Weinberg</strong><br />

Quatuor Danel:<br />

Marc Danel viool<br />

Gilles Millet viool<br />

Vlad Bogdanas altviool<br />

Yovan Markovitch cello<br />

<strong>Weinberg</strong><br />

<strong>Marathon</strong><br />

zo 8 dec <strong>2019</strong><br />

Grote Zaal<br />

20.15 - 22.15 uur<br />

ca. 50 minuten voor de pauze<br />

ca. 50 minuten na de pauze<br />

Inleiding<br />

Foyerdeck 1<br />

19.15 - 19.45 uur<br />

Inleiding door Huib Ramaer:<br />

‘Voormalig Staatsvijand<br />

geïnviteerd op het Kremlin’<br />

Dit concert wordt live<br />

uitgezonden door de NTR op<br />

NPO Radio 4<br />

Bent u niet vergeten uw mobiele<br />

telefoon uit te zetten?<br />

Dank u wel.<br />

26


Programma<br />

Mieczysław <strong>Weinberg</strong> (1919 - 1996)<br />

Strijkkwartet nr. 14 op. <strong>12</strong>2 (1978)<br />

I. ♩ = 96 - Attacca<br />

II. ♩ = 63 - Attacca<br />

III. ♩ = 1<strong>08</strong> - Attacca<br />

IV. ♩. = 54 - Attacca<br />

V. ♩ = 152<br />

Strijkkwartet nr. 15 op. <strong>12</strong>4 (1979)<br />

I. ♩ = 69<br />

II. ♩ = 56<br />

III. ♩. = 84<br />

IV. ♩ = 1<strong>12</strong><br />

V. ♩ = 192<br />

VI. ♩ = 176<br />

VII. ♩ = 72<br />

VIII. ♩ = 80<br />

IX. ♩ = 60<br />

Pauze<br />

Strijkkwartet nr. 16 in As op. 130 (1981)<br />

I. Allegro<br />

II. Allegro – Andantino – Allegro<br />

III. Lento<br />

IV. Moderato<br />

Strijkkwartet nr. 17 op. 146 (1986)<br />

I. Allegro<br />

II. Andantino<br />

III. Lento<br />

IV. Allegro<br />

27


Toelichting<br />

Vandaag precies honderd jaar geleden werd ‘Metek’ <strong>Weinberg</strong> geboren in Polen. Zijn vier<br />

laatste strijkkwartetten kijken zowel vooruit als achterom over de schouder.<br />

