Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
zaterdag 7 december | 20.15 uur<br />
Wat betreft de tempi is het een drieluik<br />
op zich. De langzame inleiding reflecteert<br />
op ideeën uit de voorafgaande delen. Dan<br />
ontplooit zich ‘a tempo allegro’ een reeks<br />
variaties van Beethoveniaanse omvang.<br />
Drieëntwintig keer werpt <strong>Weinberg</strong> nieuw<br />
licht op het door de altviool aangedragen<br />
thema. Het verloop is aanvankelijk vrij<br />
rustig, dan steeds experimenteler, tot de<br />
meest hectische tiende variatie. Vanaf de<br />
zeventiende variatie wordt de spanning<br />
weer afgebouwd, terwijl op briljante wijze<br />
de eerste helft variaties opnieuw de revue<br />
passeert, maar in omgekeerde volgorde, als<br />
in een palindroom. Zo voert een glijvlucht<br />
in afnemende luidsterkte ons naar het<br />
eerste adagio terug, waarna het werk met<br />
een fabelachtig en ferm akkoord in E-groot<br />
besluit. Opgedragen aan Joeri Levitin, een<br />
leerling van Sjostakovitsj, werd het op 22<br />
december 1957 in première gebracht door<br />
het Borodin Kwartet in de kleine zaal van het<br />
Conservatorium in Moskou.<br />
Strijkkwartet nr. 8<br />
Twee jaar later op 13 november 1959<br />
speelden de strijkers van het Borodin<br />
Kwartet in dezelfde kleine zaal het Achtste<br />
strijkkwartet, dat aan hen is opgedragen.<br />
Het bleef niet bij deze première, vele<br />
uitvoeringen in het Westen maakten het<br />
Achtste voor lange tijd tot <strong>Weinberg</strong>s<br />
bekendste strijkkwartet.<br />
Het werk volgt vergelijkbare cyclische<br />
patronen als het Zevende. Het opent<br />
eveneens in een langzaam tempo, al zijn<br />
donkerder kleuren in deze vanuit de cello<br />
opgebouwde aanloop het vertrekpunt.<br />
De zoekende muziek migreert vanuit<br />
een drieklank in C-groot naar hogere<br />
registers, wint aan intensiteit en krijgt na<br />
een kwetsbare vioolsolo meer beweging.<br />
In ‘tempo andante’ wordt boven geplukte<br />
snaren in melancholisch wandeltempo het<br />
hoofdthema geïntroduceerd. Hoogdravend<br />
ontplooit zich een climax waarna de<br />
introverte sfeer van de aanvangsmaten<br />
terugkeert. Dansant en boven een plukbas<br />
verschijnen daar ineens de coupletten van<br />
het allegretto in rondovorm. Het motief van<br />
het refrein is afgeleid uit het thema van het<br />
eerdere andante. Dan schakelt het kwartet<br />
over naar een allegro in rappe drie achtste<br />
maat waar percussieve effecten ruimte<br />
bieden aan een uitbundige ontlading van<br />
energie. Ten slotte worden alle motieven<br />
met elkaar verzoend in een briljante tombola<br />
waarna het in één adem gecomponeerde<br />
werk besluit met een terugblik over de<br />
schouders op het aanvangsthema. Of is<br />
dit werk met zijn referenties aan klezmer<br />
en zijn intens melancholieke afsluiting ook<br />
<strong>Weinberg</strong>s terugblik op de teloorgang van<br />
joodse cultuur en de bakermat van zijn<br />
jeugd?<br />
Strijkkwartet nr. 9<br />
Juli 1964 schrijft Dmitri Sjostakovitsj aan<br />
zijn vriend Isaak Glikman: ‘Een volgend<br />
kwartet, het Tiende, kwam gisteren af.<br />
Het is opgedragen aan Mosei <strong>Weinberg</strong>.<br />
Hij schreef negen kwartetten en haalde<br />
mij in met het laatste daarvan, gezien ik er<br />
18