Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Toelichting<br />
Het Elfde en Twaalfde strijkkwartet van <strong>Weinberg</strong> vallen nog onder zijn speelse<br />
strijkkwartetcompetitie met Sjostakovitsj. Ze getuigen van een verdere uitkristallisering<br />
van zijn stijl in een periode waarin <strong>Weinberg</strong> volop aandacht en uitvoeringen kreeg.<br />
Het uitbundige Elfde strijkkwartet is door<br />
<strong>Weinberg</strong> opgedragen aan zijn dochter<br />
Victoria. Het introvertere Dertiende<br />
strijkkwartet stamt van na de dood van<br />
Sjostakovitsj, waarna <strong>Weinberg</strong> nog meer zijn<br />
zijn positie zoekt in de nieuwe muziek van de<br />
jaren zeventig.<br />
Strijkkwartet nr. 11<br />
Het Elfde strijkkwartet werd in hetzelfde<br />
jaar voltooid als het elfde van Dmitri<br />
Sjostakovitsj.<br />
Het werk opent met vrolijk hun voer oppikkende<br />
kippen, alsof <strong>Weinberg</strong> dan juist<br />
La poule uit de Nouvelles suites de pièces<br />
de clavecin van Rameau op de lessenaar<br />
van zijn vleugel heeft staan. Transparantie<br />
van het stemmenweefsel is troef in dit<br />
werk. Schitterend van contrasten is het<br />
scherzo (Allegretto, deel twee). Een aan<br />
de opening verwant puntig motief wisselt<br />
zich af met het filmmuziekachtig craquelé<br />
van gedempte doorgezongen passages. Bij<br />
vlagen klinken de strijkers alsof ze samen<br />
een accordeon zijn. Gewaagd van opzet is<br />
het Adagio waarin <strong>Weinberg</strong> volledig durft<br />
te vertrouwen op een aaneenschakeling<br />
van kwetsbare sololijnen van altviool, eerste<br />
viool en cello. Slim in dramaturgische zin<br />
om hier de dempers van de snaren te laten,<br />
terwijl ze er in de omringende delen juist<br />
vaak op gaan. De balans blijft daarmee<br />
gewaarborgd. Het levert een concentratie<br />
op, die je als luisteraar alle ruimte biedt voor<br />
vrije associaties. Opmerkelijk hoe <strong>Weinberg</strong><br />
hier vooruit loopt op de kale uitgebeende<br />
stijl van de late Sjostakovitsj. Ook de finale<br />
is van structuur en dynamiek zo broos als<br />
borstplaat. Het is muziek in mineur die zich<br />
langzaam als een oester opent, waarop dit<br />
Allegretto ineens naar majeur migreert in<br />
een fragiele poppendans op het ritme van<br />
een aarzelende wals. Opgestuwd door de<br />
swingende cello zijn de dansante slotmaten<br />
even onbestemd als wonderschoon.<br />
Strijkkwartet nr. 13<br />
Sjostakovitsj sterft op 9 augustus 1975.<br />
De jaren daarna lijkt <strong>Weinberg</strong> zijn<br />
nagedachtenis te eren door opnieuw<br />
symfonieën (vier) en kwartetten te<br />
componeren, waarvan het Dertiende uit<br />
1977 de eerste is.<br />
Evenals zijn Achtste en zijn allerlaatste<br />
kwartet droeg <strong>Weinberg</strong> het werk op aan de<br />
strijkers van het Borodin Kwartet. In rijm met<br />
het dertiende kwartet van Sjostakovitsj is<br />
het een aaneengesloten werk, dat ‘wie aus<br />
einem Guß’ uit zijn pen lijkt te zijn gevloeid.<br />
Referenties aan het openingsthema en<br />
contemplaties op voorgaande motieven<br />
vormen de las tussen de verschillende<br />
secties. Het verloop volgt na de opening<br />
ongeveer de gang van ‘quasi een scherzo’<br />
23