Midden jaren tachtig pakte <strong>Weinberg</strong> de<br />

kwartetten weer op waar hij ooit zijn hele<br />

cyclus mee begonnen was. De hernieuwde<br />

ontmoeting met zijn nog zo enthousiast<br />

zoekende Eerste kwartet en het zonnige<br />

Tweede uit 1940 (opgedragen aan zijn<br />

moeder en zus) lijken te hebben gewerkt als<br />

balsem voor <strong>Weinberg</strong>s door ziekte en verlies<br />

geplaagde ziel.<br />

Strijkkwartet nr. 14<br />

Vijf scherp contrasterende delen sluiten<br />

direct op elkaar aan in het Veertiende<br />

strijkkwartet. De cellist lijkt er bij aanvang<br />

een stevig verschil van mening op na te<br />

houden met de wat gepikeerd reagerende<br />

eerste violist.<br />

Als vaker uit <strong>Weinberg</strong> in dit kwartet zijn wens<br />

frases en tonen gescheiden te articuleren<br />

met de aanwijzing: ‘grand détaché’ (de stok<br />

met een grotere afstand dan gewoonlijk<br />

breed heen-en-weer strijken). Het tweede<br />

motief brengt ritmische energie in een<br />

unisono van alle strijkers. Spanning, chaos<br />

en dissonantiegraad worden opgevoerd. De<br />

afsluitende estafette in stijgende beweging<br />

lijkt geïnspireerd door de muziek van de<br />

Poolse componist Krzysztof Penderecki.<br />

In het lyrischer tweede deel gaat de cellist<br />

in conclaaf met de altviolist. Bijstand van<br />

de violen voert naar warme sonoriteit.<br />

Daaronder blijkt verdriet schuil te gaan. Het<br />

deel eindigt in aangrijpende verstilling. De<br />

eerste viool start het derde deel met een<br />

vlotte dansante beweging, een lichtvoetig<br />

scherzo met een idioom dat voortkomt uit<br />

<strong>Weinberg</strong>s rijke herinnering aan joodse en<br />

Moldavische volksmuziek. Met een vertraagde<br />

variant op het dansmotief krijgt de altviool<br />

in de warmbloedige slotmaten het laatste<br />

woord. Vervolgens pakt de altviolist direct de<br />

leiding in het vierde deel, met een wiegende<br />

beweging, begeleid door pizzicati. Op<br />

hartstochtelijk pathos, waarin alle twijfels zich<br />

samen lijken te ballen, volgt een zo mogelijk<br />

nog stillere afsluiting dan die van het tweede<br />

deel.<br />

De finale (deel vijf) ontwikkelt zich vanuit een<br />

kiemcel van vragend omhoog krabbelende<br />

gebroken drieklanken, aangedragen door de<br />

tweede violist. Met dempers van de snaren<br />

klinkt het motief uit volle borst opnieuw in<br />

uitgerekte vorm. Het groot contrast met<br />

de verstilde variant geeft de muziek reliëf.<br />

Verwijzingen naar motieven uit eerdere<br />

delen worden wederom met ‘grand détaché’<br />

gespeeld. Momenten van schoonheid en<br />

troost bieden de fragiele koorddansen op<br />

snaren waarmee de strijkers boventonen<br />

tevoorschijn toveren. Ineens lijkt <strong>Weinberg</strong> te<br />

verwijzen naar de initialen in noten waarmee<br />

Dmitri Sjostakovitsj zo vaak zijn handtekening<br />

zette (d-es-c-h), al wordt hier de es een e en<br />

blijft de h (duits voor de b) uit. Chromatiek<br />

is verruild voor witte toetsen. Zag <strong>Weinberg</strong><br />

hier een fata morgana van zijn dierbare vriend<br />

28


zondag 8 december | 20.15 uur<br />

in de hemel, bevrijd van wringende aardse<br />

conflicten?<br />

Strijkkwartet nr. 15<br />

In het Vijftiende strijkkwartet trekt het<br />

eerste deel je met een aarzelend koraal over<br />

een drieklank in Ges-groot de binnenwereld<br />

van <strong>Weinberg</strong> in. Het tweede motief vaart op<br />

vragende pendelende secundes.<br />

Deze tijdloze intieme bespiegeling werkt<br />

als prelude op de andere delen. De vorm<br />

van dit negendelig kwartet lijkt verwant aan<br />

de aaneenschakeling van dansdelen in een<br />

barokke suite. Het nog langzamere tweede<br />

deel beperkt zich tot een ‘Klangfarbenspiel’<br />

met pendelende repeteertonen en langzame<br />

trillers, bij vlagen oosters van sfeer. Beweging<br />

keert terug met de dialoog van duo’s in het<br />

derde deel. Gestelde vragen worden met<br />

omkering van intervallen beantwoord, een<br />

procédé uit de keuken van Béla Bartók.<br />

Na deze even sierlijke als raadselachtige<br />

dialoog gaan de dempers van de snaren<br />

in deel vier. Een fiere opwaartse lijn in<br />

driedelige sarabande-maat rijmt met<br />

een strijkerspassage uit de finale van de<br />

Leningrader symfonie nr. 7 van Sjostakovitsj.<br />

Alarmerende signalen verhogen de intensiteit.<br />

Repeteertonen, eerder gemunt in deel twee,<br />

keren verhevigd weer in deel vijf. Altviool en<br />

cello doorbreken de nerveuze gestrengheid<br />

van de canonische opening door de violen,<br />

waarna zich allerlei varianten ontplooien. De<br />

canon herrijst als een feniks uit de as om<br />

opnieuw te worden verstoord.<br />

Het zesde deel in drievoudige maat met<br />

scherp afgebakende frases vaart weer op<br />

het voor de late <strong>Weinberg</strong> typerende ‘grand<br />

détaché’. Laverend tussen forte en fortissimo<br />

handhaaft de stevige luidsterkte zich tot en<br />

met het zevende deel. Na introductie van<br />

een thema in vijfkwartsmaat ontwikkelt het<br />

zevende deel zich tot een steeds intenser,<br />

eensgezinder statement. Het slot in ijle<br />

hoogte contrasteert des te scherper met de<br />

aan Bartók herinnerende percussieve opening<br />

op cello van deel acht. Die blijkt opmaat<br />

voor een gewiekst sluipend dansje, waarvoor<br />

weer een paar dempers op de snaren gaan.<br />

Spannende pizzicati omlijsten de melodie.<br />

Tegen het slot klinkt een subtiele referentie<br />

aan de woeste openingsmaten, nu in het hoge<br />

register van de viool. Kenner Daniel Elphick<br />

vermoedt achter deze steeds strandende<br />

pogingen tot een finale te komen een bewuste<br />

doorbreking van verwachtingspatronen door<br />

<strong>Weinberg</strong>.Het negende deel, meditatief van<br />

sfeer en lamenterend van toon, begraaft alle<br />

streven in een melancholieke strijkersgloed.<br />

Strijkkwartet nr. 16<br />

<strong>Weinberg</strong> droeg zijn Zestiende symfonie<br />

uit 1981 op aan zijn moeder. Het Zestiende<br />

strijkkwartet, opgedragen aan zijn zuster<br />

Esther, ontstond in de winter van hetzelfde<br />

jaar.<br />

Als Orpheus zijn Eurydice, zo had <strong>Weinberg</strong><br />

tijdens zijn vlucht in 1939 zijn zus verloren.<br />

Haar schoenen knelden pijnlijk om haar<br />

voeten. Hinkend liep ze terug naar het<br />

ouderlijk huis, om daarna met hun vader<br />

en moeder voorgoed te verdwijnen in het<br />

29


zondag 8 december | 20.15 uur<br />

zwarte gat van de Holocaust. In 1981 zou<br />

Esther zestig zijn geworden. In zijn analyses<br />

van de strijkkwartetten van <strong>Weinberg</strong> leidt<br />

musicoloog Daniel Elphick uit de noten af<br />

dat <strong>Weinberg</strong> in dit werk terugkeert naar het<br />

joodse muzikale erfgoed van zijn jeugdjaren<br />

en naar Bartók aan wiens strijkkwartetten<br />

<strong>Weinberg</strong> zich al vroeg had gespiegeld.<br />

In zijn zestiende strijkkwartet<br />

keert <strong>Weinberg</strong><br />

terug naar zijn jeugdjaren.<br />

Ineens zijn Italiaanse tempo-indicaties als<br />

Allegro weer terug van weggeweest. In een<br />

klassieke opzet strekken vier delen zich<br />

breed uit. Nerveuze onrust en onvrede lijken<br />

troef in de opening. Het gespierde thema lijkt<br />

doordrenkt van zigeunerbloed. Een tweede<br />

motief wordt geserveerd door altviool en<br />

cello. Harmonisch kleurt <strong>Weinberg</strong> de muziek<br />

steeds donkerder. Zachte zoekende episodes<br />

doorbreken het betoog. Een unisonopassage<br />

voert de energie op, waarbij ineens sirenes<br />

lijken te klinken. De stemming slaat om<br />

naar wanhoop. Smart volgt als de wind gaat<br />

liggen. Verwaaide korte streken, een laatste<br />

hartenkreet en we blijven in verbijstering<br />

achter. Typerend voor <strong>Weinberg</strong> in het<br />

scherzo zijn de elkaar woest afwisselende<br />

kwarten. Steeds obsessiever verloopt de<br />

muziek om plots af te breken. In tempo<br />

Andantino verrast de viool in het trio-deel<br />

met een tere melodie in een Lombardisch<br />

kort-lang ritme boven een broze wiegende<br />

begeleiding met mijmerend commentaar in<br />

de cello. Het klankcontrast met de agressie<br />

in de scherzo-delen is enorm. Streken boven<br />

de toets (sul tasto) en het non vibrato in de<br />

tweede viool en de altviool bezorgen deze<br />

kwetsbare muziek een bijzonder omfloerst<br />

timbre. De terugkeer van het scherzomateriaal<br />

zorgt na een aarzelend begin<br />

opnieuw voor hectiek.<br />

De eerste viool zet het Lento solo in met een<br />

teer zich klagend herhalend droef motief.<br />

Geleidelijk vervlecht het zich in fugatostijl<br />

met de cello en de andere strijkers. Uit<br />

de samenspraak ontstaat een zwerftocht<br />

waarin de spanning stijgt en de klank zich<br />

steeds krachtiger samenbalt. Ontspanning<br />

volgt waarna dit Lento met de altviool<br />

melancholiek over de horizon verdwijnt. In de<br />

verende driegang van de polka in het vierde<br />

deel zou je een herinnering aan het reizend<br />

theater van de vader van <strong>Weinberg</strong> kunnen<br />

horen; een terugblik op de verloren bevroren<br />

tijd door beslagen sneeuw omrande ruiten.<br />

Plots gaan de dempers van de snaren en<br />

ontwaken we uit die clowneske droom. De<br />

meest fantastische samenklanken passeren<br />

de revue. Dan klinkt het broze kort-lang uit<br />

het trio van het scherzo weer en als de geest<br />

van een dood gewaande petroesjka in een<br />

stomme film, steekt de polka nog eenmaal de<br />

kop op.<br />

Strijkkwartet nr. 17<br />

Het Zeventiende strijkkwartet gaat er als<br />

een jonge hond in tempo allegro vandoor.<br />

De melodie kietelt de tooncentra Fis en Bes,<br />

zonder partij te kiezen.<br />

30


zondag 8 december | 20.15 uur<br />

Direct klinkt een smeuïg nobel tweede motief<br />

in vierstemmige koraalzetting uit <strong>Weinberg</strong>s<br />

Trio voor fluit, altviool en harp van 1979.<br />

In <strong>Weinberg</strong>s drieakter naar Gogol Het<br />

Portret uit 1980 verklankt hetzelfde thema<br />

de artistieke integriteit van de kunstenaar.<br />

En hier wordt een fenomenale artistieke<br />

prestatie gevierd: de veertigste verjaardag<br />

van het Borodin Kwartet. <strong>Weinberg</strong> wist dat<br />

hij de onbegeleide solo’s waarmee de cellist<br />

de delen overbrugt met een gerust hart kon<br />

overlaten aan Valentin Berlinski, van 1945<br />

tot 2007 [!] cellist van het Borodin. De noten<br />

ervan stammen rechtstreeks uit <strong>Weinberg</strong>s<br />

Vierde sonate voor cello solo, in 1985 zijn<br />

verjaardagscadeau voor Berlinski’s zestigste<br />

geboortedag. De finale viert de virtuositeit<br />

van het Borodin met een laatste spetterende<br />

uitbarsting.<br />

31


Tijdlijn Mieczysław <strong>Weinberg</strong><br />

en strijkkwartetten<br />

<strong>Weinberg</strong> wordt op 8 december geboren<br />

in Polen in een Joodse familie.<br />

Zijn zus Esther wordt geboren. Het gezin<br />

woont in het centrum van Warschau.<br />

<strong>Weinberg</strong> doet eerste ervaring op in<br />

de theaterorkestjes van de reizende<br />

toneelgezelschappen van zijn vader die<br />

violist is.<br />

Krijgt pianoles van mevrouw Matlewicz<br />

aan haar muziekschool.<br />

Studeert piano aan de Frédéric Chopin<br />

Muziekacademie bij Józef Turczyński. Hij<br />

is een van zijn twee beste studenten.<br />

Draagt zijn Opus 2 op aan Turczyński<br />

Focus op pianostudie en eerste<br />

composities.<br />

Vlucht op 7 september. Verkeert dagen<br />

in levensgevaar. Bereikt de Sovjet-Unie.<br />

Vader Samuel en moeder Sonia blijven<br />

met Esther achter in Warschau.<br />

Krijgt compositieles aan het<br />

conservatorium van Minsk bij Zolotarjov.<br />

Eindexamenconcert in Minsk o.l.v.<br />

Ilja Moesin. Vlucht naar Tasjkent,<br />

Oezbekistan. Werkt als koorrepetitor<br />

aan de opera. Trouwt met Natalja Vovsi,<br />

dochter van theaterdirecteur Solomon<br />

Mikailovitsj Michoëls.<br />

11919 1921 1929 1931 1932 1937 1938 1939 1940<br />

1941<br />

Eerste strijkkwartet op. 2<br />

Tweede strijkkwartet op. 3<br />

32


Tijdlijn Mieczysław <strong>Weinberg</strong> en strijkkwartetten<br />

<strong>Weinberg</strong> componeert zijn Eerste<br />

symfonie, opgedragen aan het Rode<br />

Leger. Dmitri Sjostakovitsj hoort van zijn<br />

talent en vraagt vrienden om inzage in de<br />

muziek van <strong>Weinberg</strong>.<br />

Sjostakovitsj ontvangt <strong>Weinberg</strong>s Eerste<br />

Symfonie en haalt diep onder de indruk<br />

<strong>Weinberg</strong> naar Moskou, waar ze elkaar<br />

regelmatig zien. <strong>Weinberg</strong> werkt als freelance<br />

componist en pianist. Zijn ouders en<br />

zus komen om in het Poolse kamp Trawniki.<br />

Componisten hebben minder te lijden<br />

onder ideologisch druk van het Sovjetregime,<br />

dat is afgeleid door de oorlog.<br />

1942<br />

1943<br />

1944<br />

Derde strijkkwartet op. 14<br />

<strong>Weinberg</strong> vindt zijn eigen stijl en vorm<br />

en is zeer productief. Hij ziet de Sovjet-<br />

Unie als een nieuw vaderland dat hem het<br />

leven heeft gered.<br />

1945<br />

Vierde strijkkwartet op. 20<br />

Vijfde strijkkwartet op. 27<br />

<strong>Weinberg</strong>s Zesde strijkkwartet wordt<br />

gepubliceerd. Stalin begint een<br />

campagne tegen ‘kosmopolitisme’ en<br />

‘anti-patriottisme’ in de kunsten.<br />

<strong>Weinberg</strong> wordt verweten te abstract<br />

te componeren met te weinig<br />

‘nationalistisch melos’. Enkele werken<br />

van <strong>Weinberg</strong> komen op de verbodslijst.<br />

<strong>Weinberg</strong>s schoonvader wordt vermoord<br />

door de geheime staatspolitie.<br />

<strong>Weinberg</strong> componeert op folkloristische<br />

thema’s portretten van ‘Kameraden’ (zijn<br />

collegacomponisten).<br />

1946<br />

1948<br />

1949-1953<br />

Zesde strijkkwartet op. 35<br />

33


Tijdlijn Mieczysław <strong>Weinberg</strong> en strijkkwartetten<br />

Wordt gearresteerd en ten onrechte<br />

beschuldigd van samenzwering ten<br />

behoeve van een Joodse republiek.<br />

Sjostakovitsj pleit voor <strong>Weinberg</strong>s<br />

vrijlating in een brief aan de gevreesde<br />

Lavrenti Beria. Na de dood van Stalin<br />

komt <strong>Weinberg</strong> vrij.<br />

Fysiek verzwakt, schrijft veel filmmuziek,<br />

vooral voor tekenfilms. Met de nieuwe<br />

leider Chroestjov wordt het regime iets<br />

milder.<br />

1953<br />

1953-1957<br />

<strong>Weinberg</strong> herwint zijn vertrouwen en<br />

keert terug naar symfonisch werk en<br />

strijkkwartetten.<br />

Componeert onder meer zijn Derde<br />

symfonie en een rapsodie op Moldavische<br />

thema’s.<br />

1957<br />

1959<br />

Zevende strijkkwartet op. 59<br />

Achtste strijkkwartet op. 66<br />

Première van zijn Derde symfonie. De<br />

bewondering voor <strong>Weinberg</strong>s werk groeit.<br />

Krijgt waardering van onder anderen<br />

Mstislav Rostropovitsj en het Borodin<br />

Kwartet.<br />

Steeds meer uitvoeringen en opdrachten,<br />

een bloeitijd breekt aan. <strong>Weinberg</strong> is zeer<br />

productief.<br />

1960<br />

1963<br />

Negende strijkkwartet op. 80<br />

Nieuwe concurrentie verschijnt met<br />

componisten als Alfred Schnittke, Arvo<br />

Pärt, Sofia Goebaidoelina en Edison<br />

Denisov.<br />

1964<br />

Tiende strijkkwartet op. 85<br />

34


Tijdlijn Mieczysław <strong>Weinberg</strong> en strijkkwartetten<br />

1965-1966<br />

Elfde strijkkwartet op. 89<br />

Bezoekt zijn geboorteland Polen en<br />

neemt deel aan het Warschau Autumn<br />

Festival als lid van de Sovjet-delegatie.<br />

Componeert zijn eerste opera De<br />

Passagier. Werkt met dirigent Rudolf<br />

Barshai. Einde van zijn huwelijk. Nieuwe<br />

relatie met Olga Rakhalskaja.<br />

Is Honoured Artist of the Russian<br />

Republic. Zijn eerste vrouw Natalja Vovsi<br />

emigreert met hun dochter Victoria naar<br />

Israël. Componeert zijn eerste komische<br />

opera.<br />

1966-1968 1969-1970<br />

1971-1972<br />

Twaalfde strijkkwartet op. 103<br />

Dood van Sjostakovitsj. <strong>Weinberg</strong><br />

memoreert zijn kameraad met de<br />

Symfonie nr. <strong>12</strong> op. 114.<br />

Is People’s Artist of the Russian Republic.<br />

1975 1977-78<br />

1980<br />

Dertiende strijkkwartet op. 118<br />

Veertiende strijkkwartet op. <strong>12</strong>2<br />

Vijftiende strijkkwartet op. <strong>12</strong>4<br />

Componeert een strijkkwartet in<br />

memoriam voor zijn zus Esther die zestig<br />

zou zijn geworden.<br />

1981<br />

Zestiende strijkkwartet op. 130<br />

35


Tijdlijn Mieczysław <strong>Weinberg</strong> en strijkkwartetten<br />

Nieuwe muziek van de avant-garde, zoals<br />

die van Schnittke en Denisov, krijgt veel<br />

aandacht. De belangstelling voor de<br />

muziek van <strong>Weinberg</strong> daalt.<br />

Reist naar Brno, Tsjecho-Slowakije voor<br />

een uitvoering van zijn opera Het Portret.<br />

Keert terug naar zijn allereerste<br />

strijkkwartetten en begint ze te<br />

redigeren.<br />

Voltooit Symfonie nr. 20.<br />

Val van de Muur.<br />

Ontvangt de Staatsprijs van de USSR<br />

in het Kremlin. Uitzending op de<br />

Staatstelevisie.<br />

De ineenstorting van de Sovjet-Unie<br />

pakt desastreus voor <strong>Weinberg</strong> uit.<br />

Verliest de staatssteun waarmee hij in<br />

zijn levensonderhoud voorziet. Lijdt aan<br />

zijn zwakke gezondheid. Première van<br />

zijn opera De Idioot in de regie van Boris<br />

Pokrovski.<br />

Quatuor Danel voert Vierde strijkkwartet uit.<br />

Overlijdt, 76 jaar oud, op 26 februari in<br />

Moskou.<br />

Viering van <strong>Weinberg</strong>s 80e geboortejaar<br />

in Moskou met zes concerten.<br />

1982 1983 1985-1986 1987-1988 1989 1990<br />

1991<br />

1995 1996 1999<br />

Herziet Eerste strijkkwartet<br />

Orkestbewerkingen van:<br />

Tweede en Derde strijkkwartet.<br />

Zeventiende strijkkwartet op. 146<br />

36


foto: Tommy Persson<br />

37


Biografieën<br />

Uitvoerende<br />

Quatuor Danel is in 1991 in Brussel<br />

opgericht. Gedurende de eerste jaren van<br />

zijn bestaan streefde het kwartet ernaar te<br />

leren van beroemde strijkkwartetten en het<br />

traditionele repertoire te leren kennen.<br />

Het Quatuor Danel werd gecoacht door<br />

leden van het Amadeus Quartet en samen<br />

met het Borodin Quartet bestudeerde het de<br />

strijkkwartetten van Sjostakovitsj. Dankzij<br />

deze strategie groeide het kwartet uit tot<br />

een van de belangrijkste vertegenwoordigers<br />

van de huidige kwartetgeneratie. Met meer<br />

dan tachtig concerten per jaar, talrijke cdopnames<br />

en samenwerking met componisten<br />

werpt het Quatuor Danel zich ondertussen<br />

op als een gevestigde formatie binnen de<br />

internationale muziekscene. Het viertal<br />

speelt op vele internationale muziekfestivals<br />

en frequenteert de grote concertzalen. Een<br />

belangrijk element in het werk van Quatuor<br />

Danel is de wens de ervaring door te geven<br />

aan de jongere generaties. Zo geven de<br />

leden regelmatig les aan de Nederlandse<br />

StrijkKwartet Academie in Amsterdam.<br />

Afgelopen drie jaar was Quatuor Danel artist<br />

in residence bij TivoliVredenburg in Utrecht.<br />

38


Biografieën<br />

foto: Marco Borggreve<br />

39


Colofon<br />

Inleiding en<br />

concerttoelichtingen:<br />

Huib Ramaer<br />

Redactie:<br />

Nora Kim Braams, Nicole<br />

van Lint, Huib Ramaer<br />

Opmaak:<br />

Evert de Cock<br />

Druk:<br />

Repros<br />

van links naar rechts: Irina & Dmitri Sjostakovitjs en Mieczysław<br />

<strong>Weinberg</strong> (circa 1965)<br />

40


Verwacht<br />

Strijkkwartet<br />

Biënnale<br />

Amsterdam<br />

Za 25 januari t/m<br />

za 1 februari 2020<br />

Grootste strijkkwartetfestival ter<br />

wereld terug voor tweede editie!<br />

Wat is het strijkkwartet anno 2020? Het<br />

grootste strijkkwartetfestival ter wereld<br />

gaat acht dagen lang op ontdekkingstocht<br />

langs traditie én experiment; naar het<br />

vertrouwde en het onbekende. Ontdek, deel<br />

en vier het strijkkwartet in meer dan 50<br />

concerten, lezingen, talks en masterclass<br />

tijdens de Strijkkwartet Biënnale<br />

Amsterdam<br />

Met o.a. Artemis Quartett, Jerusalem Quartet, Pavel Haas<br />

Quartet, Doric String Quartet, Juilliard String Quartet,<br />

Ruysdael Kwartet, Ragazze Kwartet, Borusan Quartet,<br />

Gerhard Quartet, Quatuor Danel, Signum Quartett,<br />

Calder Quartet, Alma Quartet, Arditti String Quartet,<br />

Dudok Quartet. Verder onder anderen Benjamin Herman<br />

(altsaxofoon), Bram van Sambeek (fagot), Brett Dean<br />

(altviool), Niek de Groot (contrabas), Claron McFadden<br />

(sopraan), Calefax en het Nederlands Kamerkoor.<br />

Kaartverkoop via het Muziekgebouw.<br />

Kijk ook op www.sqba.nl.<br />

41


Verwacht<br />

December<br />

zo 15 dec / 20.30 uur<br />

Kurt Elling<br />

The Beautiful Day | Kurt<br />

Elling Sings Christmas<br />

di 24 dec / 11.30 + 15.00 uur<br />

Nieuw Vocaal Amsterdam +<br />

Holland Baroque<br />

Kerstspel<br />

wo 11 dec / 20.15 uur<br />

Camerata Bern +<br />

Patricia Kopatchinskaja +<br />

Anna Prohaska<br />

Maria Mater Meterix<br />

do <strong>12</strong> dec / 20.00 uur /<br />

De School<br />

ssaliva + Malibu<br />

Muziekgebouw aan de Ring<br />

do <strong>12</strong> dec / 20.15 uur<br />

Ives Ensemble<br />

Luisteren naar beelden<br />

vr 13 dec / 20.15 uur<br />

Asko|Schönberg<br />

Schatkamer Kagel<br />

za 14 dec / 19.30 uur<br />

Amsterdam Baroque<br />

Orchestra and Choir<br />

Weihnachtsoratorium<br />

zo 15 dec / 13.00 uur /<br />

Atriumzaal<br />

Workshop SoundLAB<br />

Voor kinderen (7+) met<br />

volwassenen<br />

zo 15 dec / 15.00 uur<br />

Nederlandse Bachvereniging<br />

Mariavespers<br />

di 17 dec / 20.15 uur<br />

Stille Nacht am Silbersee<br />

Bezinning met Glenn<br />

Helberg<br />

wo 18 dec / 20.15 uur<br />

Liza Ferschtman +<br />

Enrico Pace<br />

Van Beethoven tot Enescu<br />

do 19 dec / <strong>12</strong>.30 uur<br />

Lunchconcert<br />

i.s.m. Conservatorium van<br />

Amsterdam<br />

do 19 dec / 20.15 uur<br />

Ensemble Resonanz<br />

Het alternatieve<br />

Weihnachtsoratorium<br />

vr 20 dec / 20.15 uur + GT<br />

Música Temprana<br />

Misa Criolla<br />

za 21 dec / 20.15 uur<br />

Concerto Copenhagen<br />

Italiaanse kerstconcerten<br />

ma 23 dec / 15.00 + 19.30 uur<br />

Nieuw Vocaal Amsterdam +<br />

Holland Baroque<br />

Kerstspel<br />

za 28 dec / 19.30 uur<br />

Calefax<br />

PAN <strong>2019</strong><br />

WannaSwing<br />

Op de kade voor het<br />

Muziekgebouw staat de<br />

interactieve muziekinstallatie<br />

WannaSwing van theatermaakster<br />

Caecilia Thunissen<br />

en scenograaf Jan Boiten. Acht<br />

schommels sturen composities<br />

aan van hedendaagse<br />

componisten als Joey Roukens,<br />

Mayke Nas en Rob Zuidam.<br />

Zie voor meer informatie<br />

muziekgebouw.nl/wannaswing<br />

Huil van de Wolff<br />

Elke 22e van de maand<br />

klinkt om 20.00 uur het<br />

geluidsmonument Huil van de<br />

Wolff van Martijn Padding ter<br />

herinnering aan oprichter van<br />

het Muziekgebouw Jan Wolff<br />

(1941 - 20<strong>12</strong>). Zie voor meer<br />

informatie muziekgebouw. nl/<br />

huilvandewolfff<br />

Geheimtips<br />

Bijzondere concerten<br />

die je niet mag missen<br />

42


Foto: Erik van Gurp<br />

4’33 grand café<br />

Kom voor het concert eten in<br />

Grand café 4’33. Reserveren:<br />

020 788 2090 of 433grandcafe.nl.<br />

Bij de prijs inbegrepen<br />

Reververingskosten en garderobe<br />

zijn bij de kaartprijs inbegrepen.<br />

Ook een pauzedrankje, tenzij anders<br />

vermeld op uw concertkaartje.<br />

Bij concerten zonder pauze staan<br />

drankjes klaar na afloop van het<br />

concert.<br />

Rondom het concert<br />

- Na aanvang van het concert heeft<br />

u geen toegang meer tot de zaal.<br />

- Zet uw mobiele telefoon uit voor<br />

aanvang van het concert.<br />

- Het maken van beeld- of geluidsopnamen<br />

in de zaal alleen met<br />

schriftelijke toestemming.<br />

- Algemene Bezoekersvoorwaarden<br />

zijn na te lezen op muziekgebouw.nl<br />

Steun het Muziekgebouw<br />

Inkomsten uit kaartverkoop dekken<br />

ten dele onze kosten. Word vriend<br />

of doneer: met uw extra steun<br />

kunnen we concerten op het<br />

hoogste niveau blijven organiseren.<br />

Meer informatie:<br />

muziekgebouw.nl/steunons<br />

Op de hoogte blijven?<br />

Blijf op de hoogte van nieuw geboekte<br />

concerten of ander nieuws.<br />

Volg ons via onze e-nieuwsbrief<br />

(aanmelden op muziekgebouw.nl),<br />

Facebook, Twitter of Instagram.<br />

Dank!<br />

Wij kunnen niet zonder de steun van<br />

onze vaste subsidiënten en Vrienden<br />

van het Muziekgebouw. Wij zijn hen<br />

daarvoor zeer erkentelijk.<br />

Druk binnenwerk<br />

43

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!